
244 A M B O N
jìSo. meinde tc weten, dat ’cr ccn gefchenk .
van belang tuflchcn beide gekomen, cn '
DatHaar oorz&^van zyn verblyf was, doch het
Edclhe- a-y .daar mede gcweeft, zoo’t wil, het
den qua. & zcker, dat haar Edelheden denLand-
men,4' i vdbgd ’t jaar daar aan fchreven , dat hy
gezag en macht voóral in zulk een
zaak getoond,cn hem opgezondcn moeft
hebben.
Ondertuflchen vemieuwden haar Edel-
heden den 24 Januari 167p weer den vorige
laft, van geen jonge: nagelboomen
meer aan te planten, verboden een Op?
perkoopman om geen redenen (dan by
lyfftrafrèlyke misaaden) op te zenden,
en daar toe ecrft harcn lalt af te wachten
.O
ok verboden zy den 28 dito geen
Vaftigheden, cnz. na imands naamtenoe»
men, of ook meer Eilanden op tc zoe-
ken, alzoo ’t beter was, dat die voor
andren maar verborgen bleven.
Laftoa- - Den 1 Februari gaven zy. laft ’t oud
treñt’t Jiaftccl te hcrftellen , daar ’t van noo-
Kaftepl,enden was ,.daar by voegende, dat mcn
ontrent het ftuk van zuinigheid het ont-
a ' werp, van de Heer Hurdi hier gelaten,
ftipt volgen moeft, zy gaven toen oök
een nette bcpaling, wat dienaarenzyhier
wilden aan-, en in dienft gchouden, en
wat zy van den Heer Landvoogd, cn andre
dienaaren maar,wilden gctrokken hebben
, bcpalende net, wat zy aan hem
toegeftaan hadden, dat zy noch nader A.
1600 den 17 Februari uitdrukken.
Den 27 Oétober verbieden zy geen
borger, of andre chaloepen onder de 20
laft en toe te ftaan na Batavia te varen , dat
zy. jaar .daaf .aan weer- belaftcn
dende ookmé^éns aàn1te^efèn^^b*i^' *
Den 17 Januari A. 1680 bepalen zy
tot hoe verre toe men deze en gene die?-
naaren zou mögen yerbeteren.
Den z6 dito keurden zy de aanftelling
van de onderzoekers der nagelen op Hi-
toc en elders zeer goed, gelyk ook om
jaarlyks dezelve op Toelewely uitteroe-
jen, bclaftende ook tc zien, of ’cr tuf-
fehen Ha ja en Tamilau, of ontrent Sepa,
ook gèen vielen 5 dat zy A. 1681
den 6 Februari weer belaftcn j doch daar
zy diervan Banda den 11 Maart A. 1681
af ontilaan.
’tOrang-f •" helaftcn nu ook den 17 Februari
Kajen- het OrangKaja’s-feeit jaarlyx tegeven,
feeft aan-„en de ingetrokkene wacht op Amblauw
bevolen. weer uit te zetten.
Deop- j In ’t begin van A. 1680 deed zicho-
ftandin vcr Ambon weer een zwarte wolk
door. den opftand des Konings van
Boero. Ternate , die, , zieh tegen de E. Maat-
fchappy openbaar aangekant-hebbende,
de vonken van dit vuur ook na Boero had'
docn pyerwaejen, door ccnigc vaartui-
gen, daar gekomen, met zynen; laft aan
s c H E
de Boeróneefen, om medé tegen otis dp 1680.
te ftaan, gelyk zy terftond deden; De
Mooríche Priefters en grooten belegende
de önzen zeer fors,' ontfingen brieten
van dien Koning op ’t plegtelykftc in de
Mafigit of Tempel , beroofden onzer
vryliäens vaartuigen -, ja lloegen al,watr
zy buiten de vefting vonden, dood.
Men zag ’er honderden van vaartuigen
byeen vergaderén;, dat *t Opperhoofd *
door «fertige foldaaten zocht té weeren 5
doch zy wierden van heri tc rüg gedre-
ven. Alle onze yaartuigen hadden zy ook
verbrand, zoo dat, het Opperhoofd-ten
eerften geen ketims *er-af kon geven^cer
dat de zaken daar reéds tot ropifand ge-
fchikt waren j een tydingdie ña ’tfvér-
trek van ’t laatfte-ichip na Batavia, en
derhalven op' zyn ongemäkkelykft, aan ’t ,
Kafteel quam döor een chaloep , die na
Boero gezonden , en verwonaerd :was,
daar zoo veel vaartuigen te zién^eñdiéns
ftierman, zoö däar üitr," als uit ?t fchie- S-
ten van ’t Hoofd ,'vaft ftelde, dat hier
onraad was, weshalven hy ten eerftd m
*t Kafteel keerdc.
De Heer' Landvoogd;, ’en dén"Raád,
gaven hier af echter noch tydiVaan haar
Edelheden kennis, die in *t begin Van
A. 1681 veel ferygsliedeñ ten gctalé ván
14 a x yoo man ,' met de Gapitcmen
Struis, du MoulinyMólSi (die hier ftierf)
en meer andre officiereñ, herwaardsííóá-
den , dewelke die van Boero aantafte-
den, in körten tyd overwonnen 5 en alzoo
van dien oorlog.in dat jaar cencinde
maakten.. Vele van-de Boeroñeefé’béffia-
mels í(mecft 'Prieftefs) ^iérdéñ ónthaíft^
of gerabraak t, en op^u&lre wyzen gedood ,
andre wierdrai ^ebstonen , en- vede gc-
raalcten ook in' íláveray^' dáar ondér; veel
onnoozclen.
■- Zy leiden toen oók één kiygsmáh’,
den vaandrig Lotus Mignon, in plaäts dat
•er bevorens een Onderkoópman «¡legen
had ,op Boero, en na dien tyd is het daar
ook ftil geweeft.
Den 14 Maart vonden ¿y goéd ccñ , « .
nieuw Kafteel in de Laha te leggeñ5A-f6c8lult
doch hadden zieh over dé groóte en ge-van een
ftalte van ’t zelve noch niet beradeñ)Kafteel
hoewel zy voorcerft-meeft voor ecrí vyf-“1 de .La“
hoek waren, belaftende vooraf cenige^16 s“
mopfteenen daar toe te vervaärdigei dezelve
in een loots te leggén’, en door ceñ
corporaalfchap te docnbewáren-; Opwélk
leggen van een Kafteel indeLaha den 30
November A. iö8i ook de góedkeuriñg
uit ’t V aderland quam, hoewel men ’er ríiét
mede voortging, 'mógélyk, omdat men
gefehreven had, dat dit fioch goed, en
ten vollen gcnoegzaam wás. Ook kéur- f
den de Heeren in ’t Vaderländ den 8 Jar^T
nuari A. 1682 dit noch cens góed.
Daar op belaften zy den ringmutfr,
die
:'Z A- A
die rceds onder handen was, te voltrek-
DennS- Jccn.igelyk in dit jaar 1682 ook geichied
^ is j« hier by noch voegende',; dat men ’t
toift. huis van den Landvoogd. in het Kafteel
weer opmaken zou?¿djä
De Heer, In ’t midden van Auguftusvertrofeidfe-
deVicq Ze Heer Landvoogd na Batavia na dat
via de hy mim vier jaaren hier geregeerd had,
Heer van latende het beftier in handen van den
Vliet hier OpperkoopmaTi en gezaghebber, de Heer
Jeremias van Vliet, die hier in ’t begin
hebber. yan gekomen, enj, alzoo hy met
de doenter van de Heer Padbrugge ge-
trouwd was, hier niet]lang bleefj'hebbende
in zyn tyd de groote galdery* in ’t
huis van den Heer Landvoogd , cn Hol-
" • landiche Kerk weder opgemaakt.
De Heer A. 168 3 den 7 Januari verfcheen hier
Padbrug- de Heer Robbertus Padbrugge als Gom-
^ miflaris der drie ObfterfeLandvoögdyen,
hier als en als drie en twintigfte Landvoogd. Hy
Commif-was laatft Landvoogd in de Moluccos
farfs, en geweeft, en quam toen uit Banda, dat
- Vwfn^fte% Gouimiflärfe bezöeht had, nemen-
Land- de de Laridvöogdy"van zynichoon-zooni
voogd. de Heer van Vliet, over 5 hoewel die
hoch tot September 1684 hier bleef.
Die nader ; Dit was een kort Heer, niet zeer ge-
befchre- zet, in de genees-kunde geoeffend, en
Ven van eenminnelyken ommegang. Hy had
wierd. in vorige tyden op Geylon onder den Heer
van Goens gelegen, en was A. i6 jz in
Äugufti na Mafcate iij Arabien gezond
den , om daar een meuyr verbond te maa-
keff. men " tya "• eenige jareh in
de Möluccos gelegen hebbende, was hy
hier gezond, en welvarende geko-
menj doch had door een zwaren enköü-
den flag-regen, die hem in *t g eb e rg te
van Soya o verviel, e n t o t i n ’t gebeente
doordrong, zyne gezondheid vcrloren ,
zoo dat hy volilagen lam (vooral aan-de
handen) daar af gebleven is.
Hy was een man in ’t gehecl niet
fqhraap- en baat-zuchrig j maar zeerfterk
voor de neerftigheid, eri goede ordre, voor
de onkreukbaaiheid in ’t gericht, voor
’t eerlylc gedrag der dienaaren, mitsga-
ders voor alles, dat een goeden ftaatkon
helpen uitmäken j döch hy was vfat aan
de haaftige kant.
Van *t eerfte, eri van zyne öiikreuk-
baarheid, heeft hy een bewys gegeven , .
/v wanneer zeker Chinees (die een zware
zaak voor den rechter had) met een ftuks
je fpek by zyn Ed: quam, om hem dat
te vereeren, dien hy vriendelyk bedankte,
zeggende dat hy geen liefhebbervän
ipek was. De Chinees, die wel merkte^
dat hy niet gezjen had, wät ’er onder
dit fpek lag, te weten, ccn ftapeltje
goude coubangs (ider 10 Ryxdäalders
weerdig) draaide het fpek een Weinig
om, om hem de geele munt in de’oogen
te doen fchittexetii Zyn Ed: ;zag die
K E R '■A Ws
eindelyk , maar joég den Ghipees met
zyn goud in groote.moejelykheid van
daar, alzoo Ly te vredc was met, zyngc-
meen. inkomen; en zyn meefte. buiten-
inkomen had hy, van zyne flaVen by. de
E. Compagnie: 3 welle getal zyn Ed: van
yo tot 139 gebracht had. .
Niet, minder heeft zyn: Ed: dat ook
getoond, wanneer de Ghineefche weduwe
van eenen Nonko (een zeer tyke vrouw)
voor ’t leven van haaren zoon,. die tef
dood verwezen was, een groote foto’mé
gelds zyn Ed: aanbood , die zyn Eck
ae zeer edelmoedig van de hand wecs.
Zyn Ed: had in zynen tyd voqr, oni
dit open vlek tot een ftad met willen,
grachten, en poorten te maken.. Hy
heeft ook een aarde wal na de land-kant
om de ftad getrokkenj en. al éen rede-¿enftad
lyke diepe gracht ’er omgemaakt, engerpaakt;
zoo verre in ftaat gebracht > dát men iñ
Noeflanivel, en op de Olifents-weg, en
in Mardheylca, er maar poorten aan had
te maken , om ze af te können fluiten,
dat zvn Ed:, verinits zyn vtftrek A: 10873
niet heeft können doen, en waar ontrent
zyn vervanger juift niet al te wel met
zyn Ed: gehandelt heeft.
Na dat nu die. Heer die’ byzondre Ddgzyft
groote mocitc op zieh genómen had,^^e“
bc\rond hy noch by zyn aanwézen alhier,vervan.
dat de . zware regen-zaifoenen groote gerügt
fchade aan zyne wallen toebragten,
dezelve-hier en daar. deden inftorten,datd •
eentef meV wemig moeife had können
herftela Werden.
Het is waar, dat zulk een zware wäl tc*
gén de Inländers niet van nooden, en tc-
gens Européeré veel tc zwak was, maar
ni^reeds gemaalit, qn in ftaat zynde,
zoo had men , ..om.de ftad verder te dek-
kch, en de" ingezetenen tégen brandftieh^
ters, en weggelopene flaven (gelyk: dé
later tyden daar van veel nüttigheia zou-
den gehad, en noch konden hebben) zeker
te ftellen, immers die drie poorten
’er aan können inalten.
Zyn Ed: had óok een zoort van eeri
borftwering, of wal op ’t ftrand , vart
groote bobbers, of vifch-korven als fui1
ken, met zware ftcenen gevuld, gemaakt,
die hy met aarde meinde bedekt te hebben
, op hoedanigen wyze zy met ’er tyd
konden goed werden, doch, myns be-
dunkens, wai en die fteenen niet goed, en
een aarde wal zou beter geweeft zyn,
daar anders een kanon-fchoot óp die bobbers,
vol fteenen gedaan, groote fchade
onder de ingezetenen der ftad zoude heb-
ben können véroorzaaken, waaroiñ die
ook in ’t algemein afgekeurd zyn.
Hy was geftadig bezig, dan met ae-
ze, dan met gene nieuwe;werken, latende
veel volk graven, delven, heyen,
1 timmeren en metzeten, om dainmen,
' H h 3 dy*