
24* B E S c H;R Y V I N G E y a n
veö verfoejelyk , cn zeer gevaarlyk
was, waarom hcc zekerlyk van alle vorige
Landvoogden agtcrgelaten is , behalven
dat het ookgeenzins tot het wäre
oogwit van deze maaltyd diend.
Na dat dit tot ontrent f of 6 uuren
geduurt heeft , en de inlanders meeft
. yertrokken-'zyn, zoo werd ’er na ’t op-
ftceken' van een groote menigte van
Keerfen en Flainbauwen, onder’t fpee-
len op bäs ep vioolen, eerft door den
Heer Landvoogd, het zy allecn, hetzy
met zyn Gcmalin,(zohy ’ereenheeft)
of wel met een andere Juffer van deeer-
ite in rang , en daar na door anderen,
gedanft, “tot 9 bf iö uuren, waar na
( men denLandvöogd geiamentlyk t’huys
brengt, daai nog een iftout glas wyn
gefchonken werd , en daar na ook wel
den Opper-koopman, oftweefte Stern
der Pirovintie , daar dan nog wel een
pypje van de Hefhebbers gerpökt Werft,
voerende'ider zyn jbngen met een lange
zeer fraay gefnedene Ebbenkoute
Pypen-doos met twee pypen, en zyn
tapak, by zig.
Op die twee eerfte dagen. wierften
allcen de Chriften-Vorften der Amboi-
neefen onthaalt.
. Twee dagen daar aan, was het weer
Moorai ?en byzonder Feeft, voor de Möhham-
twee da- medaanen , aan welke op dien tyd een
gen’er Koebeeft, en een groot getal hoende-
na- ren, en ander vee, gegeven werd, op
Holländers, 8 Juffers, en 67 Mooren. totihiet
Op den tweeden dag waren ’er 5*0 °P-
Orangkaja’s , 30 Holländers , en 20 ge-
trpude, en jonge Juffers, zynfte toen al’t
Etcn koud , dat op de drie vorige dagen
warm was.
Op de eerfte dag der Mooren , wer-En ’tver-
den’er 13Chargics, of 102, en op de^die
tweededag, maar pChargies, ot 7 4 '^ ^
kanon-fchooten gedaan. ^733%iieni'
Ook werd ’er na de maaltyd door de
Lands-grooten eerft getsjakalild, of ge-
fchennd, en op zyn Alfoerees by wyze
van een fpiegel-gevcgt, door een fof
meer geftreden, waar in die van Hitoe
voorgingen, en die van Bonoa,Boero,
en andere volgden ., danffende tegen
den avpnd ook in een ronden dans.
Met ’t vailen van den Avond werd
’er weder door den Heer Landvoogd,
en anderen, gedanft, en eyndelyk die
Heer op de voorige. wyie weder t’huys
gebragt.
Den iz. en 13. May, 1710. waren’er
op ’t Chriften-Örangkäja’s Feeft, 140,
en den 16. en 17. dito,p8 gaften opdat
der Mooren.
Voor zo een Orangkaja’s Feeft ont-^atdi
fangt de Heer Landvoogd in ’t byzon- Landtier,
buiten zyn andere inkomften , Joo voogd
Ryksdaalders , behalveneemgc leggers
Franfche of Rynfche Wyn , ook ette-byfonda
lyke.vaten Hollandfch Bier, een keldcrtrekt.
Brandewyn, een groote quantiteyt Aralc,
R y f tO l ie , J^leefch, Spek , Specery-
en, en veel andre dingen, die hem van
wegen de E. Maätichappy- daar toe
verftrekt werden.
Op deze maaltyd, zyn ,ontrend 400
hoenderen, f of 6 fchapen, yo ganfen,
80 of po end-vogels , 100 duyven , r
of 6 Weftfaalfche Hammen , 6 of 8
gerookte toneen, 4 of y fchoone hol-
landiche kaaien j behalven een fchoon
wild koebeeft, of twee of drie kalven ,
ettelyke vetgemefte en gefnedene bok-
jens , een menigte. van keurelyke pa-
ftyen, taarten, fuykerrgebak -, makron- .
nen, banket, en alles, wat men heer-
lyks- op een Bruyloft heeft , in een
groote menigte, zo dat zulk een maaltyd,
dat hunne Priefters het zelve mögen
dooden , alzo zy van gebn andre fpys
zouden proeven, dan waar over die
Priefters ’t beftel- hebben gehad.
Behalven dat ’er nog veel andre za-
ken ontrent het bereiden van hun fpy-
fen waar te nemen zyn, die ontrent de;
Chriftenen geen plaats hebben. Hun
kok krygt 40 Ryxdaald. j behalven veel
andere dingen, die hy hier toe nodig
heeft.
. Op dit maal was de loots (die be-
vorens zeer fierlyk , even gelyk men
op de bruyloften doet , met Roetoe
Roetoe, een zeer fray groen kruyd, op-
gefierd was) weer op'nieuw met andere
Roetoe Roetoe groen gemaakt.
Men had op die ’t Getal maaltyd , den eerder
Gas- ften dag 11 z perfoonen, te weten , 37 Ryxd. komt te koifen,
de E. Compagnie wel raym 2000
V Y FA
M B O I N A. 245
V Y F D E B O E K .
EERSTE HOOFDS TUK .
\ T u 4n de Ambonfche Taal. jils mede van de Maleytfche. De oude Wyie van V Rcgecring der Amboineefen. Hunne Köningen , Orangkaja’s, enz. Hun
oiide Regecring van vier opperfte Heeren des Lands. Dienften , die de Inlanders
aan hun Köningen , Orangkaja’s, en de E. Maatfchappy verflicht zyn. Hun
Hhaifil-gelden, • of Rechten vkn de Nagelen, die zy aan de Grooten geven moeten.
Wat Boetens zy nu betaalen. Van de Siekten dezes Lands. Febri Capialo. Ver-
fcheide Kinder-Pokjens. Yfer-Pokjens. Water-Pokjens. Coriandcr-Pokjens.
Bloem-Pokjens. Hoe zy die Lyders behandelen. De Ambonfche Pokkcn. Lam-
heid, of Beri Beri. Genecsmiddelen dezer quaal. De Landfiekte. ficht. De
Perfling. De Graeuwe Loop. De Gemecne Loop, de Roode Loop. Middel tegen
de ßloed-Loop. Steen' en Graveel is daar onbekend. Breuken zeer 'Seldfaam
onder de Inländers. Melaatsheid. Lazery. Hoofd-pyn. En Proeven daar op.
Onder de Amboineefen is weinig kennis der Geneeskunae. Middel tegen de Spröuw.
'Zekere Balifche Vrouwen , zeer ervarene Do&oreflen. Die hen op geen Bccn- of
Arm-breuken verflaan. De Chineeiche Artien. En hunne Geneesmiddelen. Hun
Eehandeling der Koortfigen. ’/Bord. Crabben, of Klovcn in de voeten. Midde-
len tegen V Steken van vergiftige Viflehen. Werktng van de Slangen-fteen , van
den Scbryver gefien. Middelen tegen andere ongemakken. Als Ro'odhond , Duy-
feling. watafugt. Mertftrua Alba. Quaae Oogen. Bloedvinncn. Coerap,
ö/Omloop, een zoört van Schürft. De Vyt. De Tateroega, of Schildpad. Tegen
vergiftige Krabben. Als ook tegen de Sawan , Jeukte, Koortfen, Pleuris,
Kolyk, enz. Werking van de Genfling, en Moxa. Groote Kuren van den Capi-
teyn, Lim Thiangko. En van andre Chineefche Artien. Heerlyke Olien. De
Amboineefen beweenen hun Dooden. Verdere plegtelykheden in den Rouw-tyd.
Andere Volkeren, buyien den Amboinces, zig hier onthoudende. Mardykers. Kleeding
der Mixftice Vrouwen.
Van de
Ambon-
fche
TaaL
EEr wy van de Amboineefen in ’t
byzonder affcheiden , zoo moeten
wy ook iets zeggen van de Taa-
len , die zy gebruyken , te weten van
^e Amboineefche, en van de Maleytfche
Taal.
De eerfte is hunne Moeder-Taal, en
die ällcen äan dit Land eygen, maar zo
verfcheiden ten opftgt van de meefte
Eylanden is, dät die van Boero , en die
fh ’t ooften van Amboina, malkanderen
gecnzins können verftaan j ja ’t is, zoo
verre van daar, dat zo wyd van den anderen
gelegenen malkanderen zouden
verftaandat zelfs veelen op ’t Eyland,
Amboina, in ’t Ooften , en in ’t Westen,
een geheel verichillendc Diale£t, I
cn tong-val, in hunne taal gebruiken:!
Want als die van ’t eene dorp ’t woord, |
Laat Sakken, willen uytdrukken , zoo
zeggen zy in ’t Weften hier gemecne-1
lyk , Ontatti , daar die van Hoetoc-
mocri, en andren in ’t Ooften, Sapiri
zeggen, dat immers niet met allen na’t
eerfte woord gelykt.
Ook gebruyken zy veeltyds de Ma-
leytfe Taal , om , als zy malkanderen
niet wel in ’t Amboineeich können
verftaan, zig. daar door aan malkanderen
verftaanbaar te maken.
.Hunne Taal is van een zeer ftoote-
rige, en hakkelagtige uytgalmingi ook
können zy veel zaaken in de zelve niet
uy tdrukken , om dat die in hun land
niet oorfprönkelyk ,maar van. buyten’er
ingebragt zyn. Zo können zy geen
goud, of zilver, geen peerd, of herte-
beeft noemen , maar drukken dit ^oor
de Javaanfche woorden van Helawan,
Saläca, Adjaran, en Mendjangan uyt.
De befte Ambonfche taal, die in
Amboina gefproken plagt te werden,
was die van Hoewamohel , die in haar
oude Gefangen nog bewaard word,
fchoon ’t land nu al over langen tyd Ver-
woeft is. Zy hebben geenLetters, nog
Schrift , dat bekend is} dog zy können
zig anders nog redelyk wel over faa-
ken, van welke zy kennis hebben , in
I hunne Amboineefche Taal uytdrukken.
Zy ipreeken dczelve in hunne huyfen,
en dagelykfen ommegahg met malkanderen}
en leeren die ook hunne kinde-
ren van jongs af aan. Ik heb daar al
H h 'i vry