
Het derde
Voor-
hoofddjj
lìerfd^
van de
zelve
Gravin.
Een Armenifch
Voorhoofdfierfel.
Een
Good
Olie of
Salf-pot-
je,sifge-
17t B E S C H R Y V
Het derde-vond ik by deze zelve
jongé G ravin j^'mçdc van Goud, dog
van eén geheele andre gedaante. Het
was wel 4 vingeren breed, en ook on-
trént'ZÒ lang. In ’t midden vertooride
zig eeri vèéweld met ceri' groot hoofd,
zpnder armen , mifmaakte voeten, en
het onderlÿf wierdälsdoor een dikke
rand bedekt , | terwyl van die rand twee
grooce’-kriillen aan ider zyde op; een ge-
arceerdfe grond afliepen. Van’t hoofd
a f liep aan wëderzyden , en zo verder
rondoni y éeivlmallè rand, hoedanigen
rahdjé öok van dé buik van dit beeid tot
òver dën rand , die rohdom ’t Voor-
hoofä-fieffel gaat, ter lengte van een
halve pink om de buik tot des zelfs ein-
de zodanig lóopí 5 dat het van onderen
ook itìet zulken randje geiloten wérd,
waar aan, aan vier oogjes , vier kleene
goude haftjeris hangen j : gelyk men ook
ooveh aan dit Voorhoofd-fiérfel twee
oògen ziet !, ' waar mede het zelve ook
met; één goud ketentje aan wederzÿden,
cven eéns , als het vorige, vaft gemaakt
werd.
Het körnt ons op de zelve Plaat., by
de lèttër F. voor.
Nög heb ik in fchildery gezien een
Voorhoofd-ficrfel van een Armenifche
Princes, wiens broeder Hoofd der Armenifche
Natie , te Zjulfa , pas buiten
Hifpahan, was. Dit beftond in een
Hoofdband ,• die van enkele ducaten op
den anderen even vaftgemaakt, en als
tegeq mälkanderen - maar àan leggende,
gemaakt was.
Ik zag-bÿ deze jonge Gráviri van
Way/öök eén fierlyk goud Olie-potje,
diénende, om welriekende olie , tot net
beftrykeh vaü ’t hoofd-hair , om het te
doen glimmen , te bewaren. Het was
ván Mäfficf Goud , woog 4 Ryxdaald.
fwaar/had de gedaante allemaaftvaneen
Granaat-appel, en was in’t midden van
een regt neérgaande linic van groote
kart els'of bolletjes voorfien , aan weer-
zyden vah welke men nog 3 reyen van
wat grooter kartels zag, die als een half
rond , en tc gelyk als de gedaante van
verfcheide kleene fpitfe blaadjëns ùyt-
maaktë. Het had onder éen kleen voet-
je , en boveñ aan een fraejen rand, waar
op ook eenige bolletjes gewrogt Waren.
- Gok zag men ’er als twee kleene hant-
vátjéns aàri. Dit is eeri van de fraeifte
goude ftuk ken , die ik by dezen. inlan-
: der gëzien hebbe.
Oor-fie-;
raaden ¿
der Am-«
bonfche.-
Vrou-
'wen.
Het komt op deze zelve Plaat, by de
letter G. voor.
Ik hebby de Amboineefche Vrouwen
ookdriederleiOor-fieraadert gevonden,die
van eeh geheel apder fatlben en gedaante
zyn , ^dan- die ik-by andere Volkeren
gezien heb. En die wy alle onderichei-
I N G E V a n
dentlyk op de voornoemde Plaat N®.
XLIV. gemerkt vertponen.
. De eeffte, met de. letter H. aange-DePe-
wefen, is een goude Vyf-hoek, diezeer petita
fierlyk met vyf gropte bolletjes voor-^ neijec~
zien is, die als in een vyf-hoek geplaatft,
en in *t midden en aan weerfyden alsmec
goude kleéne peerltjes befet zyn. Deze
z a g ik in ’t dorp Baguala en Speli,. en
de vrouwen alaaar noemden dit .Oor,,
fieraad Bomenta, o f Pementa.
B y de letter I. veitoonén w y . het. De
tweede. Oir-fieraad/, iN ag afa r i, dät is^tweeder-
depanggaey o f Roey-flang , genaamd., ley Arom
dat het benedenfte deel des Mn» ip a iwa) ze-l1<f s welu^poieldae,& aíc*
na een panggaey, of platte fcheplpaan«gebeel(j
gelykt. Het middel-aeel gelykt \velna
een gekrulde y arkpn-fteert, en % boyéñ^
dpellchyfit byna een dpi^e je zyp, dog
dat ’er van deze zöorte. nög ydrifcheiden-
derlei zyn, betponen wy hier inet twee
byzpndere zoorten van het dorp Baguala
, als ook nog een ander van ’t dorp
Sqéli, Árgpla genaamd, en nog eepvierr
de zoorte op Way , en dan nog twee
andre zoorten, my op Nako,enTh'ielj
voorgékomen. Deze zyñ alié óokf vari
Maffief Goud.
Het derde Oor-fieraad , HalawaqDeHa-
Ajen , dat is , Goude Voet , genaamd ,
is als een halye oor-reep , die daar Öni Jcn*
fluit. Boven is die ontrent een. duipa
breed , loopende na beneeden , omge-
bogen na de rondte vari het por ,, hoe
langer hoe fpitfer , dáar *t met fiiree
groote bolletjes, hötdanige ’er aan de
buiten-zyde des zelfs twee en twee by
een ronldaoömr loopen,, geiloten is, en eih-
digt.
De binnen - zyde boven aan begind
ook met een groot bolletje, en maakt
dan tot beneeaen tpe een half* rond , dat
met dé twee voornoemde groote bpllet-
jes daar eindigt j dog in, ’t midden .hepft
men verfcheide verdeelingen, wel io.bf
11 in getal, de breedfteboven, defmal-
fte onder, ider van gedaante als of ’er
drie ftrookjes tegen een, lagen/na welke
een opening volgt, die een bloem by na
als een groot klaverblad in ,’t miadën
heeft, geíyk ook ider verdëelipg totbè-
neden toe met i i zulke bloèmen onder-
fcheiden is. Dit is een fraey Üpr-fteraád
van Maffief Goud , en werd ajs een
fchede om-of over-den buiten-foppi van,’ t
oor gelegt, alzo het ván binnen, hol js.
Wy vertoonen het van buitén , :by, de
letter L , en van binnen, by de letter K.
en hebben het dus in ’t dorp Soèli ge-
vpnden.
Het fchoonfte Oor-fieraad echter, dat En meer
ik onder haar gezien .heb, vind me¡i hy l™ j
de letter M. en N.. Het is van Mal&fo^.je.
Goud, en beflaat hfet ganfche oor , ils raadcn.
een fcheede , die ’er over henen legt.
............................. De
A M B
W i N À -. wfò
kérs benedéntìéél t\Vee der Voorrioemde
groote ruyten hängen.
De letter Ñ. Vertoflnt des zelfs buiten“
kant, en de letter M. de binnen-lyde,
alzo net hol, en nitt ffier dik is^ wee*'
gende, na giffina ontrent den Ryxdaal-
derider. Het iftéonderlyk'ftáby väb
opv.'erk, cn iieraaden tnhieri -heeft
aan ’t boven-eind ook eth grooten Die*
inänt ilaatl, behalven dat ’er hier eh d^ar,
das benedeh’,', eh äök'bbveh de zelvéjln
een 7.cive rey , ha<ie binhén-kartt the,1
eh ook zo aandenbuitph-rand, verfcheide
Rbbyncn op geplaatft zyn.
- Het bovénfte feiridi ií omreht tw'ée
vingeren breed , loógehdénábenedeh,
m ’t.ßitfoen van een oor,wat om gebogen,'
Zynde Vah bpVeh af 3 tdt byna be-
: Ik heb dèéZfc Reepi, mede ván Más-
fiéf Goüd, en by de létters O: eri "P,
riiéfe ¿yri buiten 'eñ bínnén-zyde aange-
wéfen , iri het dorp Hoéróetrioeri, en
fla£ Oor-fieraad origeméeh firäey gévori^
dem
Ik zag ook by deze irilandfchéypg- Háir- ■
ters- dér* GroPtén / twee- wondéHykC fieraa- g ;
hair-íieraaden, diéi^elyke my nöit Vopf-
gekomen Zyri.
Het eéffte wierd my in ’t derp SoéliEengotf
getooht. Het was een gfóoté Goude ^Sjanéf
Slarig, dié maar iri eéhebogtzodahig op-®1^ ^
^efehóten lag, dat de kop in de ftaartqpte
jyteildé , ’er ook ’’ ten" deélen óp rufte. winden.
Vari de kop af tot ' pntrent Vier Vinters
breedte nà oenééderi Vas ’t lichàam met
fiuey opwerk van; grootè halve- bollen j
pa de buitenkant , en van binqen met
éenig fraey blóèinwerk tuiTchen tVee
randen bewrogt, dog verder wàs het
riiaar glad en eenigfins. gearceerd werk ,
in welkers middén beneden Zekergoud
ftrikje quam, dat men ’er in en uyt kon
némen. Het was drie Ryxdaalders
aan Goud,fwaar, .en diende.om ’t zelve
^tèr over èri öm de büitenfte bogt der
Gòndeheétìèn tefchuyveri, éntotiiieér-
déf èlimB Háár àah^ft tè triàken.
■: Mètì ziétfdit Haif-fièraad By de lettei
neden ,ih ’t íniddeh üiét bloemwerk b.e-
ieti,' en ook ten deélen m gétraKcf ¿ en
buiten dit tralie-werlc nog een buiten“
rand van ander werk Van langwergige
bolletjés, die vol kleehé roiide robynt^
jes bézet zyn , vöbrzieü, die ontrent
tot de halve buiten- bógt malkándéteh
even eens volgen j dog wat verder aan
den diaey van ’t oör kennende , loopt
het werk met éen vythoek uyt, die Wat
binnen in van een grooter. zoort van
bollen en met twee peer- Robyntn aan
wétrzyden, van eén grdbtér'lííilVé tíot
die. nog wat meer na binnen toe kdtíllííl'
vooraien is y Welk büittfiWérk dit Ö6r-
fieraad niet minder verfielt, áls de-gró
re'krul , die ’er ottder aan gemaakt is
en die mede in een fraejé büiteh-rand
die van binnen vier grnbté bladeñ heeft
beftaät.
‘ Buiten dit heerlyk Oor-fieraad , heb
ik nog een ander paar van die zelvd
I zdort, by den inlander Reepi genaaint.
Harc
Reepi,
eeh'än-:
^J“^gefien’, waar onder nog andere Gondê
getee- Sieräaden af hingen, waar van het oil:
kend. derfte wel da een hänlas geleek, dat aan
eén gottd Ketentje van het midden van
dit Oor-fieraad, pas’ ondét de andere fie-
raaden, öritrent een groote dniffl af hing,
Dit had weer drie ruiten beneden af:
hangende, wat klêétier j dantuffchen
welke dit harnas afhangt, en Was in
midden öok van een geruit Juweelt
voorfien, ter regter zyde van ’t welke
om dit Oor-fieraad zeif ookalseeti kleeh
goud fakje hong, ter zyden van’t welke
meh aan ider kaut fwee'grooter ruiten,
dän de^betfeedSnfte ,' die Zig aan'dit har-
nas véitôonén , en npg zoo een. rtiyt
aan de binnen-zyde van deeze1 Reepi,
even als die andre, aäti eeri ketentje af-
hârigën, cn zieh wat höoger en in ’t
midden vercocrien ziet j tertoyl aan de
bujtéP-zyde eéri Zeer fraêje fand van
traiie-werk is, die^ gänfehe oor enkeld
rond gaat, en in ’t midden na:dé buifèP-
kartt n o g eénigZiiis Jmèt een fraeje kar-
òp déze ztìVb Pláát, NÒ/XLIV.
afgétéékèrid.
Het tweede Hair-fìeraad^,, tìiet itìiri
woridérl'yk vari gèdaante, ' vertöonen Wy
aldaar meede onder de letter R .
Het was in ’t rorid zoo veel grooter, Nog eeri
dan hbt hiér vértòònd is j dát de binnen- ??4er
fte opening, Pf’t hiidden in zyne inid-
deHinie wé! vier vingeren breed waS. .
Het was gemaakt van fthoon hoog
Goud, zynde (hoewel hol van binnen,)
4 Ryxdaalders (à iy Ryxdaald. ’t ftuk)
fwàar ;
Men had aan’t zélve 3 randen , di'é
zig als éeh zoort ván dun vèrheven ké-
ten-werk vertöonden, eri die met lcho-
ne groene , rööde , en geele kleuren,
döor eeri géméngeld , afgezet waren.
Tuflchen die büitenfte eri de middel-
fte nirid was het Goud niet alleen gíad,
maar ook wat ifigébogèn, byna als de
fchyf van een katröl waar óvèr hettpuw
loöpt, alzoó dit diende , om daar pvcf
de hair-ftìrengén , die zy doof dát Vier¿
kant, ’t geeri zig böVen aari vertöont,
trekken, door te haleri, en in Bet röftd
’er om té winden , waár töe öok die
kring tuflchen de tweede öf de middef-
fté eh tüflehen de kleenfte öf birinéhíle
ränd, dient.
Dit Hair-fiefaad,dät ik ten hüifevari
teline ab verdubbelt wordi en aan Wel-1 zeker vrierid in Aifiboina za g , die dit
6 Y 3 Van