
i jo A M B O
• i §¡$4$ • » tot hen overgeloopen, en door meer an-
drevgutteh geityfd.
Én iéyi\^aar na dced .de.Heer Demmer 67 Al-
AjfoçmjÂ^i'eeicn van- Radja Somiets v.olk, op ’t
h'ijianr n£* vaft-^töe*tliffchen Lian en Çapaha
ffitqi; zetten, om, den' vyand tot ; àfkomen te
i dwingeivl Hy- zclf . quam déni laâtften 4jçO O&ober weer op Mamalô, vragènde de
(OrangKijij.a’$, wat .zy, eçdurende zyn af-
wezen^.-by die van Kapaba gevoxderd
haddajyj H e t, antwoord, hier. op zeer'
flaauw zynde , iprak hy hen: weder hard
aan, dreigende., dat hy hen. nuniet an-
. deys , dan:met den flagy.waarfchouwen - KJ;.-.:,: „
Hydeed nu 00k niet vorder op Çapaha,
alzoo hy te‘ weinig magt had, maar
vertvok met eeii zeer geftgord gemoed,
i’t geen: oorzaak, was dat .de,vyand, in
plaaçs yan af te komen, .au by zyn vorige
gëdagten bleef van voorc te oorlogen,
het kofte wat het kofte, alzoo zy door
vdeze Hitoeëfe OrangKaja’s op nieuwge-
dyfdyiierden,
. Terwylonze ichepen nu.van.yoorCa-
paha vertrokkén waren, liepen .die van
v ’s* vyands zyde hier en daar na toc, om
levensmiddelen te zoeken. Pati Toeban
; ging na Waypoeteh, Telißbma. na.Loc-
hoc , Imam Ridjali na Naù, en Binait, en
N S G H E
keerden met eenige vaartuigen met le- ¡64g
vensmiddelen zoo behendig weer J dat
onze bczetting het niet. eens eewaar
wiem.
■i Die van Ccyt en Hahoetoena zeiden
t ons* quanzuis om hunne trouw tetoo-
nenj doch, niet eer, voor dat de andren
al weer in Capaha waren. Ja ’t is zcker
dat alle de OrangKaja’s van Hitoe die
van . Capaha aanzetten, ; om niet eer vre-
de ,te maken, yoor wy de oude regeering
Lerfteiden , dat OrangKaja Boelan hen
zelf geraden, en hunne gezanten noch
onjangs gcherbergd, en hen beloofdhadj
dar hy hen van al ’t noodige van tyd tpt
tyd voorzien zou., t i
De Hitoeefen hadden nu al weer niet B y d c
alleen aan den Koning van Macaflari,Konin-
maar ook aan de Köningen van Atsjien ,4£n v
en Tidore, gezanten om hulp, dogmetAt^en^’
-weinig hope van die tc zullen erlangen den T id o -
gezonden. ; ^ r e , om
. Hierom wilden die van Wakal , ena!iptc'
Moikppql, zieh vanBoelan afzondqrcn, en verzogt,
aan de overzy.de by, ’t Kafteel komen
woonen j doch 1 de Heer Demmer raadde
hen lieyer. on de oude.plaats teblyven, om
ons zoo veelbeterbericht van de aanflagen
der vyanden, en om de andren gecn quaad
vermoeden te geven. • .
T W E E D E H O O F D S T U K.
m \6\6 txieri Tocloccabefi hàrimkkìgtr. ÌTpwale, »» .Batavia gevoerd. Stmte
Ww^/e -y^ Capaha,.^oemayldoodgefiagen. Mie van Marnalo, «*Hitoelama zoe-
ke? te . . .Verheiden, na Capaha als geheimen. la ß met van
Moeriag bet zelve qan. En veroverd dit onwinbaar neß, ^ Gmanmm* by hen be-
komen.- ¿l’o e J o j g i J j e f i . Pertaders .¡ßdrag- 'far. .-HttpeeTen ontrent deezen-oor-
bg. Pie va» Leytimor verwoeßen. hier alles. Verjcheide Heden begenadigd door den
Heer _-Landvoogd. Die van de Hitoeefen verßheide 'wederfpannelingen eifcht. En
van Capitein Mamalo al V geborgen gefebut. De Bißorie van Hitoe door Ridiali
befchreyen. _ Bakar begenadigt. Toeloecabefi, geeft zieh over. En word onthalft.
Hitoeeie OrangKaja’s na Batavia gebamen. Lehut begenadigt. De Heer Dcm-
mers tocht met de Hongi, en zyne vemgtingen. De Heer.yan-der Lyn A. 1647
als tiende Opperlandvoogd voorgeßelt. Ihamahoe, gedwongen bare muuren a fte
werpen. Kortiß van den Heer de Vlaming hier. Beide' de Heeren Landvoogdcn
gaan op de vißtey en de Heer de Vlaming als dertiende Landvoogd hier overal
voorgeßeld. 't Virtrek van den Heer Demmcr na Batavia. Hoedqnigheden van den
nieuwen Landvoogd. Nooten-bofch y op Werinama uitgeroeid: Qr,oot nagel-moeß'on dit
jaar. Nieuw ziekenhuis gebouwd. Verheiden. Fabryk gemqakt. Vlamings Hongi-
tocht door den zwaren regen belet. Die eenigeplaatzen om de W~eß, en om de Noord bezogt.
Pittavyns ontrouw. En vanmeer andre. Nagelen op Boero A. 1648 uitgeroeid. Aardbeving
hier. Des Lapdvoog% ^IwQ-tocbt. En zyne verrigtingen. Koning Hhamza’owr-
Jfden, en door Mandarsjah^vfmz»^#. De Heer van den Bogaarde in Seroy'splaats 7 Remate aangeßcld. Pitta vyn geßraft. Des Landvoogds ziehe. Gefcbil tuffiben
de 1 ernataanen, en Loehoeneeien. Hongi-tocht door gecommitteerden gedaan. Ee-
J p Ternat^anen m fch/n m Ternate gezonden, daar Singafari zieh tegenfteld.. De
Meer de Vlaming gaat weer op een Hongi-tocht. Nieuwe klagten over de Opper-
boofden. De Reduit op .Hila verflerh. Befcbuldigingen tegen Imam Swacki. De
Landvoogd weder ingeftort. Gefibil tuffeben Radja Noeffanivel en zyne mede-
boofden bygelegt. .
ìn
1640
A .1 6 4 6 .
wìcrd
Tocloc-
cabefi hardnek-
Söemayl
^ d o o d g e -
flagen.
Z A A N ’t jaar 1646 kreeg Toeloecabeß 2
iCoracora’s met Zagoc van Geram
tot ontzet, dat hem noch hard-
nekkiger dan te voren maakte,
zoo dat hy van geen vrede wildt
kiger. hooren, ten wäre men de oude regec-
ring weer gedoogde in te voeren. JB
Tpwäle ^ Men kreeg nu ook Torw/a/ß j Prielier
naBata;' van Naü Binau, wfcl eer gezant der Hi-
ria gc- toeefen na Macaflar j gevangen: een man,
VÖCTt* die noch geftadig met den vyand heuldi^
en hem alles overbriefde, weshalven de
Heer Dcmmer hem in Septembfer, ne-
- vens.eenige andre Hitoeefen, na Batavia
zond.
Stoute Hie van Capaha wierden eindelyk zöo
daad v*n ftout, dät zy in Maart met 3 Coracora’s
die van uit rooven gingen, de bobbers of fuiken
Cap 'ha. Gp Way ¿chteden , de praeu wen daar vermeiden,
en met eenige köppen van Lian
K E N . 151
zyn gunft weer te winnen. Des deed hy
met zyn Lieutenant, Gysbert van
lagy zyn üiterfte beft, om ietsuitte vin- capaha
den , Waar door zy van Capaha meefters alsgcban-
konden werden, \ neo*
Weer quamen.
Men zond, om dit te belettcn, 6 Co-
tacora’svan ’t Kafteel, om op datftrand
tc paffen, en ’t Zelve. te dekken 5 doch
eer zy daar quamen, had de vyand noch
een roof-toCht in Senalo’s bogt gedaan,
en zieh zelven uit dat Zagoe-bofch ver-
zorgd.
In May ging Soemayl, 'Toeloecabeß's
tweede, of Lieutenant, met een Para-
hoe na Caybobo om levensmiddelen, al-
zoo hy aangenomen had de weduwe en
hindere» van Patiwanltc onderhouden
doch wierd door een Loehoenees vaar-
tüig , vin Madjira uitgezonden, by het
duiven-Ealand onderhaald, en nevens an-
dren doodgeflagen , dat voor den vyand
cen groot verlies was, alzoo hy 00k
groot gebrek had, dät ons klaarbleek
" aan de meenigte van vrouwen, en kin-
deren, dagelyks tot ons overkomende.
Die van. Ook bragten die van Mamalo, en Hi-
Mamalo,toclama, van tyd tot tyd koppen, en
en Hitoe- gevangens by ons,om den Heer Demmer
kenhare'd^ door te bewegen, hen de Zee weer
xaScen te vry te laten, dat hy egter om reden voor
verbctc- cerft niet begeerde toe te ftaan.
ren. ■ De zaakcn van Capaha begondcn nu
egter met Barde fehreden na ’t eittde te
loopen, alzoo de honger, en oneenig-
heid, groote verwerring onder hen ver-
oorzaakte , dat ons dagelyks van over-
loopers ter ooren quam.
Jacob Verheiden, cen zeer dapper Ga-
pitein in onzen dienft, doch juift in on-
gunft van den Heer Demmer geraakt,
door dien hy eenige Nederduitfchen om
zyn eigen zaken na ’t verkens Eiland by
’t Eiland Kelang uitgezonden hadj van
welke ’er agt doordePapoewa’sgeroofd,
en aan de Tidoreefen verkogt waren,
was daar over door den Heer Landvoogd
van zyn comptoir op Cambello geligt, en
als een verworpenen na Capaha verbannen,
om aldaar door eenige dapperedaad
Zy gingen dan den 24 Juli 1646 met
107 koppen* <So matroozen, en zo Inlanders
van.Oerien, in 4 troepen ver-
deeld* ’er noch eens op los. Een looze
voortröcp j i(ü man iterk, onder den
vaandrig* Jan fVillemszoon, trok vooraf.
Daar op vólgde van Moeriag met 40 koppen,
zoo foldaten als matroozen* toen
quam Capitcin Verheiden met het corps
aebataillé, ¿3 löldaten, en 44 inatroo-
zen, onder de fchippers Pieter Liman en
Gerard Ifewyn * fterk j en eindelyk de
achtcr-tfoep onder den fergeant* Abraham
Janszoon, vaü zy földaaten, en zo
Inländers» . ' '
In dit poftuur trokken zy ’s. nagts by Taft
manefehyn uit hunne fchans het moeje-memn
Ivk Canaha’s Peberete lyk Capaha’s gebergteoonp,, wwaaaarr vvaann üdwehet Kl-C
weg hier eh daar inet zware boomen toe- aan
gedamd was, waar over Zy mofiften he-,
nen klauteren, dat ook oorzaak was,dat
zy van malkanderen meeft afraakten, en
pas de kleenfte helft boven quam. -
Verheiden y .die egter met zy nen aan-
ilag ’er door wilde, vermaande de zyiieri
tot dapperheid ., liet de voortogt eerft
den berg opklimmen , die met ’t aan-
breken van den dag boven quam, vin-
dende hier geen fcmldwagten, waar op
Zy voort trokken. D o g , om aan de
volgende plaats te komen, konden zy
maar man vdor man gaan, gelyk zy de-
den, de vaandrig vooraf, en toen de
andren, tot in de dorpen toe, daar zy
eerft een oud wyf gewaar wierden, die
Hollanda , Höllanda , riep j doch zy
doodgefchotcn, en daar op vä*der
vuur in de dorpen gegeven zynae, wierden
de vyanden, die in hun befte mor-
gen-ruft waren, wakker, iprongen uit
de koyen, en liepen, zonder na geweer
om te zien, door de poorten en gaten,
om buiten te komen: eenigen fprongen
vari verväarlyke fteiltens nabeneaen, al*
waar zommigen een elendige dood von-
den, anderen bleven half weeg tuffdien
de klippen in hangen , kennende daat
elendig tot hun einde toe.
Men bequam hier zeer weinig gevan-
genen, en de meefte Hoofden ontfprongen
den dans. De onzen waren Toeloecabeß
zoo dicht op de hielen,dat zy hdmrecds
meenden te vatten* doch cen van zyn z
wyven fchoot ’er tuilchen beiden, en
wierd ook doodgeichoten. '
Den zy Juli ’s morgens ten 7-uuren Envero-
waren al de vyanden uit Capaha verdre-vertdit
ven, en wy meefter vart dat onw inbaar °nwin'
neft geworden. b“ r dA
Dk was een daad,die degedagtenvan
alle