
B E S C H l 9 4 R Y V I 3S1 G T. » a n van hem het teegendeeLwier&gedemön-
itreerd, .met hem te zeggert ,;dap>dee-
zen dag zyne Corcor de vlag vry beter* \
en nader gevolgd hach , dan veele der
andere Gereonen , en dat zulks ganfch
geen teeken van eenige onbcquaaroheid
was , en- dat zyne Gorcor./miettegen-
ftaandezy-klein was, egter beeter op ’t
water lag, en tegen de zeer hol gaan^
de Zee beeter konde opreifen, dan een
groote: en fwaare ICorcör, dog deeze
remonftrabtien hem niet könnende be-
lctten ,van nog nadere inftantientedoen,
wierd hem te gernoet gevoerd , dat het
, niet genoeg was op den beftemden tyd',
met zyn Corcör tot • ’t by woonen der
Hongi op Amboina te komen ± en dan
weer te willen vertrek ken ,'maar dat zyn
piight ook vereifchte de'Hongi te volgen
| werwaards dezelve fchepte, en
äpelc. Ontrent eeh half uur verdcr 'ge-
ffchept.zynde y zagen wy- eenige' zeer
groote flukken van' klippen hol over bol
tot een tamelyke hoogte in zee leggen ,
zynde -de zelve >afgeitbrt vän cen daar
regt. Boovenftaanden höogen: klippigen
berg , zynde-vervaarlyk om aan te
Tchoiiwen, ’t geen ons door Orangkaja
l'itametcn verhaald wierd door de läat-
lte aardbeeving veroorzaakt te zyn.
dat hy , .zulksyau te vooren weetende,
zig. van een bequadnv vaäi*t;uig ten dien
ejnde moeft voorzien *Töf dät het ändere
mar onwilligheid tot den gewoonen
Hofdienit aan de GompV fmaäkte , vrai-
gende hem'verders a f , waarom die zyri
verfoek niet aan UEdc, Aghtb: had ge-
daan, waar op hy ten antwoord diende,
dat h y. door ouderdom, enbygevolgedoor
fwakheid van memorie, zulks vergeeteö
bad , naar alle welke redenkavelingen,
en vertooningen wy, hem, onder ’t drin-
ken van een ioopje, vermaanden de be-
veeleh vän U Edc; Agtb: zyn gebieder,
beftaande daar in om ons benöorden Ce-
ram am te volgen, met alle bereid willig-
heid naar te komen en daar door te
toonen, dathy'een regt onderdäan van
de E; Comp, was, ’t welk hy eyndelyk
aanneemenae daar op vertrok. Even
naar deszelfs vertrek quam aan boord
de Radja van Kellemoeri, met den O-
rangkaja van Selor, met het zelve verzoek,
en onder het zelve Vöorgeeveri,
die even zodanig gehandeld wierd , als
hier booven van Capitein Kelibon vermeld
llaat , met deeze verandering al-
leen, dat op de vraag, waarom ’t Zelve
verzoek niet aan U Wel Ed. Aghtb.
hadde gedaan, hy Radja Kellimoeri ant-
woorde , zulks op Larike gedaan te
hebben, dog door U Wel Ed: Aghtb:
geantwoörd te zyn, dat het toeftemmen
van ’t zelve verzoek aan den Flicaal van
de Vloot ftönd , van’ welk voorgeeven
hem delobie uytvinding ernftelyk zyn-
de voor oogen gefteld , en hy daar över
Weder een half uur verder zagen nog
zodanige afvalling -van gebroke klippen,
dog niet' zo veel yhog zo gröot, als de
boven gemelde ^ paiTeerende deezen dag
verders CambelloLeifidi, en Erang,
met fwaar hol water en een verbolgene
Z.ep, dog door den teegenftroom geen
kans verders ziende,om -t Naflaufe Gat
te pafleeren , quamen wy na de middag
ontrent | 3 uaren öp Ajer Mira ten anker
5 dog niet lang daar na de wind fa-
vorabel zynde-, en het water beginnende
te wafleri V lfgten wy de dreggen,
en pafleerden ontrent ,f. uürentegens
den avond de engte van de Naflaufe
Vloot, körnende wyders des avontson-
trent halfagt op Aflahoedi tep anker j
alwaar het Gebed Weder als op gitteren
gedaan’wierd. Alhier zonden ’'wy de
Orembay naeenGorcor, die, geduuren-
de de geheele na de middag verre agter
pyt geweeil -zynde 5inu quam op zetten,
om tp yerneemep ,watde reedenyan zyn
lang agter- blyven was geweeft, en wierd
de zelve bevopden te zyn , de Corcor
van Äbobo , klagende het hopfd van
dien- döör voöriz. hoi'water en Twaare
dyningen in- gröot- gevaar, ; en zyn
Gorcpr haaft yol water geweeft te
zyn j hoedanige klagten, ons door den
Pati van Liliboy' mede gedaan wier-
den.
Zondag den i f . Oihober, even v.oor
’t lumieren van den dag, wierden dp de
ordinäre Zeynfchoöt de dreggen-wedei1
geligt, zeilende met een favorable wind
tot in de bogt van CaWa, alwaar wy
op de middag onze dreggen lieten val-
len, op dat het Hongi-volk’ zig onder-
tuflqhen vati water zoude können voor-
zien (waar aan zy klaagden groot ge-
brek te hebben) en zuks gedaan zynde j
wierden de'dreggen des namiddags ontrent
half drie uuren Weder geligt', zei-
lende voorts den klippigen hoek van
Tänoeno voorby, op welke hoogte wy
dwars van ons ontrent 3 mylen ’t zeebeftraft
, wierden zy- beide- onder ’t 1 waard in , cen Zyl zagen , zynde een
drinken vaii ePri foopje of t-wee'gedi-j reedelyke groote Chialoup , ftellende
mitteerd, en geordonheerd de vloot te: zyn cours dwars naar’t Eyland Bonoa,
volgen. - ■ I fcheppende vordere- voort tot des nagts
Zäturdag den 24. O&öber, ’s mor-! rtiim 11 uuren, wanneer voPr de Ne-
gens ontrent 4 uuren wierden opgcwonei grye Nuniali de dreggen lieten vallen,
Zynfchoot de dreggeii weder geligt, pas-1 körnende daar op een praeuw aan bpord
feerden gemakkely k den droogen Ryft- j van den Orangkaja van Liflabatta , om
A M B
o I N A. ipj
zulks waar was , en zy zig aaö de be-
ftelling van Compagnies Brieven niet
gelegen lieten zyn j dog aanftonds bemerkende,
pfis alhier te verwelkomen, en bekend
te maken , dat deszelfs Corcor alhier
aan ftrand gereed lag, om de Hongi te
volgen, dog dat die alleen wagtte naar
de Maflanajers , die de Negry Nuni-
ali,als met Liflabatta een Corcor iehep-
.•pende , moeft contribueeren , om de
zelve Corcor te bemannen) verZoeken-
'de hy , dat w y , om zulks te verhaaften,
'den Orangkaja van Nuniali geliefden
aan te prellen, *t welk hembeloofdzynde
,' en daar op cen foopje gedronKen
hebbende, vcrmits’t reeds laat in de nagt
was, hy van boord gedimitteerd wierd,
‘met ordre,om eenige van zyn volknaar
'boven te zenden , om den Orangkaja,
en Orangtoeha’s, van onze komft tc ver-
^wittigen , en tot afkomen aan te ma-
nen , alzo wy de zelve eenige noodige
'zaken van U Wel Ed. Aghtb: hadden
bekend te maken.
„ Maandag den 16. dito, ’s morgens,
1 ,^ . met het aanbrekeft van den dag ver-
heidaer icheen een praeuw aan ons boord van
Orang- C| c n Orangkaja Kakiaflan van Nuniali,
!Ä n i-me? deflelfs <5 Orangtoeha’s , genaamd
Elak Stillatoe , Elak Cafifi , Elak Haft-
koe, Elak Manoeelekoe , Elak Makatita,
en Elak Lekapolt, ons verwelkomende,
de welke eerft met een foopje of twee
■zynde gcregalcerd, begavfen wy ons met
de zelve naar land,en voorts naar deBa-
■lecuw, of ’t Raadhuis, alwaar de mili-
tie daar van te vooren verwittigd zynde,
reeds in ’t volle gewecr ftond , zo
txok de Natos der Corcor met fefiild
en fwaard gewapend , die rondom de
Baleeuw cen kring geflagen hadden,
werdende voor eerft den Orangkaja , en
Orangtoeha’s van Nuniali, in gevolge
U Wel Ed. Aghtb. geeerde ordre, afge-
vräagt, pf alaaar nipt verre van ftrand
ook eenige groote Cafafla-boomcn yie-
len , om groote balken , bequaam tot
fwaare gebouwen, daar van tc kappen,
wäar op öris tot antwoord wierd toege-
1 diend, van ja , dat de zelve daar de geheele
ftrand längs , en niet ver van de
zelve, in genoegzame meenigte vielen,
ter dikte van ander half voet in ’t Vierkant,
cn 24 ä 30 voeten lang. Vordere
haar Orangtoeha’s af gevraagd zynde ,
of de befchuldigingen 5 door den Orangkaja,
Kakiaflan, tegens haarlieden inge-
bragt, waar waren, van dat wanneer op
Nuniali Comps. Brieven aan quamen^'
die na Bonoa, of Saway moeften voort
befteld worden, zy Orangtoeha’s, om
zulks te verrigten niemand van haar on-
derhoorig volk wilden contribueeren,
waar door de Orangkaja genootzaakt
was zulks door zyn eigene flaventedoen
effe£fcuecren, zo antwoordde de Orang-
toeha Elak Sullatoe uyt naam van haar
allen met een groote Afliirantie , dat
dat dit zyn zeggen vry ftout
was, verdraide hy wedérom zynewoor-
den, en zeide , dat de Orangkaja een
Compagnies brief had ontfàngen , dog
dat zy te dier tyd in ’t vieren van eenige
plegtigheeden van hären Godsdienft
zo bezig waren geweeft , dat geen een
man konde gemift worden, om de brieven
tc beftellen , ’t welk door den
Orangkaja zynde teegengefprooken
met te zeggen , dat zulks onwaaragtig
was, en dat het, niet eens, maar meer-
maalen, was gefchied , dat hy de Ma-
rinjo van de Negry met Compagnies
brieven by alle de Orangtoeha’s in *t
rond had gefonden, zonder dat een vaü
allen de zelve had willen aannemente beftellen
, welk zeggen van den Orangkaja
door den Marinjo , genaamt Maca-
tita , volkomen wierd geconfirmeerd,
waar na de Orangtoeha’s Werdende af-
gevraagt, of zy dan altyd, als Compagnies
brieven aldaar aan quamen, juill
met de plcgtighcden van hären Godsdienft
beezig waaren , welke vraag zy
niet könnende oploflen , de zelve met
ftilfwygen beantwoordden. Haar verders
afgevraagt zynde , waarom zy
(ingevoYge U Wel Ed. Aghtb. ge-
refpefteerde ordre, die zy als Compagnies
onderdaanen verpligt waren te ge-
hoorfaamen) haar Negry in ’t gebergte
niet verlieten, en beneaen aan ’t ftrand
een bequame plaats uitkoofen , öm daar
een nieuwe Negrye te maken, en waarom
zy de reets geextrueerde wooningen
onbewoont lieten ftaan , waar door zy
genoegzaam te kennen gaven , maar
fchynvrienden, en in der daad vyanden
der E. Compage.? te zyn, en dat zo zy
qbftinaat bleven met in ’t gebergte te willen
blyven, de Compe. , in plaats van
haar te affifteeren tegens de overvallen
haarer vyanden, tot andere gedagten
zoude moeten komen , met haar ten
proye haarer vyanden over te laaten, en
zelfs middelen in ’t werk te ftellen, om
haar over oppofitie tegens Comps. be-
veelen zodanig te ftrafrcn, dat het haar,
en hare nakomelingen, fmertelyk zoude
valfèn -, waar op de Orangkaja Kakias-
! fan voor eerft antwoordc , dat hy altyd
bereidwillig was geweeft , om Comp*,
bevelen naar te komen, en altyd, met
zyne Negrye aan ftrand te verplaatfen,
daar van blyken had willen geven, dog
dat zyne Orangtoeha’s zig altyd tegen
dit zyn goed voorneemen hadden geop-
pofeerd, en onwillig geweeft ymand
van haare onderhoorige met der woon
naar beneeden te licentieren. De Orang-
toeha Elak Sullatoe voor zyn medemaats,
B b 2 cn