
*«74*’ Tegen-
ßelfingop
't over- a
ftaandei
advysvaä
den.j a j
Keòpiàtì ‘
EyerS> ’XTOorterft ft eile ik *voòr Daß ', dat bet
dus Rum- V Ambonfché Kafteel vry beter zoude
phiàs. Jeggen tegen over in de Laha5 zoo 7 in 7 eerfie aldaar gebowwd was', ende dat bet
tegenwoordige, op 7 firani Honipopö leggende
, qualyk zoodanig te fortificeren zy,
dat bet van de ndburige bergen geen fchade
te verwagteti hebbe j maar of'bet na geraden
zy 3 de hoofd-refidentie, eh Gompagnies
omflag van hier op te breken± en in de Latta
over tè brengèn-, ftààt ons te overWegeit:
want eerßelyk zullen zoo veel materialen,
als tòt een Kaftecl van 24 roeden güardyns
behooreh, niet zender groote moeite van de
Inlanders kunnen by de werke gebracht werden
, al genomen dat de burgers; en Ghi-
necièn dezer flede bet fieenbakken ende
bet kalk-brariden aanmmen, zoo fiaat egter
te bezorgrii, dat zy lieden te vroeg | en
als men half in V werk is, mochten komen
uit te fchriden , (d) by aldien de Hoffe tot
fteen bakken ende kalkbranden mogtko-
ihen te verminderen j ende als dan de re-
ßerende laß de Inlanders op den hals te komen
, dewelke bet * bebalven dit j nog zwaar
genoeg zullen bebben, ende ftaat dan vrye-
lyk verder te dachten , dat de Inländers5
ziendt, dat bet aanbrengen van materialen}
ßeen en kalk,gelykze nu eenige jaaren tot
dit Kaftecl alrcede gedaan bebben .,
eindc / wil rtemen y waar tue zs. egter van
ouds zoo dikwils vertrooß*zyn$ wederbor-
ßtg elìde Vcrdrietig mogteh worden , ende
gevolgelyk een goed fie l in de weer brengen
gelykze wel meermalen gedaan bebben, 7zy
dan dai de E. Compagnie mogie refolve-
rehj 7 welk 00k nodig zal zyn,de onkoßen
allcen op haar te nemen, uitgenomen 7 geene
dat de Inlanders niet weigeren en können
eenige aarde op en aan te dragen, en^ in
plaäts vanjaarlykze panggajen met de Hon-
gi j voor eenigen tyd aan de fortificatie te
belpen.
z.
Het niettwe Kaftecl de geprojeUeerdc
(<*)TDe zwarigheid over de klei en kalk, li
zonder .fondamenti want al was 'er in d&Laha
geen klei genoeg, zoo is die egter ,op andere
plaatzen niet wyd van daar,' en hier overal, teer
wel te krygen , ende nopende de kalk, die zal
insgelyx wel te verzamelen wezen, mits dat ’er
5 a 6 floepen op gehouden werden, om gedorig
weg te.halcn, ’t geen hier en daargereedis, men
kan elkeen opleggen in 2 a 3 jaren te branden
io ton kalk, dat in zoo langen tyd niet
grootheid btkomende, zal wel ruimte ge- w *
noeg bebben•, om allé Compagnies goederen
en de principaalße officiers, te bergen^maar
zullen niet te min gedwongen zyn, eenfat-
' zoen van een kleine ßad daar buiten nog te
maken, ten zy men wilde Compagnies
fuppooßen, die daar buiten woonev ± op den
eerflen aanval den vyand ten froye geven,
en daarenboven zal men gehouden zyn .noch
' een vaße timmerwerf te maken * die zieh..
■ zelfs defenderen kan, vermids wel 70 roeden
, zwaar om te doen zal vallen, inzonderheid alsze
daar voor betaald werden, ’t welk al ruim 66
duizend tonnen kan nitmaken, behalven *t geen
eòo de Neder- en Inlaadfcheburgcry,als ChineefCn
zullen leveren.
van 7Jwo/tf-Kafteel zal af leggèn y ik
laat nu ßaan y dat de rechte reede ffi daar
de febepen ankeren. zullen ¿niet- recht voor
het. Kafteelj maar wel eetimusquet-febwt
daar vdn a f zal zyn| welk ongemak men
voor dit Kaftecl niet onderworpen it.> ;
. f .! - -,
, Genomen nu dat men alle deze zwarig-
beden boven komt\ zoo Zal de E. Compagnie
noch genoodzaakt zyn een kleen Kn-
fteel op deze plaats te bouden vJant dezel- ,
ve , alwaar de principaalße* reede isl^ te,
verlaten^is ten eenemaal ongeraden (¿f) want
daar door zoude men den vyand, èda o.pe-
ne deur maken om het Land Leytimor,
zynde de principaalfte nagel-thuin, gc-
makkelyk in te nemen j en zoude by dan
buiten twyffel deze plaats zoo vafi maken,
dat wy die niet licht zouden tnkrygen,
ßaande de Inlander en van.gebeel Leytimpiy
volgens den àard van ’t zee-gras ef Wier 5
dat zieh na de ßroom buigt -, bun ßraks t.oe
te vallen, ende ons in de L a h a te laten zit—
ten. Hier op mogte iemand zeggen, dat
. wy naderhandi met onze, macht kotnendé en
. fc) de naafte bergen innemende j hem
daar
(i) H öe groot^de Kafteeien 00k zyn mogen,
zoo moet men by tyaen van borlog égtçr nog
eenige palliiTaden, öf andere ligte buiten-werken,
maken » diet ofider ^biefchnttinge van 't zelve-ftaan;
waar binnen als in 't Kalkei zelve Compagnies
fuppooßen en onderdanen, onder oftç aan ’t Ka-
ß ed woonende, können geborgen werden, nu
daar goede en ruiine' vlakte is, gelyk in de J^a-
h ä, kan men een welgefchikte ßad afroyeh, di,e
met ’er tyd allcnxkens -door de burgers en jin-
woonders wel geßerkt zal werden , alw as’tmaar
met linalle grachten, en läge 'wallen, vooreerß
die beplantende met een digtedoome-hegge 8cc. de
timmerwerf kan zeer wel van k Kafteel gedckn-
deert werden, egter ;moet ,op de hqek ccn ligt
water-pas ßaan , dat op. de naaße fchepen fpelcn
kan. Dat Leytimor de präcipaalße n?gd-thuin is,
gaat niet van, ende als men eenelyk daar op zien
zoude, moeß meri de hoofd-refiaäitie-r-^äh nemen
in de Uliafferfe Eflanden, die nu met meer,
dan hier en daar .een Reduitje tqt.hefcherminge
hebben, 't welk dngevoeglyk zoude komen.
M .W y agten dat den vyand h te wyden opene deure heeft, als dieier rbeueidtes-nm baearre iakl
van ons gefchut hier overal ankeren en landen
kan, ten zy men een half vyféntwintig Reduitcn
of houte Wänibayfeii wyd en zyd op ^ e toegan-
gen wilde leggçn, doch hoc ligt dezelvekönnen
overwonnen en mitsdien onze magt gebroken werden,
als hebbende geen rugge-ßeun aan een goede
fortreffe , kan een ider licht .afineten. Het minife
verlies is groote winff voor den vyand: waçjçjMèr
door werd hy in zyn oogmerk aangemoedig^ en-
""de
i 3S A M B O N S tZ H E Advysfaen coniidcatien, ingc-
.'.Jp®BVcn by den Koopman, Geor-
sF gius Everbardus Rumphius, aan-
gaandc de Fortificatie van ’t
Kafteel Vi&oria.
K . N t
daar ligt Wederom zouden kunnen uit-
dryy^Tj ik antwoorde, by aldien de
vyqjid nu eens dit gebele ftrand met kleene
werken ging bezetten, en de Inlanderen hern
gptrouwlyk wilden byfiaan ¡ gelykze dan
zouden moeten doen, als wel wetendc hoe-
danig zy ovor bare ontrouw zouden getra-
fteerd worden als wy wederom meeßer
' wier den, zoo zoude ons bet landen wel verlüden
blyven.
ì S é F 4- . Indien nu bet Kaftccl, dat hier blyfti
fuffigant: zal zyn om - deze firand te bevry-
denßzoo diend het noodzakelyk 2 punteti te
bouden, en met niet minder als 80 man be-
zet te zyn ^ daar alreede het nteuwe Kaftiel
een guarnizoen van 300 man van nooden
heeft j eu werden boven dat nog evenwel eenige
buitenwerken vereißht, om de ganfebe
firand van den galg-hoek af tot aan den
Roodenberg te bevrydèn.
Vit diè inziebten dan 3 dat de meeß'e Cttri-
ften-fuppooßen $ ende nagelboomen , op dit
Leytimor ßaan, V welk by het ver Jeggen
Van het Kafteel na de Laha van onze be-
fcherminge ontbloot, ende den vyand genoeg-
zaam open zoude gefield worden, waar öp
zy eens de voet geveß hebbende, bezwaar-
lyk weder afte krygen zyn. zoo zoude wel
myn advys zyn dat de E. Compagnie haar
de onkoßen niet behoorde te ontzien j hoewel
die mede groot zullin vallen^ en behouden-
ife rfi/ Knfteel ($ maken zoo Veélc büi-
tenwerken, lus genoeg zouden Zyn tot be-
vrydinge van voomoemde firand} dewelke
juiß niet permanent behoeven te zyn, maar
eenelyk zoo fufficant, datze dien tyd kunneh
uithdrden $ die wy niet eenige Europifchc
natien in oorlog mogten zyn $ gelyk men . zeih
■ in Europa ziet} dat de ßfiden endeplaatzèn,
een belegeringe yreezenaep haar met häafii-
ge opgeworpene fchanzen, èn buitenwerken,
verßerken $ dieze daar na in tyd van vrede
wederom "afßnytcn. Ik ben dierhalven van
gevoelen, dat ^gedurende dezen oorlog met de
z Europiiche natien, die, (zoo ’/ Godi belieft)
in ’t körte moet eindigen $ men deze
de ohzen Inländer zoude daar door tetßond vrees-
¿gtig werden : genomen den vyand nam deze
maatze in , en wy waren treffelyk gefortificeérd
aan de-overzyde, zob ziiflen de Inlanders altoos
j-Vafle hoop en gdoof ftellen;, dat de vyänd het
' hier niet lapg zal, können gaande houden, bege-
yeride ondertuffchen haar zelven in ’t geberg^ j
ofte vele:yan hun na de Laha. Die vap, de Hi-
toegfe -kuß zouden apparènt al mede teneerffeii
over komen, en onder befcherminge van ’tKaßeel
zoeken,^ fchuilen, maer wie zoude hetmu. beter
hebten^'den vyand hier binnen ,• óftèwy ginder,
als aan den ingang leggende , het laatße fprebkt van
• zelft.., (ß) Buitenwerken, waar af hier gefprokegjwerd,
können niet altoos op een ßel en fprong,gemaakt
werden,’ om dat de materialen zòo gereegniet te
krygen zyn behalven dan noch de magt van be-
aettclingen, die daar toe vercifcht word.' -
t j p
firani met üergelyhs iuilttr-wirien geneeg*
zaam verzien kan, dat de vyanden niet ai*
Ißenhet landen, maar 00k het ankeren verladen
werde j ende van verre deßukkenover
land te fiepen, en op de naaße bergen te
brengen , daarze ons fchade können doen $
zoude hun niet wel doenlyß zyn, vermits
de Inlanderent, diè niet mlaten zouden ons
getrouw te zyn, als ze maar zien, dat wy
bare ßranden inbouden ', en by haar blyyenj
met hun lieder embufeaden zulks genoeg-
zaam zouden beletten, ende dan vrißers in
tyd van vrede, za} dit Kafteel gencregzaam
verßerkt zyn, als bet maar een hegte barm
aan de zee-zyde bekomt, ende de vervalle-
ne timmerwerf weder in zyne defenfie ger
bragt werd j ende by aldien men gemelde
barm te zwtk mochte vinden, om zwaar
gefchut daar'op te zetten, dat zoude menfton-
nen verhelpen, indien aan de JVeft-zyde
van ’t Kafteel op firand, ofte 00k wel op
den Z. JVeß-hoek van den Olifant , daar
het oude ziekenhuis geflaan heeft , een ßerkh
batterye, ofi ieis diergelyk, gelegt , wierde.
6.
Nu zoude het myn plicht zyn, dat ikzo-
danige plaatzen $ en fatzoenen van gemelde
buitenwerken, aanweze 5 V welk ik tot myn
leetwezen door V mißen van myn gezicht
niet kan doen, maar laat my voor ft aan,
dat men aan de Z. Weft zyde van 't Kaftecl
by het Riviertjen Way Nitoe y een
halve gotelings-fchoot van ]t Kafteel gelegen
^daarna myn beft. onthoud niet ver van
ßrana (¿/eenige beuveltjes ofte hoog-4
ten liggen, eene fchanze zouden können
opwerpen j als mede dat aan den voet van
den Roodenberg een bequame kltp te vinden
zy y daar men een battery zoude kunnen
op zetten.. y alles om, de vyanden het landen
te beletten $ ende hun gevoegelyk van:de bergen
af te houden, doch dewyle ik zulks, als
gezegt, niet aanwyzen kan, 7 welk ik by
beter dispofiiie, voor my niet onmogelyk zoude
achten fwil ikmy geerne anderer gevoelen
onderwerpen ,• ende mede ftemmen, dat men
het’Hoof,^-Kafteelj in de Laha vertyggen
za l, hebbende ondertuffchen een ftuk van
myne piieht gedacht deze politìke. confiderà-
tien alhier op het papier te ft eilen, op dat
blyken möge, dat men het land Leytimor* 7 welk de Compagnie nu by de 70 jaren
bezeten heeft , niet zonder groote Circttm-
fieffie verlaten moet. Onderftond aldus gedaan
, en Qvergegeven den. 13 September
1673. lager ftond^ 7 geen na Batavia jp-
zonden isdoorSv.R-umiphiusgetekendyt’my-
ncr prefentie , was geteekend * Jacob dei
Jong, Seeretaris;
Gedurcndc zyn Ed: regeering is hier
alles in veel ruft geweeft 5 zoo dat hier
weij
(r) Deze aangetoge plaatzen werden digt agt^f v
al weder van hoger gccommahdcerd.'