
B 2 4<í E S C H R Y. V I N G E
Opper-Heeren , van welke/, zy yeele
gèweldenaryen moeften verdragen,had-
den.
Hun verdere Oude Regeering. onder
Köningen , Pati’s , en Orangkaja’s,
werd egter nii nog in treyn gehouden,
gèlyk aie ook tot heden in gebruik is.
Deze Vorften hebben over de onder-
daanen een groot gefag, en zy voor
hunne'Orangkaja’s , cn andere Over he-
den,een grooten eerbied, zullendenoit,
dan al hurkende, en met de handen bo-
ven ’t hoofd, byna als biddender wy fe, ten
reeken van de hoogfte nederigheid hen
voorbygaan , en van verre hen zoo haderen
, en niet eer opryfen , voor dat
zy voor by hen zyn, of hen geboden
hebben te vertrekken, anders zullen zy
zo hurkende by hen blyven zitten, hunnen
lall met na de aarde geflagene oo-
gen aanhooren, cn op alle beveelenniet
anders, dan Oor Ila , dat- is , Grooten
Heer , cn Opoe Latoe, dat is , 1 Heèr
Koning, in de plaats van ja , of het is
wel, antwoorden. En om dit te gaan
verrichten, zullen zy nietopftaan,maar
al hurkende agterwaards zo lang wyken,
tòt dat zy of ouyten de deur, of verre
geriöeg van hunne Vorften zyn , aan-
gefien het een onvergeeffelyke misflag
weifen zou, aan dezelve hun hinderite
te toonenj hunnen laft dan uytvoeren-
de met de uyterfte fpoed , trouw , en
neerftigheid, ja dikwils,raet het uyterile
levensgevaar, gelyk wy dat hier bo-
ven in ’t geval van den Koning vari Oe-
latgefien hebben.
Dienften ^ Z y zyri ook gehouden de huyfen hun-
diedeln-ner K o g g en te bouwen, en de ilylen,
gen, O
rangka-
ja’s,en
de E.
Maataanhun
balken, planken , en al het houtwerk,
Konin- alle de Gabba Gabba | Atap, en wat ’er
meer toe nodig is , dat door hun, dienft
bekomen kan werden,daar toe te leveren -,
dog die Koning, of Orangkaja , moet
dat volk dan van fpys en drank verfor-
fcliappy, gen, ’t geen hen, al ichynen zy het voor
ZJ¿ 1 niet te hebben , nog vry duur komt te
ftaan, aangezien de Amboineefen, zeer
luy, en langfaam in *t werken zyn.
Alle dag moet ’er een Marinjo (of
Dorps-knegt) met eenige van de Dati
of Höf-dienft-doende onderfaaten, op de
Balcoe of hun Raadhuys zitten, om de
nöodige zaken , die de Koning , of O-
rangkaja, hen in den dienft Van’t dorp,
of ’ivel in zyn eygen dienft belali., te
verrigten ; ' waar toe zy dagelyks ver-
wifleld werden , alzo ider huys een Dati
, of Perfoon, die tot dezen Hof-dienll
verplicht is, uytleveren moet, waar ontrent
dan ider zyn beurt dagelyks, even
als een zoorte van wagt , waamemen
moet,
Zy werden dus van hen gebruykt, ’t
zy orii Houtwerken voor de E. Maat-,
V a n
fchappyp (die. dan daags een of twee ftui-
vers, cn een pond R y ft, aan ider-geeft)
of wel voor f§ dorp zelf, tot het maken
van een Kerk, Baleoc, of.diergelyk, tc
kappen, ’t zy om' de publycque wegen
in’t gebeigtCj na den Regcn-tyd, fchoon
te maken, Specery-boflchen uyt te roe-
jen, bruggea over de rivieren te ieggen,
met deze en gene Vaarmygcn hier en
daar na toe, in den dienft der E.Maat-
fchappy, of van deze Vorften, en hun
dorpen, te fcheppen, (hoedanige Dati’s
zy nog in ’t bylonder voor den Landvoogd
en de Opperhoofden geven moc-
ten) en verder om alle zodanige andere
dienften te verrichten, als de Orangkaja,
ofte Koning, goedvind hen te bc-
lai len.
Buyten deze tot zulke dienften ge-
fchikte liedcn, hebben zy uyt hun on-
der^aaten voor zieh zelyen nog eenige
byfopdre perfoonen , die , als zy uyt-
gaari, hun gevolg uytmaken,cndie hen
deze en gene dingen , die zyi zouden
können benoodigd zyn, als Pinang, Tabak
, een Toedong, Matje, cn andreirior-
repypen (tot ider van welke een byibn-
der perfóon vereyfeht werd,) gevvoon
zyn na te dragen.
Deze onderdaanen moeten aan hunne Hhatfil-
Dorps-Hoofderi ook Hhatfil , dat is yelden,
hunne Geregtigheid, en Inkomft Vaiv°f Rech-
de voorname vrugt des Lands, ofte d e ^ a L
Nagelen , geven., dat van ider pondHen.Ie
een ftuyver,. of van ider bahaar Nage- zYaan(lc
gelen, die f yo poriden weegt, eri die§Poten
voor ¡6 Ryxdaaidcrs door de E. Maat-Stcn.
fchappy van den Inlander ingekogt werd,
zes Ryxdaalders komt te bedragen, die
dan weder op een byfondere wyfe onder
die Grooten verdeelt werd , gelyk
wy nader , daar wy van de Nagelen
fpreken, toonen zullen. ?
By deze en gene misdaaden moet de w
inlander hen ook fwarc boetens geven, Poetens
die egter van tyd tot tyd onder onze Re fÜy nube-
geering zodanig bepaalt, en vermindert |p -
zyn, datzy, gelyk ook geene buyten-
Oppcrhootden, riumeer dan zesRyxd.
aan boete mögen trekken , gehouden
zynde hen anders aan den Filcaal aan te
geven, dat egter zelden gefchied, gelyk
ook veelc die bepaaling van-deze
boete wel overtreden } dog komt dat
uyt te lekken , dan raken zy zelf in
des Fifcaal’s vyzel, en komen ’er noit
zonder groote kleer-fcheuren uyt.
Zy mögen hunne onderfaaten weleen
tsjamboc-oftfwecp-flag geven , maar niet
binden, nog in de böejen zetten, alzo
de Fifcaal alleen daar toe geregtigd is.
_ Men heeft in Amboina verfcheidevan de
Siekten , en Qualen, die een menfeh, Siekten
of fchielyk können wegrukken, of langf“ .
doen^uynen. .
Doóio-
A M ' B Ö V N Ä> 14?
fwarte Capialo-koorts, vari de Chine-
fen Tsjoedan , genaamd , als men door
grooten brand met fwartebleynen uyt?
llaat j en als zieh op de borlt o f rüg}
tuflehen de fchouderen fwarte vlekken
als luyfen tuflehen ’t vel vertoorien.
Deze luyfen fnyden <zy *er uyt tot. '¿t
Febn
Capólo.
Doftören, of Artzen, heeft men hier
niet (hoewel ik eenigen op Batavia ge-
kend heb) maar de Ghirurgyns fpeelen
hier voorDoftoren, en ik heb ’er gezien
die heerlyke Curen deeden y dog de inlanders
gebruiken Dö&orefTcn, en zulke
Medicynen 5 dog fömmige ook Chili
eefche Doftooren.
Voor eerft heeft men , buiten andre
f emeené Koortfen, daai een foorte yan
loorts , die zy Febri Capialo , in ’t
Portügeefch, noemen.
Indien de middclen 9 tot herfteliing
van zulk een lyder‘aangewend, niet ten
eerften gelukkcn j en verandering ge*
ven/zo rukt hem die Koorts gemecne-
lyk binnen drie dageh weg-. Zy beftaat
in èeri fwaren brand , en onlydelyke
Hopfdpyn, die de lyders ten eerften
buyteri Verftand brengt. De Chineefen
hebben een middel -, om veel menfchèii
daar af te helpen. Zy maken met een
Lancet een opening , ontrent de lende-
nén, op de ruggeftreng, en halen daar
- ëen druppel z à i geronnen bloed.j. ter
grote vaneengeeieerweet, uyt,’t geen
fcy zeggen alleen in déze zoórt van ziek-
te gevonden tc werden , waar op dán
de Sieköi j koele dranken^ tot-uytdry*
ving der hitte ^ gebruikende, in kortfe
tyd (zo ’er de dood niet medfe vermengt
Is) herfteid werden. Dit is de gevaar-
lykfte Siekte, en om te weten ^ of het
die zoort van Koorts ook is , dewyl ’er
meer heete Koortfen, doch niet zo do-
delyk, heerfchen, zoo is men gewoori
een middel in’t werk te ftellen, ’t geen
een vafte proeve op die Koorts is, be-
£ ftaande hier in.
wat bloed komt1, branden de plaats'¿tot
’er een roove opkomt.. -Hoùdéri dé flicken
Zy nemen een zoort van barneteleri,
'of zeker ieukerig blad , by hen Dahon
Gâtai (of van ’t kruyd, Laroon) o f ’t
Laccum-blad genaamd , zynde een mans
ÿoet groot, dat men den fieken ovèr’t
bloot'lighaam wryft 3 zó dit blád' hem
leüktV of prikkeling voelen dofet', zoo
heeft hy de Capialo niet ; dog zo hy dat
niet voeld, is ’t een vaft teeken, dat hy
de Capialo heeft , alio die de menfchen
. Van hun gevoel en verftand b'erooft.
Gemeeoelyk werken zy op die fiek-
te met verkoeleride dranken, en fpyfenj
om den brand daar door1 af te dry ven,
gelyk zy den fiekeri ook koel, en lugt-
jens, kleeden.
Voofnoemide DahonGátál , met het
lap van. Goemira , of anders ook ge-
wreven riiet wat Bangle, en Deringoe,
met de Candel-bladen eri uytgedrukt
zyride, geeft men daar den lyder een kopje
vol af te drinken,en anders geen drank,
dit zal den brand afffetten j ook is’t zeer
goed, het lyf en de armen daar mede
te ímeeren. ¿ '
Daar is ook een Capialo Hitam, of
2 2 3 dagen zorider eeten , hem riíét
toelatende dan -water te drinkén ,'éri eeá
ftukje van een konkommér te eeten, eri
dus overwinnen zy de fiekten.
Wit • Akar Bahar met rood Sandel-
hout, van elk even veel toet water' ge-:
wreven, en ingenóriieñ, is ook zeer gócd^
eri tegen gemeene'Rooftfen is niet bfeter
dan Coecoeran-bládén, geköokt fn water,
en met wat Ofleri-gal gemengt;
Men heeft ■ daar ook de Kinder-pok-
jen§; dog als een overgang, of by na
als een pell. De zóórten nogtans; zyn pokjenS,'
verfcheiden.
Daar zyn ’er , die zy noeirien Loeti Yfer- 1
Loeti Beü, ’t geen Yifer-pokjens in ’t Pökjcni
Maleyts beteekend . Deze körnen op -,
breed, plat, in’t midden ingeVallén, en
met een pik-fwartc ftippel *ér in-. Zeér
weinig menfchen worden hier van hfer-
ftelfc.
¡ Teri anderen, -fe^er eön-zoörtydfe zj^Vyatcr-
Loeti Loeti Ajer, dat is, Water-pok- P°lyens;
jjeris, noemen. Deze zyn groote ligte
bleinèn , die vroeg rypfen , en droo-
gen. Dit zyn dfe befte, en ligft te
genèfen.
Teri derden , is ’er een zoort , die zy corian-
Loeti Loeti Catombar , of Coriander-der-Pok?
pokjens noemen. Deze beginnen met Jens*
een fterke Koorts j maar haar begiri is
erger, dan haar einde.
Zy geven haar zeer weinig en idei,
binnen 4 öf f dagen , op , en werden
niet grooter , als ecn Cöriander-zaadje.
' Met de J) öf 10^ dag zyn ze ryp,
ft aan dan^ mèt feen föhferp geel puntjej
zeer vinriig , en rondom rood. Deze
gaan of breken niet door, als andere
Pokjens , maar verdroogen höe längs
1 hoe meer, tot dat ’er niet mefer als een
Ideen vifch-fchubbetje overblyft, ’t geen
van zelf afvald, zondfer byna eenig lid-
teekert na te laten. - Binnen 14 a i f dagen
is mén daar van herfteid ; cn fchoori
men die heeft , zoö kan men ’er medfe
gaan, en ftaan;
Ten vierden , 'i s ’er fìog céri zöört,Bloem-
die by lien met de naatn van Loéti'Loe- Pokjens;
ti Boenga, dät is, Blöetri-pokjfens, behend
is. 1
Deze komen zeer digt by een Öp,
fien ’er etterig , en gèel üy.t, hebben
ook veel meer etter , dan eenige and’re
by fig. Zy droogfen fwart op , en zyn
voor velen doodelyk. Ook laten zy aie
gene,