
8* B E S C H R Y V I N G : E t a n
Hoedc
verkregene
koppcn
gchaalt
Worden.
Hoefij
met de
lijken
van hun-
ne vijan-
den han-
delen.
Hetei*
land
Noeffa
Laoet.
Kaart
van’t
zelve.
maar met een voortroep van drie ofvier,
die hen van verre ftil bekruipe%om te zien,
of zy niet deicn of genen eerft in hunne
thuinen können ovcrvallen. Indien defe nu
wat voorfpoet hebben, zoo vallen ook
de andere ’er op in , dog zoo niet,
komen zy zcer fchielyk , hoewel al
druipfteertende, te rug , daar zy anders
met de hoofden, die zy bekomen
hebben, zceghaftig na hun dorp afzak-
ken, alwaar zy door een kenbaarteken,
met blazen op de horens, bekent ma-
ken, dat zy dezeege bevogten, enveel
koppen mede gebragt hebben, ten ein-
de de vrouwen al zingende, en danffen-
de hun met die koppen zouden komen
inhalen , om die met devoomoemdefta-
çie na ’t raathuis te geleidèn, en daar
ean dagen en nachten aan een vrolyk te
zyn.
Indien zy cenige vriendenindien ftryd
verloren.hebhen, welker hoofden door
den vyant afgekapr, en mede genomen
zyn, zoo zetten oFleggen zy hen maar
op eenen boom, kennende hen onweer-
dig om begraven te werden ; maar zoo
zy hunne hoofden nog hebben, dan mögen
de vrienden hen begraven, op dat
de vyandgeen gelegenheit hebben mögt,
om hunne. hoofden weg te nemen, en
daar mede te pronken.
Het gene wy nu verder van defe Al-
foereefen te feggen hebben, zullen wy
uitftellen,tot dît wyin’t verhaal van de
zaken van Amboina gelegenheit krygen,
om hier en daar nog een woort daar af
te fpreeken.
Dus hebben wy nu dat groot en fchoon
Eiland Ceram, een Land , dat zig al-
omme door zyn fchoone bohchen,heer-
lyke rivieren, en aangcnamegebergten,
die zig ten hemel verheffen, zeer luftig
voor t oog vertoont, niet alleen van
buiten, maar ook van b in n en , z o verre
ons dat eenigftns m o g e ly k was, g e f ic n ,
en o o k ’ t v o o rn a am fie , dat daar van by
ons b ek en t is, hier opgegeven, van waar
w y nu tot de drie volgeride Eilanden
ïuiien o.verftappen, die ons zoo lang niet
zullen ophouden , om vervolgens met
het Eiland Amboina, waar van al wat
te zeggen zal vallen, te eindigcn.
Het Eiland NOESSA LAOET.
Wy zullen een begin maken met het
Eiland Noeffa Laoet, dat is, het zee-
eiland (in ’t Amboinedch,en Maleitfch,
alzo ’t eerfte Amboinccfch is) een ver-
kiefing, die wy zoo maken, omdatdit
eiland wel het verfte na buiten legt
^Wy vertoonen het in het kaartjeNo.
Het ftaat onder het Opperhooit van
Honimoa, en legt vau dat Eiland Zuidweltwee,
omdefware ftroom, die’er
tuffeben beidengaat,over fchcppen kan.
Het wort gefielt, Zuiden en Noorden
anderhalve myl lang, enOoft enWeft,
een myl breet te zyn.
Men ziet op djt eiland zeven dorpen, Grooic
Titaway,. Abobo, Sila, Lenitoe, Na- :dorpen,
lahia, Airlet ,.cn Akoon genaamt,. zynde f j **■
meeft over al vol bergen, waar rop • al- K J
defc Volkeren in oude tyden hunne woön- fchap
plaatien hädden, hoewel-zy nu alle örn °P-
iaag aan de ftranden woonen. . .
Op de- Weft-zyde van ’t zelve ziet'Titawiy
men het dorp Titaway, alwaar in de
tyd van de Heer Speult al befettidg van
ons in een houten huis lag.
Dit doip ftaat onder een köning, die
nog een Graaf onder zig heeft, en is in
drie Soa’s verdeelt,. .kennende 1600 zielen,
4p 2 weerbare mannen, en izy Dati’s,
opbrengen.
Tuflehen dit ■en ’t naafte dorp na *t I
Zuiden heeft men drie hoeken, de cer-
fte Roeflbefinna, en de twee andre
Roehhoe , (waar .ontrent eenige klip-
pen in zee zyn) dn Hoenilain genaamt,
na welke men de rivier Way Lapi pas-
Abobo legt op denZuid-hoek vanditAbobJ
eiland, een Balve myl, of wat meer, van
Titaway. Het ftaat onder een Pati, die
over 6&j zielen, ¿88 weerbare mannen,
i i f Dati’s, gebied.
Als men van daarOoftöp na het dorp
Akoon gaat, ontmoet men eerft den
hoek Iroe, daar na den berg Noeßa Hoe-
boen, dan niet verre van . dat dorp den
hoek Moek-an. ' Akoon zelf heeft men Akoon,!
in ’t Ooften,ontrent drie quart myl van j
Abobo. Het behoort eigentlyk onder
den koning van Amet, dog ’t ftaat onder
een byfonderen Graaf, die van hem
af hangt, en die onder zig 270 zielen,
42 weerbare mannen, en 2p Dati’s, heeft.
Van Akoon Noord-Ooft aan gaande, Oui
na het dorp Amet, trekt men eerft voor-Akoon
by oud Akoon, en dan wat Noordely-£n
ker ontmoet men den berg Errie, daar E rl.
zy zieh wel eer op verfterkt hadden. Tn
’t Noord-Ooften pas buiten de wal,wat
voorby oud Akoon , ziet men een klip
in zee leggen, HatoeNodTaOewenge-
naamt.
Dan komt men by het dorp Amet, Amet
dat op de Noord-Ooft-hoek even voor-
by den voomoemden berg, ontrent een
halve myl van Akoon, en ontrent zoo
verre van Nalahia, legt. Het Word be-
heerfcht van een koning, die 00k te ge*
bieden heeft over den Pari van Akoon,
en de naafte in rang na den koning van
Titaway is.
Dit dorp is fterk 100p zielen, waar
onder men j ip weerbare mannen , en
I 197