
i 6 i B E S C H R Y V I N G E va
uyt'den haert tebreeken , en de ftuk- , koft wcl 10 of i l , ccn klèene 6 , r . i .
ir«« rc -.» ii-t— _____ :___ L___ken,die vol Sopt ftaken, in een grootc i___i - i .. .. . ^ , " 5
pan, öf pot, op ’t vuur tefetten, en
daar luftig zee- water'op te gieten, *
welk eenige uuren zo geauurt hebbende
Zy zeer wit zout op den grond vooden
dal men kleenSout,of klink-fbutnoem-
dc, om dat die ftukken zeer hard zyn-
de ,. klonken 5 ook wierd dit om zyn
witheid voor tafel-föut gebruikt.
Zy kookten ook nög een Sout uit ze-
kerkruid , Kali, öf Krabbe-quel, ge-
naamty om dat het door zyn ruigte de
Krabben belet voort te kruipen.
Oie van Azem(eenRykontrentDek-
ka in Bengale) maken het Sout of van
Mofch, dat zy droogen, en branden^
of wel van drooge Pifang-bladen, die
'zy meede tot afch verbranden j dog om
dat die afch te fcherpen fout gevenzou,
verzagten'zy die door zq in ’t water te
doen , en ze ro^of i z üuremte- roereny
kleinfen- die dandriemaal, koken zedan
weder-, *t geen" dan, na matc dat het
lang kookt ,dik opden grond werd, en
redelyk goed Sout uitlevert. >
■ Taätuszegt Annal. L. 13. p. if6 . dat
de Katten, en Hermonduren (tuflehen
Hellen , en Öpperfaxen woonende) o-
ver de befitting van een Rivier oorloog-
den , van waar zy hun Sout kregen,
fprengende water op een grooten hoop
ontftoken hout. • . > ¡sag
Na de befehryving van hunne m aal ty-
den kom t ons ’t gevoegelykft voor van
hun Speeltuigen, Danfieryen, en Gefangen,
alzoo die dan onder hen meeft
gebruik hebben; te fpreeken.
Wat de Speeltuigen- belangt, die zyn
by na de zelve, gelyk by andre Indifche
Volkeren. -
Het eerfte Spcel-tuig, dat men op
alle vreugde-ty den gebruikt, is de Gong,
eigentlyk een Javaanfch fpeeltuig , zyn-
de een groot rond koper Bekken , dat
hol, en van onderen na binnen wat toe-
gebogen , en waar op boven een dikke
ronde knobbel, een groote vuift groot,
in ’t midden is, Waärop. zy met een be-
Jdeeden hamer , of met iet , dat wat
fegt ,en egter hard genoeg is , om dat
werkte doen, gewoon zyn te'kloppen.
Zy zyn in Ambon zeer geagt, hoewel
nu zo veel niet; als van ouds,om dat?cr
te veel yan Java quamen. In Ternate
zyn- zy in die acHtirig niet. •
Van de
Speeltuigen
derAra-
boinee»
feil.
Gongen. Die: Gongen heeft men groote en
kleene. De groote zyrt wel twe voeten,,
of anderhalve voet, in de middel-
lyn •> dog men heeft- ’er ook van een
voet, yan 3 quart, en een halve voet.
Men ziet Ze by de and re ipeeltu igen,
mede verbeeld.
Dit zyn mede van de grootfte eneer-
en ook wel minder Ryxdaalders.
De grootc gebruikt men, om ’er een ,
of, als ’t volmaakt zyn zal, twee, digt
by. malkandcraan cen doorgaandedwars-
hout, dat ergens op ruft, 3 a 4 voeten
hoog op te hangen ,: waar op dan.een
kaerel, des kundig, zeer net een zeke-
re zoort .van maat llaat; ’t geen cen fwaar
en doordringend geluid geeft.
B y , en buiten die groote Gongen^Tatabo.
zit nog een ander man op de grond, die ang-fpel*
f a 6 kleene Gongetjes voör zig heeft,
die hol op een kleen bankjen, dat plat
vierkant is, leggen-, en waar op hy met
twee bewoelde ftokskens, dan op ’t eene
, dan op ’t ander Gongetje ilaat, ook
wel na de mate., maar die veel rasier,
dan.de andere , fpelende; dog egter zo-
daanig, dat ider (lag op de groote Gongen
in een halve maat net, en ’t fpcelen
op de kleene gongetjes als in een maat
van 16 deelen (zoo de Mufieauten fpre-
ken) beftaat. Dit rinkel-werk van kleene
Gongetjes byecn , noemen zy het
Tataboang-fpel.
Hier by werd dan nog door een an-£5eTift
der op een Trommel, of Tifa, (dat my
van *t Hebreeufch -fjfin. of ^ri- Topn
een Trommel, afkomftig fchynt) eveo,
zo, en na die mkat , die de fpeeler op
de groote Gongen gewoon is te houden f
geilagen, hoewel die beide, ja die alle,;
ook gewoon zyn hun maat dan te ver*
haaften, het zy .wanneer zy hem , die
danflen of fpringen zal, ecr hy-noguyt-
komt, uytlokken , of wel wanneer zy
hem j reeds al gekomen zynde , tot, een
veel raller Dans aanmoedigen willen,
even eens , gelyk men in: de;Muiycq
ook-wel gewoon is prefto, en preftifli-
mo, te ipeelen, of de maat te verhaai-
ften. ’
Na dit ipeelen zyn zy gewoon te Hun
Tsjakalile, en ook d^r na te. danflen j Tsjaka-
hoewel zy. ookaia de maatvaneen klee-kk.
ne Gong , en-Tifa* , gewoon zyn op
hunne V aartüigen zoo net te fcheppen ,
en te roeyen , dat men’er over verbaaft
zou ftaan.
Tsjakalile beteekent in hun taal, 1
danflen als een wilde ,. verwoede, of als
een Alfoerecs al danfende te koomen
aanfpringen.
Dit doen zy gemeenelyk: by groote
maaltyden, wanneer ’er, pasnade ich
ve getsj akalield werd.
Op 'de klanken van de Tifa en Gongen
, die over en weder , dan op de eene
Gong, dan op de andere, geflaagen
werden) komt cerft ecri kaerel, als cen
Alfoerces gekleed, met takken/en bla-
da*en van bomen bedekt,zeer wild met
zyn groot fchild en fwaard (hoedanig
ile fehatten der inlanders. Een groote | wy die bevoorens al afgebeélt hebben)
A M- B O
als ook met een Helmet en een pluima-
gje van Paradys-vögels, op een groot
plein aanQ)ringen , daar eeriige tyd;
alleen maar ichermUtfeerende , fien-
de als verwoed dan eens na dö lUchty
dan eens na de aarde, dan eeiis röndörn,
ais of hy de ganfehe- wereld1 dwingert
zbu, en doende zothtyds iprongen; vän
een el twqe drie hopg,,en dän eefis- zy^-
Torana, of fpies, zeer hoog in de lugt
\Verpende, eh die-, zoo als hy diefhöfe
vängt (dat hoit mift)' drillende. ; Zdm-
tyds gebeurt het wel, dat -er eeni twede
by komt, die niet eh tegen heth'eehige’
tyd,, als wäre by zyh party, fehetmüt;-'*
ield', *t geen wat geduiirt hebbetide',
zoo körnen zy ondqr ’t verwakker.en
van de maat ,ifiä,et een verföhrikkely-
ke loop ider met zyn bloöt iweerd na
den eerften perfoon van dat gezelichäp-,
leggen fchild en iwaard) aän z^n voeten
ifeder, buigende z ig , terwyl' zy al hur-
kende voor hem zitten,. zeer eerbiedig
met hun hoofd neder, en houdende de
banden tegeri hun voorhoofdaan, waar;
''na zy hunne wapenen weder opvatten^;
eu vi^trekken j terwyl. zieh andetö vfö$r
gereed maken , om op efe baan te körnen,^
geen men, als zy haaft verfchy-
nen zullen, aan ’t ilaan van de Gongen,
teu eerften hooren kan 5 die dan eerft
maar met vyf ä"Zqs flogen t^rgender wy-
ze uitgelokt werden,
s- Behalven dat mön nü dfe bbvferige-
«tnelde ipeeltuigen tot het Tsjakaßle ge-
brnikt, zoo zyn die ook vaii geen minder
gebruik onder ’t DaniTen , altp iy
aan de danflers, en danflereflen , de maat
geven , die hun geheel lichaam daafna
draejen , en den fprong daar na geheel
weeten te richten.
Mannen en Vrouwen danflen niet te
fernen 5 maar ider fexe, of geflacht, by-
fonder j en de danflen der zelve zyn ver-
fcheiden.
.Zy hebben eenen Dans, die'zy Lego
Lego noemen , datis een grooten rön-
dendans , waar onder zy ook wel gewoon
zyn malkanderen toe te zingeii,
dat zy Aflby noemen. Dog de O'elifi-
wa’s hebben ter eeren van hun oudfen
Äfgod, Boetoh Oclifiwa (äät de rechte
Priapus der ouden op zyn vuilft'e is) een
groote Lego van hegen dägen ? en de
öelilima’s , een vari vyf dagen aan een.
Deze Böetoh Qelifl wa voerden die van
Soya op hare Goracora, dog in *t verborgen:
want anders zou ’er de Fifcaal
aan rieken.
Die van Hoewamohel begonden van
ouds haar Lego Lego lingsQm , en de
hedensdaagfe Amböinefen rechtsom.
Maar veel fraejer is het Danflen , öf
van twee mans tegeh een , dat oök wel l
met twee bloote kriflen, zeer aardigge-
I M A. : fi 16}
.daan word , ò f vah twee, ook wel van
ivier vròuwen-, te famen.
Hun Danflen is niet, gelyk dat der
'EuropeèfS 5 maar beltaat meeft in een
;zeét:lwakke:dràejing ert buiging. van ’c
lichaam, die dan by alien cenpaFig^even
jeeris, eh ZÒO'frasi na de maat gefchied ,'
dat meri redén- beeft, om ’er zigi oVer
¡te VerWöndörem' Als nu de Speéltuigen
de tnaktf verhaàfteir, weten* de danifers ,
of danffereflen zich daar met-zeer luchte
¡Iprongen önder het danflen feer net na
tefchikken.
Zomt-yds hèbben die danflers, of dans-
fereifen, ook wel een Zyden neusdoek j
ö f een Zydé kleèdje in de handen, waàr
jmede zy wönderlyke draejingen maken;
Andere hebben een fray kleedje van Zy-
deofChits om het lyf, hangende hen
een flip öyer de linker fGhoudcr heenen,
en dat Wel -Zoo lang ,- dat zy byna
fleept.'
De mans hebben behalven dit wel
Tulbanderi , op ’c hoofd , of twee
ncusdoeken in de hand , anders' is hets
al meeft èveneens. Zy zyn op hun
allerbeft dan göltleed', met een, appel-
bloefem, öf blaeu ,: öf rood badjoe, of
opperkfeed van grof Catoen, öf Netel-
d o é k ider 11a Zy n ftäät , met een Sluy-
er öm'-’t lyf ^ met b'löemen in ’t hair,
inet: een fft-eng ’er afhängende. Zynde
de Danffers eri D'anfcreflen, altyd johge,
en ongehüwdc lieden.
Als zy beginnen, fombayen , o f groe-
ten zy ’t Gezelfchap , met de handen
boveri’t höpftl te houden , ’t geert zy
Ook doen. als zy ’er uyt fcheiden , zon-
der dat mannen of vrouwen dan vari
eenige andere groeten weten.
Zö ras die groet gedaan is , fcheiden
zy van malkanderen, ider na een byfon-
dèr einde van de baän , öf Van ’t plein,
danffende dan met- veel luchter iprongen
, en- met meer yerandering van
plaätsj dög j Zòo ’t vrouwen zyn, die
fchynen dan over de grönd ' te fchee-
ren , of als te iweeveh , dat zy zeer
aardig ,: géfwind , en lucht Weten te
döeri, zonder dat men by ria merkt,
höe zy häfe: voeten verzetten , dan na -
deren zy Weer allenskens tot malkandd-
ren, eri ftaan éindely k bot ftil, zonder
zig mèt de voeten van die plaats te bewegen
j maar ondertufleheri beftaat dan
al huri danffen voor een körten tyd; , ai-
leen in ?t koriftig , aardig én ; nèt dra-
jen van haar 'lichaam., aimen j knyen,
en hopfd', na de maat, daar mède gè-
lyk knikkende , dan eens met de eene,
dan weer. met de andre kriye , ’t geen
men bekennen moet, vry fraey te zyn,
en dat ook de eene veel Beter doet, als
de andre. Dan ryfen zy eens weer op ,
als öf Zy ".uyt een diepen flaap quamen,
X i fchei