
WfeÉSÊÈ.I A m b o n s e h ë
17=9- j É H H
Î E S D E H O O F D S T U K;
Haflan Soeleyman’s W , A», i^op. Des zelfs fiatelyke Begravertis. Nadri
Befchryving van die Man. Pati Combäng in zyn pfaats. Feei Nagei-boomen door
de Hitoeetep yerjwegen. Capitéyn van den Butiché bier geplaafi. En Comanà.
NieuweKoning van Noeflanivcl aangeßeld. De Nagel-oegß van dit jaar 170p.
Grootfkoude. De Heer Schenkenberg’s Dood. De Hongi-Töcht. Seldfaam voor-
yal van vier Een-Oogigen. A°. I710. Aardbeving hier. De Heer vanRiebeek voor-
geßeld. Groote Kofitn bier uyt ontßaande. Jonker Juftus van der Stel’s Dood.
Graf-fclfrifi daar opgemaakt. Feel Nagelboomen omgewaeid. Gedwonge Manßag
van zekeren Urbanus, die wonderlyk van de Dood door ’t Lot gered werd. Zeker
werk yàn bouté Buyfen geftaakt. Matige Nagel-Oegß. Lading der jchepen. Dé
Hongi-Tocht »<* Bocro. Werken dit jaargemaakt. A°. 1711. Een groote nieu-
we Thüyn aangelegt. De Nagel-Qegß dit jaar. Aardbeving. Seldfame oploop van
Waterm en Aardbeving op Oma, eriz. en in Banda. Des Schryvers vertrek van
hier A°. 171z. De Hollandfe Kerk voltoyd. Klagten van den Inlander over zyn Edi
Meermih hier gefieh. Dood van de Heer Van der'Stèl, A°. 1710. De Heer Ga-
bri A0. 17ÎT. Négenentwintigfle Landvoogd hier. Werken van de Heer Van der
Stel. De Heer Gabri nader bejcbreven. 7 ;
DEn tf janari( 170p. * Stierf Hajfan
Soeleyman,' de Rykftc, Vcrltan-
digfte,,vermogendftc, en gevaar-
HafTan
Soeldmans
I . ^ . I I H j I
Dood, lykfte Moor , die’er op de kult van
Ao.i7o9-Hitoe was, en die daar alles, groot cn
klecn , van zieh had weten tc doen
afhangen.
Hy wierd, na ’s1 Lands wyze, eerft in
huys befchreid, en tö’eri, in Linnen gc-
wonden zynde, buyten gebragt, op
een Praal-bed , of Heerlyke Rult-bank,
ftaande in een Alcove , gelegt, en op
de navolgendc wyze zeer ftatelyk be-
graven.
Extraft uyt het Hilànees Dag-
Regiiter wegens de Lyk-
Statie van H a s s a n S o e l
e y m a n , Orangkaja B o e -
l a n , Op dën 6 Januari A°.
1709. Overleden , en den
8. daar aanvolgende teraar-
de beileld.
EErftelyk ging voor uyt een Europiaanic
Corporaal, Statelyke beneffens tivaalf Mus-
Begrave- quetiers , op de Mooric manier in
de Rouw , te weten , met witte
Roubanden, fluyers, en ßrikken aan
Deze wierdengevolgd van een Compagnie
Amboineefen, die op haare
wyze in de Wapenen waren. Fer-
volgens quam,
Een Inlandfch Soontjc van ßaat, dra-
gende een goude Kris , met een\
dito Ketting , èn wiérd gevolgd
vàn ' ’
Een dito, dragende des Overledens Ro-
tang, met goud bejlagen.
Een dito, dr agende des Overledens Pi-
nang-doos, met Goud bejlagen.
Een dito, dr agende een Silver Tafcl-
bord, beneffens, een Sii vere Doos.
Pier dito, dr agende SUveré ScHotels,
met bloemen belegt.
Een dito, dr agendo een Silvèr Kiftjc.
Een dito, drdgende een Goude Kris.
Een dito, dragende een goude Kris,
met gejleentt ingelegt.
Een dito, dragende een Silveren Becker.
Een dito, dragende, een Silver Kiftjc.
Een dito , drdgende een Silver Tafel*-
bord, beneffens een dito Kannetjc.
Een dito, dragende een Houwer, en
Een dito , dragende een Pcdang , of
Swaard , met een ronde Goude
Plaat , en over bei de fchouderen
met een groote en fwaare goude Ketting
ombangen.
Een dito, dragende een Piek , welkers
fpits van Goud was , en wierd gevolgd
van
Fier
Z A A
Pter J'ongè Dogters, dog van de eerße
Rang, dragende een Tocdong, of
Vroùwen-Hoed, mei twee Goù-
de Plàaten.
Vwee dito -, welke iti Gòude Allègias ge-
kleed , met goude Kettings om den
hals in bänden omrìngd warén,
waar opvqlgden ,.
ì f dito, die àls voorin gekleed , ìhet
? goude Ringén aan dèn hals en banden
vérfièrd Waren , ‘dragende ider
een goude Ketting aàn eengroenìak
je , vàn een welriòkende fo’om , è)
quamen daar. op te volgeri:
t io Moórfe PrieftreVs, ider in zyn, ha-
byt gekleed. Hier op wierd dè koy
of Ledikant van Staat,, dòor
' voornàme Inländers gedragen, bei
welke inet roo'de en geele Armofyhe
kleeden ombangen Was -, Waar na
des overlédeiis Huisvrouw, met de
voomaàmfl'e Bloed- verwanten,
Vrouwen van de eerße Rang, en
eenige Kinderen quamen, weenende
'en kermende over den Dooden.
Waar op volgde een Alkove , gedragen
van meer dan 100 Inlan-
; ders, .waar op ¡ÈLigbaatn va»den
Overleden leggende , r.ond^ om met
W!P ^FXywdà^omBan^'WdS'.
By de opening van V Behangzeì van de
Koy fot aan ider zjde een Inlander , met
•een Pauwen-ftaart al vjajende , en een met
een groote Kitaiòl, of Sonneichei i t i , cn
aan 't Hoofden-einde een Móorfe Priefter,
alleen eenige woórdeti in haar taal, (of
eygentlyk uyt den Coraqti) Jpreekende,
en het Reukwerk adhfleekeride-, welke dan
van alle de voàrgaande Pricfters beàrit-
woord wierd. T?r zyde van gemelle Alkove
gingen twaalf Inländers yan Staàt,
dragende ider een Piek , v'ercierd met een
zyde groote quafi, Waar op volgdcn in den
Rouw de naafi-befiaàndé Frinden in V wit,
als:
Den Ràdjà Hitoé, Kilakéling.
Den Orangkaja van Hitoelama, Aali.
Den Orangkaja -, Pati Combàng, met
des Overledens Raads-p'erfoon.'
Den Koopmän, Johannes Philippus
Sipmaïl-.
Den Koopman, en Fifiaaì, Jacob Bottendorp.
Den Onderkoopman, Bieter Nuyts.
T w e e d e D e e l .
K E N . * 73'
De Orangkaja Cameras-j Orang- 170^.
tctehals dtzer kuft y mitsgaders verfebeide
Ötangkaja’s van andere Negeryen, weU
ke gekomen Waren , om dezO Lykllatie by
te woonen ’ en een menigte Inländers van
veele plaatfen dezes Gouvernements. In
deze ordre paffeerden zy de FortrtiTe Am-
ftferdam ■, dezer plaatfe , en bragten het
doode ligbaam in de's Overledens "Thuyn1,
alwaar onder :em daar toe opgeregt huys
bet Lyk eenige uuren wierd, ter ne der ge-
\fet. Inrniddbns dat WÖor de Moorfe Prie-
fters ider een mat wierd ter nkdergelegt 4
waär op zy na haare wyfe , nedergeknield
zynde, dtfor 'den vimmaamße der Priefters
het doode lighaam aangefprooken y en den
Zegen ioegewenß Wierde ■, ’t welk gedaaii
zynde , wierd het Lyk in het graf door
voorfz. Prießers ontkleed, en in een gat-,
ter zyde voorfz, graf gemaakt, gefet, en
dus onder yt loffen van 3 Chergies uyt Müs-
queitery, eh feveri kariöri-fcHööten van'i
Kafteeltje-,(öfde Vefting) tlr adrde be-
ßsld, terwyl des overledens Huisvrouw
gdd fat en telde voor de Prieftersdie de
aarde in V Graf fmecten, welke Penningcn*
meer als 100 Ducatons bedragende, ter
zelver plaalfe onder de Priefters verdeeld^
en aan den eerften Priefter, buyten eenige
Goude Specien * en twee Slaven gefchon- ,
ken wierden. Waar mede deze Proceflie
een eynde nam-, tn menin diervoegenweder-
om naar des, Overledens woningh te rüg
marcheerde, alwaar door des Overledens
Huisvroüw deftig onthaäld Wierden.
Alle deCieraaden van Staat waren niet
alleen in witten rouw, maar zelf droe-
gen 00k alle de ltaken in zyn thuyn
rouw over hem, op dezelve wyfe.
Het Graf zelf Was wel 14 of 1 f voe-
ten in de lengte met fteen ^ ter hoögte
van 4 of f voeten, opgcmetfeld $ dog de
plaats, daar hy” lag , was als een houte •
ruftbank zonder raam j daar ’t graf van
binnen in komt, över henen gefet j
zynde wel cen handbreed dik van yfer-
hout, me t een onbeklced geh'emelte, en
een witte fonncfcherm daar böven , en
eenige weken lang een wagt ’er by.
Na dat 100 dagen verloopen waren,
wierd ’er , völgens de wyfe der Moorenj
een groote Maaltyd (dat by de aanfien-
lykfte 00k welop ieder loe daggefchied)
aangeregt.
Nog Wel een jaar lang wierd op alle .
Heilige, of Feeftdagen der Mooren ^ en
vooral op den vrydag (de dag Vart hun-
ne verfameling in den Tempel) voor
zyn Ziel gebeden. Den 3 May gidg
zyn Vrouw uyt de Rouw y en dbc was
’ei- weder een groote maaltyd vöor alle
de vrienden. '-''/fßjf&A •
Deze man had zig al eenige reizen,
zoo ten tyde van de Heer Dt Ficq, als ^¡ngyan
M m ten die mam