
B E . S C H R Y V I N
waar door hy
Togm$
v«gjfe£
Krabben,
Âlsook
tegen de
Sawan,
Teukte,
Roort-
fen,
Pleuris,
Colyk,
&C.
z j 4
Arak te drinken geyen
volkomen hcrfteld werd
Veci menfehen , vooral Qnvoorfigti-
ge en hier eerft gekomene flaven, blyr
ven fchielyk dood van Crabben, die zy
eien, waar in zekere vergi feige dai m is,
welke door des kundige ’er uytgenomen
zynde ^ is de Krab goed , en zeer lek-
ker. f Zo> men ten eerften by zulk een
menieh körnen kan, dan is ’er raadjom
hem te helpen , daar hy anders door de
kragt van ait vergif fterven zou.
i Men gebruykt hiër tegen, als het beft
hulpmiddel,fwart Akar Bahar, gefchrapr,
ofdç woitels van Siri Boppar , of van
Piiàng Sowanggi j of wel die van ’t fny-
gras Lalan, ergens mede ingedronken,
of met Pinang gekauwd , en ingefwol-
gen j dat den Lyder aanftonds al het
vergif zal.doen opgçven , en uytbra-
;ken.D
e Inlanders gebruyken oök, zo ras
hen v/at iehort, Koening, of Curcuma
j of anders Bobori , gemeenelyk
Borri Borri genaamd, dat van Koening,
Tsjongkor, Kamango , of Bangle (al te
iàmen wortels) tot een fmeerfel gemaakt,
en zo op ’t lyf gewreven werd.
Tegcn de Sawan, of de quade Lucht,
voor de Kinderen gebruyken de inlanJ
ders de fchaal van de Zee-luys,by deja^
vaanen Mimi , genaamd , die zy hen
doen draagen , endan zyn zy daar tegen
bewaard. Ook waifch.en zy , hier
tegen. hare kinderen ook wel in water,
waar in de dekièfs van de Mata Böelan,
of Knobbel-Horen, gelegt zyn.
'¡-Om de, Jeukte van een Zee-fpat of
Zee-pyl, Qual, &c. te - doen vergaan,
is ’er niet berer , dan warme afeh met
fuur Limoen-iàp gemengd , en daar mede
de handen een reys of twee gewre-
ven, en ’er cen papje van fwart Akarl
Bahar,.fyn gewreven, opgelcgt zynde,
zal de pyn ten eerften overgaan.
Darah Belilli (zekere gedroogde roo-
de bloedige vleefch-lappen , die alleen
ontrent Solor op eenige klippen onder
water groejen) met wat water gewreven,
en ingenomen., iseen heerlykmid-
del tegen de Koonien , alzo het fterk
doet fweeten, waarom men ook z of 3
uuren'y na dat men het zelve ingenoo-
men heeft , niet drinken moet, al had
men nog zoo grooten dorftj maar niet
min heerlyk is dit middel tegen de Pleuris,
Colyk y Krim ping in den buyk, ’t
Bort,en andre diergelykeongemakken:
zelf ook tegen de Periling , en tegen alle
fenyn, tegen welkjaatfte- men ’er de
Wortel van Loefîa Radja byvoegt. Toen
dit blad van Belilfi eerft in Japan gebragt
wierd , gold een K a ti, of Indiaanfch
pond, izyRyxd. Hetimaakt ecrftwat
liltigjcn daar na zeer bitter.
G E > v A N
Tegen Lapar Garam (zynde een roo-
de jeukerige opdragtjgheid, of peukel-
^ 5 . °P W huyd, zig rpet een fcherpe
vogtigheid uytlateridc). gebruykt men
Goud,in water gelegt, Waar medc men^
den Lyder wafcht , die daar op aanftonds
baat vjndcn , en van dit ongemak
geheel zal geholpen werden.
Men gebruykt hier te Lande 00k
de Lapis Cordialis, die men veel beter,
en kragtiger, dan de Bezoar, o f Aapen-
ftcen, houd. *
Gelyk nu dit Lan,d nog meer andere Werkißa
Siekten, en ongemakken aari ’t lichaam van de °
der menfehen toebrengt, alzoo; heeft d.c Gc?5%
inlander hier tegen ook een groot getal 00,
van behulp-miädelen^ door ’t gebruyk
der heylfame kruyden, en wortels, hier
vallepde, uytgevönden', waar van wy
nu niet breeder füllen fpreken , pordee-
lende, dat wy hier al lang genpeg .voor
Doftor ¿ of Medecyn, gelpeeh hebben,'
moetende hier nog maar .met een Woord
byvoegen, dat de Chineefen den wor-
tel Genfing (anders Nifi) dog vap hen
Spm genaamd , die van een zeer ho‘-
ge weerde is, alzo een dnee wel 200 a
300 Ryxd. gelden moet*zeer hoogroe-
men , en groote Curen daar door, ge-
lyk medc met hunne Moxa , eh ’t branden
der Jigtige Leden met die wolle,
gewoon zyn ,te dpen.
Ik heb eenen Capiteyn der Chineefen Groote
gekend, Lim Thiangko genaamd , die Curen
een groot Arts was , en die zeker Jon-tan
getje, dat niet dan bloed waterde aan-
ltorids hielp y eri een Jufffouw van jn ^ °’
de vyftig jaaren , die agttien jaren
door geweeit Was, aannana te .gene-
fen, waar van hy ook zeer goe^ begin-
felen toonde, dog de gierigheid van die
•Dame, die wel genefen was,: maar van
t geld geven, dat’zy volgens Contrait
aan hem verfchuldigd was, ontllagen
2-yn wilde , was oorfaak , dat hy haar
daar na, alzo hy merkte , dat zy hem
bedriegen , en zieh veynien wilde niet
wel geneien te zyn, zo doof, als zy was,
zitten liet, zonder na haar hooger bod,
dat zy naderhand doen liet , te hebben
willen luyfteren.
Deze Chineelche Dodloren weten
zomtyds wondeFlyke dingen door hun- Envatf
ne lcennis zo in de Leden-künde, als in ji!dere.
de Kruyd-kunde, uyt te werken. Het ¿he A«--
1 heugt my zeer wel,; dat ik zekeren Heer zen.
van Aanfien , die vry fterk tot de Vroü-
wen genegen was, heb hooren zeggen,
dat hy, op Batavia doodelyk Siek zynde,
en alle Medecyns, enjnlandiche Dpfto-
refien , zonder eenige vrugt gebruykt
hebbende, cyndelyk een zeer vermaard
Chineefch Doftor by hem Pntbood ,,die,
tegen den avond by hem gekömen zynde
» en aan zyn pols. wat met zyn oör
geluy-
A Mr, B O
geiuyfterd hebbende, hem zeide, Myn\
Heer, gy zyt gevaarlyk, ja doodelyk zieky
in zo ik bet u zeggen mag, ook zelf oorfaak
van wwe Siekte :.want gy zyt zo verte
vervallen door te veel by vrouwen . te
verkeeren$ en wai Temperament komt my
zo ongeneefelyk voor,. dat ik niet kan nog
durve aannemen u fe: geneefe» , alzoo tk
verfekerd ben, dat gy dit 9 boe Siek gy ook
zyt , dog niet kond laten, en aldus alle
ntyne bulpmiddelen geduurig maar veridelen
zult, zoo ras gy maar een weinig zoud
mögen gebeterd zyn.
Ik ftond, zey deze Heer j verbaaft^
hoe die Chinees door maar na myn pols
te luyfteren , de gcheymen van myn
hert weten , en den waren grond van
myn Siekte zoo klaar ontdekken kon j
maar moeft nogtans belyden , dat die
man de waarheid fprak , waar uyt ik
ook hoope fchepte , dat hy my wel ge-
neefen zou. Ik bclcende dierhalvenvoor
hem, dat hy de wäre reden van, myne
Siekte net geraden had, biddende hem
Zeer ernftig, om mynegeneezing te willen
onderneemen.
Ik had veel moeite om hem daar toe
te bewegen ) dat Hy cyndelyk aannam,
doch daar bv vöegende, dat hy nu nog
niet zeggen Kon , öf hy my van myne
Siekte zou können herftellen, maar dat
I s f my daar af eerft in *t midden vande-
Zen nagt) wanncer hy weer by my körnen
zou, zou können verfekeren , of dat
hy , dan gcen kans daar toe fiende ) my
dök waarichouwen, en van mynen waren
inwendigen ftaat kennis geven zbu-
de. Hy quam dan ten twaalf uuren weder
by my , luyfterende weer eens na
myn pols, en zeide, ppryiende, dat hy
völkomen kans zag ) om my te herftel-
Icn, indien ik my, gedurende dat ik
zyne Medicync gebruykte , maar van
deVrouwen onthouden konj dat ik aan-
nato'.te doen. Hy dan eenigen tyd ovef
mygegaan ) en ik weer wat kragten ^
doof zyne bulpmiddelen, die my grooten
dienft deaen * gekregen hebbende,
wierd op Zekere tyd zoaanig door de
fwakheid van myn vleefch aangevog-
ten, dat ik my niet onthouden kon van
tot myn vorige fout ontrent de vrouwen
te vervallen) denkende, dat hy fulks,voör
die eene feyfe) onmogelyk zou können
merken > maar ik was hier in bedrogen j
Want zo als hy na myn pols Wat geluy-
fterd had) vloog hy zeer verwöed op ,
verweet my zeer bitter, dat ik weer bv
een vfouwmenfch geweeft, en dat ik
daar door oorzaak was, dat ik noyt recht
gefond werden) en dat hy ook noit eenige
eer aan my behalen zoü } wcshalven
hy oök niet genegen was, my langer te
dienen, de minen makende, van my te
Willen verlaten»
t. : K À . i j f
Stond ik in ’t eerft , wegens 't raden
van de rfeden van myn Siekte verbaaft)
ik was het met minder toen hy my
zeide, dat ik weer by een vrouw-menfch
geweeft was 5 maar vreefende, dat h y
my ) gelyk hy dreigde ) verlaten zou*
zoo bekende ik hem myn misdaad weder,
bad hem) dat hy my nog die rey*1
fe wilde pardonneren , en beloofde hem
in alle..opreehtheid, fiende nu klaar,dat
ik niets voor hem verbergen kon , dat
ik my volftrekt daar voóf wagten zou)
op die voorwaarde, dat hy., zo hy my
weer fehuldig daar aan .bevond, maar
aanftónds kon henen gaan. Na dien
tyd heb, ik my, zeide hy , gewagt, en
ben ook völkomen van dien. Artz ge*
neiën.
Dit Land geeft ook verfcheide zeei
heyliameOlien, die in verfcheide Qua*
len grooten dienft doen; Gelyk men al*
hier zien kan.
De Kragten Van de
C o E L Î T* L A W AN 'M
K A jO E -P O E T E H , |O L lE v f
C Ê R È E , * j
De Coelit-LaWan-Oiic) is ¿eer dien*
ftig tot verfterking van de Water-vaten,
wanneer die verftapt zyn5 om’t welkj^ierval^
;elyk ook het traag wateren , voor te lende-,
iomen, men maar y à 6 druppels ’er af
met goedeJenever,of iet anders , ’s morgens
, en ’s aVonds , voor den ceten ,
mneemt.
Men gebruykt die ook uytwcndig in
verrukkinge , of by contufie der leden ,
en vooral by lamheid, ftrylcende de'
zelvé over de lydende party.
Ook is zy van veel gebruyk, tegen al*
le jig t, Voet-euvel) enz.~ -
De Kajoe-Poeteh-Olie) is een treffe^
lyk fwect-middel in alle Koortferi, wanneer
men ’er 6 à j druppels af inneemt
met wat wyn , pa§ voor *t aankomen
der zeive.
Uytwendig ’er mede geftreeken , is
zy ook heerlyk tot verfterking der Se-
nuwen , tot .’t verdryven Van alle pyn
uyt de gewrigten , by fware contufien,
ja zy neemd de lammigheid geheel en al
metter tyd weg j als men ’s morgens en
’s avonds ’er zig maar met een^ Wärme
hand mede ftrykt.
De Cerée- O lie, zynde het'-Oleutü
SchaÉrtanti, is zéér goed tegen het bc*
gin van een Gölyk, en gdmeene Buyk*
pyn ) vooral, als zy nog hiet op haar
hoogfte is. Men neemt daar 7 à 8
druppels van in met een lepel of twee
goeden Anys i dog men moet zig dari
wag*