
¿J2 -A ' ' M B Ö
W pl » zaah binnen ’t Kafteel. Weshalveri wy
v daa@ ‘na 4e aardbeving ons van predik-
v pjaâtzen beroofd vonden, en belet
b pierden dèn dag des Heeren na ge-
,fwoofctc te vieren; den welken egter
Yí» biliten twyffcl by veele in deze öngc-
¿grß) lcgentheden al beter, als anders, ge-
» vierd is, terwyl de aardbeving heftig
: m aan hiela, Immcrs hoordc men dc ln-
« landers dikwils pfalmcn zingen, die
» zoo den heelen nagt dit vervolgdcn te
» doen, waar beneven zy voor en navë-
» le gebeden gedaan hebben, zynde ten
» dien einde op de baleocs ofte vergä-
», derplaatzen tc zarnen gekomcn. ’S
Ö Compagnies gebouwen wierden ’s an,
v deren daags zeer ílegt geftéld bevon-
Yi den. Het nieuwe en nog onbeftorven
„ metzclwcrk in ’t Kafteel, van den groo-
ten opgang tot aan des Opperkoop-
„ mans combuis, lag om verre , de fchoor-
ftenen lägen regt neder door ’t dak ,
V, zommige buiten over gevallen, ook
» vond men meeft al ’t geichut, vèr-
Y> imts de vullingen van de punten gezakt
waren, met de trompen op de oórft-
„ weeringen neder liegen. Dé bihnen-
V> muuren. van de officiers* en afliften-
V» ten-kamertjes, als ook de Corps du
b guarde, lagen ter neder geftort. Het
„ Noorder ichildérhuis was afgevallen
en ’t Zuídér-deel ook. De gróoté öp-
»> gank voorfchreve was mede ingezakt,
„ mitsgaders de muuren der zelven als.
» vermorzeld. De wopnhuizen, en voor-
» namentlyk derzelver daken, doorgaans
■» zeepbelchadigd,. Andep ftondIptbëqiPr
. den werk noch redólyk hegt^ailsAoi^’t
Yrm^wé cSderflag,kofr voor dit voorvstl
'¿gedaan, zeer geftyfn zynde. Den barm
Y, van de gragt, buiten aan de landkant
„ des .Karteeis, was wederzyds een ftuk
„ weegs in’ dezelvc gragt gevallen, en
Y» de gémeene weg, daar voor by ’t Ka-
YY fteel loopende, längs heenen gefcheurd.
» Op de werf lag de fmits-winkel inge-
», ftort, en de equipagie als andere plan-
» ken-pakhuizen van grove waren over
I Y> de Rievicr Waytomo, waren yoor een
V, groot gcdeelte van de plaatze gewe-
kcn, en wonderlyk vcrzwakt^ gclyk
Y, niedè ’t ftadhuis, en ziekenhuis, bei-
Y> fteene gebouwen, welkere middel-
YY muuren omgevaUen,en aridere “meer,
voornamentlyk die van ’t ziekçn-huis,
na de Ricvier-kant, die zcèr befcha-
digt zyn. Het ftecne huis aan de Oli-
■» fant, tot een wafchhüis dienende, is
;, j mede heel omgevallen, es tot een puin-
„hoop geworden, zonder dat onder de-
Y) Ze alle (God dank) meer als een menich,
zynde een vrouw, om overfpel in ’t
» tuchthuis befcheiden ; omgekomen;
» .ja zclfs ook zoo verre, dat niemand
Is bezeerd is, dan allcenlyk hetdogtertje
N ‘ S € Iï E .
van de Ed: Heer Landvoogd, *t welk,
in ’t vluchten buiten \ Kafteel, çen
gar ter zyden in ?t voorhoofd (dat door
’t bekkencel gegaan was) bekomen
hadde. Diverfe zéil-chaloepen, en O-
rembayen van de borgers, in de Rievicr
vaft gemaakt zynde, dreven de
Rivicr in', tegen de brug aan, en on-
dei* andere wierd een kleene Orembay
‘in een groote gezet, zoo dat de brug
al mede laft om lös te raken leed-.
Men hoorde van verfchcide lieden, dat
hare kalîèn, comptoiren &c. voor o-
ver, mitsgaders de porcelyn-rakken
van de wandén af; en aán ftukken ge-
raákt wären. Hier tegen Wás¿ ónder
andere vreemdigheden Y een pot met
drank in de galdery van zçker huis
ftaande,. wel drie a vier voeten van
plaats, zonder té breken, te vallen; of
te ftorten, ■ gëzet. In ’tLeytimo'rfe ge-
bërgte, zoo als niën een wyl na dit;
■ voorval vemomen heeft, is de aardbe-
vinge medb zeer fterk gcvoeld., Op
Nako, waren 7 huizen om vèrgëime*
ten, cn divérlê groote ftenen van boven
’t gebergte voorby eénige lieden,
dog zonder Ichade te doen, komen rol*
len. Onder andere viel eeñ calappus-
boom tuflehen een man, die inet zyn
vrouw en kinderen - zat en at , en ver-
mörzelae de ipys, zonder meerichäde
te doen , als dat de vrouw aan de heu-
pe wät bezeert raakte. Op Oma vielen
z bergjes yan klipfteen van boven
neder in zee , läfcend£: de grönd' Zöo
glad. als ofze mét bylen was veref*
- Een andere fteen., zoo. groot, als
j m^i)marm«f-zoudcn, wierd van
plaäts veranderd, latènde de plaats, däar
hy uit genomen was, in de gedaantc
van een put. De weg tuflehen Oma,
en Soya, was wel 23 vademen lang
gëichèurd-, waar van wel zommige 2
a 3 vöet wyd,en andereplaatzeneven-
ccns als gckerteld waren. In de ne*
gery Hoetoemoeri, niet vervan ftrand,
lprong ’t zee-water viui ondereh op,
door een open gegraven kuil , zeer
hoog in de lucht. Het opftaande tüig
van de aan ’t Kafteel ter reede liggen-
de fchepen floeg tegen een, als of men
een ratel hoorde, werdende*’t geichut
eri de ' rampaarden van den' overloop
opgelicht, en zonder omvallcn weder
neder geftëld. De ftuurman, en andere,
op de chäloep Vliffingen bcichei-
den, die bczuiden Leytimor, na de
hoek van Nöeflanivcl toe zeilden, vèr-
klaarden niet anders geweten te heb-
ben, vermits ’t geweldig fl aan van de,
zeebaren tegen de chäloep, of zatenJ:
vaft, en ’t dee dezelve trillen, en be-|
ven, als of zy over een rif gefchokç
hadden. Zekere Klaas, Chriftch zyn-
„ de
1674.
Z A A
» de,” genaamd Simon van :(So, ÎJ^fâgen
» ¡vatti de E. Compagnie ; dochby fden
^'^Kofter -Wcheiden ; van Wien hy -ge-
,t laft was de plaatze -des 'gebeds in- de
■<n groote zaal op ’t Kafteél te gaan be-
leiden, en kaai’zen aan te "fteekenvyer-
„ ildaarde met groote verbaaftheidÿAât
entrent een uur voor de aardbeving in
dezelve zaid öp den’Predikftoél had zien
„ ftaan <scn perzoon, wit van aanzieht,
» en handen , mct ’t aanzieht lanâélÿt ,
„ of'na ’t Z . O. gekeerd, houdendé'èen
„ bodk , als eén quartyn, in de flidkèr,
ji eh een witte brandende keersrih îde
»> tegterhand, nevens dat boelc2 eyfenäls
» -of hy las, aan hebbende lange’ZWärte
klecderen , die over’de booraen van de
ftoel nederwaards hingen. Hy "had een
„ kroon van döornen pp ’t "hoöfd, wel-
j, ke doomen omgevaar ider een halvb
^ vinger lirng , en donker lazuuragtig
„ waren, doch b f <£t waarheidjVerfük-
,, Mnge van zinnen, ofte leugens "Zyn,
„ zullen -wy aan ’if-oordeel van den be-
,V ichfeiden lezer bevölen -laten. Immei's
,Y hy heeft op vericheide tyden voor aan-
„ zieUlyke lieden ’t zelve in alle omfbin-
p digheden, zonder veranderrnge, meer-
„ maäls verhaäld. Ter kufte Hltoe wa-
„ ren kört voor ’t aardbeven in de iücht
j> gezi«i z ftreken, öntrent van eenhalf
», eile breed, die even, als ’t geipari vaö
» een huis, tegen malkanderen opfton-
»‘ den. Vati Lbehöe töt Ör^iid
» en Noord ftrckkendè, was daar ten
», zelven tyde,als aan ’tKafteel, de'astrd*-
» beving wel zoo fterk vernomen , "eh
» kort daar op gevolgd 'väfibön ithrrlc-
fi kdyke Zeèberg fgelyk men nadçr-
-, hand van geloofwaardige perzoonen
n verftaan hqeft) ontient. oud Lebèldbtoé
„ uit de grqnd zyn ooripTonk gfenomeU
„ hebbenS:eens Mbps -en' fty lopgerc* |
f, zéh, Weinig t’zéewaard geloopen zyn- !
-de , vferdeelde zieh in 3 deelen , na-
» mentlyk de ¿ over ’t land, endè derde I
Y, t’zeewaard, wegnemeftde aHe dé boo- j
„ men , huizenj -en menfehen, daar *t i
„ maar byquaim. De fchäde, hier door !
„ ter voomoemde kufte gëfch'ied, ' werd
P hier beneden uitgedrukt; en vpor-dsop i
„ ider plaats bezonder aangewezen; en
p beftaat vöömamentlyk in ’t fneuvele& j
t ft van wel 2243 memehen, waar onder
„ 31 Europiancn ; makende, mct-_de
-ft voorftaande 79 5i te zamen 2322 per-
„ zoonén, die toen omgekomen zyni Wy
„ zullen hier mede byvoegen de bezon-
»• derheden, op ider plaats voorgevallen,
„ en van de Weftlcantdeslands Seinen.
„ Op Larike was ’t water, na aeaard*
ft beving; rondom de Reduit zYyöeten
» hoog geweelt, töt 3 fnaàl pp enafloo-
» pende, zonder meer fçhadp. te doen ;
»als dat Compagnies Orembay, en
I I D e e l v a n A m b o in a .
K E N. 433
nraüw;j aan ftukken Beilagen zyn; op
Nöeflfttclo was ’t yvater in een ogen-
blik èérft zoo Verre na dé zydè vaü
Óerieh Wcggçloopen , dat men niètals
ie grönd zag, en naaulyx meer water
bekennen kón., waar na ’t -zelve we-,
derom Quatti., en tot 3 maal toc Van
d’éën op de" andere zyae over ’t laagfte
vart ’t Eïlahd liep', melgroot gewcld
öp ’t midden van dien tégen malkan-
déren aauftootende ; Waar mede de
buizinge van ’t ÛpperhooH en .’t wa-
:er-huis, weggenomen wierden. Öp
Oerien hebben zy méde, gelyk dp andere
plaatzen van Hitoc, een ÎohrLk-
kelyk gerucht in de jucht gehoord,
als of mon met karpîîèn tégens mal-
kanderen aaii reed. Daar op vôlgde ’t
oploopen van -t watera en, als ’t zel-
ve wederom afliep, zag -hien de ;grond
na NoéÔàrëlo tóe zoo, verre plopd:; âIs
of de zee wcggçloppen was.; DooT ’t
VooncHrëve oploopqn van’t Wäter was
de binten-pagar vau de Bari c-ade; ne-
veiis éénige huïsjes 3aar buiten-, weg-
géipoeîd ; doch ’t water quam niet
binnen, maar wel rondom de Barica-
de. Dit is opmerkens-weerdig , dat
zekere vrouw, Mima van Hoewamo*
hcl genaamd, door een ftfldaat Van
Ceÿt', na Hila varende, gevifchf was;
dewelke verhaalde ,^ hoe zy . met haar
kindtie^. ontrent a maanden oud , door
Watervloéd iii zeé gëtrbkken zyn-
aë, ^cë'n baïk yaft gékregen had, Wàar
op ontrent middeimacht mede een flang
quam, die haar, en haar kind omving,
welke zy diverze maalen van haar ftiet,
tôt dat gemelde. flang zieh om ’t hout
zd^^vaMingerde , .en Aaar, tot dat
Zy en haàr kind geborgen wierden,
a^i bleef. Op de negery Lima zàg
men '’t Water, wanneer ’t van Lebele-
hoe Tumquam , mede voor de Réduit
van'onderen opberften , als o f ’t kook-
te_, ’t rif ftèènen , en moddér-zand,
mitsgaders diveriè fteencn, opwerpen ,
die 2 2 3 mannen dragen koUden ; en
■die verder tegens en op de eerfte ioide-
ringe yan de Reduit , aaiigellagen ,
çn opgeworpen wierden; Wegnèmen-
dé ae galdery, en fchildwachf daar
op ftaande, nçvens ’t benedèn woon-
huis, en een fteene combuis, welkere
muur een. ftuk weegs in dé negry ge-
vonden wierd. De Sergeants vrouw is
door ’t water cpgenomen, en onirent
20 vademen agter de Reduit, in ten
zoete limooeboom vaft geraakt ; en
Zoodanig behouden geblevcm Ôok de
foMaaten.3 welke aUe;(uitgénbmenéèn,
die in de tronk 2sat) uâf VreZe van dé
aardbeving benedén io dé Reduit gc*
lopen wären,,. zynde èen op een boom,
de ander op een huis, en de ander op
G g ,, den