
Bogt
en ’t
ftrand
A M
B O I N A »
naatn van Oewen, waar Over drie koningen,
Loema Lafóej Batoehoewe, en
famafean^ ’t gebièd voeren.
• Een half myl Ooftelyker doet zig het
ftrand Takalaop, gelyk mede een bogt
van den zelven naam. Dit was de plaats,
T -daar die van Liflabatta in oude tyden
eerft plagten te woohen. Agter dit ftrant
. heeft men vlak lahd,eneenbinnen-meir,
aan welkèrs weft-zyde men het vôor-
noemde landje en gebcrgte Oewen heeft,
Dorpen ¿ftaañde óiider twee koningen. Lànd-
Roemah waard ih leggen ook twee fterkè doróla
, cnpen, Roemah Ela , en Hatoenoeroe,
S M S öp fteile bergen vol rotzén , die onwin-
' baar gehouden werden, en noit verovert
zÿh-/' ! ‘
Over de zeltf e, gèlyk verder landwaard
iriy hèerfcht Radja Sahoelau, hoewelzy
zieh weinig aan hein iaten gelegen- zyn,
doende in ailes voliïagén huh zin.
Drie mylen en een halve Ooftelyker,
onder,
Radja
Sahoelau.'
DeRi-
vier Makinan,.
grenipaal
tuffçhen dan Takala legt het ftrand Loeboe , een
iihôe- myl heooften de groote rivier Makinan,
lau.cn d¿ tüfíchen de zes en zevén mylen van Bo-
Oelili- lela, al waar in ’t iaar iööy. oud Liflà-
mah batta plagt te leggen.
Het m & a ter dit ftrand zyn vcirfcheide dör-
Loeboe,ftrand Jrand : ; f p en m ’¿jer Alfoereèzçq j als ® a -
Loemaway,
of o f Qnd Oud Loemamoni,^ en Loema Peloe, allé Oe-
.
Libaüàt- lilima’s, onder den koning van Sahoe-
**• * . lau : want de rivier Makinan maakt de ;
De Al-fcheiding tuiïchen Radja SahoelausOeli-,
foerefehe ^ .g , en »t land der Oelilima ’s
Loema’ aan de weft-zyde, zynde beooften dezèj
way, rivier de koningen van Hörale, en La- i
Loéftîa^' çgjç dje over de Oelilima’s gebieden.
Die van Sahoelau komen af beweften ¡
Peloe. die rivier, welke land waard in door een1
DeKo- fteile valley, tuiïchen t wee bergen loopt,
ning van die zoo na by malkauderen ftaan, dat
Horale , ten Waringiri-boom zieh met zyn wor-
îkooÎten’tpls °P een anderen boom , zoo aardjg
Makinan. gfefliogert heeft, dat de in een gèiyàrde
Seldfame ^àkkeri een byzonder geeftige natuurlyke
Brug on-hrug, van den eenen berg tot den ànde-
trentde réh gemaakt hebben, daar de voomoem-
Saar0 de rivier met een. fwaar gedruis door-
Radja loopt j welke brugge gemeenelyk over-
- Sahoelau trekken alle, die van Coli na Waumatta
na ftjandgaaIÎ>
om ' Van hier begint de kuft Noorft-Ooft
Wau Cn °Pteloôpen met een groote vlakke hoek,
mattà. Cara genaamt, dog ten Ooftcn van den
Hoek 2elven-is een gröote rivier, en watOos-
]Cara, in telyker het dorp Päa, waar na die gah-
jj fehe ftreck lanas den naam draagt.
’tdorp
Päa.
Poelo
mata lima,
en
ENloae.flä
Cara,
Landwaart in leggen -de Oelilimafe
koningen van Latea en Horale, die het
met de Mooren houden.-
Vlak ,voor dezen hoek vind men vyf
' kleine eilandekeñs, Poelo Mata Lima ,
. of N oeifa Lima, dat ïs, de v ÿ f éilande-
kens,genaamt,dög in ’t Noord-Weften
11 r legt ’er een wat grootèr, met een Rif
omzet, en Noefla Ela geheetenj vanpapoe-
den hoek van Tanoeroe tot dezen hoek Wa ’s
van Cara, rekent men gemeenlyk een
lengte van i f mylen Ooft op, noewel
men ’er in ’t fcheppen doór de fterke
ftroom, wel twintig mylen ovér bèzig
wezen kan. Cara word .ook vÿf njylen
van de rivier Makinan gèrekent, een
ftreek lands, daar geen menfehen wòo-
nen, doch die wel tot een fchuilplaats
der Papoewa’s, of Tidorêichc roovçrs,
dient.
Pas dien hoek om heeft men de groo- Bogt vart
te bogt van Hatöe\ve,twec inylendiép,Hatoewc
en vier of’vyf mylen lang.
Men ziét daar op ftrand een hoogge- Klein ei-
bergte, en ter regterhand in ’t'ínvarénlahden
een eylandje, Cále Cale, na de menigte SQ¡aonj^
Tçjampedaha-boomen, daar groejenae, en Motu
genaamt. ■
Van daar een myl Ooftelyker , rdicht Dorp Sa-
by de wal "'ziet men twee kleine eilan-
dekens, Soynoni, en Moti, en daar ag- enniCúW
ter het dorp Saleman leggen. LifTa-
Ecn myl gaans Ooftelyker legt nu het
dorp Hatoewe 5 en wat verder nieu LiiTa- Teke-
batta, gelyk. het in de plaat., No,
afgètèekéht ís j .vertoonende zig aan een .
fchoon ftrand, ohdér de lomfidiér van
fchoone boomen met een zeer fraai ge-
zigt van ’t naburig gebergte, en niet
verré van een inbogt, aan éen fchöone
rivier gelegen.
Deze twee dorpen, zyn de Hoofd-
Negryen, op de Noord-kuft van Ceram,
leggende tuiïchen Saleman , en Sa-
wayl.
Hatoewe werd nu oök wel het nieu- Oude
we Hatoewe genaamt, om. dat haare plaats
inwooners wel eer by den hoek; van Ha-
tilen of Perniata huis hidden^ van waar
zy vier mylen Weftelyker afzakten , om
van de Papoefe roovers wat meerbevryd
te zyn. Zy leggen nu vlak in de bogt,
en plagten op aen berg Hatoenimaroe- De^.r"
wa te wooneh, dog häbenzieh nader- toenima-
hand dichter by ’t ftrand aan ’t àfgaanroewà.
Van het fteenagtig gebergte Hatoemòro-
li-Hoejori riedergeflagcn, längs’t welke Hoeiori
zy met verfcheide fteile trappen boven eiiMi-
malkander gcwoon zyn na hun dorp, noeffa.
dat meeft uit inboorlingen bëftaat, op te
klauteren, welke opgang vry mopjelyk j
egter zoodanig in vorige tyden tot méefte
zekerheid gefchikt is , maar in ’t jaar
i6yi. zyn zy op lait van den ffeer Cops
aan ftrand, een half myl Ooftelyker op’t strand
dc vlakte Aflinahoe, daar zy nog leg-Affina-
gen, komen wooríén. hoe.
Landwaärt in ziet meri een andren
hoogen berg Ah i noefla genaamd, leggènde
recht achter en tuiïchen de twee voor-
fcilreven eilandekens.
Op deezen berg plagt Liflàbatta
ÉÊÊ dog is ' zedert -
3 t jaar