
xx6 B É S . C H R Y V I N G E v A N
toont zig fracy längs ftrand uytgeftrekt,
hoewel ’t mede alkort onder ’t gebergbeAlan
** i
gercväu" Alangers zullen geen aal eeten,al-
een zq zy zeggen van een aal afkomftig te
Aalaf- 2yn. Zy hebben een put, daar zy ?er
01 ’S1 veele in voeden j dog zullen *er geen een
luten uytnemen 5 alzo’t hunne naafte
blpedyerwanten zyn.
Vordere 1 Alang legt, van de Tapi ontrent een
bdchry- naive myfj dog eer men daar körnt, moet
Ving de- men een fwaaren berg op,die zeer hoog
äaats. 5 do§ met traPPen gemaakt is.
' Boven gekomen zynde, heeft men een
fchöon Nageibofch , daar zy rykelyk
Van vöörzien zyn. Een weinig verder
wat ter zyden van de weg na de zee-
katit toe, ftaat een ftuk gefchut om belicht
van ’t komen der fchepen herwaarts
te geven. Een; weinig verder daalt men
van denbcrg af,na een yfelyke klqve in ’t
gebergte, waar over van fware balken
een. brug legt , van waar men door de
roden weer opgaat, door een körter en
naeuwer weg, die dan weer goed werd.
Daar na pafleert men een fmal brugget-
je | ontrent een kleen half uur van Alang
gaat men allenskens af op een goede weg,
dog vry hoog, en fteil afgaande, en dan
komt men ter plaatfe j daar oud Alang
plagt te leggen, zynde een mooy ftrand|
. ■ aaar men twee redelyke rivieren heeft
in een bogt, waar af de eene Way Lila,
dat-is, de groote rivier, genaamt is$
en van daar komt men by de Tapi, (die
\vy .repds beichreven hebben) ontmoetende
nog eenTray riviertje onder weeg^
en ook aan wederzeiden de . Tapi nog
twce5 en tüflchen. de Tapi, en Larike
nog vier of vyf gemeene rivierken?.. r
Aldus alle de dorpen , op.-?t ganiehe -tGet^
grpot Land van Amboina % of op geheel der
Hitoe, zo wel Qp.de buiten .als. pp <ie;Man-
binnen-kuft, befchreven hebbende,
is voor ons niet meer overig, 'dah aUSen
nog te zeggen., dat de pverige zielen >
weerbare mannen , en Dati’s., van’t
land van Hitoe , buyten dieonder: de
Opperhoofden vanHitoe j en Larike he-
hooren jeen. getal yan 3635* zielen ,.¿>74
weerbare mannen, en ‘ 371 Dati’s, uytj
maken. Dierhalven heeft men op dat
ganfche land in ’t rpnd 14463^ zipjen,
407 a weerbare mannep , en,' 10/4 Dati’s.
Eyndcjyk voegen- wy hier nog byydat
zieh- een diepe inham tüflchen ’t land
van Hitoe en Leytimor vertoont, die
tegen de Pas van Baguala ftuyt, en dip
van daar tot de hoek van, Alang vyf,
dog tot dien van Noeflänivel vier my->
len ruym diep j en tüflchen ’t Cafteel
en de Drie huyien een myl , en op andre
plaatfen nog . wel wat meer van
breedte is. r/'iaV
Hier mede nu gaan wy vah/t groot-
fte deel van Amboina, de kuft van Hitoe
genaamt, over tot het;kleenfte,ydat
den naam van Leytimor.. vpert, en in ’t
Suid-ooften gelegen is j om dat ook in
zyn binnenfte te befchouwen , en ckjar
van onderfcheidentlyk te fpreken.
DERDE 1 IOOFDSTU K.
VAn Leytimor. En de Dörpen, daar op leggende. Soya op't Gebergte^Mbé-
jëlyke en boogè weg. Groote KoudeA;Vr zomtyds^en op Seroemahoe. Zeèr oude
en dikke Canari-boom. E>e oorfprong der Rìvìer Way Tomo. Heeï flzytimor
Chriften , ttytgenoomen dé Mooren aan den Rooâen berg. % Óórfprong vàn de Rivier
den Olifant. Aanmerking over de naam van zo een Bron by de Maleyers. * Rifvjeren
hier. Dorpen. onder Sofa behoorenâe. Ootjprong dèr Koningen van Soya. Schooh
Nagel-bofch. Hateliie. Rivieren hier ontrent. Gevaarlyke weg. - Een zeer oud
'ïrrwooner in dit Dorp. Nakó, eri de. moejelyke weg, rievens Hateläe , ondei den Ko-
ning van Kilang. Kilang, en dejelfs Koning, nader befchreven. Erna, Rivieren*
en Hoekorila, en Rivieren: Leahari, en Roetort. Hoetoemoeri. Nooten-
boomen hier. Dit dorp nader befchreven. Rivieren, Serce, en Coelit LawanÆ/er.
N oeflanivel met de Dorpen. Hai e afkomfi van Javä.. En haar Geflagt-LyÎf ’ Van
Seylale, en Latoehalat. ' A li ook van Amahocfoe. Halong. Hatjyc Kitsiil. Ha-
te Afkomft. De Lateri, mede ondér Halong* Hative. Rivieren aan de.oyerzyäe{
Batoe Poan, of Terra Sigillata, hier. Tawiri. V Campon Maredheyka.
Oerimeflen met zyn oriderhoorige Dorpen, De Manfchap der Chrifterien op Leytimor
by een getrokken. Van de Stad Amboina, Deszelfs Teckeping. ‘ Van waar
die naam afkomftig zy. Opgeheldert uyt de öude Liederen der Amböineefen. De
Stad nader befchreven■ Hare groote in den Omtrek. Naamen , enverdre aanwyfing
der ftraaten. Lengte, en breedte. Verdre wegen ontrent de'[ehe. ’t Gètal der
Huyfen. Inftmciie voor den Roymeeiler/
Leyti-
Van
itncoyrK. -
En de
dorpen,
daarop
leggende.
Soya,.
bp ’tgebeigte.
Moeje- ”
lyke.weg
def- .
waards.
Groote
koudç-•
hierfom-
tyds.
En op
Seroe-
inahoe.
À M B Ö l N A. k i 7
Van L E Y T I M O R .
Y Eytimor beteekent in ’t Amboi-
• neefch zo veel, als het Ooftelyk
deel of de Ooftzyde. Om dit Leytimor
net te befchry ven | zullen wy ecrft
over de dorpen daar toe behooreriae, of
daar op leggende , en daar na over de
fiad, Ipreeken.
Van de Dorpen van LEYTIMOR.
Voor af zien wy, dat A Land van Leytimor
in ’t Süid- O o lien ontrent tWee
myl en breed , maar op Zyn einde , de
hoek van Noeflanivel génaamt, zcer
fpits is. De dorpen van dit Leytimor
leggen ten deelé op ’t gebergte,- (álzoo
geheel Leytimor een bergagtig lañd:, en
-van weinig vlakteñ voorzien is) ten deé-
le beneden.
De dorperi op ’t gebergte gelegen
zyn, Soya, Hataläe, Nako, Kilángij
Erna, en Hoekorila.
De dorpen, die beneden leggën, zyn
Roecon, Leahari, Hoetoemoeri, Noes-
fanivel met Seylale, Oerimeflen, en
eenige dorpen of gehugten, daar toe be-
hoorende ,■ Soya beneden , en ’t geen
daar onder behoort, Maredeika , Halong,
Hative, en Tawirú
die niçt breed is, en daar men längs een
imailen en Ongemakkelyken weg op-
raakt , is gemeenelyk met wollten be-
dekt •, v oóral als ’t tégenën zál^ w'àaròm |
dan de Inländers gewoon zyn té zéggenj
dat de Koning van Soya zynéri pot om-
gekeert heeft.
Twcé -aannrtèrkenswàardige dingen
heb ik daar gezien.
Hfct eerfte is een Garìari-of Amandel- ^eferoti-' -
boom van een buitén-gemeene hoogte, de en
en dikte | die ter zÿde de: ICefk-'ftönd^5 e. •
en daar al voor de tyden der P ó i t u g è e - | r^ . z - r . ... J .■ .. .. 0 vv*booni.--- íen, en over zulks ruim zoojaaven, geftaan
Het eerfte dorp ’t gebergte op, daár
men ria* ’t Zuiden of Zuid-Ooften f van
de Stads Zuift-Ooftzÿdë gaat, is Soya 3
en men hçéft een myl-gaans noodig^ óm
’èr te kotiien. De weg , die ’er onsheen
leid , loopt van de Stad Ambón a f , ten
eerften al zeer fteil op | waar van de
voor¿heuvels vry vlak hier en daar j en I
zcer vermakelyk van uitzicht, vöor all
ná'de. Stad, en over den inham, zyn,
doch voornamentlyk met het opgaan
van de Son , als .de daüw (die daar Zeer
fterk valt) nog op ’t veld legt.
De verdre weg na boven toe is hoe
langer hoe fteyler, doch niet zeerbreëd,
dat niet ophoud , voor dat men in ’t \
dorp, en nooger gekoomeñ is. •
De grootfte vlakte , die men boveri
heeft , is de plaats daar de Kerk , die
zeer klein is , en ’t huis van de Meeftcr
ftaat. De huifen ftaan hier en daar in ’t
gebergte boven malkanderen.
Het kan hier zo koud zyn door de
groote hoogte | dat ik den adern der
menfohén hier zoo dik , als ’s winters
in holland gezien heb, dog noit heb. ik
’t hier kouaer gehad, dan in het regen-
Moesfon van 170p. Als men üyt dit
dorp een fchip op de feede leggen ziet,
gelykt het wel een bootje'-
Een half uur hooger als het dorp legt
een heuvel, die: nog vry Koogèr , en
Seroemahoe genaamt is , van waar meri
over ’t land van Hitoe henen de kuft
van Ceram zien kan. Deze heuvel, |
had. Hy was nog in zÿn volle
kragt, ëh dfagt | leverendë öngemeen
veel vrugten uyt 3 hebbende de dikte;
van twee vademèn, en vier fpärfnen viin
my , o f in • zyn middélrlinië'- 4- voëf.
H et is de oudlte Ganàriboôm op dit land,
waar van al de andëre voorrgequeekt zyrt. ' ' H¡¡ . I l f ;î' I .
Het t\Veede wàs ' dat daâr niet verre; 0o¿
van ’t dorp de Qorfpronk, of fonteyn vâ'nfprong
de rivier Way Tomo (die door de Stad ^Frr^-
Ambon1 loopt) te zien was. Dus gingway
ik ’er met veel moeite na toe, en quamToitioi
’er eindelyk by, bevindende,-dàthëteeri
put een voetriiy’t; viërkànt, dieris grorit- i;
met de langfte plek- niet; te peilen
was; Hier Van dáán neèmt dië rivier
haar begiri , werdende ondër v^eeg door
verfeheide ípruitjes ‘, die ’er invállen j
vergroot , zyndé in de régen^moesfori 3
zeer fterk in haai’e- afwaterihg.: \
Dit dörp , gelyk boîc âlié de'äo'fperi Heei
op Leitimor ‘ (allêën de M'ooi’éh aán déLeyti~
Rooden-berg uitgezonderd) zyn
ftenen. - : - “ 'Áiitgeno-
Over Sbyá , dat bbveri is , heeft 'ëeri mende
Pati ’t gezag , hoewcl hy onder den^®^^
Koning, die in de Stad Ambón mét hétRod¿J
ander deel van vSoya wbont, ftaat: Difberg.
Soya boven , met dat beneden ÿ is P14
zielen, z jö Weerbare mannen, en 8¿
Dati ’s, fterk: Zy zyn Oeli Siva’s, en
vier Soa’s fterk;
Aan dè Suid-Weft-zyde vari den bërg oor- '
van Soya | dat boven is , is de' dubbeléfprong
oorfprönk ván dé riviér den Olifant^ dië v.ai? d«
beneden tfer zyde de Stad in zee uitwá- ^ o ii-
tetrI de eene ontrent de huifen , de an- jant
dfe wat meer na ’t Ooften ontfprin-
gende;
De Maleyers j die van | | riviéren j èri Aanmer-
Van meer zaäken, als van’t iichaara varikin§°~
een menfeh fpreken , noemen den oòf-’ Iaaif c
fprönk vah een rivier Kapala- Ajer ,■ dat van zo
is, ’t hooft des waters^ maar iiog net-:ecn Brort
ter, èn ondèrfeheidener ,• libemén zy ’t ^ ^ H
meeft Mata-Ajef, dat is , ’t;bôg des wal I
ters , of de Bfon. Een benaming , die
ik , den oorfprong van dee¿e en ver-
fcheide_ rivieren van Amboina zîendej
zeer eigeh en fräay vorid j alzo h’et bo-
P I ven