
Van ’t Blóyogvec- bdeeírnAeien-- ía¡.
bEcne lvdoconr- craf.
i 4i B E S f c H R Y V I N G E v a »
geven. Vroege handeling over een Hu.welyk. Drogen hure Kinderen op de Heupei
Ge&oonte, wanneer bareDogters huwbaar zyqy Van den Bruidfchat. OmeenKindy
by'Ten ander geteeld, achten zy hun Bruid te meer. Konftenaryen der jonge Lieden.
Hirn vermögen, om een Man onbequaam te maken, en weer tegeneefen. Wat zy on-
irent ditßuk verder weten uyt te •werken.,- De oudfte Sodn is, na zyn Voders dood±
Meefier. De Broeders Söon Erf-volger. ,-Van de Maaltyd'en der Amboineefen.
Mannen en Vrouwen zyn daar op afgezondert, Redenen van deze afzondering. Toe-
richting der Tafel. Hoe zy hun Sagoe-Brood maken. ’/ Gebruyk van Ry f t , en
fchoon Tarwen-biroöd. Gewoonie van ider zyn hyzonder deel te geveri. ,
G Elyk nu de onnoofelheid der eer¿
fte tyden, by ^e Grieken en Romeinen
zelf , de moeder van de
Afgodery en ’t bygeloove was , alzoo
is zy dat niet minder by de Amboineefen
geWeeft.
Wat Afgodendienaars zy van öudsher
waren , zullen \vy ter plaatze, daar wy
van den Godsdienft handelen,, zien.
Wat hun bygeloove betreft, daar valt
vry wat van te zeggen. .
- Ais. zy een kind.ter fchool brengen,
en een lyk ontmoeten, zullen zydatzeer
angftig ontwyken * om van den Sawan,
qf des dooden geeftin de lucht fwecven-
de, niet befchadigt te werden 5 dogom
dien geeft nog meer , en by alle gele-
gentheeden ar te keeren , binden de
moeders haare hinderen z á 3 maanden
na de geboorte al een bondelken met
duivelsdrek op den arm , op de hand, ofl
aan den hals , en dan is het bequaam, [
niet alleen den Sawan, maar 00k alle
Djin ’s, of Duivels, te verdryven.
Ontrent. den Hoek van Siel ziet men
een dikken zee-booni, van’t geflagt der
genen , die men de iwarte Tali Haroes
dat is, fwart Stroom-touw, of zee-Ro-
tang, noemt , en die na ’t zeggen der
inlanders zo dik als de dyevan een man,
en Boetoh Siel, dat is, de manlykneid
van Siel, by hen genaamtis. D eze1
durven zy niet uit Zee haalen j uyt een;
zoort van bygeloove, dat die'het hoord
van ’t gelieel land is.
Die van Soya, nog Heidenen zynde,
geloofden, dät ’er boven op den top van I
hunnen berg een groóte verglaasde!
fwarte pot, of Martavaan, en dat daar
by een grootoftoel, of boich met Bam-
jboefen was , wanneer zy nu regen hebben
wilden, zo offerden zy , en roerden
maar in die pot:, en ’t gemeen volk ge-
löofde , dat het dan noodiakelyk moeft
regenen, van welk bygeloove men het
zelf al in de latere dagen naeulyks heeft
Weten af te brengen, gelykwy daar van
eiders onder de zaken van hunnen Godsdienft,
breeder fpreeken.
De Baliers in ’t gemeen, en 00k deze
inlanders, gelooven, dat , wanneer
imand veel kinder-pokken krygt, het
zelve veroorzaakt word door zekeren
duivel, by hen Pokan Poenja May, of 1
of de Möer van de Pokän j ofpokkönj
fenaamt. Indien nu die zieke niet wel
ewaakt word, zo gelooven zy dat die
Pokan Poenja May hem ’s nagts in eeri
Saguwecrs-boom wegvoert , en hem-
daar alleen zöo blyven laat $ terwyl die
Pokan Poenja May aanftonds van daar
vertrekt.
’s Morgens daar aan de pokkige niet
gevonden wordende van de vrienden,
ftellen zy Vaft dat hy vali dien duivel
vervoert is. Sterft hy nu van die ziek-
te opdien boom, darf is hetuyt, endaar
is niets tegen te doen maar Zoo hy op-
ko'mt en beter wort , vinden hem de
Tiffidoors j die ’S morgens komen ohi
hunne volle Goeroeroe (of Emmer, daar
zy die vogt in laten druipen) weg tc
halen jen een leedige daar weer in plaats
tc hangen. Vragen zy hem dan,-hoehy
in dien boom konit , zoo antwoörd
hy dat die duivel hem daar in gevoert
heeft. Hier op helpen zy hem ’er afj
en brengen hem weder na zyn huis toe.
Die duivel nu komt noit door deuren of
venfters, maar alleen door een fyde van
het wolve-dak van voren in, dat boveri
by hen open , maar beneden met Atap,
(of t’ faamgevlogtene Clappus- bladen)
toegedekt, en .beichoten is.
Om nu te beletten, dat deie Duivel
niet in huis kome, maar voor by mag
gaan,- zoo zetten zy een Gabba-Gabba
of houten man voor dat gat , en dan
krygt men daar de pokken niet j dat
hen zeer dikwils mift, en echter in hun
bygelove nog niet verlieht. , Dit verteilen
zy düs maldahderen voort, dogde
verftancigen onder hen weten zo wel
beter, als wy.
De Tiffidoors of Saguweer-Tyfe-
naais, die by ondervindinge zeggen,dat
die duivel hunne Goeroeroe’s met Sa-
guweer wel eens komt uytdrinken (hoe-
wel ik geloovc dat het de Hollandfche
Soldaten doen) zyn gewoon dit middel
daar tegen in’t werk te ftellen. Zy hangen
een Moolik van Gabba - Gabba,
Iwart en geel geverwt in dien boom,
aan den zelven tak , waar uyt zy tyffe-
ren, en fteken een icherpe priem van de
Toelang of Doeri Gamoeto door dien
man henen, waar door hy ,van de wind
bewogen zynde , na imant fchynt te
fteken.
I •" A M B O
Í 'tsf A. H i geen ’er in is , aftrek hebben zoude.
Hooren zy een uyl ;, of anderen on-Hunagt-
geluks-vogel i fchreeuweii f dat wil ook
al iets zeggeh , dan zullen zy niet uyt- gel-gegaan.
ItekeA. Komt ^daii die Pokan Poenja
MajS en ziet Hy dien man ¡tòmgàat
JiyVoqrby, en deGoeroeroe blyft voi,
te weten, too 'er de Zoldaat niet agter
geweeft is.
Wanneer een Amboinces ’s morgens
Uyt zyn huis gaat.,, en een gebrekkelyk,
icròm, of oud menfeh bejegent, zal by
dien met veel ontftttjng .met de handen
Hl van verre van zig wecrcn, roepende
Tóbàt! Tobat !. dat is, Wel is’t möge*-
lyk! is *t mogelyk ! ;en aanftonds weer
na huys keeren oordéelende', zöo h”
Voortging, die ganfélié dag geen gelu-
re züllen hebben. IJat zälhy zo lang,
al was het tbienmiialaaH den andren her-
vatten, tot dat hy geen geteekende, o f
gebrekkelyke, onimoet ; en fchoon hy,
na dat allereerft gelukkig liytgasin,'er Op
"den dag thien onrrnoettc, dat mdg geen
quaad.
. Een moeder -, of andre vrouw, zal
’s avonds met.geeri kind üytgaan , ten
Zy zy in haar hand een ajüyn , of wät
look , eenige kleene fcherpe houties,
en een mes voor uyt heeft. Ook legt
Z.y gemeenelyk die gereedfehap pnder ’t
küfleri van een kind. En dit alles dqet
fy om den Sawan, den quaden geeft, die
dan omfwerft, af te keeren , en te beletten,
dat dit kind geen ongemalcover-
v -/ ' f * ■
Hebben Zy eenfraCy^en gezont kind^J"^re
en hooren ity ‘ dat van imand pryfen, zö van
werden zy daar moeyelyk över y cn ftel-aard.
len vaft dät het kind ziek worden zal.
Voigt ’er dat kort op, dan is het zeker-
lyk door zulk eenen betooVert y eh dan
js ’t wel half verlooren. " ,
Van zulk feen betoveren wift men by Bvde
de ouden ook al te fpreeken. De Grie-
ken noemen dit (iairkavfiv-, dat is j betoo- vinden-,
veren, dbg eigentlyk beteekent hefc be-
hydeh , of jemand te fcherp aarizien,
zynde ’t gedöente van een die een an- •
ders geluk benyd. De Latyrien noe-
men dit Fäfcirius,een betoovering dobr
’t fterk aanzien , pryzen, of aanraken j
van imand.'1 Hier van ze’gt VifgiUtis in
zyn- 3dc Herders-fang aan ’t 6 3ftc vers.
Nefcio quis teneros oculus mihi fafcinat<«g»or.
komè. Hoedanige grillen z y ’er by
menigte hebbetì , äl2foö zy zeér ftèrk
voor net waren der geefteii zyn.' "'Een
d wàiing ,waar van de wyften der ouden
óiéde vervult waren. '
' / Den eerften vifch, die zy met ceri meuw
net, of in een nieuwe Sero , òf fuyk ,,
yangen, zullen zy noit yèrkoopen, maar
altyd of zelf eteri, of weggeven* ver-
zekert zynde, dat zy noit zegen zouden
hebben* Dit.is qeu.y^fte wet, met-al-
leén By hen, maar ook by dcC_hineefen,
Baliers, Macaiìàaren, en alle andreOo-
fterlihgen. Zelf doen dit oòk nog, veel
Chriftenen , hòewèl die voorgeVen het
niet uyt bygeloove , . maar enkélyk te
doen, om voor geen feierigaarts door te
gaan , dog ik gelóové , dat’er nog al
iets van den ouden füurdeegiem in zit.
Als de Amboineefche vrouwlieden
met haar goed -’s morgens ter markt körnen
, zullen zy ’t eerfte ftuk , daär 0-
ver gedongen word , vaftélyk vöqr de
prysjdie ’er v o ó r geböden word, geven,
.al was het eens zoo yeel weerdig 5 "want
anders zouden zy dién dàg geen geluk
hebben , en niet wel verkoopen. En
zoo. ras zy dat eerfte ftuk dus verkogt
hebben , zullen z.y op haaren bak , öf
korf (daar zy haar goed in dvagen) kloppen
, en over luyd, Lakoe, Lakoe, dat
is, ’t heeft aftrek, of’t is verkogt,meti
veel blydfchap uytroepen, op dat; die
Dat is:
m Weet niet dvat 00g het is f dat al myn vei
betovert.
Dög ött zig j by zulk eeri pryfeh vän
imands kind,ereh , van betoovering te
oritichüldigen , voegden de-Oudön de
woörden &<p«<nuivrue of prafifetne dinero *
dat is, ik ztig’t niet, om u , of üiü kind,
te betoovereii) ’er b y; hoedänig- veel by-
gelöovigeri hedensdaags nog om die
zelve reden even na zoo een loftuyting
over imands kind, God zegenu, geWöön
zyn te zeggen, om alle quade gedagten
te benemen. Op die zetve wyze nuleeft
men daar by den inlander, eh Zoo hy
diergelyken woörden ’er niet byvöegde,
zou men ooideelen , dat hy dit zeide^
om* ’t kind, of dien hy prees j te betoveren.
' ‘
; Geen iniandfche jonge dogter zal vaft
een dubbele Piriäng, of andere' dübbele
vrugt, Uyt bygeloove, eten 'j en geert
llavin,' die agting voor haaren Heer-, öf
JufB. heeft, zöu hen zulken vrügt dur-
Ven aanbieden , uyt vreefe, dat zy , die
etende , by haar huwelyk tweelingen-j
en dus een fwaaren arbeid, of laftig huis-
gezin, zouderi'krygen.- v f
Zy gelooven ook m dat-, zoo zy in Verbör^
handeh yan den Rechter over eenig b e - g ^
dreven feit gemken, en meii hen pynigtj'th0ofd>
zy alle pyn zullen vcrduüren , zoo lang hair ge-
men hun’t höofdhair houden laät, maarftdd'
fcheert men dit af, zoo is al de verborgene
kragt met hun hair weg gevlögen.
Men heeft daar van in ’t ja'ar 1704.