
p B E S C H R Y V I N G E v
in zytie hiftorip van Hitoe, vcrhaalt) de ;
fhim houder >’ van een der vier eerftc
hoofd - geflachten, Noeiatapi genaamt,
' geworden is, gelyk wy, over de kuft van
Hito^handelendc, nader zullen toonen.
Na'dat zig de jongfte broeder, van de
reyze vermoeit, en ’t vaaren foo verre:
over zee niet geWoön, hier dus ter ne-
dérgezet, en het . dorp Liflàbatta zyn
cerne gedaante gegeven had, gaf hy zig
zelveii, boven de titel van Kipati, nog
die van Odilima Sitanijà, dat is, vra-
ger, of fprèker van de Oelilima’s, om
Liflabat-gat 'iiyt aller naam fprekende, als ta s tw e - 1 dèecr- hu: n. neJ aulle, rJ mon^t was. A. nrd. ere. zeggi en,
dat die Prins,door ftormmet een Cora-
cora. op Liflàbatta vervallen, Bakarj
K-ipati *
titel.
plagten a f, en aan ftrant te komen,-;' Kai-
waar ontrent wel eer ook Soekoe, o f^ o e .
Kayibekoc, lag, ’t geen naderkand me- b^tta *
de by Liflabatta gevoegt is. , ^«onder
Recht agter dit Boas, legt het gebergr-gefteken.
te Hoelong, waar op veel dorpkens. Berg
zyn, die men beneden op ftrant, zien:Hoe-
kan, over welke eertyds zekereMat-*ong'
toean als ICapitein plagt te gebicden,r9aPjr
een wakker voor-vechter, dieonsi'nden^Qgan at'
bitteren oorlög met Madjira , in \t jaariyn be^
i6y6. veel dienft gedaan, en veeleMa-taryven.
caflaaren ontrent Hatoepetola in de pan
gehakt heeft, waar over hem de Heerdt
Fläming ook in *t byzonder begiftigde j.
hoewel hy naderhant, in de tyd van den
Heer Hüfiaart, zieh te veel gezag aangezoori
des koninks van Batsjan geweeft ! matigt, en daar over zyn einde in de
oCpc rdae m -
fedor-
pen.'
zou zyn, die zig met zyn broeder, die
Andre ^aar ccr^ Orangkaja wierd','zou heb-
houden ben tcr riedergezet. Dog ?t‘ is ze-:
hem ker , dat lang daar na de koningen van
qualyk Batsjan herwaart eerft eenig volle zon-
die ?ig hier mede geplaatft, de
Prins. tweö ttovehgemeldd Batsjanzc Soa’s uyt-
gemaakt, een Sengadjl daar over gezet,
en daar döor aanleiding tot alle die ey-
fchen van dezen Vorft zoo op dit, als
op andre Ceramze dorpen, gegeven hebben,
waär toe hy echter weinig recht
heeft , alzoo lang na dien tyd de Portu-
geeienvGeram’s Noord-kuft beheerfch-
ten, en wy, by hare verovering, een
Siech onbet\vift;elylc recht daar op kregen,
Recht behalven dat wy onder de zaäken van
dcrBäts- Batsjan reeds klaar getoont hebben, dat
jandeis de_ ingezetenen zeit zyn recht ftout loo-
chenden, en vlak uit zeiden, onder hem
niet te willen >ftaan. Dit Lifläbata,waaF
vaii wy onder Hato’eWe (daär zy nu woo-
nen, nog zullen fpreeken| is een dorp ,
Van W'iensf völk de E. Madtfohappy zeer
veel moeite te wagten heeft, gelyk aan
eenen Orangkaja Shlahaloe gebleken is,
over welken al in de tyd van den Heer
Jacob ßopii alle de Alfoereezen, van
Nun^U', Lifleocloe, Maloan, en Sa-
hoi^Miw, zoodanig klaagden, dat die
Heer in ’t' jaar 1671. genoödzaakt was
hem gevangen te nemen , in welke ge-
Värikeilis hy ook geftorven is.
Siegt Het zou dierhalven beftzyn, dat men
geruige- hün van Ceram m’aar lichtte, en elders,
”^^aa tdädr zy minder quaad konden doen,
||i iJf_ pläatfte, alzöo zy geduurig met de Al-
fabatters, roereezen over hoop leggen, (die de Oe-
en waariilimiize Mooren dooaeTyk haaten) en
l l iÄ S B f t f l tyden van Oorlog altyd by onze
moelt. vyanden gevoegt hebbenI weshalven zy
niet te vertroüwen zyn. : :
jj0<Tt Een halve myl van Boleza, dog als1
cn nvier andere ftellen, Zoo verre tenOoften van
Bo^. Liirabatta,legt een bogtjeBoas, met een
Rieviertfe van dezelve naam, alwaar de
Alfoereezen van Lifleoeloe?s koning ook
gevaukenis aan ’t Kafteel gevpnden.de.
heeft»
De yoornoemde rivier Boas, maakt
ook de grenspaal van Radja Lifleoeloe’s v? re
land, \Viens hoofd-dorp , Koroloewe , Boas,
anderhalve dag reizens Landtwaard in Sifeoe-
boven op het gebergte legt. r W ä S S ^ ^
Een halve myl Ooftelyker aan, o n t-'E s"
moet men de wonderlyke klip, of berg, ';£' D
Hatoepetola, die zig van buiten metKorolo^
veel witte plekken, by na als zekerwe.
kleed, by den inlander met de naam van De berg
Petola-kleedbekent, vertoont, waar.na Hatoe-
men hem ook de Petola-klip genbemtP610^
heeft j een plaats, daar die van Liflabat-
ta ook wel zeven of agt jaaren gewoohti
hebben, van waar zy weer, om de.ge-
durige gefchillen ¿het de Olifivafe Alfoereezen,
die deze Oelilima’s niet konden«
dulden^ na Lofboe verhuift zyn. "
Een quart myltje Ooftelyker zietmenDe Ri-
het rivieftje Maloan, met een kleene vieren
bogt van den zelven naam, al\yaar een^a^ n*
groot dorp der Alfoereezen is,. ootrent y”. a*
de rivier Alaye, op de plaats j Watta- Hgt A1.
foelo, ftaande onder twee koningen, en forees
beftaande uit zeven Campons, die het ¿net dorp,
den koning van Somiet houden, hopwel ^ 1^
een der Camions, Noekolay, zieh van oncj°r’
hen afgefcheiden, en haaren toevlucht Radja
tot den koning van Sifleoeloe,woonag- Somiet.
tig ontrent de rivier Roa, genomen
heeft.
Die van Liflabatta hebben dit dorp, Door
door een zoort van ge welt, en door de on- geweld
noozelheid dezer wilden, zieh onderda- ^-^at
nig gemaakt, en in ’fc jaar r666. ook tage-3
een ganfehe Soa Loema Sokat genaamt, raakt.
van daar na Hatoewe, daar de Liflabat-
ters nuwoonen , vervoert, voorgevende,
dat zy met die van Maloan niet wel over
een konden komen, weshalven zy die
onder hunne andere Soa ’s te Hatoewe
ondergeftoken hebben.
Agter Maloan leggen drie grooteber- Berg Ot-
gen, die zig van alle de andere onder- wen.
icheidentlyk doen kennen, dragende de