
i^4 A M ' B O
!4- ..
Datwe geene yreemdelingen van wat na~
ìft^maUteìten. ofte conditiedie zyn9 aan
onze ftranden , 0/; hàvens , handel zullen
^¡ferleenen , als de ipelke, met eenvry geleide
van den Nederlandfchen Staat zyngeprovi-
deèrt, ende .¿ivie ; doari vari niet yoorzien en
zyn, datwe. diealle alsvyanden zullen aan-
tafien? tnde,met den eerßen aan dt Heer
QQxwexwSK, komen over te leveren. ,
Z)<tfw0 geen plaatzen, beweßen dit
Kafteel gelegen, z«Z&» vaarenI |||g z#/-
||1 p||| toealyorerts fpeciale’ liceritìe ende
jcbriftelyk befebeid van den Heere Gouverneur
körnen impetreren, maar de gene | die.
daar beooßen leggen , ä/j Banda, de U-
liailers, .Noeflklaoet, ende vooyts längs de
gebeele ; hiß van groot Ceram,- blyven ons
gelicentieerd zonder paße tot ons believeh te
mögen bevaaren, daar handelen, endewan*
delen, zoo dot behoort.
. ; ' % '. . 6.
fiatwe ten minßenalk jaaren eens ge-
comtnitteerden aan den Heer Gouverneur
naar. bet Kafteel zullen zenden, om aan
zyn E. Homagie te doen, datwe daar
Voren telkens zullen verbeuren een bòtte van
200 jRyxdaalders van agten.
^ 7 -
: Datwe fallen tyden, als door den Heer
Gouverneur ontboden werden, 7 zy om
zyn Ed: met de Hongi te volgen, ofte om
eenigè andere bof-dienßen te plegen, zonder
yertoeven naar bet-.Kafteel zullen op körnen.
8.
Datvie alle Jlaaven , ofte hoedanige andere,
perzoonen , als ’t zouden mögen wezen,
die toi ons, uit 't gebied van de' Compagnie,
ofte de Temataanichen Konink, naar
'deze geweßen geloopen kamen , naar
haar overkomße, zonder eenige re denen van
haar tot excufe aan te nemen, zullen aan-
faßen , ende met de eerfie gelegentheid tot
den /^«' Gouverneur <w» V Kafteel ¿ra/-
gf», mits voor ider als bergloon genteterße,
</<? /for Gouverneur «/r ££»
liberale gifte toegelegt beeft, een zommevan
i y contante Ryxdaalders van affen.
PDatvie
alle, die van elders uit 7 gebied
van de Compagnie, y j| den Ternataan-
fchen Konink ^ bet zy uit Banda, ofte
hier uit de. quartieren van Amboina, ofte
van viaar 7 anders zoude mögen wezen
, zyn tot ons gevlugt, ende tot he den
nog verbleven, gelykwe verklaaren dat ’er
mg eenige zyn, met alle neerßigheit, en-
. ¿äp mogelyke devoiren zullen zocken in banden
te krygen, ende aan de Heere Gouverneur
berwaarts brengen.
io.
Datwe ottze fortrejje \ die viy boven
op den borg gehad heb ben, ende die door
Sß s C H iE
den Heere -Gouverneur gerazeerd t£$ Mott
weder zullen berbouwen y maar dczclve
zoo verwoeß alsze nu liffl zonder eenige
ßeen daar af te movereny als tot een ge-
durig .teikeny van onze welverdiende wer*-
gekoomene firaffen, zullen laten leggen j
maar datwe in plaatze van de zebve ver*
mögen zullen, gelyk ons. zyn Ed. beeft ge-
accordeert, weder op onze oude woonplaat*
zen iets anders t'onzer defenfie op te wer-
pen, waar we ons te zamen buiten beletzei
van onze vyanden weder gecombineerd zul- ‘
len mögen ter neder zettln., ende blyven
houden. ' \
, I bacrJC;.. v * 2 '
Dative onze vervaUepdliiie: ondtr de bc*
febutting van de Nederlandfe Staat , met
ten eerßen weder zullen opreffen , ende daar
toe op approbatip, van den Heere Gouverr
neur, in plaats van de gefneuvelde Hoof-
den weder andere by proviße eligeren.
- - 12.. \ yDatwe, ten genoegen van den Heer Gaur
vemeur , ende in verzekeringe van - onze
gedaane belnften inet ten eerßen aan 7 Kafteel
zullen brengen 3 van onze voömaam-
ße zoonen, om b f zyn Eds tot zoo lange 7 hem goed ende raadzaam dünken zalfpls
oßaffers gehouden te werden', mits dat hen,
in cas van bare negry,geen overlaß zalaan-
gedaan werden. H H H lp Dat wy 00k geen van alle oit in onze Reli-
gie zullen werden geturbeerd 5 maar daar by
ongemoleßeerdyzoo. als we die reffevoort.be-
lyden, verblyyen mögen. • ,
^ #I4 -
dlle. welke bovenßaande artikelen hebben
wy by dezen in onze voor ft, qualiteiten op den
Moshhäf na onze vaders^wyze bekragtigt,
fprekende : zoo waarlyk helpe ons Godt
almagtig.
uildus .gedaan, v&rdragen, ende overein
gekomen binnen bet Kafteel Vi&oria op
Amboina , den 6 Äugufti anno 16yo.
mitsgaders bezworen, ende met onze band-
tekening bekragtigt dezen p daar aan vol-
gende. Was getekendD. V. V. Oudshoorn,
bet merk van Or^ngKaja Tocha, 7 merk
van OrangKaja Futat, ter zyde fiond,
ons ten overßaan als getuigen getekend. J. •
van denBriel, Cörneljs Dane, Claas
Rimbag , 7 merk, van den Koning van
NoeiTanivel, 7 merk van Radja Kilang, .7 merk van Radja Soya, 7 merk van O-
rangKaja Manona, Kelilbaloe, 7 merk
van S- Malucoy, 7 merk van Kaiongat,
lager in kennijfe van ons getekend Comelis
Hauw, Secretaris, ende Marcus de Roy
Secretaris.
Die van Keffing ,\,'en Ceram-Laoefo
waren op dezen zelven tyd, met die yan
Rarakit, die eerft hunne -vyanden ^va-'
ren, cn hen als aanzetters van ons tpt
'Fun
I Z A A
huryverderf aai^emcrkt:, en oolc eenige
tyd op wraak gedagt hadden^ nu weder
yerzoend.
■ f Zy vertrokken ider met een Princen-
vlag j cn met een gefchcnk weer na
huis, zeer wel vergenoegd zynde, dat zy
nu voor zqq verre in rüft kondeü le-
, ven.
, Cosge- De Heer de Fläming , genegen een
ibghcb- Ipringtocbt nä Batavia te doen, oni, was
^aminghet mogelyk, zyne verloiluig tc beko-
vertrekt men, gaf het gezag aan zyrien Oppcr-
naBata- koopmänj den Heer Smöh Cos, over,
^ en vertrok den 21 Augtifti met .’^j^gt
Con'cordia na Batavia, in hope van, na
1 \ drie jaaren quyninge alhier, by verande-
ring van lucht, zyne gczbndhbid daärte
kuUen weder kiygen.
Hy gierde op Boetöü eerft aanÖm
dien,Eaelmoedigeri Vorfl:^ Jiali, voor
de dienft j-j aan ' onie fcbipbreukelingeti
beweien^ te danken, Cn oni epn yaflre
vriendichap met hetn op tb richten, al-
zoo Boeton al lang met brts in vyand-
fchap geweeft was. Hy qüam by dc Hedr
de Fläming eetft aan’ boord, weshalven
die hem da'ags ’er aan weer aan land bezogt,
hoe gcvaärlyk het 00k Icheenheh
te vertrouwen, en höe nio'ejelyk het
voor hem was den berg op nä de Stad
te klimmen. Ook nam de Heer deVla-
ming, over Sangory gaande, nog eenig
foed j en volk, daar geblevenin, en
ragt die mede'!op Batavia, daär hy üi
i^^ageri qiiatni ; '
, Gefchü- Pas na zyn vertrek uit Amboliia dedeii
len na zyn zieh daar al eenige donkere wölken op, al-
verpek 200 >er ten ecrften gcfchillen tuflehen
gerezen. van LeiSdi, Loenoe, en Cambello,!
rezeri j bver dat de Koning hen met de 1 kleenC dorpen in een gelyke rang ge'ftdd,
en äl hun vorig gezag over de zelve liad
beiiomen, hoewel dat hen door Madjira
nu al weer was toegeftaan.
öp Manipa was ’er al mede wat te
doen, alzoo den ouden Sengadji van To-
inilehoe, en de nieuwe, Cowafa ge-
naamd , malkandereri niet konden Ver-
ftaan.
Zy klaagden beiden,' en gaven beiden
aan Madjira geichen^en, ’t geen oor-
zaak was, dat hy ze beide maar gaande
hield,om zoo te langer te trekken j hoewel
hy., om andre redenen van ftaat,
wel meeft op Sengadji Cowafa's zyde was.
Öp Liflabatta waren al mede onluften
gerezen, zoo dat zy zieh van Nufiiali
äfgezonderd, cn eenige mylen Ooftely-
ker met der woon begeven hadden.
De twee Alfoereefe Köningen Van So-
iniet, eri Hatoewal, met die afzonde-
ring der Liflabatters niet te vrede, nä-
taen daar uit een reden, dm koppen by
hen te mögen halcnj waar over de anderen
na bekomch verlof van *t Kafteel,
K E N. 165 alzöo dit voor hen niet länger te dulden löy«.
was, zieh,begbnden te wreeken.
Dit* waren maar beuzelingen j en geringe
voorloopers van zwaarder onluften,
die zieh daar na openbaarden-
Een nieuw oorlogs-vuur begon in Ter- Koning
nate. Men Fch^pte daar ,deii jongen Mandar-
Konine van zynen thropn, nemende tot^^"°or
een reden van.ftaat, dat hy ons in allesnataanen
te veel te wil was , wclkeri aanwaibh zv afgezet, _
ten ufterften zogten te beletten, zy haa- enHaail-
den hem daar over wel aangeiproken; Ko^_
doch hy , : klaäi* merkende , dat de E.-0pgCWOi>
Maatfchäbpy zyn eenigfte fteünzef was,pen.
zocht zien iii alle manieren by en door
de zelve vaft te maken, eil uüä zyneri
throon te verzekeren. Dit ftäkdengroo-
ten zoodanig?m de ki*op, dat zy hem
met alle man verwiprpen, en Zynbroe-
der Manilha, dien ’ t in de herzenen fchor-
tede, den Jaatften Juli dezes jams iöfö
tot Koning opwierpen, om düs in zynen
naam te kohiien: regeeren, daar zy
bevorens niet veel te zeggen hadden1, al-
Zoo zieh de Kanhig na nunne gedagteii
tfc trots tegen hen aaöfteldei
Het fpeet hen ook zeer, dat denKo-
niög den Landvoogd van Amboina zoo
veel magt over zyn landen op Ceram
gegeven, het Chriitendom d^ar aan veel
Heidenfche dorpen toegeftaan^ ja ^lc de
: Heidenen aap de E.. Maatfehappy ge"
fehonken had. En h?t is hier önwaar-
fehynelyk, dat Spätijäaraeh, cn Ti-
döreefen hifcr mede onder roeiden.
De voömäamfte roervinkeri waren den Wiede
Goegoegöe Kaiisjili Moefa, de Zeevobgd helhamds
Kaitsjili Say dt, de OrangKaja Marafau-warco*
Ila , den oude Hhoekom Laulata, en
meer andren uit het huis Zomagolagcfprö-
t'Cri. Dezö rieten htüinen iiog riiam-op- P^n.
geworpenen Koning den 2 Augufti daarKp“ "S
voor uit, dwingende den Koning nochtot^s>e^
tydig by ons met äl het voomaamfte enxy nade
cfierbaaxfte van zyn Hof in ons Kafteel kliP So®». ’
Orangie de-vlügt te nemen, zynde paäla’
van drie Sengadji's, en ipo koppen ^ ge-
vblgd. • .V 1
De wederfpännigen wel ziende , dat
zy ’t op Ternatc tegen ons, die den Vorft
in oiiZe befcherming namen y tiiet kon-
den uitliouden namen eferft de vlugt
na de ontoegankelyke klip Soela, tuf-
iÖhen 'I'äcbmo , en. Talpeco gelegen.
-Doch Say dt, merkende dat het daar niet ,S<*ydi j
lang gaande te houden wäsi o d - «->*1 * ■■■■: 3i i j an a X.. oVelra ., vAoUeglian, ac a en daar na na Gilolo op de küft van Ha- naGüola.
Iamahera of ßatetösjina, de vlugt.
De Heer Landvoogd, fjafpar van den
Bogaard, gaf däar vany door een Terna-
taSifch Mardhykers väartuig, daar toc
afgevaardigd,. en den z^September hier
ten anker gekomen, aan deze Regecring
kennis, ’t welk hier, by vertrek van de
Heer de Flaming, geen kleörie ohtfteltö-
X 3 fiis