
»34 A M B O N S C H E
i $43. werden|smen zal zien dat alles ook maar
gcfclfflBsj om tyd te winnen. Het is
ook zeker, dat zoo men voor veeljaaren
gedaan had, dat men naderhand heeft
Je|innen in ’t werk te ftellen, dat is,
de regeering der vierHoofdenaftefchaf-
fen, en de Kimelaha's te doen t’huis roc-
pen, men had al voor geruimen tydhi«
geruft geleeft.
V Y F D E H O O F D S T U K .
^Eerfte verrichting van den Heer Demmer, na Hoewamohels bevrediting. Een
Reduit op Gambello gelegt. Vertrek der meefte Macaflaaren. Sibori Bapa gaat
als gezant na Macaflkr. Kimelaha Loehoe, en Tehelia, aan 7 Cafteel Des
laatftens verrichting by Kakiali. Vaartuigen der Macaflaaren op Telleboan. Nieu-
we. nagel-tnftruftie aan de kooplieden op de comptoiren gegeven. Koning Hhamza’s
dubbelhertigheiduitverfcbetde brievengebleken. De Onderkoopman Comans op Mxcupzgelegt
Madjira na Ternate ontboden. Nau, en Binau ver overt. Ganfih Hoewamohel
bevredigt. De Heer Demmers fhuis-komft wer Kilangs gebergte. Voor-advys van 7 ontzet onder den Heer Caan. Klagten over den Pati van Cambcllo. Net berigt
wegens de Macaflaaren, &ç. en van Kakiali. A. 1Ö43 «8ÄE de Heer Demmer
de Vloot van de Heer Caan by Boero. Die hier als Superintendent, ÖV. van de
Ooftkomt. Kimelaha Loehoe, met zyn geflacht, ter dood gevonnift. Madida , en
¿¿OrangKaja’s, na Ternate ontboden. Verraad op Cambello ontdekt, en de fchul-
digen ten deele gefiraft. Wawani’s laatfte toeftand. De fer-Dcmmer verwoeß
eentge dorpen, enmgel-boJjchen,op de kuft van Hitoe. Wawani beftormd. Ver-
heidens. dapper bedryf. En die vaftigheid, door de onzen verwert. Ons volk Voor
Wawani. ri? ruggedreven. Dapperheid der Macaflaaren. Patiwani, Ridiali ge-
quetft. Kimelaha Loehoe afgezet, en Madjira als Stadhouder verklaart. Kimelaha
Loehoe, Akiwani gevangen genomen, als mede Codjali, Toeloecabefi enz
hmdelyk tn genade aangenomen. En Kakiali nogmaals gefondeert, om af te komen.
Verfcheide vä» Kimelaha Loehoc’s geflagt opgebragt, en gevangen gezet, uitgenomen
zyn dochter. Zyn moeder, zufter en halve broeder pnthalft. Aanflag op .Kakiali’s
w*rk<m mtslukt. Eenige vaartuigen vernielt. Die van Alang, Liliboy. AfTaloelo,
p» Wakkaiihoe in genade ten derdemaal aangenomen. De Heer Caans vertrek na
Ternate met Madjira. Pati Cambello’s vlugt. Een houte vaftigheid op Ceyt gelegt.
Nader verzoek van die van Wawani om vrede, afgewezen. Tammatela’s dood. en
ratiwam’swertrek na Capaha. Kakiali’s vlugt derwaards, werd verrodelyk vermoord
De Heer Caan verfchynt hier weer met Madjira. De onze verweren Kakiali’s boofd-
vefting. ConmiJJte van Koning Hhamza aan de Heer Demmer gegeven. Madjira ah
Stadhouder voorgefteld. Hitoeëfchegezanten, afgewezen. De Kipati’s ^»Loehoe
en Cambello, enz. ter doodgedoemd. De Heer Caans al te haaftig vertrek »^Batavia.1
«SS*.
; Eerfte "W* Et eerfte dat de Heer Demverrich
-■ ■ mer, na Hoewamohels bctingvan
H 1 I vrediging, deed, was, het
J L " ■ ftrand van Wawani door de
naHoe- ’ Coracora’s vanLarike,Hoewamo
wamohel, Manipa, Kelang en Bonoa,
hclsbe- en door drie van onze jagten te bezet-
gh?’ tcn» ter B Ì toe dat die uit de Uliaflcre
■ haar zouden können afloflèn.
Een Re- 0ok vertrok hy den zy September na
duitop Cambello met een jagt, waarinhytaìk,
Cambello fteen en yo flaven medenam, om op de
g ßt ZuMer-heuve! Baycole een Reduit, aan
ider zyde 40 voeten breed, af te fteken,
waar toe aanltonds alles is in ’t werk ee-
fteld. .
De grondflag gegraven, en de eerfte
ftcen door zyn Ed: zelfs gelegt zynde,
wierd 7 werk met allen yver begonnen,
waar toe Kimelaha Loehoe zelf al vry ne-
drig de hand leende, terwyl de Inlanders
meer kalk branden zouden.
Uit een overlooper, Kakiali*s pinang-
drager, zynde de zoon van den OrangKaja
van Hatoemeten, verftond men,
dat de Mooren van Noeffanivel en Ha-
toe met Kakiali t’zamen heulden, endat
die van Iha en Kaylolo aan die Wawani
alles, wat zy maar konden, toevoerden,
brengende ’t zclve van Lian en Mamalo
a f over land; dat 00k de meefte M a-; Vertrek
caflaaren met 20 vaartuigen al vertrok-dermce-
ken waren, en dat nog 200 koppen hen?cMacaf*
ftonden te volgen , waar mede Kakialt
eenen Sibori Bapa, alsvyfde gezant, aan Sibori
den Koning van Macaflar, met verzoek Bapa gaat
van een nieuw ontzet van volk, dagt te318 8Äant
zenden. Verhalende 00k, dat een groot?aMacaf'
gebrek van levensmiddelen onder hen
was.
Ook quam zekere Intsje Malim , een- -
Maleyer, met zyn vrouw, en 2 Hitoee-'
ien, overloopen , die alles, wat die pi-
nang-drager gezegt had, beveftigdenj
daar
Z A A
164a. daar ; by voegende y dat die - van Hi-
i:oé 'áan die van W awani7 ’ dagelÿks
kö^ toevoerden. ' Dit bevónden de ön-
zeu; waar té zyn j alzoo'zy in de Ri-
vier van PeiliflaJ, òp Caybobo-,' 2 Co-
tacora’s :ván die van Mamalo bezig von-
den,_om Zagoe yoor die van Wawani te
fe^öekelenjdie'zy neyens veel andèrévâai;-
^^uigen dei* vyandèn riamen, brengende
: 'i i geVangeneri, dáar örider 3 Oráng-
v Kaja’á ván^Mknalo, en í van HitoéLa-
riläf mede, dic' álle in de keten gékloi^
kén 5 én op. Cámbello aan ’t werken ge-1
zet wiêrde'n.
' Daar'roefttëri òp Kélahg ook noch
; éétìigé vreémdelirigen } weshalven daar
eenige Goracora’s na toe voeren, die de
zelve , daar onder eenen Intsje Bòri, in de
RiVier van Salatti vonda»¿ ’t Volk, iiit-
genomen eenj die zieh dood vogt, nam
de vluéht, en zy kregen een fçhoqn
nieuw vaartuig, dat zy na Cambello
bragteri,endaar eéri chaloep vanmaakten.
Niet lang daar nä quamen die van
Henneheloe , Hennelale , en Hennela-
toea , drie dorpen in ’t Zuiden van Negri
Lima op de kuft van Hitoc, en de
andere van ’t gefpanfchap Ceyt (die, op
Alang -geweeft waren òm te raadflagenj
met een vrede-vaan alleen by ons, älzoo
die vân Alang hardnekkig blevçri, ver-
zoekendé vredé met ons te njakeri. Mcn
Wees hen voof éerft af, ter tyd tóe, dat
Zy met gevarigèné Vÿaridèn qtiämen, ôp
-Welke zéivé vôo'rwaarden ook die vàn
Anin- géhoord j en wéer te rag gezon-
7 den-wierden. Zÿ gingen daar op met
t hunrie Coracora’s op die van Wawani
kriiiiTen, om koppen té krygen 5 dät juift
ten eerften niefi gelukte, alzoo Kakiali
p al Zyn Volk na boven geügt, en maar
373 Macaffaarèn op ftrand gelaten had,
die maar zochten door te breken, en na
huis te keeren.
Die van Locki, en Anin, dan’preuven
- tot ons genoegen gegeven hebbendç,
wierden vooreerft in genade op die voor-
waarde aangenomen',' dat de Heer Land*
voogd aile dé fioöfd-zaken met hen*af-
doen wilde , als hy voor hun dorp komen
zou.
Id November quamen 22 vaartuigén
Van ’t Eiland Key (önder Banda behoo-
rende) met velerlèi waaren in Amboiria,
en voor ’t Kaftéeï, genegen zyndc die
te verkoopen.
Kimelaha Landvoogd - had ook Kimelaha
Loehoe | Loehoe, en den Pati van Caiñbéllo ¿ Te-
enTehe-helia, na ’t Kaíieel genomen , om’ hen
fia aan’t wat vermaak aan te doen. - Z y wierden
8 met y kanon-lchoóten, en twee charges
musquetten ingehaalt;,
Men ftond dezen Pati toe twéemáal
na Wawani te gaan, om zyn vr-ouw en
kinderen te bezoeken, en met eeneh
kialt te íondeeren.
K E N. i3y
Hy gaf breed Van zyne genegenheid
tot de vrede op, doch zey, dat hy
leen noch door de Macaflaaren, en doorngtjngby
Dayn Mengapa, belet wierd, die ’t ftrand Kakiali,
van Wawani bezet hielden, en maar na
goede gelegenheid wagtten, om met hunde
vaartuigen , die vol nagelen waren,
te vertrekken:
Men zond hem dan noch ecns na boven;
docH toen bragt hy tyding dax. Ka-
kiali weer op riieuw den oorlog tegen de
Holländers gezworen, en geen andre
gedagten had, dan daar by tc blyvenj
en dit was beft tc gelooven.
In de Rivier van Telleboan op Jahoe- Vaattu^
l i , lagen 4 MacalTaarfche vaartuigen,
waar op de Heer Demmer een aanflag rcn op
maakte, doch' alzoo zy opgehaald, metTellc-
fteenen gevuld, en door genocgzaamí)oaa’
volk gedekt waren, viel hier niet aan te
doen, te meer, alzoo zieh de 10 Ley*
timoríché Coracora’s, by zyn Ed: me-
degenomen, overal buiten ichoots hiel*
den. ■,
"" De Heer Landvoogd hekelde hen
wakker daar over; doch zy konden dit
veel beter,ais een kogeljverdragcn. Hy
vertrok dan zeer niisnoegd na Hila, dog
liet de Rivier met een jagt en 3 Coracora’s
bezet.
Hy gaf ook op Hila, Loehoe, en- alié Nicuwe
andre nagel-comptdiren, aan de koop- nagel-in-
lieden een nieuwe inftruétíe, hoedanig ñruélie
zy dé nagéleri té ontfángen hadden, teaaÄ$e.
wetéri, niét meer gelyk bevorens, m e t^ ^ ^
ftcelen en vuiligheid j maar droog, en comptoi-
zuiver. . ' reugege.
Terwyl de Heer Laridvoogd Manipaven*
vifiteerde , en Kimelaha Loehoé by zieh
had -, viel ’er een gefprek tuflehen Pati
Heli, broeder van- Sengadjt Cowafa , en
tuffehen den Kimelaha, in ’t welke hy,
die ’s jaars te voren in Temate geweejft
was, aan den Kimelaha blyken liet, dat
hy niet wéinig in ’s Konings ongunll
ftond. - Hier op zei de Kimelaha tegen
. den Heer Landvoogd, ik wect wel, dat
de Koning al de íchuld op my zoekt te
leggen ^ om my maar uit ac wereld, en
tot geen levenaen getuigefvan zyne be-
velen,; tot nadeel van de E. Maatfchap-
py te hébben; maar ik zal uit achtbrie- Koning .
ven van Hem tooneri, dat ik niets bui-Hhamia'i
teri Zyn laft gedaan heb, waar uit U Ed. dubbel- ^
dan Pok des Konings dubbelhertigheid,^1^ “ *
en myn oprechtigheid, blyken-zal. - fcheide
. Hy haalde daar op die brieven voorbricvcn.
den dag, en uit de eerfte bleek klaar, '
dat hy de daad van Leliato, wanneer hy
ons, onder de Hcer Lucajfoon, Iha, éh
Mahoe afgenomen had, prces, met bevél
van die aan te houdeny inr plaats van
Noeflanivcl', ’t welk den Koning oor-
deelde, dat hem door ons onthouden
wierd.
1 1 1 1 . ’ uíc