
B E S C H R~Y V im GE
Hun
JDrank.
Heetetn , zop_ beftaat nogtans hun.gemec-
ne fpys, inSlangen, Coefcoefen (zeker 4ier) Aard-rotten , vKikvoriJchen , en
yrat dies meerds. Zy hebben ook veel
Qebi-worcels, .dqg geen -Combiji, of
CaJadi. Sagoe is een lßkkerny, die zy
in Bamboefen vullen3 als zy, ’er Papedo,
o i een dikke bry afgemaakthebben, die
?y °P de xeis maar-zoö koud eeten.
| Ook gebruikep zy tot hun fpys,meer
van ’p AmbonTch zout in klompen, als
Yan eenig; kleen, of gekorreld zout: ,.
Waat, ipys, die zy.kok^n,wcrd niet be-;
reid. in ;,potten (qewyizy die niet heb-
?verd. 0 0 M Bamboeien, die mede hun
Yaten, en drinkglaien <zyn: ^ant inde
grooten bergen, zy den, drank,
mede voeren,. en de kleener v.erftrekken
Jnen yoor Glazen, ©in ’er uit te drin
ken.
Hun drank is wäter, of anders, als
zy joelen willen, Saguweer> maanzy
kennen ook wcl Brandewyn. uit Spaan-
fche wyn,, enzy# gek na,den eerften
drank,., .- .
Öe jPrßclicänt ATontanus op El i pappe-:
teh, een Kerkelyke-bezoeking doende,
om daar de H. Sacraipenten te bedienen,
heeft, zoo my .dpör een School-
meeftgr,, die 'er tegenwoordig was, yer-
naalt is , eens een w.onderlyk gcval daar
inede geH.ad. ,
Seldzaamii Zoo als zyn Eerw,: ¿egen den Ävond
vooral id dat dörp verinpeid, dn a^efloofd ge-
van D. komen, was, en zig een weinig totVus-
rus met -ten IS P ! ! ? bad , geen luft hebbende
Radja Sa-om te e?ten, zop wierd hem door de^
fcoäaii. zen Schoolmeeijer .gezpat^ dat R^dja I
Sahoelau, een yah.de magtigfte berg-ko-
ningen d«szer Alfoereeien;, gehoord heb-,
bende dat zyn Eerw: ftond te koinen j
al vopreeriige dagen afgezakt, en miin ]
dit dorp met een zeer groot gevolg ver- >
feheenen y^as,en verzoeken liet zyn Eerw:
te mögen verwelkomen.
■ De Heer Möntanusdie defen vorß •
üit berichten al had leeren kennen, en j
Svel wilti, dat zyn magt zeer groot
was j vont goet, hoe weinig luft hy
ook had, hem maar tep eerften te ont-
fangen , om te eer van hem oritflagen
te zyn 3 hoewel dat geweldig buitfcn
zyncgiiEng ging.
Hy belaftte dan acnmeefler^ te zeg-
-gen, dat hy maar ten eerften wilde
komen 5 maar de meeßer verzogt zyn
| Eerw. dat hy dog voorzigtig wilde zyn J
en niet laten blyken , dat hy brande-
wyn had j alzoo de koning hem zeker-
lyk daar na vragen, en het danniet wel
iiflopen zöu. Daar op quämÄ^«
boelau binnen , en verwellekomde den
Heer Montanas.
Het eerfte, daar hy na vraagde (want
ewrom quam hy, en niet om den Pre-
V A N
dikflnt )) was brandewyn,’ zeggeride in
gebroken Maleitfch , dat hy een groot
liefhebber daar van was.
De Heer Montanas, antwoordde, dat
zyne -. Kerkrbezocktng hier zoo goet als
ten einde was» . en dat hy dierhalven
Zßfir weinig; brandewyn overig had. .
Daar quam eyenwel npg een ftaartje,
geen brandewyn , maar oude Spaanfch'e
wyn, .tc voorfehyn, en myn Heer Montanus
brach t het den Koning van Sahoe-
: lau eens töe. . .
Zoo ras hy dc fles in zyn hant kreeg,
en ’er watuitgeprpeft had, zeide hy: dat
if geen mannen , maar vrouwen-dranlc,
is dat brandewyn, dan ben ik het verge-
ten , daar is immers ganfcb geen kracht
by , en ’/ is niet anders, dan zoet. Dat
is goet v'oor de vrpuwen, maar de mannen
moetßn ieis hebbenf dat kragtiger is.
Daar, was yPatßr Montanus met zjn
Spaanßche wyn wel deerlyk aan de gront,
verlegen wat hier in verder te doen 3
egter, pm niet befchaamt uit te komen^
Bti^t hy. CGTißei brandewyny 6\Q ontrent
half vol was, vopr den dag. Dß Radja
kreeg zoo ras den rcuk van dicßes niet,
of hy zeide, itoe minoman laki lAki y dat
.is mannen-drank. E n ’t bleek ook i want
de,fles quam,/<?i% wederom. .
T.erwyl de ßrandewyn begon tejwer-
ken, bragt Radja §Qhoclau y 'pufleheni
welken, en zyne onderdanen , gediiön-
derfcheit ter wereld te vernemen was ,
zyn Majjdkeke yoor, den dag'haälde
daar epnige ftukken yinflangen en Sagoe
juit, biedende die ¿e'n Heer Montanas
a^n5vdie, om dit,te ontgaan,yoorbragt,'
dat.hy zoo laat ioden^nachthietgewoon
was tö eeten3 waar over die koningjniet
Wel voldaän zvnde, aanbood ter zyner
eere, enom dat hy hem zoo wel ,ont-
haält had, een fpiegel-gevegt van Älfoc-
reeföri aan te rechten. \Vat nu de
jHeer Montanas zeide, dat hy’vermoeit,
en dat het te Jaat in de nacht was 5 dit
moeft evenwel zyn voortgang hebben,
alzoö de brandewyn, die 'Zy wat fehie-
lykgedronken hadden, begon te werken
.H
y ftont dan eindelyk dit fpiegel-ge-
•vegt , by cen .menigte van fiambauwen
(die zy van Hars maken) aangerecht*
toe. Het ging in ’t eerft verindeelyk,
en wel 3 dog naderhant, toenhetbloet,
begon gaande ty raken^ zoo kapten zy
’er op, zyn Alfoerees zodanig in , dat
’er ’t blotet hy neder gudsde.
De Hefer Montanas dit ziende, eri
voor groter ongeval vreefende , verzogt
aen Radja r hier mede op te hou-
den. Ondertufichen wierden ’er ver-
fcheiden nedergefabelt, dat zy ’er by
blcven leggen 3 waar toe Radja Sahoe-
hen , ter eere van den Heer Montanas
A M B O I N A. 7?
Unas, met allen ernft nog meer aan-
zette 3 dog dit begon dien Heer zodanig
te verveelen , dat hy eindelyk
tegen dien koning veel ernftiger taal
begon te voeren. Hier op gaf die vorß tot
ántwbort, dat deze zyne onderdanen, en
áltemaal maar doode honden waren, aan
welke niets gelegen was,en datHy voor zyn
Eerw. zoo veel agtinghad, dat het’er
op geen duizent van hun aanquam. Dit
nam echter een einde, wanneer hy hem
vertoonde i dat het wel een groote eer voor
hem, maar volgens de Nederlantfcbe
Wettennitt geoorloftwas, onnoodigbloet
te vergieten,: en dat hydat by den Heer
Landvoogt in ’£ byíbnder zou moetén verr
äntwoorden 3 die zekerlyk door zyn
Spions vememen zoü , dat’er ter eere
van hem zoo veel Alföefeeien nederge-
ikbelt waren 5 door welke laatfte rpden
hy bewögen wierd 3 om dit btöedig fpie-
gelgevegt te eindigen, waar over de Heer
Montanas uitnement verblyt was, in vre-
ze geweeft zyndé j dat hetvande Alfoe-
reelen wel eenS op hem j en de zynen,
had können uitdrajen: .
Hoe Hun gemeenen drank van Saguweer
h^nne.- zyn zy ook ge^röon irimoéraíTen te begra-
^ “H^rven , om ze fterker. te doen worden,
waren. Ookneemtfedaneengeelderkouleuraan,
en word vry kragtiger, en koelder, hoe-
Wcl zy al haré aangenaamheit verlieft,
en vry ftraffer van ímaak word i ja ’t ge-
beurt welj .dat zy vergüten, dat zy die
Saguweer daar begraven hebben, .waar
van dan wél eeiis een hieiiwe Bamboes-
ftoel voor den dag gekomen is. ¡
Hunne: Z,y wetea yan geen ledekanten. $ maar
. ilaap^ wel van Dego Dego’s, zyndé folderin-
plaatfen. gen van gefplétene Bambo'dferi, waarop
.zyiflapen-j' dog om te lekkerder te ru-
■ften , zoo ftpken zy daar een flaau vuur
onderj dat maar wat legt en imeult, ’t
feen zy voornamelyk opa defterkenagt-
oude op die hooge gebergtep dpen.;
Zyheb- i Zy hebben ieder maar; eenefvrpuw,
beninaar die, fchoon zy ’s nagts al vry bero°kt
bene. .WOrden, nog alredelyk blank Zyn.
* j Van, overlpel, fchoon zy Zoo naakt
gaan, höort men onder hen niet fpre-
ken, en hoe Heidenfch zy ook zyn,
moet men hen echter riageven , dat zy
-die gehen, die zy eehs kennen, redelyk
-getrouw blyv.eu 3 waar van wy onder
-ons-veel overtuigende bewyzen hebben 3
alzoo zy veel HoUanders, daar zy zieh
op vertrouwen dorften'.,- zelf alomme
door hun 1 and geleid hebben. ;
Latent Men moet egter weten,- dat niemant
|een -vreemts. in hun land komt , of zy
aannale-0g e v e, n door ze k e r kenb, ,a ar teek e.•n van
kerte- ' een h ö ren ,, waar op z y b la z e n , alomme
ken.inj kennis daar a f , h o e h y ’er k om t , als
|unlan4 vrient ö f als .v y an d j ’ t g e en mede z o o
^ ‘ g e fe b ie t , als h y ’er u it v e r tre k t.
In oude tyden heeft men een Hollands
Capitein gebad, J^eßewtan genaamt, mauby
dien zy op de handen zouden gedragen benbe?..
hebben , gelyk ^¿e ook over al door hun111111
land gereift heeft'. .... t ;J
Wat dienften wy van tyd tot tyd van
hen gehad hebben, zullen wy elders,
in ’t verhalen van de Ambonicne zaken,
zien 3 al waar wy Qpk, van hunnen Gods-
dienft, en zejdfaamheden, zullen fprcken. 4
Onder deze Alfoerecfen heeft menPj^^7
drie Opperkoningen , .waar' onder alipningen
mindere pergkoningen ftaan. . der Al-
. Radja Sißoeloe.y die de Öudfte vari de foctsf«!
Oelifivafe Alfoereelen is, Heeft zyn land
in ’ t Noor-den agter Bolela, loopende
dit tot Taiioeno-, en nog Zuidplyker.
O.ok komen zy af aan het ftrand van Bolela
j een myl Ooftelyker. te Boas, op
de Noord-kuft van Ceram. Hy is een
van de inagtigfte kon.ingen involk,hoe-
wel ’er magtiger in lana zyn.
Als men van daar Oöft aan gaat, be-
gint het gebied van Radja Sahoelau, van
de riyier Makinah. Deze wort voor de
grootfte koning der Alfoereeieii gehou-
aen.H
y is vari afkomft een Temdtäan^
die op Boero by Tomahoe is komen
aandryven, en van daar na Ceram. ver-
huift zynde, te Tehala, daar hy aanlandde,
door de Cerammers tot hunnen kpning
verheven is». gelyk hy alleen ook tot -
pog toe Kolano , dat is , koning, in ’t Ternataanfch, genaamt wort.. Hy önt-
hout zig- gemeepelyk diep i i f ’t geberg-
te in het dpip Warmoela , leggende
tuilchen ;deidorpen Loeboe of Roema
Ela, en Elipapoeteh, rykelyk ^ier my-
len van ’t Noorder ftrand, niet . verre
van de riyier Makinan. Een myl van
Warmoela legt het dörp Koli, nevenS
verfcheide andre dorpen, en als.meii van
daar na Elipapoeteh wil, gaatmenöyer de
bjug van ¿en.Waringin-bpom, tüflehen Brugen
twee geborgten ¿ onaer welke de rivier binnai-
doprftroomt,‘ gelyk wy bpvprens gezegtmeir *
hebben.
Öok heeft deze koning öhtfent edh
van die dorpen een groot binnen-meir
boven op een noogen berg.
De plaats, daer deze koning aan ftrand,
uit,en na beneden komt,is, of by Elipapoeteh
aan de Züid-kant, öf by Soeboe - ;
na de Noord-kant.
Zyn broeder of iieef voert gemeerie-
lyk, met de naam van de kRene Sahoe-
lau $ het oppergebied ,.te Waumatta,
dat twee myled van Elipapoeteh legt,
fchuins ’er agter, wat na het Noorcf-
Ooften töe;
Van alle de Alfoereefch’e koningen1^
is’er geen, die zoo veel land b'eiit, en
die zoo ontzien is. ,
De derde oppermagtige koning is die Radj^;
K 3 ' van