
n 8 A M B O
<<}8. ven-shy ceri ffpingtogt na Banda deed,
daagj hy den Engelfchen Capitein j Jan
Hutferivond,' om (zoo hy zeide) bezit
. vari Poelo Rlmn te nemeri} dög alzoo
.zyne commiflie daar toe niet;goed was,
wierd hy van de hand gewezen.
Eovoor Jn April quam zyn Edelheid weder
Pdaar * 5 en" ^ericheen inet zyn Vloot voor
Koning Cambelloy alzoo hem bericht was, dat
Hhamza daar if. joriken tngelopen waren, die hy
mede vooraf weg wildenemen. Ondertuflchen
fcheen <luara ^°ning Llhamza den 3 May hier
ook met zyne Coracora’s, en 2 van on-
zd* fchepen, zoo dat men beft keurde
deze Zaak met zyn Hoogheid eerft te o-
Vcrleggen, alzoo zieh die Vorft ooktuf-
fchen Leflidi en Cambello nederfloeg j
hoewel hy zieh wagtte, om aan land te
' gaan- ,
Gcfchenk ' Zyn Edelheid vereerdc aan zynHoogvanzyn
gm een m-ooten gouden keten, en een Edelheid aan dien nft aaf~J e P d .. , ° n 7 r , goud, by zyn eerfte aanfpraak.
Vorft. Paar was een algemeene vreugde over de
zamenkomft van deze twee groote mahnen,
en men hoopte alom nu wel haail
een ipoedig einde van alle de gefchillen,
oriruit, en ongevallen te zien.
Het eerfte, daar zyn Edelheid van
iprak, was vari de vreemde vaartuigeri,
die hy wilde aangetaft,- of zonder nage-
lcn verzonden hebben. De Koning
fneld dit nog wat dralende, zeggende,
dat de beide Kimelaha*s daar van de oor-
zaalc waren | en dat men die eerft moeft
zien by de kop te kiygen; waar toe zyn
Edelheid dan mede ftemde, en over-
quam. •
De Kirne- Leliatoquzm b y den K o n in g , enLoe-'
laha’s bei- hoe b r a g th y mede u it T e fn a t e , die b e ide
vaft- ^ (om den fe h y n aan ’ t w e r k te geven)
gczet‘ v a f tg e z e t wierden.
Men gaf ook 2 Nederduitfche over-
loopcrs aan ons over, die zieh lang by
den Kimelaha onthouden hadden, en die
ons al zyrie aanllagen met Kakiali ontdek-
ten, Zeggende, dat zy beiloten hadden
met ons noit vrede te maken, maar ons
van daar te verdryven.
De Heer •' De Heer van Diemen verzogt aan den
van Die- Koning, dat hy de beide Kimelaha*s, tot
zmocetkLt'djeern~ meerder vje rzekpe. rin0g c, aan boordr v.a f„t zo.u, Konin® zetten ; dog, hy gat aan zyn Edelheid
omzeaan Le Hat 0 over,en liet Kimelaha Loehoe weer
boord los, zonder daar eenige reden af te gc-
zetteii ven 5 waar over zyn Edelheid zeer mis-
Diehcmn oeg d was. Ook fprak die Koning,daar
Leliato *t al den 16 May was , nog niet een
gceft, cn woord van die jonken op Cambello aan
loslaaT te ta^en > weshalvcn zyn Edelheid haar
' Z ynE -ftil door zyn krygsvolk, ’t geen wel 60
dellieid Coracoia’s , jonken, of kleene vaartui-
veraielt g en vermeide, deedbefpringen. <5ovaar- -p. • * _ t t - i _ xuigen. °P 9uam “ ien tot “ da zamen,waar
Komft-been eerft zyn Edelheid, en daar na de
, op Hila. Koning, vertrok, die ’er den 7 Juni quam.
N S C H E
Hy wierd daar heerlyk, zoo door de on- 1638,
zen,als door de Hitoeëiën,ingehaalt,en
met zoo veel gefchenken van gongen,
petolen, klcederi, kleene ftukken, vif-
fclien, vrugten, enz. befchonken,dat de
Hitoëfen de koften daar aan gedaan, in
geen 30 jaren hebben können te boven
komen.
~ Men quam den 9 Juni eerft by een, b yDe cerile
welke eerfte vergadering de Ternataanenv.crgad.c
met zulken geweld en menigte in onzeru18
Logie drongen, dat zy op verfcheide
plaatzen de houte pagar doorbraken,
waar over zyn Edelheid die Temataan-
fche Heeren niet weinig befchrojbde,
toonende hen, dat zy met een veiling
van de E. Compagnie zoo niet moeften
handelen.
In deze vergadering viel niet veel van Kakiali
gewigtvoor, dan dat men befloot, Jfo-verfcheen
kiali tot de zelve mede te noodigen, dienieL
egter, onder velerlei uitvlugten, nooit
quam.
Den 12 Was. de t^eede vergadering J:Molukfe
waar in de Koning met den Koning vaifSr°oten
Gilolo , en Kaitsjili Ngano , verdreverf1^ ^ .
Koning van Tidorè, nevens verfcheide' vergadc-
andre Temataanfche gfooten, met een ring,
groote deftigheid verfeheen. Zyn Hoogheid
toonde, hoe de Kimelaha's tegeh de
contra&en de vreemde handelaars gedu-
rig aangehouden j en daar door de zaa-
ken hier in een groote verwarring gebragt
hadden, om welke met zyn Eaelr
heid te herftellen, hy nu hier zeide gekomen
te zyn.
Daar op zeide zvn Edelheid aan zyn Wat voor
Hoogheid alle de landen toe, die hem landen
door de Portugeefen onthouden warerir*y^de1'
Öok vraagde zyn Edelheid hier op aan Koning1
ai de Moorie OrangKaja’s, of zy nu j ’stoeiegr.
Koriinx misnoegen over *t verbrekeri der
contraden, en over ’t bedryf der Kimelaha's
verftaandè, genegen waren de-zel-
ve beter te onderhouden, en .de nagelen
älleen aan ons te leveren. Ook wilde by,
dat zy zeggen zouden, wat voor landen
wy den Koning, zederd de verovering
van ’t Kafteel, onthouden hadden.
Daar op zeiden eenige OrangKaja’s Onge-
van Loehoe, dat, behalven.de kuft van^j^^
Hitoe, ook de 6 andre doipen, Oeriën,Konings.
Aflàloelo, Larike, Wakkaühoe, Alang,
en Liliboy, onder den Koning altyd ge-
ftaan hadden j waar op de Koning niet
alleen die 6 dorpen 3 maar ook geheel
Noeflanivel , wederom eiiehte.
De Heer Ottens, die deze zaak in den Kragtig
grond, en ook de Maleytfehe taal zeer^ordc
wel verftond, toonde den koning, zoote^we-*
met klaare oude bewyzen, als ook door deriegt.
de getuigenis der Hitoeëièn zelf, by hen
voorleden jaar in de tegenwoordigheit
van Kaitsjtli Sibori gegeven, zoo zonne-
klaar, dat dir zoo niet was, dat die Vorft
2ig
. - v Z ; A A '
1638. z ig daar op voor eerft ftil hield j dog de
Wefice Htest van Diemen , om te toonen , dat
bet ons niet om eenig groot bewind over
onder ze-'^e landen , maar alleen om den handel
kerbe- te doen was, en om ook ’s Koning,
ding toe gunft daar door te mefer td wiririen, heerfc i
ftaat. yry willig dat recht der E-. Maatfchappy
afgeftaan, en aan zyn Hoöghefd hier alleen
groot Ceram, -maar öok de gehcle
-kuft van Hitoé , rhksgaders alledé Möbr-
fehe dofpeñ, ondér,Hatdeäha^ en íhá-
mahoe behooreride j bvérgegeven, nietj
om dat zy den Koning toequameh, tnäar
alleen uk inlchikking en vrundfehaphetri
die fchenkende, om zyn Hooghcid te
meer genoegen te geven \ dog ook ön-
der dit beding, dat álle de nagelen van
deze aan zyn Hoogheid nu gefchonkene
, plaatzen aan ons moeften geleverd Worden
.O
ok beloöfde hy den Koning, by ’t
nakomen van dien, nog een jaanyks ge-
ichenk van 4000 Ryxdaalders j dog zoo
zyn Hoogheid in gebfeke bleef dit na tc
komen, zou de inruiming dezer geifchon-
kene landen van zelfs vervallen, dät
land weer aan ons körnen, en alles van
geener Weerde Zyn, ’t geen nu beiloten
was.
DenKo- Daar op wierden oöle de Oude contrae- ;
ning ver-ten vemieuwt, en door den Koning be- ;
conttac-6!001^ 5 dat hy aUe Tematäarten (uitgeno-
t€n> men zyneü Stadhoudef, en zynhuisgezin)
Van hier na Ternate voeréri zou.
Om van alle deze zaaken te netter be-
wys tc hebben, wierd daar van dit voL
gende gefchrift opgeftelt.
Öpftel " Renövatie, en coníírmátie ván alle
van die de gemaakte contrallen, Cn vernkuwde
binteniflen tuffchCn den Koning
verbon- van Lemate in Molttcco, ende zyden.
né onderdanen in de Landen van
Amboina, ter eenre , ende de Ne-
derlaridfche Ooßindijche Compagnie,
ter andere zyde , mitsgaders een
niéuwe Verzekering op het precies
nakomen der gemelde ac-
coorden* en der voldoeninge van
des Compaghies VPorgeftelden eiích ¡>
en pretenfie gedaan, ende afge-
handelt by zyn Majefteit, Sulthan
Adjal, EfnW il Mömenin, Hbam-
za Najferon, Minalahi Sjah, Koning
van Ternate y ende den Gouverneur
Genet aal y Antoni vaft Die*■
men y geaflifteert met de extraor-
dinaire Raaden van India, Antoni
Caan, ende Joan Ottens, alle in
perzoon oy Hitoe aan de Reduit
in vier generale gehoudevergade-
ringen. Adi 12, 14, v f i ende 18
Juni 1638.
Den Gouverneur Generaal, en Raaden
, — 7
van India, dvegens de Hoog Mögende Heeren
Staten Gçneraal 3 zyne Hoogheid en
Vorftelyke gena.de, Frederik Hendrik 3
by de grafie Gods Prince van Orangie,
Grave van Náfláiíj &c. ende de Heereñ
Bewindhebbèi^n'vàfc de Vercenigde Òoft-
Jridiièhé Còiffp^tìè in Orienten, van
tyd tot tyd 'Mél.petwèzèh vernomeh en gè-
zien hebbenàè 3 het vèr loop, van zaaken
en de gerètyifie troublen in dèze Amboin-
fè quartieren y frincipoal met de ondèrda-
nèn des Konihx van Temate, ter zake
van hare geplèègde trouwloosheit in *t ver*
koopen eh leveren hunner nagelen y dàn
rùreemdelihgeh j die by haar jaarlyx van
Macaflàr, Java, enandere landen, in groot
get al vjelgewapetid zyn vérfcheneny mitsgaders
by deceive doorgaansìcgen de Nederlanders
befebermd, en aangehouden j
gans contrarié de beptooreh folemnele contrasten
y en verbinténijfen y fuççeffive met
de Nederlahdfche Compagnie àangegaanÿ
èn gemaakty Zôdanigy clat met alleen gemelde
Koninx onderdanen met äffißentie der
gezeide vreemdelingen al òver eenige jaren$
om‘ haren myneedigen boozên wille \ en vuil
\gewin te doèny tegen de Nederlanders in
oorlog hebben dùtven uitberflen, en met
veel bloedftorting ter itíederzyde tot noch
toé daar in gecontinueerì, maar ook des
Compagnies onderdanen y door quade in>4
duSlien 5 en df eìgèmenten, zoo verre ge-
bragt y dat hurí buiten haré gehoorzaamheid
begehen y de tvapénen tègjsh de zelvè
mède opgènomen, en hun ondér dèn Kimelaha
Leliato (Stadhouder pvegens ge-
melden Konink van T croate y in deze quartieren)
te vervoegen gemengd hadden y der *
halven zoo is de zake met ernß by der
hand genomen y èn zyn bovengèmelde E-*
delhfcid , de Gouverneur Generaal, per-
zonelyk met een aanzienlyke macht van
fchepen en volk *t gepajfeerde Wefter-
MoefîonA. HS37 uit BataVia herwaards
vértrokken, en ter eerft er dànkomfte ftor*
menderhànd meefter geworden y van gemei*
de Kimeláha’s ' fterkte, en van der vreem*
delingett 'àCces-plaatzen op Luciëla , bren*
gende voorts aile des Kafteels onderdaneny
door ontzag van wapènen , en mihnelyke
aanfpraokiy tot haar vorige gehoorzaamheity
en febutdigén pligty egtèr ten jjrincipalen
voor die tyd aan de kuft e Ceram, daar
*t bleef tèfteren, nìét Wyders verrigtendey
ten àahzièn. van de verfchyning van des
Koninx afgézant, Kaitsjili Sibori, Càpi-
tein Laoet j uit Ternate, met cómmiffie0
om nevens zyh Ed: dè onluften tot vrede
tè helpèn af handelen 5 doch niet alleen doey
maar ook voor dezen dàorgaans ondervtfn-
den zynde y dat gemelde gcZanùn ganfcli
weinig refpeß ofte gezag by des Konings
onder dañen in dèze quariier'eh in dezen
gehad hebbtn, ¡¿00 wierd by den Gouverneur
Geneiaal, èn Raaden van India,
boven