
4 A M B O Hier nweten w y ‘wat halte hduden,
om de cenePgeTchiedenis met de andere
metre: vermengen j weshalven w yNnu
Ridjali’s verhaal weder vervolgen.
D derdc 5 byi die in Amboina
die xich in verfcheen, was een Prins vanGilolo, al-
Amboina waar men twee broeders had , eenc van
nederzet- een Gilolofe, de andere van een Javaan-
te 5 cn fe moeder , die beide na de Kroon fton-
den, en daar ook recht toe hadden, dog
die van de Gilolofe moeder wierd Koning,
terwyl de andere öm vermaak was
N S/ C H E
dfe zelve hoek heeft) aan, alwaar een
van zyne broeders te land trad , en de
eerfte. Pati Van Liflab'atta wierd. Van
daar vertrekkende , en ontrent het dorp
Waypoeteh gekomen. zynde , liep zyn
andere broeder met zynen ichat door,
die daar naderhand de eerfte Drang Kaja
van {kt dorp wierd. Toen ftak hy na
Hitoes Kuft over, quam op HitdeLama
aan , en vond daar het volk van Pati
Cawa.
na Batsjan vertrokken \ en liet ondertuf-
fchen zyn broeders dorp verwoeiten, la-'
tende hem naderhand weten, dat men
hem tot Koning verheeven, en zyn dorp
verwoeft had. Hy, die wel zag, hoe de
faaken opGilolo met zy^broeder nu verJ
der zoiiaen gaan, wilde niet weer der*
waards keeren, maar begaf zig met zyne :
vaartuygen verder op Zee,wierd verftroit
door een ftorm ,en quam ecrftdeeene op
Boero,de andere daar pa op Ceram, en
andere op Amboina, aan te landen. Een
van zynvolk, Kijay Pati, of Oelima Si*
tania genaamtjgingopLiffibatta te land,
en wierd daar eerfte Drang Kaja. Van
daar na de hoek van Siel afgefakt, eii
een van zyn volk , Sallat genaamd , op
Waij Poeteh aan land gegaan zynde ,
wierd ook de eerfte Orang Kaja van dat
dorp .Van daar ftak die Prins nade kuft van
Hitoe over, trad in zekere bogt te land,
en verkoos zig daar een ftreek tot
het maken van een dorp. In ’t verhaal
van de Temataanfehe zaaken komt
ons yoor j dat dit verkrygen van de Gi*
loloie. Kroon in der nynne tuftchen deze
broeders toeging } dog. dit verhaal
ichynt nog wel zo waarichynelyk. Wy
zien hier uyt nog den naam van dezen
Prins j nog den tyd, ontrenp welke hy
herwaards vertrokken is , dog de voor-
noemde Hajfan Soeleyman heeft my daar
•ontrent deze nadere opening gegeven j
hoewel Zy naderhand ook uit Ridjalis
werk blykt.
De Prins, die van Gilolovertrok,waS
Perdana Djamiloc genaamd., ende tyd
van zyn vertrek was ontrent Ao. i4<Sf.
De Koning van Gilolo, hun vader,had
vier zoonen, van welke de oudfte met
zyhe twee jodger broeders eens na Batsjan ■
voer , ' om zieh daar wat te vermakenj
dog. als hy nu tot zyn leenyezen hoor-
de , dat hun jpngfte broeder by zyn afA
wezen tot Koning verheven, en hy dus
voorbygegaan was, zo wierd hy daar over
zo moejely k , en befchaamd, dat hy aan-
ftonds ae ftevens t’ Zeewaard zettede,
met een vaft voomcmen, om den nieuw
Ryk voor zig te gaan op zoeken.
Hy quam eerit op Ceram , gierde by
Batoc Caloyay, of wel op die Negry,
ontrent Nuniali (dat beyde maar een en
Ondertuflchen rees'er eenig geibhil tus*
fchen het volk van Pati Selan Binaur,
en dat van Pati Cawa , dat zo hoog liep j
dat zy malkanderen den oorlog wilden
aandoen. Zy verzogten beyden Djami-
loe omhulp, die hy hen beyde ook toe-
zeyde, ftellende een vafte tyd by nagt,
pp welke de Javaanen Pati Selan Bi-
naur's vefting zouden aantaften j ook had
hy met Pati Selan befproken , op wat
tyd, en op wat teeken van hem j hy de
poort deS nagts voor hem openeri zou.
Het had alles .volgens deze af^fpraak
zyn voortgaang, en Djamiloe quam met
Pati Cawafs volk dus zeer gemäkkelyk
in dö Vefting van Pati Selan Binaur, die
hier over ten uytertten verbaaft ftond ;
Dog Djamiloe zeydd hem , dat hy'maar ,
eeten endrank voor hen klaar maken, en
alles zieh wel fchikken zou, gelyk ook
geichiede , alzo hy ten eerfte de vreede
tuilchen hen maakte.
De vierde perzoon , ( zo Ridjali önsDeviet-
zegt) die zig op Amboina nederzette^» die
was de Pati van Gor am, by hon maar^1,“1.
Kijay Pati genaamd. Hy quam eärftnecje°™
wat voor by ’t dorp Kaijtetto , op dete, en
Kuft van Hitoe aan , ter plaatze , daar waar.
de viich-fuyken van *t Dpperhoofd nu
ftäan , alwaar hy zig met ae zynen ne-
derfloeg by den hoek Noekoehali, daar
hy zieh in ’t eeift ftil hield.
Kort daar aan quam daar een Parahoe
van die van Gilolo viflehen, die , een
van die Goramtners gewaar geworden
zynde , hem vraagde van waar hy was,
en waarhy woonde, waarop de Goram-*
mer antwoorde, dat hy niet verre van
daar by zekere Rievier zig onthield j van
welk'‘bericht die vifleher aan Perdana
Djamiloe kennis gaf, die daar zelf na
toe ging , en aan dit Hoofd der Goram-
mers vraagde, waar hy van daan quam.
Hy gaf tot antwoord, ik ben van Go-
ram gekomeA, om hier een woonplaats
te zoeken. Waar op Djamiloe hem' niet
alleen verzogt, by hen te komen woo-
nen, maarbood hem ook zyndochter
ten huwelyk aan. De Gorammer, niet
al tehaaftig hier in, zeyde , dat hy die
zaak eerft overwegen , en hem eerlang
daar op. antwoorden zou.
OndertuiTchen bragt hem Djamiloe in
zyn dorp, daar hy alles in zeer nette Order,
Haffan’s
yerhaal
hier on-
trenti
m • '§■ " z A: . A der ^ en zo iracy rn Djamiloe's woo-
ning (een Paleys by Ridjali genaamd )
gjehikt, en zulken fraeje throon voor
hem vond, dat hy geen fwarigheyd
maakte , om- zyn dogter $ die de vloer
daar yoor dien throdn veegde 5 tot zyn
vrouw te nemen , gelyk ook zyn huwelyk
met haar ten eerften voltrokken
wierd-
. flajfan Soeleyman -noemt dezen Pati
van Goram j Mata Lianen zegt verder,
Djamiloe zelf ontrent de pÖats, daar.
hy dezen Pati neergezet had ^ eens körnende
.viÖchen, en daar Goramfiiersvin-
dénde, hèn vraagde j waar hun Hoofd
was, dat zy noemden, gelyk zy hem ook
daarby bragten. Hy vond dezen Pari van
Goram. zo wel in zyn gedrag j dat hy hem
verzogt j by zig op Hitoe Lama te kor
men woonén, en van de plaats j daar hy
zig nu onthield,dferwaards te verhuyzen:
De Gorammer had hier in op dit eerfte
verzoekgeen ¿in* dog toen Djamiloe hem
zyn dogter aaribood 5 iiam hy dat aan,
gelyk hy daar op na Hitoe Lama om
zyn Bruyd vertrok. Zy wierd hem ver-
toont , te weten ¿ een koftelyke opge-
fchikte flavin * terwyl Djamiloe's Pachter
de vloer veegde. Dit deed Djamiloe
(die gemeenelyk de by-naam van Bi-
djaefana, in ’t Maleyts de vqorzigcige ,
Voerde ) om den Gorammer ¿ als aan zyn
jlavin getrouwt zynde , nevens al zyn
volk ^ tot zyn flaven te maken , en hen
allen dus íiítig te beitrekken. De Gorammer,
die mede nietgek was,enwel-
K E M. Ì frieren 3 .hoewel deze broeder yan Pari
Cawa nogtons Radja in de Spa van zyn
broeder, gemaakt wiera.
Dit alles, hu, dat Hajfan my van Dja-
miloe's dosier, verhaalde , ¿af iny d é ^ deI>
voompemde Koning van Hitoe, Kiìà koning
Keli genaamd van de dogter yan dèrl vanHitoo
vòornoemden Pons Bakar, zoonvan den Lam«.
Koning van.Batsjan ; op, daar veider by^.
voegende, ter plaatze ^ daar Wy zyn ver-
haai toen gelaten hebbendat Bakar
( eer hy iliet zyn dogter tfouwde ) hem
een van zyne Anae^Màs, pf lìaven-dog-
ters ten huwelyk aanbood J terwyl zyü
dogter de vloer veegde i wäar op hy een
van zyn eygen Pinangs naift, wifiende
de Pinang , nem van Bakars Volk aangeq
boden 3 met proeven, dien hv opat 4 wer-
pende de Sapà y na (kt hy Goa gebedcö
had, oin hem zyn Bruya dstiie wyzeri^
weg,- die Bakars dogter raaktó, entóé? ,
welke hyop zynnadervérzdck aan Bakar
trouwde.
kers 00g ondertuilchen op de dogter van
Djamiloe viel, die hy.veegen zag, at
feen Pinang , biddende den Hemel en de
£arde, dat z e , by ’t werpen van zyn
Sapà (dat het overblyvend Kaeuwfel van
cen Pinang-vrugt is, dat men wegweipt)
hem zyn Bruyd wilden aanwyzen. Hy
wierp daar op zyn Sapà weg, en zy trof
zeer gevaliig Djamiloe's dogter 5 die hem
ook tot een Bruyd wierd.
Naderhand quamen daar öok andere'
Volkeren van Noean Siunaoeloe , by de
pas van Tanoeno gelegen , die by Wal-
mata, wat meer na Marnala toe, aan-
gierden,‘ en zig daarop den berg neder-
floegen.
Zy maakten niet lang ’er na, ook
kennis met de Vorige ìieden , en beflo-
ten zamen een yandeze HppfdèntotKo-’
ning te verheffen , waar op zy Pattoert
Koning oVer dat ganfché Land maakten
en Pati Cdwa tot een der oudfte Man-
tri’s , met de Titel van Tdnihltoe Mef~_
fen ,• voegende by dezen eerften nog drie
andere Ryx-jRaaden, van welke die van
Cerain, of van Noean Samaoeloe, met
de Titel van Toetoe Hatoe, de i de Bakar
Ook verhaalde tíajfan tot flot van
*t gene de Javaanèn betrof , dat tienjaa- 1
ren ria. Pati Cdwa's vertrek van Toe-
bane en van Zyn broeders mede Her-
waards quam , pm hem té bezoeken, en
daar metter tyd zo veel aanfien kreég ,
dat, men, over het opperbewind ip'ree-
kende, goedvond een groote hooge ^lank,.
of pilaaar , te doen brengen , hem daar
boven op te zetten^ en tot Radja. $ of
Koning, teverhéftenj dog alizo hy, op
zekere tyd een Pinang eetende, z^n Sapa,
zö onvoorzigtig na benedèn wierp ,
dat zy‘ een van de vier Hoofden des Lands
raakte, wierd dat zo qualyk opgenomen,
dat hy aanftonds weer afgezet wierd, de
Hoofden goedvindénde de Regeeringdes
Lands voortaan onder hun vieren tehou-
den, en Inet gelyke magt het Land- te be-
, met de Titel van Noefla-Tapi,de
$dc ende Gorammer,.of Ali.Ali Lian,
de 4de Ryks-Raad, met de Titel van
Pati Toeha(die daar nadoöreeii van zyn
Narzaaten ,■ die Radja Hitoe was, in
die van Pari Tpeban veranderd wierd ).
vereerdwìerdén , gelyk dit alles ook toen
van hen bezworenis, En is deze Pattoe
ri naderhand met een dogter van zyn
broeder, uyt welk huwelyk naderhand
de Koningpn van Hitoe gefproten zyn ,
getrouwt.. .
Men ziet dan uyt dit verfcheyden ver- De vier
haal, dat hier in Amboina vier Pèrzoonen, bevoUcera*
de eerfte een Cerammer , de tweede
:J#mn oTTóebans Prins,, de derde eenvan
Prins van Giiolo, en de vierde eenGo-boina.
ramfe Graaf, ftg nedergezet, en zo Rid-^
jali verdèr zegt, zig met den anderen
verbonden, maar een dorp: zamen uitgé-
maakt, en dat. in vier Carapons , of buur-
ten, verdeelt hebben, met onderling
verfprek, dat z y , als de vier Öpper-
fte Hoofdeu , dit Land' beftieren zouden.
' *r "
A 3 Pali