
i84 ÉÉ A M B ö ■ 1651. yiarrnm'i'ß tegenwoordig, en ’t was té
venèmoéren, dat hy zieh in zulken
froot gevaar, als ’er uit te wagten was 5
e|even -had, alzoo deze Tabulile hem
Wenige dagen te voren onder een praatje
aän ooord verhaald had:, dat hy de Zöon
was vail 4ekcren Seke,.in att vorige
oorlogen dòor de É. Compagnie onthalitj
maar dat hy daarom aan zync tronw
geenzins twyfFeìen mbeft.
- Nu was de aflpraak j dat de Heer de
Flämingte gezettertyd-V nagts pp ze-
ker telkcri ‘ met een vaartuig voi foldaa-
ten in de - Rivier -komen zou, om
na ’s vyands hoofd-vefting door hem ge-
feid te Verden. Hét mislukte driemaal,
dat hy hei tteken niet geVen kon, waar
op hy den Héer Zeevoogd verzogt het
nog eens (fehöon hv al dncmaal vergeefs
te rüg gekeerd was) te wagen, alzoo nu
alles klaar was.
N S G H E
daar na te ftervenj en veel van diemein* 1S53.
eedige fchelmen liepen weer na den Sengadji,
De Heer de Flamin eindelyk wfcfcr
voor die Rivier gekomed , vond daar Ta*
batik, die hem , by flaauw maanlichq
óver eenen elendigen weg} door een döti-
ker ilykerig Zagoé-bofch, waar in zy
wel hondeidmaal ihuikélden, na een iam-
merlykc marfch van twee uüren, wefdigt
by dien berg, waar op dt Sengadji zig
verfterkt had, bragt, maar toen zag de
Heèr de Fläming eèrft in wat geyaar hy
ftak, ài zoo veele van zyn volk door de
duiftemis, cn moeyelyken weg van hem
afgeraakt waren, en hy in ’t geheel nu
maät 18 man (waar onder de Lieutenant
Keiler) fterk was. < ' ' ,
Hy, egtermöed fcheppènde s zag kort
daar aan den vyand uit deveftingdevlugt.
nernen, e n Wierd tegen den middag oök
door van Outhoorn onderfteund, die het
dorp der Leflidiers, en Carabellefen,aan
de voet van den berg verbrand, maar
geen menfeh ’er in gevonden had, oor*
leèlènde , dat- zy door 2 vrouwen, die
in ’t veld lagen, al vroeg verklikt waren
.Ó
p Lanoero’s raad wierd rondom den
berg dè vliigtelingen toegeroepen, dat
zy maar afkomeri, en hen geen leed ge-
fchieden zoude, dan allecn dat men ’t op
den Sengadji, als oorzaak van alle dezc
mbeite-verhalen , en hen nevens al hunne
goedereri vry laten zou., waar opaan-
ftonds;veeleh tot ons oyer quiamen, welke
den Heer Zeevoogd onder Lanoero
aan dit Rieviertje plaatfte. ^
Oridertuflchen maakte zichde Sengadji
met ’t overige volk weer op een
andre plaatis vaftj wcshalven men hem
op «ieuw aantaften moeft.
Lsrnoe* Terwyl de Heer de Fläming van daar
roé ver- vertrökken was, latende de verare zaaken
géven. aan den Majoor Ferheiden bevolen, wierd
Lanoeroe door eenige Inlanders (zoo men
gift) vergeven, immers hy quam kort
gevende die plaäts, daar zy lagen,
00k trouwloos aan hem over, dat 00k
den Sengadji hoe langer hoe hardnekki-
jgcr maakte. De Majoor Ferheiden be-
legerde hem daar^ vememende, dat’er
vele van Leffidi- en Cambello by hem
waren.
De Heer Zeevoogd had ondertuflehen Twec
fs vyands drinkwater afgefneden,entweeveftingen
houte veftingen op de wegen, die der-hicr Sc:
waards liepen, gelegt j .Hals-toe d’ccne, egt-
en d’andrc Doritenburg genaamd ß waar
door zy wel tot het uiterfte gedwongen
wierden, doch alzoo zy zoo naauw door
de onzen niet hadden können bezet wer-
den j of zy hadden nog eenige openin-
gen behouden zoo hebben zy middel
gevonden,om het in Januari id f j weer
te ontkomen, verlatcndc met die veiling
00k te gelyk het geheel Eiland.
• Na dezc twee veroveringen, en na’t DeCay-
verplaatfen der Caybobers op Loehoe \ bobers «p
quam de Heer de Fläming den 1 f dito Loehoe
weer . aan *t Kaftecl, alwaar hy verfchei- ßephaift.
de boosdoenders voor zekeren Raad,
beftaande uit den Heer Zeevoogd
zelf', den Landvoogd, den Opper-
koopman Cosj de Borger Capiteins,
Henrik JVynandszoon, en-Barent Janszoon,
en Cr aan Leendertszen, tolk der Tcrna-
■taanen, ftraffen deed.
Kimelaha Terbile, en nog i i voorna- Tcrbilc;
me Temataancn,- fchiddig aan hoogvcr-S^1^-
raad bevonden, als hebbende den hoofd-
muiter Schaydi tweemaal onderftand ge-
daan , wierden ten zwaarde gedoemd.
: Beßlole, Koning van Iha, en Toelapia^
Koniiig van Nollöt wierden mede ver-
wezen , om onthalft te werden, cn om
hunne regterhanden te verliezen.
De Paap Lijfaloan, die zieh alsbode
had laten gebrüiken , wierd .gedoemd
om-gerabraakt te werden. ,
De andre min fchuldige Temataancn
zouden,'nevens de vrouw en kinderen
van Terbile, na Temate gezonden werdenj
doch de uitvoering van alle dierechts-
plegingen wierd uitgefteld,tot dat de Heer
Zeevoogd met de Manipeefe OrangKa-
ja’s zou vertrokken zyn, en had den 6
Februari zyn voortgang. -
Die van Ihamahoo wierden 00k, om x)icY»»
alle verderejnoeite met hen voor te ko- Ihama-
men, met hunne 7 dorpen onder Pä//h°cmedc
Toebefi op Loehoe geplaatft, doch die van ^ eg°f‘
Siriforri alleen uitgezonderd, om dat die piaatft.
vrywil^g wilden Chriftcn w6rdcn , en
men lag hen een boete van 200 Ryx-
daalders voor den Koning op, aan welke
nogtans 7'oebeߑs Campon, om zyne ber
wezen trouw aan de E. Maatfchappyy
niets betalen zou.
De Heer de Fläming had buiten. dezc
nog
*
Ivooren,
I n s t e -
Gnadjo’s. Manichap.
i
'iatos, Scheppers. 5 10 60
J Ì IO n
I
1
3 k IO n
i
3 zo , 70
fm
3 18 44
' 3 f ° 1
j
ii
3 «3 yo
3 8 27
j 3 16 48
- 5 18 Ti
j P H zo 60
ì 3 10 70
3-d zo 60
3 16 T«
3 zo T°
23a Soe
wnden tot Amboina, aan ’i ’t Jaar 1709.