
t f o A *M B O N / S G H ; e
i<Hl - pen. Deslaatftcns verrkbtiqg in de Xodafche Eilanden, iyd daar greot gebrtk. Doet
alles faderven, en loopt na Tcrnate. Keert weer voor Aflahocdi. En van daar na
Baavia. i^e Macafläaren aangftrand. Dilharaahers dotfrdi Alfbereefen gekhpt.
•focht van dt Heer Cos efa de Bapoe&he* tn andere Eilanden. D t veftmg Wantrouw
C ö^ Manipa gelegt- Enftevefting Voorbaat «?/> de Roodenberg. Contraöt niet dkvan
. : 'r Hatoejwe^ ca Ptölemart*, De Eber Vlaming iomt weer herwaards. Qmdeh de 4 r fitrku der Macaiawifc Viert. Kamt voor koeton, onderftemd die» Vor ft. Zyn-kmft
v in ÄHabpHia. -
Lochoenecfcn
begenadigt.
Nagelboomen
hiergcfchild.
Slings
gedrag
vanverfcheide.
Us wicrdcn de onzen io een
UMTr«ieeftö vah <lefce voor-
name plaaö* en vari zoo veel
vailighedcn by malkandcrcn,
zonder een man tcvcrlitzcn,
dfiar *er van de vyand over de ioo ge-
bléyen waren;
De vyahden namen de vlugt wel van
(fé eehé na de andre vaftigheid, en cin-
delyk na de bovenfte, die van-fteen was,
4öch ?.y konden nergens poft houden,
om dat de onzen ’er zoo ras,als zy, en
bea té dicht op de hielen waren, waar
door zy alles als in een oogenblik vero-
verden, de muragien nederfmeten , en
’t verdrc vcrbranddep.
De Heer de Vlaming nam hier eenige
LoehoeneeTen , inet wff: en kinderch
dààrby een yerzameki, weer in .genade
aan, berjgt zynde, dat zy al oVer lang
tot ons hadden. Willen, doch niet können
overkomen. Daar op ging men ten
eerften aan ’t fchillcn der nagelboomen,
die hier in zulken menile agter Locki I
waren, dat zy ’er wel 3 wekien mede
doorbragten ,. zoader die nqg alle vermeid
te hebbea. .
v De zocfti van Perniata,OW3^ maysol
Loehoe, verfiaandc -op. Eifimg,.oat Locki
over was, guani op dien zelyendag na ons
toe Quenten, ontmoetendé onaerwéeg
Madjira, en den Capitein Laoet Scbaydi,
met 100 mannen in ’t boich, doch alle
meeft elendig gefteld, naakt uitgeplun-
derd,en met ftokken,;cn Qabbä Gabba,
als of zy pclgrims waren, gaande.
Madjira'? vtouw , Eay-hongt^ by na
naäkt zynde , had haar bloote' händen
gétoórid, en gcZègt, dat is het àl, dat
Wy ’er af'gebragt hebben,- en dat is nie-
rnands, als des Gapitéiii _Läöet's fchuld,
die oiis daar toeaar^eiibo'kt heeft.
Naifet: hu fäadfira òp.Etàng gèko-
inòii / wäs , VciZàfiielde ; v^yn vèr-
ftroide' titfép^n, Wfeer, ^ ^ééldiem inòr
•gäyk ’ö ö k % ^ t de O r a n g - '
Kaja • vàn; Siipatdü^yzich; * •àgtèr
LocM Wéei ~vait te insken, dö£m;de e'n-
■¿cn diévtóìhètti. teh bérceli :-De
^k&-^'^nariìing w
lfdintnigé^Mcièrs,te èi'etié pp'dbh'bUiÉ,
^Veeìen' ^^y^äftdeh läteftpht^iäp-
^¿h ^ ’dcffèfldé-ftriffé ^yjdb>fiifye.
■ ••;1öök'hobtde iiy in^’t 'yeì^ybr^ dorp
"y|h<eéd àit Öi^ngfeäj'a Èoelàn,
cn zyn aaiigenomen Zoon, Inhjeh Tay,
kennis .van Madjira's Verraad gehad had-
den. Hy. was djeihalven wel vaii voör-
nemen om hen gevaögbö tc nemeh, en
te verzendens doch inoeft dit5 ötn'an-
dre reddien >, voor dien iyd ongemerfet laten
door gaan, om Uever op de twte
ontvlugte hoofdmuiters te paffen, die
zieh in ’t gebergte van Hoelong, cn E-
rang, weer op meuwbegonden vaft tema-
ken.H
y toog dierhalven den 23 Juli met
4fo foldaaten, en &fÖ Inländers daar
heen* trekkende van Locki over landy
en zoo van agteren, na Hoelong Cn E-
rarig, over hoog en ongemakkelyk gebergte,
daar de zware rCgen de wegen
nodi vry moejelyker gemaakt had.
Daags daar aan quam hy op nog veel on-
gfemakkelyker wegen, die met groote
boomen toe^ehakt,en alonMnemetvoet-
angds bezet waren, daar zyne manlchap
met groote moeite moeft doorbreken,
zoo dat zy dien dag niet verder, als tot
aan de Rivicr Kahoela, i\ myl in ’t ge-
bergte agter Locki gelegen, komen kon-
den, mottende die nagt in den regen in *t
cagclbafeh , alzoo zy hun geweer niet
konden gebruiken,- verblyven.
Den z f Juli 's, morgens vroeg over- Hoelong
rompdoen zy Hoeloftg dp het onverrverovert.
wagtfte, veroverden die plaats, en vom
den ’er veel nagelen, die zy verbrand-
den.
ö Daägs ’er aan I^t hy ’tvVolk in Tabi-
nalo wat uitruften. Daar na trok men
•weer yoorr na de veilingNoelaa, daar
al de yyanden zieh by mallcanderen vait-
gemaakt hadden. . ^
.De .Lieutenant van Outhoorn trok al EnNo©*
.yoprfc-(zoo hy zegt met kennis van dcnlaa.
V.ddhecr, doch zoo zyn.Ed: yoor gaf,
zörider zyne kennis) tot hy aandienhoo-
gen beig quam, die nrim een myl van
iftnuad Lg , en aan diie zyden
niet iftede vialeyen van ae andre bergdi
aigezbnderd was , alwaar hy veel vaftig-
heden nevens en boven: msäkandren, en
nog'een yaft bolwerk op den top met
•een iinal pad had, van waar inen verre
ih ?ee> en alle^, wat de onzen oplt iband
-dedeq, zien kon.
^ Hier bequam het den onzen zoo hy-
•iwt wel-niet : . want y die Lieutenant*»#
Outhoorn op dit final pad gekomen zynde,
z A A . k
WyW. de, lolle de vyand een ituk öiet fehroot
vlak in.de poort, regt ¡over dözen weg
_ fiaande op hen ^ waar door de onzen hals
over kop, by de minftfc misttede, van
r jboven neder in de valeyen vielen, gelyk
2y daar-op ten eerrten z j döoden^en wel
fo of 60 gequettteö kregen 5 meeft ver-
oorzaaktjom datzy op dit fmal padgeen
plaats om te itaan, nog geen J^elegen-
neid, om op den vyand tc loflen j ge-
had-hadden.
Zy trokken dan y wer ontZct zyhde 3
nä den heuvel Tabmalof tfeor zy hake
hielden, weder af.
De Heer de Vlaming vond oök^goed^
den Majoor Verbeiden met 200 mander-
^ waards te zenden3 -met laft, 'om-ziGh op
dien heuvel X5ftäml(> vaft te ipaken, en
egter Noelaa riog te btfftörmen; De
vyand, dit merkende^ veftust alop de eer-
^ „ fte nagt zyne vaiti^iedcn ji hoewel het
de onzt ceritde derae dag gewaar wier«
den, zoo dat zy Noelaa zeer gemakkes
lyk inkregen, vindende daar in aan de
zeb, of Weft-zyde j' agt borftweringen
boven een, met een zeer vaft bolwbrk
!er.boven op. Meft hield het voor eea
grooten mifllag j dat men niet vermoeid
volk^op Noelaa aangietrokken was, en
hen niet cerft had laten uitruften. -
. Men fmeet ten eerften alles af,bergdß
het gefchut na b.nord,‘ en bevond, dat
de onzen dus in <30 dagen meefters van alle
de werken der vyanden op Hoewamohel,
en äldus van dat ¿anföfa« 4äiid geworden
waren. Veele der vyanden tjuaaien öffl
door honger: andre^ in de boflehen
zwervoide, wierdön van de önze dood
gdlagen 5 en de overige namen de vlugt
na.Bonoaj en Kelang<
. Madjira Madjira ,en de Capitein Laoet j hadderi
fcnSchay-Hoewaniöhel mede verlateh, en Waren
dina Ke-na ^Kölang gevlugt , vari Waar de ecrfte
Man’ipa m Manipa vertrpkken was ^ alwaar hy
gevlugt. Volk by een gezaMelds, en belaft had
zieh op een ontoegankelyk gebergte agter
-Toeban, Heb befat j -datis,degröö-
ten berg genaamd 5 vaft te maken j Cn
zieh^ldaar tot zyhe Wederkomit van-Ma-
taflar te houden. ’
Hy vertrok dan derwaards om hulp-
tcoepen, en öok om met dien Könirtg'tfc
hahdelgn over de artikelen , hem dom-
Teliffiönn en Liffiagaft^oegeifonden. mn
beeer-r D ezi böhelsden, dat de Koning alles
ftetrekt dat töt nog toe veröverd was, aan M4-
tia Ma ^ßra a0u , »dog dat alles^ Wat zy Ou
” iv^-der - met ' de- gomeeiii: magt wiöneh
•zouden (dat -voörhamely^L ep-deköft Van
.Hitoe en Hoewamohel Zt^) '>V)8Ör dön
•Koning Van Macaöar-Wezen , dn ‘bfyVdn
i»©eft.
- Schayöi: Sebaydi,säe n d e , d a t
n^Ter‘: ken Ivas, keurde beft hier öök *Met lätig
-allaente blyvün , c tnsUf LÜdVer -een ipringfe
;■ N i x b
togt na Terhate doen, Oiö te zienj of fösi.
hy van daar meer volk her waards bren4
gen kon. .
Da Hefer de Vlaming ondertuffchen
vond goed ,ccnig vdk op. de, pasv.anTa-
noero te leggen, om den vyand den weg
na groat Ceram af te fiiyden.),
Öok brak hy-den 20 Augufti t(Sf2dc D®
vefting den Dwingelond af, en lichte die 5 ^ *
bezettingy Idie nu, alzoo de vyand na dejan^ af-
Eilahdcn gevlugt was 3 geen dienft mecr gebroken.
Voor ons kpnde döen.
Hy lict 00k de moordcnaara vän M?ay*r Moordoi
poeteh en Liela j die veel Nederlands^J8*’-
bloed vingoten hadden, den 16 Augufti
öp Hila itraffen i alwaar 4 Hoofd-.Orang-
Kaja’s van ’t eeifte dorp (na Y üitihydeii
van de meiheedige tongen', aan dric der
¿elve) gerabraaltt 3 en een de hand afger-
kapt wierden. Drie wierden ’er geworgd,
en op ’t.rad gelegt j, en i f gcvkugcld
in ’t water van.’t jagt deLeeuwerik afge-
worpen, en door ons volle daar dood geilagen,
hoedanig zy 00k met de. onzen
gehandeld hadden. Een OrangKaja wierd
gcgeeflcld,en ettelyken raakten voor hun
leven in de keten.
. Zekere Moorfche paap van Lebelc-
hoe, op de Reduit vaft zittende, fprong
van boven neder, om ’t verder te ont-
vluehten j doch de Heer de Vlaming liet
dezen verrader, die door deze iprong
zyn been gebroken had , weer böven
brengen, en die fprong nog eens doen3
•waar aan hy dood blech -
Men had van den 1. Juli af op Hila
inede gevangen gehad, 'toebaßal, Heaour
wen, en Hoelejelan, OrangKaja’s van
Lebelehoe , Wauieläa j eh Layn, van
welke Seroeway Lobeffi, oudfte van Loehoe
, ons berigt had, dat zy met Madji-
ra zamen gefpannen, en hem uitgekogt
hadden j om, als hy op dö kuft.van Hitoe
de andre befpringen quam 3 hen of de
hunnen geen quaad te doen.' Zy wierden
zeer naauw onderzogt, en zelfge-
pynigd, doch alzoo men niet het minfte
uit hen krygen kon, zyn zy weer los
gelaten. Dat egter deze drie dorpen den
onzeh nojt zeer genegen geweeft zyrij
is ons by veel andte gölcgenheden gebleiten
.N
a deze verovering van Locki, en
’Noelaa , begaf zieh de Veldheer met
een kleene magt, pas van 300 foldaaten,
f in ’t begin Van September na Ihamahoe j
doch z y , die zieh wel ipo jaaren aan Dierati
•een op hardn onwinbaren berg onthou- Hama-
den, en daar als een Regecring öp zich^®^-
zelven gehad hadden, waren door *t ge- 0Yef.
rügt van deze gelukkige vdroveringen,
en door de fdhandelyke vlucht van Madjira
^ en Scbaydi ^ zoö Vcrilagen, dat zy
drie van hunne voornaamfte OrangKaja’s
4 Beßlole} en Telapia, Köningen van
Z 3 Iba,