
,j8 A M B O N S C H E
,1-649. Landvoogd betvbeßraft. Nieuwe ordre ontrent de Scro’s. ZiWtf Coraco- ¡64$,
n-^â '-Vyf fchepen by Cambavna verongelukt. Des Konings ^ » Batsjan’s komfi op
Aflahoedi. En. zyn vertrek. Siecht voorfiel vqn den Heer Landvoogd oqn Ma*
„dpta en zyne grooten, Zeer net door de Inlanders beantwoord. Madjira’s vertreten*
^^Loehoe, Des Landvopgds tocht na de Uliaflers. Vrede tußchen Spaanjen, en
j - ons. Mandarsjah betaald zyn ooms agterßallen. De Vlamings tocht na Piinbliuxyr,
en Manipa, Lehut op, Loehoe geplaatß. . Mandarsjah fcbenkt ons aile ^ Heidér
nen, en Chriftenen, op Ceram. Verdrag met die van Rarakit. Cos gezag/jek-
ber. Vlamings vertrek na Batavia. Gefchilien na zyn vertrek gerezen. Koning
Mandarsjah door de. Temataanen afgezet y en Manilha als Koning opgeworpen. Wdàr
onder mpgelyk de Spanjaarden, en Tidoreefen, fpeelden. Wie de belhamels waren.
Den Koning vlugt tot ons. En zy na de klip Soela. Saydis vlugt na Xoela,*»
na Gilolo. -
Een nieip'W' Ñ Februari wierd de oude Réduit
WÊ van Hila afgebroken, en een nieu-
1640 oí» we van fo voeten in ’t vierkant in
Hila ge- J L 1 midden van den begonnen fteenen
bouwd. ¿ pagar afgefteken.
Pittavyn, ’tjaar te voren zoo genadig
over zyn vuil nagelwegen geftrait, had
nog wel na Batavia over ’jt^ongelyk j
hem aangedaan, durven klagen* doch
haar EdeJhedcn oordeelden, dat hy veel
te flap geftraft, en dat de;Heer: de Vlaming
daar toe door hem omgekogt was.
Dien Heer toonde (zelfs met Ptttavyns
eigen belydenis) zyn onichuld in dezen.
Zy bélaften zyn pleydoy op ijicuws te
behandelen, en cen nieuw vonnis over
hem uit te ipreken.
Den Fifcaal eyfchtedcrhalven, boven
. Madjira’s voomoemde gcldbocte, dat hy van
komft uit alles zou afgezet, in de keten geflagen,
Ternate. ^ na Rofingeyn gebannen werden*
welk laatfte, in plaats van na Rofingeyn,
zoodanig verzagt wierd,.dat hy aan de
overzyde zoude gebannen zyn.
In ’t einde van May quam Madjira
' weer uit Ternate* maar bragt, zyn hal-
vc broeder Dagga, en eenige van die
met hem vertrokken waren weer mede,
om hunne goederen (zoo ’t de naam
had) af te halen, en dat zelve jaar nog
weer na Ternate te keeren.
Barfche Zy hadden den jongen Koning niet
briefvan weinig tot lafte van de Heer Landvoogd
Konmg j g yiammg WyS gemaakt, als of hy ’s
sjaL Konings landen na zig trok, zyn onder-
daanen en den Godsdienft dmkte,dwin-
gende hen, om Chriften te werden,
noemende verfcheide dorpen , en men-
fchen, die hy daar toe genoodzaakt had,
weshalven zy den Koning geraden hadden,
dat zy de magt, aan den Land-,
voogd over de Mooren gegeven, weer
intrekken, en hem maar met de Chriftenen
van Leytimor wilde laten begaan,
en de Mooren door zynen Stadhouder
gclicfde te laten beftieren.
' Dit had veroorzaakt, dat den Koning
den 1 May A. 1648 een zeer trotfen en
Ipytigen brief aan den Landvoogd zond,
verwytende hem zeer fchamper, dat hy
*t contract, door Koning Hhamza en 4e
Heer van Diemen A. 1638 gemaakt, ver-
brak, door dien hy de Heidenen van
Caybobo, Amahey,en Makariki,Chriften
gemaakt had, daar nogtans dit ge*
heeí Eiland, behalven Keffing, Waroe ,
en weinige andre dorpen, hem töequam», poor de
Eifchte herftelling van eut alles . eniv^,?»0ntea
bood voortaau da^reenige Chriftençp^^11^
meer te maken. Ook eiiehte hy dé 7 woor<k
dorpen van Oerien-tot-Hatoe töe weer-
om, enbelafte,dat hy Madjtravoonqaxs.
meeftcr over de Mooren, en over zyne
landen zop volflagen,als hy (HeerLand-
voògd) over de Holländers was, .laten
zoude.1
Wat ook de Heer Landvoogd, en
onze andre bedienden in Ternate, den
Koning hier over zeiden, dat het noit
wel zoude gaan, zoo dit bevel door ging,
of wat zy tot ontlchuldiging van de Heer
de Vlaming voortbragten, het mpgt niet
helpen. '
Men vertoonde den Koning, dat hétysrát \
anders met de Heidcneh wasjalzóo men dit j
noit by eenige conttaétënbepaald had, en (
wat de Mooren aangìng, dat het van
zulken verftandig Heer, als daar de Heer
de Vlaming voor bekend ftond, niet te
gelooven was, dat die zig met hen bc-
moejen zou.
Maar wat die 7 dorpen op de kuft van
Hitoe betrof, dat die al van de tydcn
der Portugçefen af onderdaanen van ’t
Kafteel, en noit van den Koning, ge*
weeft waren.
Ook wezen zy kjaar aan, dat de Koning,
en de Maatichappy, by dit nieuw
gezag aan Madjira gegeven,grootefch&*
de lyden zoude.
Zy bewogen zyn Hoogheidegter door Datjhy
alle die drangredenen zpo verre, cUt,%’tgczag
den 3 May aan den Landvoogd van Am- ° v®r zJ°e
boina de vorige volniagtoverzynelandcn^J^
weer gaf.| . .. -, .. *r> , g ' • „dcHew
De Heer de Vlaming nu dien eerftenLaûd-
laft by . de komft van Madjira bekomení00Sd
hebbende, volgde die ftipt op, zoo ver* c *
re, „de Maatichappy, daar by niet . leed *
weshalven hy, ook 2 ilaven, die gpede*
ten
1 Z A A
ren geftolen hadden, en onder hem be-
hockden , aan Madjira zond-*- otti daar
mede* zoo hy ’t goed vond* te hande-
len;
.Gezanten ;«" Die van Cèram-Ladet * by dé laatfte
van Ce* Höngi-togt in Oótober, beloofd heb-
bènde eens ’s iaars aan ’t Kafteel te ko- o c t ,en , , m m . i , van To- men* zondennu eenige gezanten van de
bo. Hegen dorpen op haar Eiland , en dus
quamen?nu ook eenige van Tobo* om
zieh mede aan den Heer Landvoogd te
vertòonén. Zy vërzogten* dat hare gegangenen*
in April çot de keten verwe-
zen, ontflagen mogten werden* dog zy
wierden tot ’t antwodrd* dat van Batavia
verwagt wierd* uitgefteld* en men
gaf hen goede hope daar toe * alzoo de
Heer Landvoogd guilftig daar oyer gefchreven
hadi
Ñieuifr Men had oök met dé koriift dër fche-
toctaal pen in ’t vopijaar nieuw métaal gewigt
ec^-Cn van Batavia bek-omen * waar op’t gecal
gdrfchiy- der ponden ftond * öp dat den Inlander
verge- dat zelf zien-* ért mén de morfciyen en
ftdd. ongeregtigheden der Öpperhdofden düs
voörkbmen mögt.Ook belafteri haar Edelheden
een gezworen Inlandichen nagel-
ichryver aan te ftellen , zonder Welken
geen een pond nagelen zou mögen gewogen,
nog riiets gedaan werden. Ook
moeft den Inlandfchep, weeg-méefter eén
íleutel van ’t nagel-pakhuis, zoo wel als,.
dg. Koopman, hebben * ’ op -dat' de eene
zbndöf- de Sndrè niërt ïôù konrien in ’t
pakhuis gaan.
Men Zond dan in JUhi 3 geCommitteer-
déñ, - Capitein Vef beiden, détí Kooptrian
Vfcr j eri- den Hhöeköm Jan Päys, na
Loehoe, om öok'r daar dît nieuw ge-
yrigr , èn deze nieuwe laft' in te yoe-
ren¿
Madjira’s -’ Den 2 OSkobtv MadjiramdtLaftatdykc
bodt y Leliatö1 s zoon, en veci Ternataan-
, om zieh aanzienelÿk te ma-
ïlUftccl.kén, aan ’t Kafteel, daar hy zèér deftig
door gecommitteerden ingehaald ,' 'en
met het losbrariden van ’t gefchüt,' en ’t
doéffvàn eépigeehä'gies, vereert wierd.
"'ISrâ éèmgé ffliñííélyke gefprekken te
zámén, bràgt de Heer Landvoogd het
op de klagten, over zyne Rcgeering door
heñí gedaan , begerende te weten, waar
i dit Van daan quam. Madjira ontkende*
hét ñiet fterk , Zë^ende, dat hy niet;
. Z09 zeer geklaagd, als wel aian den Ko-
r- ning maaf vèriiàg vàri ’t voorgevaüënç
in zyne landen gedaan had.
Gefprek De Heer de Vlaming toondß hém, dát
tuflehen de bekeeritig der Heidenen niet tegén
deHcef eenig contraä: ftreed* doch dit konby
de Via- zoo een bedrieger niét helpen.
ming. « Madjira zeÿ oök * dat hem deze Edellieden,
als zyné Raaden , waren'mede
gégevéñ* doch- dè Heer de Vlaming be-
wees uit ’s Konings brief, datzÿ moe-
K H Ñ : i|5>
ften wederkeeren. Ook zey de Heer 9.
de Vlaming hem, dat hy wèl bezorgen
moeft, dat die T emàtaanen wfeer na Ter-
nafe 'vertrokken * of dat hy oorzaak zöd
wezen, dat de Koning jaarlyx 4000
Ryxdaalders, hem öp die vooiwaarde, eö
anders niet toegezegt, zou moeten mif-
fchen. En daar mede fcheepte hem ded
Heer Landvoogd op de zelve wys* gelyk
hy gekomen was, af.-
De Heer de Vlaming voeldè ¿ich hog Dien»
ganfeh onpaflelyk,wèshalven hy béfloot^badvaii
den 14 September na ’t warm bad op^^
Oma te gaan. Hy quam ’er met eenige
bedienden,liet ’er eenige huttenopflaan,
en ging zieh twee a driemaal daags in
dat warm water baden. Na dat hyy’t
agt dagen gebruikt had* voelde hy zich
erger* dan te voren, en keerde derhal^
ven weer na ’t Kafteel, te meer, alzoö
Madjira een brief gefchrèVeta had, waar
in hy bekend maakte, dat de OrangKaja’s
van Loehoe, Leffidi, en Cambel*
lo, hein niet meer kennen * inaar ver-
dryven, en de Rcgeering aan zieh zel-:
ven houden wilden.
De Heer de Vlaming, oftdertufleheö Ènvaa
wat beter geworden* en van voomömendáarna
zynde, om de vifite rondom het EylandLoclloe*
Ceram-te'doen, vertrok den 2p September
met een chaloep,licp op Hitoe aan,
en ftak na Loehoe over, latendé aan Capitein
Vtrbeiden ordre, öm hem met de
Coracbra’s ten eerften te völgen.
Zoo ras die Heer öp Loehoe geko- Zyne
men was, quam Madjira zeer verblyd byverriStin"
hein, waar óp de Landvoogd aanftondsgc aldMr'
de vergadering der OrangKaja’s deed beieggen
, en ’S Konings commifile, hem ver*
leend, onder ’t losbranden van ’t kanon
openbaar hen bekend maken, bevelende
met eenen aan de zelve,dat zy denKimelaha
moeften gehoorzaam zyn, en alle eer,
voleens ’s Konings laft, bewyzen.
Wegens de zamenijpanuing der Inlanders
tegen Madjira hoorde hy vaii May*
nene, Stedèhouder van den jongen Pati
van Ca6ibello,by zyn komft alcSar, dàt
zulks maar een opgerokkend werk van
Imam Swakki was, die den Heer Landvoogd
ook wys maken wilde, dat Madjira
hare ruinen door de Alfoereeien zogt
onvry te maken, en hen dus te onder-
drukken,äl *t welke dien Heer welwift,
dät maar enkel gefehiéde, om Madjira by
: ons zwart te maken, weshalven Hy hem
belafte daar van te zwygen, den Kimelaha
te gehoorzaam en, en hein , gelyk
het aan den Stadhouder des Konings be-
hoordc, zyne èère te gevehk 57"
Den 6 Oftober quam hy voor Lifla-
batta, dat Ky in beweging vond om die
van RoemäH Ela, en Hatoenoeroe, te
beoorlogeh^* welke zaak nader onder-
zogt zynde, vemam hy dat zy öp lofle
ge