
So B E S C H R Y V I N G E v a n
de Zuid-, Lakamay - - *g - Piroe
¿ydein ’t Keling - - - Tanoeno- fiyfoii- O . - - -
Kayratoe p
Caibobo
E n de flrand- Hockoe 5* - - Wayfamoe
dprpcn
’er tegen
O. - - -
O . - - - - ! Gamarian ?
©\££t. O . - - - - Z^roewàwan S’
O . - - - •'7 Tihoelale
O . - - - Roemahkay
O, - • S Koelor
Tömilehoe t
Noeflatehoe
Amakoewa > - Latoehoewaloy.
Liflàjali )
Niwel Tetoe
Seliwaloe 1
Wayfiflanaroe I Boven aan dc rivicr
Maiala J- Ajer Talla 's oor-
Canoe l ipronk.
Waytoewi }
Sohonuij; • - • J -
Mani ■ e
Wafìà
. Waoemät
Liang
Hitaleffi
Laumalay
Walaka
Matawanoe
Latea ■ ^
Marihòene j
Holoto ' 1
Si hi v m
. ■ Nacan f " Elipapocteh.
Waoeloe j
Pefioelang |
Omo : J
Soaoeko -
Jalhatan ? A ,
Ayloti ( * Amalicy.
Makariki. ^
Liflanitoe «
ÎÜpoyah° el° C ' Sepa'
Opift ,
De ver- Latah p
dreAI- NamaTatoe > - Tomilau,
foerefen. A]|a 3
Tou w> dog is ver-
hiiift na Latoe
Hoewaloy - - Toene.
Befyis verhuift na
Hatoewe - - Bciy.
I. Tohoroe O
z. Mahoe > - Ajer.
3. Ijapoeteh J
Haja en Mahoe
-is verhuift na
Walaya.
Oeppa - - - Tehoewa.
Aha ? Laymoe. Hier is
liafla S çen To ver water.
Boloto
Wayiohi. J
Liliama V, - Folin.
Oelahahan ;
Soepaloen J SIS*} f Woca Woca 1
Thial -
Maylata 1
Lomit
Soha f AtihahoeofHatihahoe.
Tyan Touw I
Oeppa I
Etyleoe
Lahobo J
O . - - - - W e r in àm a '
O. - - - - Tanafora. Moecalaja-
O. - - - - Riboet..Hatoem&ten*
Nayaba | I I L ^
Talalfwat f " 'I'obo-
Kifalaan, een hoek
by Cottaroewa.
Ondèr de zeltzame zeden dezer Alfbe- Verdit I
rélen moet men 00k dit rekenen, dat redende j
het een volk is zeer teer te behandelen Alfocrc-l
onder malkanderen, alzo de geringftefeiu I
zaken redenen geven, om malkanderen
aan tê taften en te vermoorden.
Indien de een Alfoerees den anderen
komt bezoeken, moet de Heer van dat
huis, 'die'bezogt wörd, ’er wel op letten,
dat hy den anderen wel ontfangt,
en dat’erook niets aan ’t onthaal ont-
breekt. • . -. .
Dit onthaal beftaat gemeenelyk eerft
in *t aanbieden van Pinang, en Tabak;
dog zo hy hem de Pinang-vrugt, en
kalk alleen geeft, enby ongeluk (ofal
willens, na het valt) vergeet de Siribla-
den, die men’er toe van noden heeft,
’erby tevoegen, zo zal die Alfoerees,
die hem bezoekt, zeer moejelyk daar
over werden, en dit voor een grooten
hoon en fchimp opnemen, en om den
Heer-van de huife daar van te verzekc-
ren ,zo zal hy buitendathuis gaan dans-
fen en fchermatferen, met het bloot
zwaart in de hant, tot de huisheer die
fmaat door een moi kleedje , of eenig
ander géfchenk * wegneemt en bevre-
digt.
Indien 00k by zo een bezoek, de kle-
ne kinderen van den huisheer, na buiten
fpuwen, of den neus dan juift fnuiten,
dat is een dodelyke hoon, gelyk zo zy
met kleene fteenkens, of iet anders, na
hem werpen, of tegen hem lacchen,zö
moet dat weder met een byzonder ge-
fchenk vergoed, en de gehoonde ver-
zoent werden.
Doet de huisheer dat aanftonts, zoHocma I
is
A M B O I N A. 81
fiadra- vrede gemaakt j maar zoo niet,
gen moet gaat de gehoonde na huis, klaagt het
omhen zyn vrienden, en komt twee of arie jäte
befoe- ren na weer by dien heer, om her-
^ ftelling van gehoonde 6er te eiflchen.
Bevredigthemdiedanmet een gefchenk,
zoo is de zaak afgedaan, anders gaat hy
na huis , en befluit wraak te nemen
overdehalfterrigheitvandezen Alfoerees
die hem zoo hoonen, en drie jaren’er
na nog zoo verachten dorft, van hem 7 niets tot verzoening aan te bieden j dog
komt hy, eer hy dit uitvoereh kan, te
fterven, zoo gaat die wraak van hem
tot zyn kinderen , en kinds-kinderen,
over, zonder te vergeten , dit op zyn
tyd te wreeken, gaande wel met hun
gehcel dörp uit, 01h van daar dan een
of twee koppen zonder onderfcheit te
halenj waar op gemeenelyk een open-
bare oorlog volgt.
Eer zy nogtans daar toekomen, ver-
heft een van hen zyn ftem , roepende
hemel , en aarde, de zee en al de rivie-
ren, en alle hunne voprouders,om hulp
oorlog aan, en verzoekende, dat die-henkragt
en dapperheit gelieven te verleenen, om
tegen hunne vyanden. gelukkig te mögen
zyn. Daar na fchreeuwt hy tegen
den vyarid lüitkeels ui't de reden, waar-
om zy gedwongen worden, hen te be-
oörlogeh, 1 betuigende dat zy niet heimc-
lyk als dieven , maar in ’t openbaar, körnen,
enkelyk om het gefchenk van ver-?
zoening, dat hen Zoo onregtveerdigvan
hen onthouden werd, met-gewelt te ha-
len, dewyl het met gemak niet heeft
willen volgen:
Indien het Oclifiva’s. zyn , die den
1 e_ oorlog beginnen , zoo word dit ge-J
lykhedcn fchreenw negenmaal herhaalc,' na’t wel-
bruiken zy eerft een middel van raad- Q, .
pleging daar in beftäande , dat zy een dien oor-t
Parang,of houw-mes,in een boom fte- lögge-
ken, of werpen , indien die zieh van Iu*j(k|g
zelf beweegt , is ’t een goet voorte-
ken | voorzeggende het w6l drillen vah
Enhoe
frverfoent
verklären.
fdaar on-
trent.
Middel
van raadke
men met de een of twee afgekapte
hoofden uit het open veld, daar deze
luidrugtige aanipraak, ofuitfehreeuwing
gefchiet is, na het dorp trekt., daar de
vrouwen die hoofden zeer ftatelyk körnen
inhalen, zingende en danflendc, en
dezelve aan de Baileoe, of ’t Raädhuis,
ophangende, daar dan een groot feeftop
de Baileoe, is niet alleen voor hun, maar
00k voor die afgekapte hoofden , die
zy quaniiiis wakker onthalen, doende
ieder van de zelve door een by zonder
man oppaflen, die by ieder hooft 00k
negeii ftukken Pinarig, met de behoor-
lyke Siri-bladen, als 00k zoo veel bon-
delkens Tabak legt, doende op ider hooft
00k negen druppels olie druppen. Daar
na nemen die twee mannen die hoofden,1
en werpen die tegen de fty len van de Baileoe,
’t welk verzuirpende, zouden zy
tegen hunne vyanden zeer ongelukkig
zyn.
Om nu vooraf:ook teweten, ofzy
voorfpoedig zyn zullen ^ of niet , - zo gell.
Deel.
hunne ipeeren op de vyahden 5' * maar
blyft die ftil ftaan, zoo houden zy zieh '
00k ftil. ■
Schoon zy nu vooräf al een goet ;
teeken hebben, dat is nog niet genoeg.
Zy gaan dan met hun legertje wel op
de vyanden uit; dog ontrent hun dorp
gekomen zynde, houden zy zig twee
aagen ftil, en raadplegen den Duiyel
op de voornoemde wyfe weder, om
te zieh, of hy hen nu ten tweedemaal
een gelukkig voorteeken geven zal ;•
vertoont zig dat even eens, zo is ’er
een grote vreugde j dog dan gaan ze-
ven of agt mannen, nevens een erva-
ren voorvegter, of dapper Held onder
hen, zig in reyen en gelederen
tien vadem van het leger , en vlak voor
het zelve, pofteeren, om daar met het
ondergaan van de Zpn , en met het
aanbreken van den dag, (want anders
zeggen zy kan het niet gezien werden
) het voorteken des doöds, uit het
vliegen van eenige voeelen, te zien.
Indien dan een u il, or kleene vleder-
muis , of een andre origelüks - vogel,
de konings-vogel, in hun1 taial Manoe
Salewane genaamt, vlak na hen toe-
komt, over hen henen, 6n dan weer
te rüg vliegt , dat is een quaat voorteeken
, dat zy van hun volk, qf verliefen,
of dat eenige van hen gequetft zullen Goed
werdeh j daar het in tegendeel een goet en°quadc
voorteken is, zoo hy over hen na agte-voorte-
ren dootvliegt, en dan roepen zy metkcncn*
alle man, Ria Ria Ria, luidrugtie, ten
teken van blydfchap uit.
Daar op keeren die agt luiden weer na
t leger (alfoö zy alleen, en niemant anders
dit voorteeken zien können) en
brengen de tyding, dat het voorteeken
goet is.
Dus verre nu weten zy wel, dat zy
gelukkig in hunne ondememing, dog
niet op wat tyd zy dat zullen zyn.
Om hier van 00k verfekert te weien, Op wat
of zy den vyand in de morgenftont,wyfede
op den middag , of- tegen den - avond
zullen flaan, vragen zy den Duivelnogtydvan
eens'raad, die hen dan op zeker vaftaanvallen
teken van de Parang (welke zy driemaal aanwyft-
in den boom werpen , om een van
die drie ftonden daar by uit te' zien)
klaar den tyd, om aan te vallen, aanwyft
, mits dat fy dan ook iekere
Ster op dien tyd ontrent de maan fien
dalen. Als alle die voorteekens dan foo
net overeenftemtnen , maakt men een ,
begin van den aanval op den vyand, eerft , ,
L maar