
Water- plaats.
Dorp
AfTahoe- 5ÌL .
BergKelilatoe.
Rivieren
Solopa,
TeonrWè.ay
42 B E S C H R Y V I Ñ G OE V a n
anderhalf,myl na ’t Ooften, puilende, I van de Heer Artus Gyfels, oud Aflahôé-V,ud A
na dat men een klcen bogtje voorby is, hoedi te leggen , met welk dorp diéfahoedL
éen weitìig uit, en dan zo restOoftop, Heer groote moeite kreeg , zo vene,
tot aan de zoo genaamde - Waterplaats dat hy in ’t jaar 1632. genoodfaakt was
met een riffig ftrandloopende. . : ~ «• •• *•
. ; Het heeft in het Ooften medeeenkleen
mbogtje, dat ten Noorden van Ajer
Mira ontrent andcrbalf myl, en ten
Weften van. Aflähoedi een myl legt;
dragendozyn naam , van dat ons volk
in oorlogstyden daar nu en dan wel plagt
Wàtertehajen- ¡
Hier is het land van Hoewamohel
ontrent weer vande zelve breedte, ais
’t by dé rivier Ajer Mira was, giftende
dit mede ontrent drie en een halve myl
breed ; dog van hier verfmalt het land
hoe langer noe meer, eñ loopt van de
Waterplaats Noord-Ooft aan.
Gdÿk nu de dorpen van Hoewamohel,
(ot nog toe van ons befehreeven, alie op
de Ooft-zyde van dit land leggen , alzo
zal het voígende , dat wy nu nog tot aan
de pas van Tanoeno toe befchryven zullen,
in ’t.Noord-Ooften , òf in ’t Noorden
van kleen Ceram., voorkomen.
Deeerfte plaats na de Waterplaats,
die wy ontmoeten, ontrent een myl ten
Noord-Ooften van de zelve, is het ver-
maarde dorp Aflähoedi,al waar zig eerft
.een fmalle inbogt, en even daar aan een
uitpuilende hoek, en dan weer een in-
b ogt, en een andere reevige hoek ver-
toont, onttent welken men vérfeheide
moeraflen onder den rotzigen bergKeli-
latoe z ie t, dien de onfen den rooden
Berg noemen 5 by welken aan des zelfs
eene zyde, zig een onderaardfche Woo-
ning, of Celle , vertoont r die wel eer
onfe vyandén tot een vafte vlugtplaats
diende, te meer, alzo zy van onderen,t
door eenen naauwen en verborgen toe-
-gang , daar op wiften te komen , daar
hen niemand, zonder groot gevaar, ge-
naken kon.
Beneden längs dezen berg ziet men
de rivier Solopa ; dog wat Suydelyker
de rivier Way Pore , die wel veel gro-
ter, maar.bfak van Water, en daarom
door ons volk de Zoute rivier genaamt
is, ’t geen o.ok Wel te gelooven is, alzo
zy haaren oorfpronk uyt een vuil Moe-
ras, of kleen binnen-meir, heeft.
Op het ftrand Arigoena , tuflchen
deze twee rivieren, heeft de Landvooet
Houte ;
Vefting
in 'tjaar
1640. op
’t ftrand -
Arigoe- r
na gelegt.
JDaoarg in ’t
16 ji.
door die
van Afta-
hoedi af-
geloo-;
pen.
het dénOorlog aan te doen ,en alle boomen
om verre te hakken.
Béooftcn Aflähoedi, -legt de Berg, BcrgOc-
Oele, doof ons volk de'Bonoäfchele.ßaay
berg-genaamt, om dat die van Bonoa,Haloc-
in de laatfte ;Oöi logen derwaaits ge^
vlugt, zig óp dien berg verfterkt had-
den.
Tuflchen deze twee bergen is een
kleene vlakte, en agter de zelve de be-
flootene kleene bay , Halóé, waar in '
men tegen alle Winden zeker legt j dog
voor de zelve is het wat riffig,-zo dat
men moeite heeft om ’er in te komen y
’t geen egter onze vyanden niet belette
in de laatften Oorlog mériigvuldige
uitvallcn hier uit re doén , eer wy eens
wiften , waar zÿ" van daan quamen.
Hoe egter de wakkere en onvermoei- A(ri.
de Heer, Arnold de Flamingo in ’t jaar didooT'
id f f . dit vuil gebroed der Aflähoe- de Hr. de
diers hier heeft weten te vemeftelen,vl,iminS
en hunne ichuilhoeken te ontdekken,veroverr-
zullen wy omftandig elders zien.
Dit dorp ttondt wel eer onder eenen
Radja , of Latoe Ajfanke , die wel een
groot Koningmoet geweeft zyn, ver-
mits- Radja, in ft Maleits ,enLätoe,Tn
’t Amboinecs, Koning beteekent.
Het dorp beftonduit vier Soa’s , ofyierSo-
onder-buurten , waar van de eerfte , a's of
NoeroeLatoe, onderdén Koning ftont,buùrten.
wiens geflagt geheel uitgeftoryen , waar
na het gezag 9p Tamaela (dat is Jon-
ker) Hatela vervallen is,uyt welk ftam-
huis zig nog lang dáar na de Orangkaja
Camera , (of Land-Raad ) Laulata, op
Manipa aan de V efting, met nog een
andere Orangkaja Amanitoe, onthouden
heeft.
De tweede Soa, Noeroe A j f a l ftont
onder eenen Tamaela Ocwcn y die ook in
deLand-raad als een lid 'Zat. De defde
zynde nog een minder Tamaela Ajfal
van welken nog een nazaat aan den roo-
den berg , ontrent ’t Kafteel Victoria,
leefde , waar van -w y liier na nog
fpreeken zullen j en het: vierde, van eenen
Cajoan , mëde meeft uitgeftor-
, ^ . Deze Ingezetéñen van Aflähoedi, wa-Waren
Jan Otiensy in ’t jaar 1640. een Houte ren van ouds her ftoutte Zee-roovers gr°°tc
■Vefting, met noodige bdetting,gelegt,!gelyk die vanBonoa, en meer andereZeero°*
om de vreemde NageKiluikers, die zig | eilanden , en gelyk de Papoewa’s nog vaS‘
veel herwaards om de fchoone reede zynj een Arnbach t , ’t geen aanleiding
begaven , waar te nemen y dog deze tot den oudften handel, in de wereld, ?en_0l,d
Vefting is al medé (gelyk wy zien zul-, te weten, den flavenhandel, gegeven badü, 20
len,) in ’t jaar i 6 f i . door aie van As- heeft; en dat men voor zo onecrlyk en berifpe-
fahoedi, na dat zy al ons volk vermoort beriipelyk in deze onnoiele en domme jy^n‘cC
hadden,-afgeloopen. Cerammers , en andere eilanders, nietjfg^
Agter dit dorp plagt , in de tyden to ren moet, alzo dc aloude Helden der
Grie-
Speult
beteugeid.
Vooree- -1
A M B O
Grieken, gelyk wy in. ’t eerfte Deel
van dit werk uitvoerig toonen , daar
van niet vry waren, ja hun werk maak-
ten van menfehen te rooyen.
Door de 2 y deeden met hun Zeerooven onze
Hr. van vrienden veel afbreuk, ’t geen de Heer
* u Herman vanSpeult in’t jaar iOifi. nood-
¿aakte deze Hoewamohelefen dit Ambagi
te verleeren,en hen in hun neft aan te
talten, waar op zy beloofden, dit men-
fchen-rooven te zullen nalatén ; maar ’t
en duurde niet lang, alzo dit het eenig-
ftemiddel was, waar op deze ftoute en
nigetyd. luye gaften beftonden , zig van geen
winft der Nagelen könnende vowen,
en zig verder enkel met de viflehery,
en het Sagoe kloppen, bezig houdende,
Waar van niet veel överlchietende,
dwong hen de nood weer aan ’t zeerooven
te gaan, zig op de ontoegankelyke
vlugt-bergen , die zy voor ongenaak-
baar hielden, vertrouwende.
Noeffa . Voor , en rondom, den berg van As-
Ela, en fahoedi, heeft men na zee toe ettelyke
NkoJr kleene eilandekens,van welke het groot-
fte, zeer rotzig enfeherpj Noefia.Ela,
recht yoor, Aflähoeditzig .vertoont. Andere
noemen dit NoefTa Ñitoe , of het
Noeflk P u*ve^s eiland, waar op een Vefting,
Malawa, Nabi genaamt,plagt te ftaan. In’t Noord •
enandere Ooften heeft men ’t eilandeken, Mafe-
wa, na ’t welke, Ooft aan, nog eeni-
ge andre volgen , die Oeka Choeway,
Oeka Talla, OekaNitoe, enz. genaamt
werden.
! Wat gevallen de E. Maatfchappy,
met deze ftoute gaften in den Oorlog,
d^ ’^etby Madjira’s afval, van’t jaar Ï6fi . tot
Àffahoe- ^ gehad heeft, alzo de vyandi,
van’t den, met een groote onderftand van Mac-
jaariós 1. pafläaren , Mallèycrs, Tcrnataanen, &c.
gedéktjzig met zeven tterktenbpvenmal-
kanderen vaft gemaakt hadden, en hoe
zy mede door de dapperheid van den
Doorde Heer de Vlaming gètemt zyn , zullen
wy omftandig op zyn plaats verhaalen,
ten ein- çn te gelyk dan aanwy fen, hoe ditfehoon
land tot een woeftyn gemaakt, en geheel
öntvolkt is, om aan anderen te.leeren,
niet wederfpannig te zyn.
Men heeft hen zedert mede op ’t ei-
länd Manipa, agter de Vefting Wan-
Marupa trouî °P Tomilehoe , of wel Beooften
geplaatft. by die van Kelang, Maflävoy, Toeban
en Loehoe,gelyk wy in de befchryving
van Manipa, en Bonoa,reeds aangehaalt
hebben, geplaatft.
Gebergte Een myl beooften Aflähoedi, ziet
Xapi>~ men het fcherp voor uitfteekende gebergte
, T api, naaft aan ’t welke een
diepe Baay , Peifela by den inlander,
dog b yd’ onze Gyfels Baay, genaamt,
na ’t Zuiden vry diep infehiet, van vo-
ren ook met een rifje bezet, alwaar het
Und niet boyen anderhalve myl breed is.
I N A.
eilandekens
hier.
Moejelykhedege
bragt.
Die van
Aflähoedi
op"
Baay,
Pcilcla.
Wanneer men van hier een halve dag DofjS
Zuid-Ooft aan land-waart ingaat, komt Henne«
men by het wel eer vermaarde dorp,teUo<
Hennetello, diep Untwaart in gelegen,
dat in zynen bloey wel in drie byfbnde-
re dorpen beftont, ’t geen ook hunne
naam in ’t Amboinees te kennen geeft y
dog zyn die drie , naderhand tot een
dorp zamen gcfmolten.
. Ontrent midden in ’t land,. tuflchen
Peifela in ’t N oorden, en hefMeirNo-
an in het Zuid-Ooften, drie mylen bc-
ooften Aflähoedi, lag dit groot dorp,
dog beftond meeft uyt Alfbereefen , of
wilde berglieden, die in ’t cerft onder
geen ftrand-dorpen ftonden, hoewelzy
daar na met die van Laala vriendfehap
hielden, dog eindelyk zig by die van
Aflähoedi,als de naaft geleegene,voeg-
den, om met hen te fcheppen.
Hoe hen de Landvooga Gyfels te ver-
geefs aangetaft heeft, en hoe zy zedert
van daar verftroyt zyn,zullen wy elders
zien.
Pas beooften dezen icherpen hoek,
Tapi, ontmoet men een andren, diepen
inbogt, Hattahoeli genaamt , die weer Bogt;
in vcrfcheide zcldzame binnen-wateren, Hatw-
even als of ieder een vertrek op zig zel- hoe%
ven was , verdeelt word. Even agter
die binnen-wateren, heeft men een groot ß{
binnen-meir, Tehoemina, dat door ze-
kere klippen, zig van buiten als een on- Tehoo^
deraardich hol vertoonende, in Zee uit-
watert.
In alle deze watefen is het vol Kay-
mans, dat wel te gelooven is, alzo die
de Moeraflen en binnen-wateren zoe-
ken , cn hier niet gemoeit nog verdre-
ven worden.
Op den Ooft-hoek , heeft men nog
een verfche rivier,Way Lapo genaamt,
en .dicht daar by Poeloe Tikos , of ’t WayLa-
Muifen-eiland , Zynde dit ftrand verder po. Poe-
Ooft aan , tot den pas van Tanoeno,loeTiko^
meeft moeraffig, woeft,en onbewoont,
en fchiet het land daar Noord-Oöft cn
Ooft aan zoodanig in, dat het by Poeloe
Tikos , maar vyf quart, of anderhalf
myl, en by de pas zelf maar een myl,
wyd is.
Dus vérre nu tot aan den naauwen
hals, of de pas van Tanoeno , die kleen
Ceram van het groote fcheit, genadert,
zo zullen wy by die zelve, nu na de
overzyde,of het Ooftelyk deel vari Hoewamohel,
overftappen, en zo Zuiden
aan, weer na den Hoek van Siel, om
ook de dorpen, die aan de Ooft-zyde leggen,
te befchryven, voortgaan.
Dog moeten wy voor afzeggen.dat, UAa^i
gelyk Loehoe een van de drie hoofd- ’tvoor-
dorpen op Hoewamohel was,het,zo innaamile
opzigt van ’t getal der dorpen , daar on-
l der ftaande , als dat daar de Tcrnataan- dorpen.
F » fche