
•f&jò. m^aïnsdscïrÉen,ë rde-- :gcmAel de cMont rastBen op° a ile
plaatzen'*, onder haar gezag, en gehoor-
zaamheid farter ende, in alle haar leaênvol-
■0fnentlyk ende religieus te obferoeeren, en
| |p doen obferoeeren, mitsgaders tegen de con-
' traventeurs van dien, op 't rigoreufte
i te procedere» , en te doen procederen,
op poene van te vervallen in de hoog-
fie ßraffe ^ alzoo wy zuix tot augmentatie
van de onder linge vrindfchap, en vermeerdringe
van de mutuele commercie ten be ft en
van de» T érnataaníchen | en onzen ftaat,
mitsgaders afbreuk van onze algemenevyan-
den, alzoo bevindcn te bebooren. Onder-
ftond.
Aldus gedaan in 't Kafteel Batavia dezen
eerften Maart A. 1630. Was geteksnd
Jacques Spex.
Smok-Y Ondertuflehen waren eenige vreèmdè
kd-vaar- vaartuigen, beftaande in twee Macaflàar-
Cambd-P^c^e Jon^ena en twee Galeyen,opCam-
loenLef-^e^° en Leflidi gekomen, welke den
fidi. Landvoogd met 4 Coracora’s den xy dito
ging opzoeken j dog zy, reedsin ftaat'
van verdediging geraakt , deden hem met
verlies van vier dooden wyken, könnende
hy nog den Prins Aali, nog Kimelaha
- Loehoe, bewegen, om iets tegen haar te
ondememen.
De Boetonfche Koning maakte ons
ondertuflehen ook ’t gezantfchap van
Aali na Macaflàr bekend, waar over hy
Berichtzeer vreemde gedagten had, Men deed
wegens met de gekomene fcheepenj. en eenige
S^gehuurde borger-chaloepen , zoo veel,
na Ma-3P ^ men kon, om de vreemde handelaars,
cafTar. die wel 16 fterk op Lcffidi, en Cambello.
geweeft. waren 5 te beletten met de nagelen
door te gaan j dog. door hard weder
gedwongen weer na Huis te keeren,hadden
zy hen dit niet können beletten.
Klagte. De Landvoogd zond eenige gecom-
desLand-mitteerden , om over de. Kimelaha's by
aan Aali Aali, als fchenders der contracover
de ten j te klagen, dog hy gaf tot antwoord,
Kimela- dat het maar flegte lieden waren, diehy
ha's. verlof gegeven had, om dat ze. tegen de
wind niet weer op konden komen.-
Dus zag de Heer Landvoogd, dat de
eene Temataan zòo goed als dç ander,
en dat ’er geen van hen allen in Âmboîna
was , die zieh of aan ’s Koning bevelen,
o f aan onze contraften, cenigfins gelegen
lieten zyn, maar dat icier van hen
maat zogt.zyn beurs te virilen.) ’t geen
Aali te meer deed, dewyl hy by al de
Inlanders nu zeér gehaat, en in zulken
veragting hy die van Hitoe ook geraakt
was, dat zy hem de dogter van denover-
leden Arigoena, Tepils oudfte zoon, die
hy ten huwelyk verzogt had, rond uit
weigerden.
.^ertr'ek.,r¡íPdfy vertrok derhalven in Mey van
Prins.Cn Wayfamnia na Tomahoe , daar hy zieh
N 5 C H E
met 4 Coracora’s in een huis,op’t water i<s»0<
gebouwd,.onthield.. g|
De Heer Lucaßoon, over dien eerften M .
togt der 2 feheepjes en der chaloepcnlykheden
niet voldaan, rukte met 4 fehepen en v i die
ri8 Goracora’s na Cambello
om die vreemde handelaars te ftrafferi,
dat egter weder op de voorfpraak van
Kimelaha Loehoe, en verfcheiae Orang-
Kaja’s , belet, cn iritgefteld wierd, alzoo
men beloofde, dathet de laatfte zyn,
cn dat zy ook zonder eenige nagelen ver-
trekken zouden. Te meer moeft. de
Heer Landvoogd dit infehikken , ver-
mits hy niets magts genoeg had, o® die
van Cámbello, aaar vry wel verfterkt,
met hoop van goèd gevolg te können
aantaften, alzoo zy vericheide vaiiighe-
den hadden, voor ft op zekeren heuvel,
daar zy niet wel te genaken waten.
Hy vertrok dan met de Coracora’s
weer na huis, zendende i f der zelve op
den 20 May na Gerams Ooft-kuft met
eenig volk, om dezelve te ftraffen, òver
dat zy op Tobo zeven Goracorafs klaar
maakten , om op die. van Banda op. roof
te gaanj gelyk zy dat het geheel voor-
gaandc iaar,. op ’t aanftoken der gevlng-
te Banoaneefen, gedaan hadden j doch
hard weder dreef hen, met verlies van
drie Coracora’s, na huis.
De Heer Lucaßoon, met zyn Vloot van De
Loehoe vertrokken zynde, had met ee-Land-
nen ’t> comptoir aldaar geligt, dog op .X0®^
verzoek van de Inlanders twee mannen comS
in de verladene Logie gelaten. - ^ ;f;' 0pLoe.
Ondertuflehen gingen zy daar met de toe.
vrdemdelingen al weer den ouden gang ,
zoodanigy dat ’er van dip vorige maar
tf verhuisden , blyvendede andre ’tgeheele
jaar daar over., en zeggende qiet tekon-
nen vertrekken, voor zy wederom hadden
, ’t geen zy aan de Inlanders hadden
uitgeborgt,dat zy uit de volgende nagel-
moeflon halen moeften. m jg
Ondertuflehen was, onze Logie op
Loehoe door onbekende branditigters
in May afgebrandj doch door beftelvan
den Kimelaha wierd ten eerften een bp-
ter in de plaats gemaakt, waar in.toen
dp Opperkoopman, Jacob- Janszen Pa-
tocka, geplaatft is 5 dog de Kimelaha, om Kimelaha
van onze gedurige klagten ontflagen. te Loehoe,
zyn, vertrok na Manipa, waar op Le- cn Lelia-
liato terftont met zyn hüisgezin weer opt0 reBeCJ
Loehoe quam, gelyk hy zedert daar ge-ren>
bleven is, en met zynen neve zamen ge-
regeCrd heeft, waar uit immers klaar
bleek, dat zy met de bevelen des Ko-
nings den lpot dreven, doende maar, ’t
geen zy zelfs goed vonden: want zoo zy
daar eenige agting voor gehad hadden -,
moeft Leliato al lang, ■ zelfs volgensinon-
delinge ordre aan den Prins Aali gegeven,
na Ternate opgezondea zyn.
iNu
-H '- ' I M f n t A -, A ^630. Mu ging het weer op den ouden voet
met de yreemdelingen, zoo ras hy weer
ftèel in de iègeéring genomeSjiad, zoo
dat de onteunu klaar zagen, dat hier geen
zalf aan te ftryken, en geen ander mid-
del' was, dan 01p ons nu zelf cjoor _de
Wapcnen Æe^ redden, dat men eerft on-
trent de vreemdelingen voornam in ’t
•Werk te ftellén;- • ‘
Vrou-. Zeker onderchirurgyn, flenrik Vrou- :
Wen- wenzoan , nam in September voor met
S ^ ^en-foldaatj twee vroùwenj en twe; fla-
iyneaan-ven, ©ver Hitoe en Cambello, met eèn
hangers, dezer Jonken na' Maeaflàr te Zeilen, en
tnflraf. j0t de Spanjaarts over te loopdn. . Zy
ftelden dit ook in ’t Werk, dog wierden
.op de daad betrapt, en gevangen opge-
bragt. De földaat wierd opgeharigen,
de chirurgyn onthalft j doch de andre
wierden gegeeflêld.
HalaSne’s. In die zelve maand quam Halaene de
ftoute laatfte maal aan ’t Kafteel > durvende uit
daad* zyn vaders naam al de dorpen van Oërien
af tot Alang toe, de befte nagelplaatfen
yan geheel Amboina \ voor hem van den
Heer Landvoogd afeiflehen, onder voor-
geven, dat ze van ouds onder Hitöö ge-
ftaan hadden, ja dat ze door den Heer
Ppperlandvoogd aan zyn väder, toenhy
laatft op. Batavia was, ft toegeftàan wa-
DeLänd-ygjj^ dog, na bewys gevraagd zynde,
bntxeit kon hy aat niet topnen , behftven dat de
hem zy- onzen wel wiften, dât dit maar verdicht,
nen eich.-was , waaro® de Landvoogd hem zyn
verzoek, ofliever zyn ftouten eifcli, vlalc
uit ontzey.
Zjrn _ ; iKprt daar pp wierd Halaene ziek j wil-
dobd. de zieh ovêr de Pas na huis laten voeren,
dog Äierf onderweeg, waarfchynelyk
yergeven zynde döor een Portugeefche
ÿ miince, zyne boelin.
Opk Om nu zoo een grootmannazynevef-
fcamfa- dienften te begraven , heeft Samfamoe,
koe'sbe-^e nieergenoemde gryfaart uit de ftam
van Tanihitoemeflen (volgens ’s lands ge-
, - ^roonte) eerft een dorp, te weten, HaA
tdemeten pp Gerams; Ooft-kuft, afgeloo-
pen, en vericheide lieden van daar ge-
rooft 5 doch in ’t wederkeeren quam hy
zelf ook te fterven.
K .E i isr. 83
In Halaene's plaats wièrd Kakiàîi, de
jongfte zoon van Capitein Tepil (die nog '
eêmge jaaren'uit de ftam Noeflàtapi in j^ ^
de regeering bleef) Hhoekom, en Cajoan,cnEhoi*
of anders Orang .Kaja Toeba , blëef kom;
nog het geZäg hbudën Uit de ftam Tani-
hitoemeflen.
Onder de laatfte werken van den Heer ÖcHcet
Lucaßton moet ihen teilen ?t mäketi vanLücas*
een nieuwe Stadskerk, eveneefls als
de Maleytiche kerk r i, die ook op deeennicù*
zelve plaats , daar die nu ftaat 3 en in we kerk;
plaats van de oude Portugeefche kerk 3
St. Paulo, die in de maand Juli door een
ftorm ingewaaid was,en waar vandezee
’t länd hoe längs.hoe meér weg fpoelde,
gezet is, dat hem ook genoodzaaktheeft
de negry verder na buiten uit te leggen j
dok heëft Hy in zvn tyd in de Chnften-
dorpen veel naaelboomen laten aanplan*
ten, bchalvCndat ook nu in dit jaar zoo
ichoon een nagel-gewfts voor handenwas,
als ’er in gcèn thien jaaren geweeft was.
Dit gaf oorzaak, dat de Heer Lucas- Stiooii
zoon alle jagten, chaloepen, Coracora^snagel-
en vaartuigen, die hy bycen krygenkon, | ^ L di'
in ’t bègin van A. 1631 byBoero, cn
Manipa op een kruis-togt zond, waar
door hy in Maart 21 fmokkel-vaartuigen, Süiok-
die op dat groot gerucht aimquamen, hel-yäar-
verovert , de meefte yerbrand,
; daar van aan t Kafteel gebragt heeft.
. Een van de laatfte zak,en ,by hem ver* Goudd
rigt, is dät hy aan vericheide OrangKa-hoed-
ja’s mede zulke goüde hoedbanden, als^^en^
wy bevorens befchreven, gefchonkcn^dg
heeft. - . . Kaja’s
Daar op is zyri vervanger, de Heervereeri
Artus Gyfels, uit het Vaderland weer in Zynvcps
Indien gekomen,en den 24 Maart A. Î631 •
hier veriehenen , iian welken de Hedr Gyfels
Lucaßoon zyn beftier overgegeven héeft, xynver-
gelyk hy ook , na dat hy dric jaren mihvan8cr*
24 dagen hier geregeerd had, den 23
May na Batavia vertrokken is , zynde
daar nog eenige.jaren ordinaris Raad, en
Direfteur Generaal, geweeft , daar wy
hem weder onder de ftoffe van Batavia
. zullen vinden.*
L 2 TWEE