
B E 5 C H R Y V I N G E v a n
„ flag in de veilige hoede Godcs bevo-
35 len te hebbcn, zal ik blyven, (onder-
33 ftont), ÜE. E. genegen Vrient (was
3, geteeketit, Adrtaan van der Steh (in;
3, ® argine) Manipa , Wantrouw , den
„ p . November, Ao. ly io .
t 3, Des morgens, de klok agt uuren
3, begeeft zig de Ed. Heer Gouverneur,
' 33 beneevens de ordinaris Leden, en de
3, verdere Gorcors-hoofden, naar de or-
• 33 dinaire vergaderplaats alhier, om de
belegde landvergadering tc houden,
alwaar zodanige queftieufe zaaken be-
33 pleit ende afgedaan zyn , als de Rol,
33 daar van gehouden, aanwyll:.
Zyn Ed. „ Tegens den avond, de Ed. Heer
ontßaat 5, Gouverneur, al het noodige alhier
i ü LU- » verr^ hebbende,, zo neemt zyn Ed.
boy,van» aflcheit van den Sergeant Comman-
zyn ver- ,, mandant , en de Orangkaja’s dezes
<k*‘ban" J} Diftri&s , na dat zyn Ed. op veel
{JeJ~ ,3 fineekingen en gedaane inftantien den
35 geweefen Pati van Liliboy, David
3, JPaeSy nu over de vier jaren op ditei-
5, land gebannen geweeft , van den ove-
3, rigen tyd zyns banniflements gratieu-
3, felyk had gelargeert, en toegeftaan,
35 weder in ftilte in zyn Negrye te woo-
„ nen, begevende zig zyn Ed. alzo tus-
3, Ichen de in de wapenen ftaande twee
33 Compagnien inlanders, naar boord van
,3 de Goreor van Titaway , terwyl zyn
55. Ed. met drie chargies Musquetterye,
3, en c if kanonfchoten , gefelueert, en
33 behoude reife nagewenft werd, la-
„ tende zyn Ed. daar op aanffconds de.
33 gewoone zeinfehoot doen tot het an-
3,/ker Ugten, waar op de vloot aan ’t
fcheppen raakt tot de eilandjes , voor
33 Manipa gelegen, alwaarde-riaorrwe»
„ derom ten anker körnt, en de gehee-
le rlagt verblyft, töt
Vcrtrek „ Saturdag den 8. dito, Wanneer
van zyn ,$ van hier weder met Zons ondergang
Ed; van w vertrokken , fcheppende alzo den
ü® 33 geheelen dag . door, onder feveur
,5 van een moy koeltje, tot . dat tegens
53 den avond ontrent vyf uuren in de
3, Leibay ten anker quamen , alwaar
,3 ontrent een uur of drie wierdt ver-
toeft 3 - tot dat ’s avonts ten agt uu-
,3 re 11 de dreggen weder geligt wierden,
3'yfeheppende alzo Larike voor by , al-
33 waar by zyn Ed. aan boord quam, t’oii-
5, derfteld-hoofd Fredrik Iwyjfel, om
35 zyn Ed. over zyn volbragte Reife tot
33 dus verre te complimenteeren, naar
3j ,verrigting van *t welke 5 den zelven
33 weder van boord wiert gedimitteert,
3,'fcheppende de vloot vervolgensvoort,
■33 die 3 een fwaare tegenftroom op den
3, hoek van Alang öntmoetende, de zel-
33 ve in ’t pafferen van dien wel over de
■33 drie uuren deed fukkelen, tot dat
jjj'egter
3, üyuuiig
n —p voor de Negrye Hatoe geankert
„ wiert, van waar zyn Ed. aanftonds
M met de groote Orembay, naar Am-
55 bon vertiekt, alwaar ontrent negen
„ uuren aan ’t Kafteel Vi&oria komt te .
„ arriveren, werdende zyn Ed.metdrie
55 charges der Militairen s ende daar op
„ gevolgde ipkanonfchooten, gefelici-
,, teert en verwelkomt , blyvende de
,, Corcorren op Hatoe leggen,omeeni-
5, ge boomen ter reparatie yan het Zee-
,, hoofd , yoor ’t Kaitecl Victoria te
5, kappen , en quamen de MefT“ . die de
5, Hongi hadden by gewoont, ’s naar-
,, middags hier ook te arriveeren, waar
„ medeaie togt deefenjaare zynde ge-
„ eindigt ä zo wert de Almogende Hart-
„ grondig gedankt, en gelooft,. dat hy
5, welgemelte zyn Ed., en by zyn Ed.
,, geweeft zynde Gezelfchap , tot dus
verre voor alle rampen en ongeluk-
... ken,genadiglyk heeft gelieven te be-
5, waren, Amen.
Hier nevens, voegen wy nog een
„ Berigt van Ham Coenraad Keller, Bericht
Corporaal Lambert Pos, nog een Cor- van Kel-
poraal , en <5 Man , na ’t Meir vanjfI's',er-
Boero vetrokken. Den z * Novemb. tor' t7 '
is hymet z Corporaals, en 6 Manvanna'tBin-
ftrand vertrokken, bevont, na d.it hy nenr
dieneerftenbergjtot aan welkedeGou- Meit’
verneurgekomen was,pafleende,de verdere
weg nog ongelyk moeielyiker was,
zodanig dat zy menigmaal inet Händen
en voeten ’er op klouteren moe-
ften , vooral by zekere zeer hooge
rots, daar onmogelyk niet meer dan
een man te gelyk gaan, en.maar qiet
-eenige laft aan een iiokp'iri'Wnmoge-
lyk twee gelyk, die - iets droegen, ’er
over können. Daar gekomenjzyn-
de, zeiden de inlanders,. dat,. zo zy
’er kans toe zagen, dien berg overte
geräken, dat z dagen uithaalen zou:
zy probeerden 't , en volvoerden het,
en quamen dus na de 4pfc dag aan ’t
Meir , op den ö * Novemb. 1710.
als zy op plaatlen quamen, daar geen
water was , kapten de lwarten maar
een bamboes, die ’er by menigte zyn,
en was daar uitneement ichoon water
in, gelyk de inlanders ook by na niet
anders drinken. Zagen geen Padi-
rnlden s vonden geen Moeraflen nog
fulke dik bewaffche boomen, als in
de togt van van Leypßg, voorko-
men; doe alleen eene van deefe een
duim dik bewafle boomen j waar van
men moet confidereren, dat het in
de tyd van van Leypßg, de Regentyd,
en nu de droogeMoefon was,’t geen
veel verfehilt. Hadden ’s fnagts onder
weg zulke ongemeene koude, dat
zy van vooren fehler, van de vuuren
„ ’die
Die twee
aardige
Bergjens,
enzeldfame
Vogels
vina.
Het
dorpken
Waka-
holo,by’t
Meir gelegen.
Zynebevinding
van’t
Meirielf.
De rivier
Reyfale,
in’tzd-
ve vallende.
Zyn ver-
derwe-
dervaa-
ren.
A M B o 1 N A. i?
„ gene daar zy geld , of* de waarde,
3, voor aenoten hadden.- Dies gingen zy, Te rugge
,3 den-7“c alles befietigt hebbende, den Tocht.
33 8ftc weer na beneacn, quamen den n dc
3, aan ftrand, den i adc aan de Pagger,
3, daar ze nog i a 2 dagen bleven , en
3, deni8.aan’r Kafteel. Nageleri.zyn’er >?cc!1
„ niet gevonden. Daar boven moet e-shiefont-
33 venwel iets fchuilen, dat de inlander dekt.
,3 niet bekent wil hebben.
In dc bogt. van Cajeli, daar veel Hadere
fehepen zouden können leggen,. moet byzon*-
men wel ter helft zyn , ’ eer men in ’t derheden
midden zou mögen Zeilen', alzo ’er be- Ca-
zuiden een groot rif is. ’t Geen tnen dan ß0gt.
eerft pafleert.
De middelfte der drie "Alfoereefche
Negerycn, tuftchen FoedcFlehit, en.’t
Meir gelegen, heet Fnabo, en legt na
gifling 3j a 4 mylen, van ftrand, en dc
3de Is; egi-y , aan ’t Meir zelfs gelegen ,
niet Way Kole, of Wakkaholo, wel,
lcers Volkeren met die middelfte Alfoe-
reefen handelen j en nog hooger boven
’t Meir, zyn weer andere Älfoerecfcn
die tot het zelve afkomen.
Dat hier al mede, gelyk heel Amboq Nagelen
door, Nagelen geteelt zyn 5 zullen wyel- wel eer
ders aanhaalen , daar wy in ’t byfonder *
van alles, dat daar toe betrekking'heeft,
handelen zullen.
Hoe defe Boeronefen wel eer onder-
danen van den Koning van Temate, by ’ 611
de verovering van den Kimelaha Sama-de Boe-^
rau , onder ßajang Ullah} geworden, enroneefen
onder den grooten Stadhouder Roebo- on^erde
hongi en andere, gebleven zyn, tot zy var°Ter-
door de dienaaren van de E. Maatfchap- nate ge-
py, heiperide den Koning Mandarsjah y raakt
tegen zyne wederfpannige onderdanen, ^ n*
(waar onder opk zy waren) door’t zwaard
des oorlogs getem^ etrondeHmnrmaxftrtf' _
gebragt zyn, kan men omftandig in ’t
verhaal der Ternataanfelie, of Molukfe
Saaken , onder ’t jaar 16 f f , . en daar
ontrent zienj waar mede wy van dit
Eiland Boero affcheiden , om verder
tot het befchryven van het eiland Ain^
blauw over te gaan.
die zy ftookten, brandden, en van ag-
teren van de koude yerftyfden. Vonden
’t remarcabclftc onder weg, twee
bergjes, rontom met mofeh digt be-
waflehen, de gedaante van Altarea
hebbende, en van;binnen vol water,
dat het mofeh deed groejen, en een
aangenaam gefigt gafT Ook fegen ze
een curieufe foort van vogels, van
groote als een kanarivogel, byfonder
moy fingende , en van gedaante
fcHoon, goudgecl van lyf, rood van
hals, met een witte kring ’er om, en
fwart van kop. Vonden onder weg
hier en daar,en ontrent ’t Meir,hui-
fen i dog maar twee of drie by een.
’t Dorp oy’t Meir,is genäamd, Wa-
kaholo.
„ ’t Meir is ontrent 3! myl w y t, o-
veral ront, uitgenomen by’t huis van
den Orangkaja van Wakaholo, daar
’t met een kreek wat inloopt is op
zyn diepfte 1 f a 16 vadem. Hy voer
’er met een baktrog in 5 maar moeft
wegens de wint daar na te rug , alzo
’er iwaare golven in begonnen tegaan.
Men vint ’er niet in als aalen, van
de dikte van een mansdye. Het Meir
legt op ’t hóogfte byna van ’t geberg-
tej dog egter in een Valey ,ontfengt
*t water van hooger gebergte, en
loopt de rivier Rey feie daar fterkerin,.
dan de uitwatering des zelfs, weer in
de rivier Waynipel is. Hy zogt hooger
op die rivier te gaan, te meer,
alzo de Orangkaja van die rivier,by
hem afgekomen was; dog de inlanders
raaaen hem dit niet alleen af, onder
voorgeven dat hem iets quaats over-
komen mögt; maar wilden hem ook
den weg niet^wyien. Die Alfoeree-
fen zagen ’er handielbaar uit, en waren
geipraakfeam; léven vañénkelé oebi’s,
aal en pifeng , zagen ’er anders geen
vrugten,nog vrugtboomen, ook geen
vee, nog hoenders, hebbende alleen
twee varkens van hen gekogt ; dog
wilden die wegwyfers met nen daar
af niet eeten , zeggende , ’t was
onredelyk dat zy zouden eeten van ’t