
5ï 4; B E S C H R Y V I N G E
hocndçrcn, en jpnge klappus,. die daar
naAnder ’t drinken van veifeheide foop-
jepwèder na .Boord gedimitteerdwierd,
waar op wy y6ortfchepte:n?tot dat, om
de Mauanajers wat te doen uytruften,
ontrent ’s morgens ten To uuren , tus-
içhen'de rávieren Moaí, en IíTala , ten
añker quamen , van waar des' naarmid-
dags weder "’voorticheppende , én met
het zely.fi feheppen den eeheelen nagt
zynde’ gecdntinueerd , alzo het heldere
maneXchyn was, quamen wy óp
Sondag, den eerilen November, even
voor de middag ten ánker aan een
ftrand, welkers naarn ons onbekend was,
alzo een felle, contrarie wind eri ¿room,
niet lègêriiiaande. met alle tnagt g e l
febept wierd , ons de minfte voortgang
belette, dog entrent twee uurcn naar
de middag , de wind wat flappende,
fchepten ,wy. \yecr door, in mcening
pin;, nog ’s avónds voor W arpé tè können
komen» alzo ons zulks berigt was,,
dog ontrent half 7 , ’t Contràrie van
dien fiende, en dat wy nog byriä de ge-
beelen page zouden hebben moeten fchep-
pen, mnsgaders onzeMaflahajers noot-
iakelyk wat moeften ruften , als hebbende
’t zelve in drie dagen -, en twee
nagten , dit geen agt uuren können ]
V A N
tpenmaals zynde Secretarás van Poli-
tie.y'Ernß Gripping, z%n wien hy dedopd
vari zyn Vader hebbende bekend ge-
maäkt, Had 'meèrgeroelte Cnïpping hçm
belaft, Compagnies rptarig maar te voe-
ren, en de plaats van Orangkaja waar
te peemen, wàar in hy tot nog toe had
gecontinueerd , waar na van boord zynde
gedimitteerd, wierd het behoôrîÿk
Avond-Gebed als bevoorens gedaan.
Dingsdag , den 3. dito, ’s morgens
met het lumieren van den dag,, naar ’t
volbrengçn van ’t Gebed, gingen Wy
aan land, bevindende alles in de Negery
reedplyk wel, mitsgàders een Compagnies
ylägge aan de ftrand by harep
MoPrfchen Tempël ftaan, en , paar na-
der opdervraagd te hebben ,, of aldaar
geen yei ichiUen waren^ontfangen wy *t
zelve antwoord, ’t geèn Orangkaja Abid
ons ’s avonds te vprén gegeven had , en
dewyl de zelve Orangkaja als voorfz.
ons nad verhaald, nog geen abfoluit O-
rangkaja te zyn, zquden wy wel onder-
zoek hebben gedaan , wie tot die waar-
digheid wel de naafte , yplgens ’s lands
colhii nieri, zoude zyn, dog daattoevan
U Wel Ed. Agtb. geen ordre heb_^
bende, hebben wy deeze zaak daar by
maar zodanig laten beruften, te meer,
U Wel Ed. Agtb. over 3 jaren, deeze
Negery zelf hebbende aangedaan , hy
Abid als doen reeds als provifineel
Orangkaja regeerde.. Alhier op déze
Negery wierden eenige Militairen 3 die
tegens expres verbod, door ons, alhier
niet ällcep , maar ook op Saway , reeds
áan haar lieden bekend gemaakt , zig
hadden fchuldig gemaakt || met d’ in-
wöonders vari haar bopni-vragten te bedoen
, lietén.wy, op gewoone zeyn-
fehoöt, alhier weder onze dreggen vallen
ter ftrand Way lela.
_ Maandag,. den tweeden dito, ’s morgens
ten. een uur, als wanneer wy weder
aam’t. feheppen raakten, en ontrent
i o uuren,: voor dé .middag, een zeyl, 6f
Chialoup, zagen, zynde naar giffing
Noordooft, driemylén’t Zeéwaàrds van
pns áf, ftelleride zyn cours N oord-Wéft I _________ .
aan, fcheppende voorts den geheelen | roven , en de inlarideii*^ä^*?Srcorren
dag door, tot dat wy, naar giflmg, entrent
halfagt uuren , de dreggen voor
de Negery Waroe lieten vallen.
Aanftonds daar na quám een' praeuw
aan boord van den Orangkaja Abid,
van. dito Negerye , de welke gevraagd
zynde, of dezen jare geen vreemde han
delaars aldaar waren vericheenen , ant-
.woordde van neen ,' dezelve in langen
tyd niet vemomen te hebben , verders
gevraagd zyndè , of aldaar geenerley ver-
lchillen of queitien ? onder de inlanders
waren, aptwoordde van neen, dat zy ge-
ruftiglyk, en in vreede, met den,anderen
leefden,cn onder ’t difcóureeren gevraagd
zynde, hoe langen tyd Abid al
Orangkaja was geweeft, verftondenwy
dat hy voor als' nog geen abfoluit O-
rangkaja was, verhalende ons, dat, naar
*t overlyden van zyn Vader, den voori-
gen Or-angkay , hy op Saway was ge-
weeft, en aldaar gerencontreerd had een
tot zulks te doen zeîfs te hebben ge-
bruykt, door den Sergeant, MichielEr?
tei, braáf met een Sjavoni onthaald , onder
dewelke een van groote Aflurahtie,
hèm Sergeant, daar over qualyk hebbende
bejegend, en zelfs uytgcfcholdeir,
quam meergemelde Sergeant, daar over
klagtig vallen, waár op hem aangezegt
wierd , op morgen ogtent den zeiven
Soldaat ons aan te wyien , als wanneer
volgens merite met den Zelven zoude
gehandeld worden, waar mede onfe af-
rairen ter Negery verrigt hebbende,be-
gaven wy ons ontrent negen uuren weder
naar boord, werdende kort daar öp
gevplgd door den meergemelten Orangkaja,
Abid, de welke* per praeuw aan
boord zynde gekomen., ons tôt een
fchenkagie bragt eenige Clappus, Sa-
goe, enLoeri ’s, en,hem eenige foop-
jes fchenkende , wierd ondertuflchen
beraatflaagd , o f ’t niet raadfaam foude
efquadre, der als toen in Zee zynde zyn, hem Abid te verfoeken (alzo de
Hongi , orider Commando van den I wegen hem hier ontrent volkomen bekend
a i f è o î N
Jcénd vrarén) met oris^yerder mede te
feheppen 3 om ons dé dáár ontrent gelegene
reeven te ontdekkeP, op dat.
wy met de Vloot in gèen geväar mog-
reri^geraaken, té meer 5 alzo die onzen
^natohoedi, ôfvôor-ûyt-zèÿlder,mee-
yéndeçrs onbekent waren , ’í wélk goed-
èévonden.j en herii Abid zulks aangezegt
zynde, nam h y ’t zelve blymoeaig
ááñT tràrifportéefénde zig ten dien èin-
dé op dè Górcof yan Bonoa, zynde, als
ffieérgemeld is, ònze vopr-uyt-zeilder.
' Waar na pris entrent To uuren aan
*t feheppen weder begévende ^ pafleèr-
den wy hét Eiland, Faran, fchepperidé
voorts den gehèelen dag door^ en pas-
feérdeniii ’f vallen vari den avopd nog
éen Eylànd , gèriaamd' Aéat X kötnende
voorts entrent 8'uuren voòr de Negery
Rarakit ten àhker, als wanrieér kort
daar na de gryié^ èri door oudérdorn reeds
Heel kromgaande Oràngkaja , May coera
, aan boord verfeheen , de welke al
mede afgevraagt zyride , of aldaar gecn
yrceiride vaartuigen t’ zedert eenigen
tyd waren verfeheenen, en wat dezelve
aldaar verrigt hadden, ons berigtte dat
zomtyds epnige Bandafche handelaars al-
daair verfeheenen , om tegéhs lywaten,
als andere kleinigheden j Sagoe te troc-
queeren, en dat npg op eergifteren eeri
Terpaatfche Chialoup ' (zondcr dat hy
óns wift té bérigtéñ T o f ’t eén Comp5. ,
of vrymap^ Çpiâlôüp 'was) aídáaí ge-
pafTeerd was., ?t welk iriogelyk dezelve
Za! geweeft zyn., waar vanropgîfterigèn
datum vermeld' ftaát. '
' • Zéggende’ òns oòk , dat' dezen avond
éen kleyn Chialoùpjè aldaar gepäfleerd ,
en eeven beneederi de Negery ten anker
gekomen was, als wanneer den boflehieter
wierd belaft, ’s morgens daar aan
met het lumieren van den dag, zigder-
waards te begeèvep, prii te verneerhen,
wjuir^van daan , en werwaards j clézelve
Chfaioúp ftond té vertrekken i. 00k oro
den ÂnaéHôdà' aiin te Teggen , zyn pas
aan boord te komen veftoóñen, wanneer
den zelven Maycoera van boord ' zynde
gedimitteerd., en’t gewoonelyk Avond-
Gebed zynde gedaan , begaven wy ons
tc raft, tot
Woensdagj.den 4; dito, als wánneer
’s morgens ten. zës uüren per Praeuw
aajn boord vcrfcKeen de Anachoda van
de öp gifteren in deezen geméntioneer-
de Chialoup, zynde Adriäan Carfienfz.,
Chriften-Mardyker van Banda , vertoo-
nende ons een Pasje, gedateerd , den
24. Oftober paifatö, en onderteekend
door den GefagKebber , den E. Jacob
Claafz.i, waar by hem gepefmitteerd
wierd, tot uytventing van eenige Ly-|
'vaten , Meilen , Parangs , Tamboxe
Swaarden , en Bylen , d’ Eilanden Ge-
A i l i j
ram, en Goram, te bevaarën, *t welk
wy aangeteekend hebbende, den zelven
• Anachoda wederom dimitteerdën. Kort
naar deflèlfs vertrek begaven wy onS
naar land , alwaar wy de .N egery Relinga
bevonden in verföheide Gehugten
te beftaan , waar van ’er twee met cert
Zee-fteene borftwèering omtrokkenwa^
ren, waar.op mède ondervraagt werdende
, of aldaar onder d’ ingezetenen geen
verfchillen waren, kreegen wy ’t zelve
antwoord als öp Waröe , zoo dat niets
meer alhier te verrigtenhebbende,keer-
den wy weder te rag, en naar den Soldaat
, waar van op gifteren vermeld ftaat,
over.deflclfs aflurante taal teegens zyn
commandeerenden Sergéant, een luftige
loeflng te hebben laten geeven, vei^
maanden wy de daar ontrent zynde inlanders
der Coreorren, zig te wagten,
van, waar wy ook zouden mögen aan-
konien, d’ inwponders met het beklim-
men van haar Clappus-boomen, als anderzins,
van hare goederen te bérooven ,
of dat zy ftaat moeften maaken, dezelve,
en nog fwaarder correntie, té zullen
moeten ondergäan} waar naa wy ons
ontrent neegen uuren, wederöm na
boord vervoégden , als wanneer de O-
rangkaja’s van Rharakit , dn Waroe,
wellte laatftgemelde tot dus verre mede
gefchept was, y der per een praeuw
aan boord verfeheenen, en. ons tPt ge-
fchenk eeven diergelyke dipgèn brag-
ten , als op gifterigen dato, onder de
Negery. Waroe, vermeld ftaan.
Ontrent 10 uuren -, geraäkten wy wé-»
der aan ’t feheppen , en zagen een Zeyl
|in Zee , van ons ontrent twee my len,
waar na cenmoojè koelte krygende,die
ons tot ruym op de middag by bleef,
advanceerden wy zoo ver, dat wy ontrent
drie uuren de Negery Quads na¿
derden , körnende daar op den Orangkaja
dier Negeiy, ßackar, aan boord,
om ons een goede anker-plaats aan té
wyfen, ziende wy van verre een Gömps.
vlag op ftrand geplant’ftaan, en eeven
daar na begaven wy ons aldaar aan land,
en bevonden dezelve in drin Gehugten
te beftaan, waar van twee aan de ftrand
met fteene Paggers omringt waren, die
door ons wierden ibefigtigt , leggende
dé derde een weinig ter zyden a f , op
een heuvel of rots vindende voorts in
die Negery alles wel , en , n^ar onder-
vraging, geen oneenigheeden + of ver-
fchillen, daar ontwaardt hebbende, begaven
ons weder naar boord , en fchep-
ten verders voort, dat wy tegens den
avond voor KefHng ten anker quamen.
Alhief (Juamen voor eerft aan boord,
Maba, Orangkaja van Simboko, Man-
\ dij Orangkaja van Kelitai, en Cabreßf
Orang