
fcryt-jr Het wort gegift vyftien mylcn, van
hock van HatoeAloe te Ieggen, en
was geplaatftaan een wvde en groote ri-
yicr, die men verfcheide- mylen op kan
fcheppen, gelyk my zeker vrient, die1
nogleeft, gezegt heeft : zelf gedaan te
hebben* dog ’t water-is meeft brak, en
ondrinkbaar $ / ’t geen, by zware afwate-
ring, veroorzaakt wort door de Kryt?
• bergen Mali Mala genaamt,die landwaart
in Ieggen j van welke dezerivier in *t regen
moefionmetgrootgewelt afftroomcnde,
hct water zeer wit en drabbig maakt^ hoe-
wel h e t ,in r?t jaar 1707..voor een reis
wcl eens goet, en dnnkbaar bevonden
./ * is.: - K
Naderhant zyn die-vari Hote vandaar
wat Ooftelyker op, na een kleen heu-
veltje ontrent ftrand, dog in later tyd
drie of vier myl meerna ’t \Veilen, ontrent
de rivier Kamoehalat verhuift, die
mede van de witte bergen hären oor-
fpronk heeft,hoewel Ze goet water geeft,
’t geen te meer te verwonderen is, om
dat die bergen daarnaaft by ’t ftfcmt zyn,
en’er-weer na toe draajen.
Boven op die bergen vertoont zig
een hooge fteile klip, die dePapoewa’s
Eroan Saä noemen, die zeer wel na een
Munniks-kap gelykt , hoedanig de on-
Zen die gemeenelyk noemen, hoewcl
andre die by een fcnoorfteen vergelyken.
Men kan die in ’t voorbyvaarcn ge-
makkelyk zien ,• fchynende zig naby
ftrand te vertoonen.
Hote, de ©i| Hote is de vergader-plaatsvandiej
verga- van Meflowal, dat meeft Noorden hier
derplaats van aflcgtj en verfchynen deze Papoe-
poewi’s wa s ^an r 9 omj met die in de bogt
vanMes-Van Hatoewe komen, tehandelen. Het
fowal,en is bbk de grens-paal van de Papoewa’s
m aldaar.
Want die van Meflowal, en hunne
aanhang, plagten van ouds op de andere
Papoewa ’s,ten Ooften en N oord-Ooften
van Hote woonende, te rooven, en
daarom hebben zy deze plaats Hote, (in
hunne taal een grens-paal, offcheiding)
genoemt.
- Dit roorvcn hebben die van Meflowal
nu al eenige jaren, het by den Sahoe-
handel houdende, nagelaten, dog de Papoewa
’s beooften , en ten Noord-Ooften
van Hoti, plagen den inlander nog menig-
maal daar mede, van waar zoo menig-
vuldige klagten van die van Amboina,
aan haar Edelheden gekomen zyn, die
dateerft metgoedheit byden koning van
Tidore al in Saifoddien ’s tyd hebben zoe-
ken voor te komen, die als een fyne
gaft, daar dan wel wat ordre opftelde,
maar hen naderhand weer anderen laft
gaf,' om onze bondgenooten te quellen,
en op hun te rooven y ’t geen haar Edelheden
(gelyk wy onder de zaken van
hon
grenspaaL
Tidore zien) genoodfaakt heeft aan die
van Amboina te gelaften jom de Papoe-
wa ’s niet allebn op onze ftranden, maar
zelf in hun. eigen neft, op de kuft van
Maba, Weda, en Salatti, aan te ta-
iten.
De oude woonplaats der ingezetenen • Oudi
van Hote was oök j gelyk die van andre troon-
Papoewa ’s, immers zoo lang zy een ftuk P^ats
weegs de rivier op huis hielden ,
bofch jdaar zy, vblgens een oude inländische
gewoonte,hunne huizen op hooge
ftyleh,-;en op Waringin-boomen, zoo
hoog plagten te maken, en uit de gront
te verhefrcn, dat men ’er met ladders
by klimmen mbeft j ’t geen zy waarfchy-
nelykft dedcn ¡, om tegen een fchielyke
opkomft van vyanden verzckert te zyn.
Dog in ’t jaar 1673. zyn zy van ^
om laag, wat beooften de rivier Verhuift,
daar zy zedertgebleven zyn. Deze
rivier van Hote werd by den inlander
00k wel de groote rivier vanBockeyge-
naamt, dog is beft met den eerftennaam
bekenti Al het land of de dorpen van H o-4 "I Alle I
te tot Hatoemeten, hebben haar Edelhe-* ^ rPfP» I
den ih ’t jaar i bpp. aan den koningvart™af-
Tidore ^ op zyn voorgeven, zonder ee- tot Ha- [
nig recht ’er op te hebben, en zelf tegen toeme-
het getuigenis der inlanders aen, ge- H P i
fchonken, hoewel hy het niet voor in *t Tidore
jaar 170p. in bezit genomen heeft. r in ’tjaar
Twec en een halve myl in zee,Noord^6.99S<i,l
Noord-Ooft van de rivier van Hote, e r‘
heeft men de gevaarlyke drooete, by ons ^eeu*
x ■ 1 ' , * a t waar* Leeuwaardens droogtegenaamt. Andere dens
plaatzen die wel vier mylen van derivier toogte,
van Hote^ dog zy is waarlyk hier gelegen.
Van de bogt of de rivier van Hote Riviera |
drie mylen Ooft aan, draait zig de kuft I
weder na’t Zuid-öoften, en na’tZui- en‘ i
den met twee uitftekende hoofden, by
zommige Caap de Meer genaamt.
Men heeft onderweg nog verfcheide Het doip l
rivieren, en ftranden, als Zollalikayj oudW3*-1
Hatoehoko, Zefat, Hoewa , Pottat j roe‘
Lama , Iricheuw , en Mehirra ,> alle
welke vervolgens al Zuid-Ooftop leg-
gen, en zieh vry riffig vertonen, tot
dat men aan een groote bogt, de bogt
van Waroe genaamt, komt, in wiens
binnenfte hoek wel cer het dorp oud
Waroe lag aan een rivier , daar gro-
te Sagoehandel was, een weinig Zuid-
Ooftelyker, dan daar het oude nu tus-
fchen twee rivieren is, dog wegens de - f
riffen zeer ongemakkelvk, om ’er aan1
te komen, alzo zig die langs-dieganiche
bogt j die drie o f vier myl wyd, en wel
twee.groote mylen diep is, hier en daar
veripreiden.
Twee mylen Noord-Ooft van *t land
af, dog by na vier mylcn van Waroe I
yertQont zig het riffig eilandje by den
lnlan-
A M B O 1
Nieuw
Waroe.
Die van
Waroe,
naderbe-
fchreven.
, Dezoute
rivicr,en
’tbofdi
metCa-
fuaris-
boomen.
PodoA- kat.
Leeuwaardens
Eiland.
Het dorp
Rarakldt,
en des
zeUsatteekening.
Vergaderplaats
derPapoewa’s,
ender
gevlugte
inlander Poelo Sarong , dat is , het
fcheede-Eiland, daar ’t wat na gelykt,
dog by de onien Leeuwaarden ’s Eiland,
genaamt, een myltje lang, en een quart
myl op zommige plaatfen breed ,: dog
yoor aan breeder.
. Oud Waroe word van Hote, op agt
mylen, gefchat, hoe wel het in ’t.fchep-
pen wcl op tien mylen uy tkomt. r.
Hier van daan loopt de Kuft weer wel
ruim vier mylen verrc Ooft-aan, in wel-
kers midden ’t dorp nieuw,Waroe legt.
In het Oofter-faizoen , wanneer het
fterk regent, ftaat hier een holle kee,
alzo ’t hier vry diep is , door ’t uitwa-
teren van zes groote rivieren , die fig in
deze bogt ontlailen 5 in welke tydt het
water hier groen en drabbig is.
Het volk van Warqe,is nog zeer.\yil<j,
waarom zy ook n^etjdcHongi noit heb-,
ben willen fcheppen , vlugtende , zoo
ras die aankomt, bofehwaart in , hoewel
hun Orangkäja’s in ’t jaar .16 7 1 .
die vloot bleven in wagten 1, zonder dat
egter de. fmalle«gemeente daar toe te
brengen was.
Van denOofthoek van deze bogt, van
Waroe, öf wel. van Ajer Mäfin , dat. is^
de foute rivier , daar yeel Cafuaris-boo-
men zyn,. loopt de kuft weder vier mylen
Zuiden aan. Vlak. voor die zoute
rivier heeft men twee eilandjes, idereen 1
myl lang, en een half myltje1 breed j dog J
’t naafte aan Waroe , Poelo Akat genaamt
, wel het langfte en ’t breedite,
zynde beide met een breed rif omfbömt,
dat zig met een flau wer zoom, totvoor-
by Rarakkit uitftrekte, en zig met des
zelfs hoogen hoek bepaalt. Digt by die:.
twee eilandekens, die onbewoont zyn,
legt vläk in ,’t Noorden, ontrent een
myl’er af, ’t voornaemtLeeuwaardens,
eiland.
Hier-van daan , tot het dorp Rarakkit
toe., dat vier, mylen verder Züidaan
legt, is een groote en flaeuwe,dog zeer
riffige, bogt,die mede.,onbewoontis.. !-
Dan komt men aan cen grooten hoogen
uitfteekenden hoek, waar op het
dorp Rarakkit legt.:
Het lag van ouds op. den hoek in ’t
hangen van een fteil gebergte , met veiv
fcheide gehugten . boven een , hoewel
het nu aan ftrand legt, zo als men het in
de plaat, N°. xm. al v.ry groot, zicli ter
linkerhand met veel groote huifen, en ter
regtermet een pragtigenMoorfchenTem-
pel, en andere- wooningen uytbreiden-
de , aän de voet van een zwaar gebergte,
onder veel boomen, .afgetekeiit ziet.
De inwooners waren, in’t jaar 16 1p.
al in vyf Campons onder zo veel'Orang-
kaja’s, afgedeelt, een boos volk in zieh
zelven, en een gemeene toevluchtplaats,
daar de Papoewa’s hären roof quamen
N A. 57
venten, behalven dat het het ook ge-Ban(Jil
dient heeft, om de wederfpannige Ban-»ncefcn.
dan&fen , na hiin vlugt , daar te ontfan-»
gen, - die zieh zedert meeft.daar, of daar
ontrent, onthoüden hebben.
Zy waren van ouds ook.onderdaanen , Verder
des koningsr van Tidore, -onder -welken bericht
zy.ons, wanneer wy met dien Vorft in^ yan1?t
oorlog waren , “veel ondienft deeden,
trekkende al de Volkeren , daar ontrent
gelegen , yan .de E. Maatfchappy äf,
behalven dat. zy pok allerlei geipuis van
wegloopers, en misnoegde, plagten aan
te haalen , en tpegang te geven, dog zy
zyn door den Heer de Fläming, in ’t jaar
154p. overwonnen, en door een byzon •
der Contraä zodariig bepaaltdat men
hope van beterichap haa j dog by den
oorlog ten tyde van Madjira, cn daar 11a,
zyn zy we.er.uitgefpat., ,ep hebben zig
zedeit zo weinig aan de E. Maatfchappy
, of hären Landvoogd in Amboina,
laten gelegen ieggen ,T dat zy meirideo
overvloedig haar pligt na te komen,
wanneer zy , zonder verder na de Hon.
gi om te zien (wel verre van daar onder
mede te komen fcheppen) een ftapeltje
of twee Sagoe, tot verquikking van die
magtige vloot , en tot erkentehis van den
Landvöogdop ftrand lieten ftaan, vlugtende
verder -met alle man het Bofch- in j
fchoon men niet gewöon is , hun daar
over eenige moeite aan te döen-maar
hun dorp in völkomen ruft te laten , in
hope- hun door diergelyke bewyfen van
vrindfehap , en door den tyd ,'nög eens
te winnen. Dog het is een volk , daar
geen zalf is aan te ftryken , wier dorp
een roof-neft is, en blyven zal j zo lang
men deze weerbarftige gaften, met geen
harde fpooren beryd, en met gewcld tot
reden brengt. • - ■ , •
Wat moeite de Landvoogden hü en
dan met hun gehad hebben , zullen wy
in ’t verv-blg breeder zien.
Land waard in, niet- verre van ftrand, Rer. . -
ziet men- een> höögen plätten berg, de 1 ^ "
tafelberg, die yän andre bergen daar
ontrent afgezondert is, en by den-inlander
Salangur genaamt is , dien men
op Waroe in ’t Zuiden gemakkelyfc kan
'zien Ieggen'.
• i. Van dit dorp Rarakkit loopt de kuft-, ,
met een rechten inwyk, Zuiden en Noor-
den tuflchen de vier en vyf.mylen , totfingaa.
Keffing toe, vertoonende -zig- als cen Kaika-
vlakke bogt ,i alwaar moöy itrand is ,b?’ A'1'
daar op het dorp zig uitgebreid heeft,&!°n-
en waar längs nog verfcheide fraajedor- der hct
pen Ieggen, waar onder Kelingaa, Ke-J.01?
likaba, Angir, en de magtige Alfoeree- Quaus*
fche Negry Kien, die wat meer ver-
ftroit, en ten deelenLandwaardin legt}
dragende dit Kien, ook wel den ^aam
van Paiar Befär, dat i sde groote markt,
H o m