
160 a A M B O N S C H
gcruggijfwaren t’zeil gegaan, vermanendc i
hco in Wtpekomende voorzjgtiger te zyn,
eippoortaan metdieliedenweerinvriend-
fchap te leven, zondcr quade gerügten
vzoo licht te gelooven, or zoo lichtvecr-
dig yemand by hem te komen aanklagen.
Hier op., gayen zy malkandren, na een
vervaarlyk gcfchreeuw , weer de hand
van vrippdfchap , waar mede dien gan-
fchen borlog over was.
De Heer Landvoogd verbood ook zeer
gcftreng aan die van Hatoewe, en Sa-
way j de Papoewa’s aan te halen} maarbe-
lafte hen, die te vervolgcn, of anders
hen ook voor vyanden te zullen houden,
en ons vglk zoo wel op hen, als op de
zeeichuimcrs, te doen los branden j om
’t welk voor te kotaen zy bqloofdcn zyn
bevel na te komen.
Voor Rarakit gekomen, meende hy
dat roofneft,als de ichuilplaats,enmarkt
der Papoewa’s , aan te taften, te mcer,
alzoo ook Banda zeer veel overlaft van
die fcheltnen lced, die daar. toe door. de
vlugtige Bandaneeien , die zy herberg-
den, opgezet wierdenj behalven dat zy
*t ook met onzen vyand den Tidorees,
liielden, die zy alles, wat zy maar kon-
dcn,, toevocrdcn. Ook hadden zy voor
eenige jaaren volk van ons fchandclyk
vermoord , waar over zy nog niet ge-
ftraft waren/ ’s Compagnies eer eifchte
dierhalven,dat men nietongewrokenvan
hier vertrok, zop men hen nog niet op-
geblazener , dan te voren , maken wil-
de.
Zyn jjjanfqhe magt beftond uit doo
Inländers, en 60 ioldaaten, met welke
hy hen m 5 troepcn aantaftte. Capitein
Vermeiden had den vöortröep , behalven
dat 10 andere foldaten, en eenige ma-
troozen met granaaten een verloren voor-
tioep uitmaakten. De Heer de Vlaming
had den middeltroep met zynlyfwagt,
en den vaandrig Curtenius , den agtertroep
met de verdre Inlanders.
De vyand, de onzen op hem ziende
aandringen , ftak zelf de drieonderfte
dorpen in brand, vlugtende na de hoog-
ten,daar.hy dric veftingen had met flankeringen
, die op een hoogenfteilenberg,
en egter aan een gehegt waren.
De Heer de. Fläming trok door een
by weg | hem gewezen, na jhunne hoofd-
vefting , vindende half wegen de toe-
gangen met ’s vyands wagt, bezet j doch
hy drong’er op dppr,en kreeg hem aan
’t wykenj maar wierd,.door zyn aan-
klcvende zwakhcid wegens zyne ziekte,
.zoo vermoeid, dat hy wel een quartier
purs in een flaauwte lag.. Men. bragt
hem met eenig limoen-iap en calappus-
water zoo verre , dat hy weer wat be-
quam , en kreeg doc van de Capitein ty-
ding dat, Rarakit over was. Hybelafte
hem daar op al de vrugtboomen te be- 1649,
derven, de muuren af te werpcn, haar
gefchut na de Coracora’s te doen bren-
gen, en verder alles, behalven den buit
te verbranden. Hy fchorik den verderen
buit. aan de foldaaten, behield 8 metale
baden, en een klcen ftukje voor de E.
Compagnie. Zy kregen ook 10 gevan-
genen, en 23 koppen ; doch hadden
geen eenen dooden, maar eenige lichte'
gequetften hekomen.
Het noodige dan hier verricht heb-
bende , was hy van.voomemen, omook naKcf-
na Ceram-Laoet te gaan, doch hooren- fing,
de, dat de Inlanders zelf van daar naGo-
ram, om de vergiftige lucht die ’ertoen
was, gevlugt waren, könnende den ftank
der ziekte, die daar zedcrt eenige tyd de
overhand gehad had, niet verdragen,
zoo liep hy op Keffing aan, alwaar ook
gezanten van Ceram-Laoet quamen, met
alle welke hy den eed, ’t jaar te voren
aan den Capitein gedaan, vemieuwdp, be-
lpyende vooral geen vreemdelingen te
zullen aanhouden, geen ipecery-boomen
te queken , en Jaarlyks eens iaan ’t Ka-
fteel te komen, om bewys van ondcrda-
nigheid te doen.
Hy raadde hen ook, die van Rarakit
aan tc maanen, om zieh aan *t Kafteel
te komen vernederen, en vergiffenis te
verzoeken, en dat zy daar by zieh wel
bevinden zouden.
Hy fchepte van daar de ganfcheZuid-
kuft van Ccram längs, deed alle dorpen
aan, en vernieuwde daar den eed.' Hy
liet ook op Ennama in ’t bofch naNoo-
ten zpekenj doch men vond ’er geene.
In de bogt van Amahey gekomen zyn-
de, het hy oök dpor eenige officicrs alle
de Coracora’s opneemen j en na zien, of
zy in hare lengte, en getal vanfehep-
pers, ider zoo waren, als de oude ordre
mede bragt, om de Inlandemdus in hären
pligt te houden.. ,
Hier nam zyn Edelheids ziekte weer
toe, zoo dat hy, om zyn reize te ver-
korten , den z f Oftober op Honimoa
quam, daar hy aan de OrangKaja’seen
maaltyd, en hen .verlof. gaf om tc...ver-
trekken. Hy fchonk obk 100 Ryxdaal-
ders aan drie der gene, die Rarakits mu-
ren ecrft beklommen haddeif, en zo aan
den fergeant, die ’t eerfte hpofd afge-
kapt had".
Van hier dan vertrekkende, na dat
alles daar wel van hem in ordre gebragt,
en ’t noodige belaft was, quam hy den
zp Odtobcr weer aan het Kafteel. En, ß
liet, ten teeken van zegepraling, deCo-y' *
racora’s drie maal rondom ’t jagt, dat
daar lag, fcheppen, ettelyke charges
geveri, en ook ’t gefchut loflen. M
By zyn t’huiskomft vond hy verichei-
de onluften, hem door zyne dienaaren
rcrz
o e k a fvertrokkem
Z A A •
Veroorü^akt* De Öpperköopliedeni>/>
bnlufföi tavyn f- en Macquelin (die , mede over
bnyn valshcden vaft zat) hadden zieh niet al-
^ ft lecn aan ontrouw fchuldig ..gemaakt y.,
d^orcc- maar den Opperkoöpmam JVindrig KieftM
nigebe- ftond ook zeer flegt met zyn negoti<^|
dienden b0eken, en journaalcnV Den Fifcaal van
den Briel was zeer wederfpannig ^ zoe-
1 kendc hy den Heer Landvoogd dikwils
:? ^ n n r v a l l^ bcrigten te misleideh.
Mafim In Oktober quam aan ’t Kafteel Ma-
vanGo- iim met eenige -gezantön van Goram ',
n^J^’ verzoekende, of wy ’t zouden willen
¡dageäi toeftaan, dat die van Ceram-Laoet, die
wegens de ongezondheit hun land yerla-
ten hadden, op Goram quidnen woo-
nen, dat hen vlak afgeflagen Wierd.
F • Den 4 Deceöiber vertrökken vier
Tema^ Temataanfche grooten, te weten Kirne-
taanen in Jaha Dagga, Labodi, nevens de Kaitsß-
fchyn, jfs Bismol, eil Abdul ± met een Coraco-
ta van Loehpe na. Ternate , latende hare
vrouwcn, hinderen en goeddren nog I
, » I op Lochoe, waar uit het bleek j d,at zy .
dagten nog eens weer td komen.
Den zz dito vertrok de Heer de Vla-
ming met een chaloep na Larike, cnHi-
la, ,om de werken te bezigtigen, en om
op Löehoe na de oneenigheden aldaar te
vernemen;
Zy klaagderi zeer over den Kimelaha >
dat. hy, te ved Alfoer^m vCTgaderde,
fchou- . dat daar niet goeds af Icon körnen, en
wingen hy hen ook te gering agte * doch de
der Lo* F & d* Vldming') ziende 3 dat het alles
maar jalouzy wks j belafte heri, om den
gens Kimelaha voortaanbeter tegehoOrZamen^
Madjira dat zy beloofden j doch' met een zeer
Ä geveinsd gemoed, alzoo men zien kon,
t o Se*3atzy ’tniet van herten, maar gedwon*
gen deden? En mogelyk dat zy doeal
- voorzien hebben , wat fchelmftuk Madjira
in z y n hert verborgen voefde , waar
van Zy ons egter niet klaar genoeg wilden
-^aarfchouwen, om dat zy bevorens
gezien hadden, dat wy al hünne goede
¿n getrouWe waaifchouwingen in den
wind geüagen, en hen tegen de vyan-
den, die zy aanbragten , niet gedekt,
ja-volllägen bloot gelaten hadden , dat
zy waarfchynelyk niet weer hebben willen
afwagten. '
Het jaar iöfo zal Ons gehcel andere
zäaken, dan de vorige.jaaren, vandezeq
Heer Landvoogd uitleveren.
Fors - Het ecrfte,dat men vernam i was een
veriock, ongewoone byeenftrooming der Orang-
f i6A° Kaja’s hier aan ’t Kafteel, did den ip
Öhuig- Fcbruari een verzoek-fchrift aarl den
Kajas ge-Heer Landvoogd äanboden, dog öp een
wyze ,die vry rörs was, alzoö zy hem by
na dwingen wilden hun verzoek toe te
ftaan; doch hy deed hen;door Capitein
Verbeiden weten en raden zulke onbe-
| hoorlyke zamenkomften niet mecr aan te
I I . D e e l v a n A m b o in a .
K E N . , i ^ l
ftellenj alzöö hy dat in ’t tbekomendé töjbi
als oproermakery aanzien, en ook zoo
ftrafren zou j Hadden zy iets te verzoeken
3 dat konden zy met hun twee of
drieën behoorlyk, en ftil doen;
. Daar op vonden zy goed aan zyn Ed:, . ^
als hunne gecommitteerden, de Konin- jan Payi
gen van Noeflànivel, Kilang, en Soya^ verraad.
mitsgaders den Hhoekom Jan Pays,
OrangKaja Erna j en den Seerëtaris j Mar-
eus de Roy 3 te zenden^ om hun verzoek
den Heer Landvoogd in ’t Maleits voot
te dragenj waar in men, hoewel indui-
ftere termen, vry klaar zag, dat. zy
maar redenen tot moeite en gefchii zog-
ten. ' w i
Hy beftrafte hen zeer over deze on"
behoorlyke wyze van voor hem te ver^ L ^ .
fchynen, en voomamelyk den Hhoekom j voogd
Jan Paysy die onze manieren veel beterhenbe-
kende,en de anderen beterbehöordconAPaft‘
derricht te hebben.
Men had ontrent dezen tyd ook veel
ftnadelyke en oproerige woorden van eenige
Ainbonfche jongelingen in de Chi-
neefchc ftraat genoord , waai* • uit men
befpeurde, dat ’er toen al iets gaande
L wezen moeft, en dat den fchelmagtigcn
Jan Paysty toen al met gevaarlyke voor-
nemens bezet zynde, door zulke voor*
fpelen den weg daar toe vooraf met die
fterke byeenkomften heeft willen baa*
nen. - - ^ v
Zy ichenen' zieh aan zëkër placaat, Nieuwe
den 16 dezes afgekondigt, te ftooten,
waar by verboden wierd met geenwerp- trentdo
netten ontrent de Sero’s of fuiken, te Scro’s.
viflehen, nog om daar ontrent Oebat,
of deze en gene dingen, waar mede men
de viflehen vergeeft, te ftroyen, -tgeen
egter dezen Hêer niet belette om, met
goedvinden van den Landraad , den 2.6
een nicuw placaat ontrent de ordre, die
men in ’t zetten der Sero’s houden moeft,
te doen afkondigen, en bekend te ma*
ken j dat de Sero’s met hare Hoofden
zy Inlandfche roeden- van een moeften
ftaan j als mede dat men op geen 6 va-
dem na met een werpnet ’er ontrent komen,
tuflehen de Sero’s geen Oebat, of
lok-aas, om de vifch dronken te maken,
ftroyen, en voor al, dat men de Scro’s
niet fchenden, nog de vifch ’er uit lieh*
ten moeft, dat op zware lyfftraf daar in
verboden wierd. .
\ Hy beraamde ook een hette ordre op Ende
de lchgte en breete der Coracora’s , en Coraco^
’t getal der fcheppers op ider der zelve , s‘
en dat ook al de OrangKaja’s Camera’s
(of de leden van den Landraad) op zulk
èen tyd, als de Landvoogd zelf de Hon-
gi-togt bywoondc, in perzoon, op de
verbeurte - van honderd Petola-kleeden,
moeften mede gaan.
Men kreeg in de maand Maart ook
X bc*