
t l l ^ ^ ® ^
ÎSS*. Boeso <Üeß ikt I i S p ï i l I P H È l f t l
ha&htitiden van aile rebeltien, misdoen, en
betitelten, die zy tegens de JE. Compagnie
etrharen weftigpn Kotùnk Mandarsjah, zoo
door aanlcidingc van Kimelaha Madjira,
. als mderhafld geptrpetreerd hebben, par- j
donner ende, . .
Aff# wf/fo zy gentagtigde QrangKaja’s
voorfz. dap ook vçor harenwettigen Konink,
Kaitsjifi Mandarsjah, weder Om aannemen,
aan den zelvtn, ende des zelft erfgenamen
zwerende , ende belçvehdo dfler trouw, ende
gpboorzaatnhçid tot in de dood , belydende,
dat hem de volkomene heerfchappye over bore
landen ende Volkeren uit fouveramiteit
competeerd,
Zuiß zy ook zweeren ende beloven van
nu voortaan geene potentaten, || zy Macaf-
faaren , Boetonneefen , of eenige andere
natien, ook Madjira, ofte Câkimatta, en
■ hare beveelen niet te zullen gehoorzamen,
ook met Vreemde Volkeren geen contraSten aan
te gpan.
Gelyk zy ook zweeren, ende beloven te
zullen zyn > et?, te blyven regte en waare
bqndgewoten van de vereenigde Ncderland-
iê Oolt-Indifche^Compagme.
Item, geen anderen Stadhoudèr van Ko-
ninx wegen, te erkennen, ende gehoorzamen \
als den jegenwoordigen Gouverneur, Jacob
Huftaard', en zyn E: toekmende nazaten
in Amboiria.
Belovende aan de andere zyde den Heer
Gouverneur voorfz: foaar voprfz: OrangKay
enf® s/ de_ haare ip haar Mqhhamme-
daans geloove ongemolèfieerd te\ zullen laten.
Enfie gemerkt te» tyflevan dit contraß.
die - vandenegery Luciela riog tuet zyn af-
gekoomen, maar dis nog ongezind blyven,
zig onder harcti Konink te ßibthitteren, zoo
verklären zy prejente OrangKayen voorfz:
die van .de voorfz: negerye, ende ivie vor-
ders als nog op het land.van Boero Rebel
ix, neffens alle 3s Kohinx, en ’s Compagnies
vyanden, van fanden aan voor hare
vyanden , zweerende , ende belovende, de
zelve met geweld te zullen helpenßwingen.
Item , den Kimelaha ¿Tico Radjab,
ende Baykole, by aldien za; binnen den tyd
van een maandnaar heden geen pardon ko-
mçn y jm éen , .ende op Boero gevonden
werden, zoo het eenjgzints mogejyk is, by
de. kop te vaiien ,. 'en de E: Compagnie in
handenover te levettn.
, Maar indien zulx met welkonde te wegen
brengen, .zop. hebben zy belopfd, ende
gezwooren , de, voorfz, rebelle» op Boero
nergens te adrpitteren, ofte piaatze te gun-
nen, maar die als vlugtelmgen te yerftroyen,
ende aliyd te vervolgen.
\JBoven dezen allen zoo belooVen zy dan
mg bydezenalledp negeryen, oße bet Volk
van dien, die jegenwoordigpp Cajeli, ofie
elders op ’tlganßhe land van Boerogeplaatft,
ende gereconcilieerd zyn, te zamen te conm
s c H E
gregeren, en onder een begrypßegts in cam- 1658,
pons verdecld metter worn aan de ßrand
van voorfz: Cajeli te brengen,-zander van
daar buiten ordre van de Heer Gouverneur
te wyken, mits dat aldaar fhaerer
verzekeringe door de" E. Compagnie een
vefting, met Nederkuids guamizoen bezeig
zal werden gelegt. ^
Dog zal Toegis Oelo, zoon van den
Scncadji Toeban,*»# deManipeefen,iöff
tot heden haar in Cajeli, ofte elders tot
Boero, hebben onthouden, weder om met *er
woon naar Manipa keeren, en hare refiden-
tie nemen onder het campon van Toeban,
ende zal een ider OrangKay,zw als voor-
zegt is, geplaatft zynde, als fubaltem hoofd
over zyn campon het gezag voeren, zonder
dat eenig Gcncraal commando by Kimelaha
Hail,, onder den naam van Salahaccan,
ofte imand anders, op lyffiraffe, zal aan-
genomen mögen werden ; maar zal voorfz:
Kimelaha Hafi tot Boero woonen, als een
prbvaat perzoon.
Ook en zal geenig OrangKay, in ’tparticulier
, of meralyk , ? zamen vermögen
eenige Macaüaaren, Maleyers , of andere
vrccmdelingen, op haar latid te admitieren,
maar by parejfe van groote magt, die zy
niet zouden kunnen tegenftaan, zoo zullen,
zy 'gehouden zyn, en blyven den
Heer Gouverneur daar van- de weet te
doen, mits welke dan de Boeroneefen voor
vyanden verklären , alle de Macallâaren,
ende alle adherenten van Kimelaha Madjira,
ofte Calamatta.,. | |
Alle Macaflaaren, Maleyers, Boeton-
ders ook 'JTemataanen, ende Makjandèrs
die van ouds haar op Boero m^gten onthou-
den, zullen in banden van de Ed. Compagnie,
en de van den Konink geleverd werden,
op dat de eene na Macafler, en de andere
naar Ternate werden gezonden. -
Ende zullen in conformiteit van het contraía
tujfchen de E: Compagnie en de Konink
Mandarsjah aangegaan, alle nagel-boomen,
’/ zy klein ofte groot, die op Boèro nogmog-
ten werden gevonden,. moeten werden gerui-
neerd.
Mits welken zy voorfz: OrangKayen,
dan ook zweeren ende beloven goede aaurwy-
zinge van alle zoodanige vrugtboomen te
doen, en gene te verzwygen, maar zplfs de
dißruftie te helpen bevorderen, blyveúdé op
den hals geinterdiceerd eenige niemve aan-
plantinge te doen , zulx zy OrangKayen
belooven ntet by der hànd te zullen neeme».
Gelyk dan mede niet gedoogt werden zal,
dat imand van voorfz. OrangKayen, efte
de hären tot eenige vreemde landeryen buiten
dit Gouvernement afvaaren, ten zy daar
toe van de Gouverneur in Amboina een,
pas-brtef verleend zal werden.
Dog zal de vaart naar Amboina altoos
vryelyk zonder pas-hrief, often hoogftenon-
der een ce deltitn van 7 N cderlands; Hoofd
' der
2 A v À
4f6j8. der jartrejfen tot Cajeli gelicentieerd Hy-
vert.
fAÜeflaven, ofte andere, ptrzoöncn, hoe^
danige die mögen wezen\ 7 zy uit de Mo-
luccos , Amboina, ofte Banda, gevlugf^
en op Boero aangekomen, zullen onaange-
zden haare excufen, die zy mögen komen
doen, ftrax aangevat, ende met de cUT
. lereerfte. occafie herwaards tot den Heer
Gouverneur gezonden werden , genietertde
de Boeroneefen daar voor ', flaven zynde',
hoofd voor hoofd 10 realen.
Alle grof gefebut , hoedamg ,7 magwe-
zen, zal zonder vertoef -, de E. Compag-
'nic in bewaring ter hand ge field moeten werden,
doch verklären de OrangKajcn, dat
al, wat zy van dat flag hadden, door Calamatta
is weggevoerd. ; ' v
Eindelyk, ende ten laatften, zoo hebben
de voorfz. OrangKays , imoegen als die
van Hitoe , beloofd, ende beloven mits dezen
, continueelyken vier perzoonen uit haar-
luiden met vroUw en hinderen hier aan 7
Kafteel te houden, ende te laten woonen,
de welke alle 6 maanden door vier anden-
zullen mögen vervangen worden,ende nomineerd
de Heer Gouverneur voor de eerfte
die zullen hebben herwaards te komen, den
hroßder van Kimelaha,Hafi genaamd, Capitein
Laoet, den Sengadji^van Loemai-
te , den OrangKay van Ilat ,ende OrangKay
Oetsmau^, , ., „,. - ;
Aldus gedaan in Amboina, in 7 Kafteel
viftoria, 4 Oftober i ö f8 ,
K E N. kW te eh in Amboina de grondcii totdelaat-
ftc berocrten gelegt, en dien de Hecr
de Vlamìng A. 164p om zyne fchelme-
ryen na de Moluccos gebannen had.
Oòk wilden zy, dat mèn hemdaaroìrt
te minder vertrouwen zou* om dat hy
uit den huize van Tópiagola, en met een
dogter >vàn den ontshalaen Kimelaha Le-
liato getrouwd was,, waarom zy ookbeft
oordeelden, dat*by aldien men met hem
tot een contraft komen mögt , men voor-*
al behoorde té bedingen, dat hy niet in
Amboina blyven, maar na Batavia ver-
trekken, en zieh daar zou moctén op4
houden-. -,A
was geteekend Jacob Huftaart, Antoni
, van Voorft, A. Umbgroeve, Pieter de
Graaf, Abraham Verfpreet. Ter zyden,
Kimelaha de Hafi. Roemaboine,’ Serig-
adji Loemaïte, OrangKaja Towaal,
Hoofd van Cajeli. Toefoelo, de zoon 7917
van Sengaxlji Tocban, Pathua-, Örang-
Kaja Liffiali Papoewaj OrangKaja Hat,
Oetsman, dito vm Loepoe Rocpoe,
OrangKaja van Ptolematta Joeri, O-
rangKaja Leliali Loeroefan, van dite
Simau, Pati van Taliffen. Ttr tyden
ßand, t'oirkonde -was geteekend, Philip du
Prçc, Secretaris. In 't tntdden fiond ge~
drukt Compagnies zegel in rooden lacke.
Nog üger ft uni, nota de volgmdt örang-
Kaja’s hehlen 't accoerd, hiek voren ge-
-fchreven, aan de ßranden van Cajeli m-
. derteekend, op den i November i<Sf8.
IVas geteekend, 't mrkgefteldhy OrangKaja
Oetsman, V merkgefteld ly Oraiif;-
Kaja Bara, V merk gefteld ly Pati Luciela,
't merk gefteld by Capitein Laoet,
De Heer Landvoogd van Banda, A - Komft
braham Weyns., was in Maart dezes jaars^^te
al in Ambòina overgekomenom mét w eyiii
den Heer Huftaart te overleggen* hoc-hier,
danig met die van Goram te handelen.
Na ryp overleg vond men goed (niet te-
genftaande haar Edelheden dèn 24 De*
cember dezes jaars gefchrevéii hadden,
dat men dit neft *t zy alleen* of wel met /
hulp van den naaften Landvoogd * moeft
zien te bemagtigen) om dit jaar hier niet
aan te tomen, om dat de Volkeren, daar
byeen gezamcld, wèl 120Ò0 man uitmaak-
tcn, en te meer* alzoo die van Ceram-
Laoet, Keffing, en Goeli Goeli, zieh
al in Januari voorleden, en in ’t begin
dezes Jaars, by hen gevocgd hadden^
waar tegen zy nu de noodige:manlchap
hièt byeen kondéií orehgen. Weshalven
men befloot maar alleen op hén te kruif-
fen, en hen door twee drie jachten of
fchepen, die op hen waken zouden *
af te matten j waar toe men ùit Am-
l boina ’t jacht Ens, en uit Banda ’t fchip
Walchereri gebruiken zou, zynde de
Heer Weins van voomemeU oin met ’t
ichip de Angelier zelf eens ña Goram té
gaan, om ’s vyands werken te befchoix-
wen, en^den zelven alle mogelyke afbreuk
[ te doen.
Iroeder van Hafi, 't merk gefteld ly Pati
Wayíámma.
Nader Haar Edelheden befehréven deíen Ki-
befchry- melaba Haß by hun brief van den i f
vingvan November dezes jiuirs (kort op déze be-
deaen genadiging gevolgd) als een der fiiòodfte
Hafi' guiten, en me tact de muittrs in Tema-
By des zelfs aanwezen álhier had men
den i 8 Maart dezes jaars een zwarc
brand, waar door de Nieuwe Kerk, twee
Predikants huizen, en wel 30 petakken,
afbrandden, waar op den 2& May nog
een andre brand ontftond * die 36 petakken
wegnam.
Den 2 J Maart vertrok dé Heer Weyns
na.Banda, cn den 10 April qa Goram
met een Fluit, 2 jachten en chaloepen,
hebbende 642 inan, zoo iòldaatcnenma-
troozen*als borgers en Inländers .by zigi
By zyn komft vond hy dén vyand méeft
gcvlucht, en by zyne landiilg wel wei-
nig tegenftand * doch ook geen genegen-
heid , om mèt ons te handelen ; weshalven
hy alleetì eènigckléènèdorpènaf fiep,
en verbranddé. Hy Ifeftormde den 22
wel de hoofdveftifig, KataLoehi, een
halve myl van ’t Weftftrand op een ftei¿
D d 3 Ieri
Zwarö
brand.