
l i A M B O
Naderhand qös&n öak de Zeevoogd
PiApftBöth J®® bragt Oenfee Halaene
tycer in Ainbort-, welke Heer zig tegen
(HrAfebbineeten ook zeer nrilddadig en
^öedhartig betoonde.
Na verojyf van 6. jaaren vertrok de
Ländvoogd H o u tm a n -y C n J o a n n e s P r in g s
(Pfm) vörvirig hem voor drie jaaren.
Toenquam de Heer Opperlandvoogd,
Gérard Raitgfi ( Reynft wil hy ¿eggen)
van Batavia, zeylde na Banda, en toen
weer ifcf Äfnböri.
Te (her tyd quamen de Erigelfchen op
Lbchöe en Cambello, en onthielden fig
ö f de laatfte plaäts. De Landvoogd P r in s
zond .e£n Vloot daar Keenehr, om hen,
die niet vertekkeri wilden, van daar- te
verdryvenj daar op raakten zy te zamem
flaags.
De Opperlandvoogd Reynft y enKapi-
fehi Hitoe, belaßen- daarbp aan Kimelaha
Sabadin p dat die hen ibu dpen vertrek-
ken, datal mede met g ing i waar op de
Heer Reynft , en de Heer Prins 9 Cam-
beflo aarirafttmitvaarria die yanGambel-
fo hen deden vertrökken.
Daar op gingen de Engelfchen na
E rang, en niet lang daar na inet hunne
fchepen na Engeland. Daar na wierd
Adriaan B lö k LandtVoogd in de plaats
Van J o a n n e s P r in s ( hy w il Caipar Janfzen
zeggfen | en B lö k kreeg eenige moeite
inet de Leytimorfthe Orahgkaja’s j dog
Kapitein Hitoe bevredigde heil weder.,
In zyn 12 . Alkitfa begint h y van Her-
man Spel (Speult w il hy zeggen) tölpre-
ken , feh van zekeren aanflag der Engel-
fcheri en Jaöahders tegen de Holländers,
dat tydig 0001 de Holländers feröomen
z yh d e , ¿ö heBben z y al d eE ngelfchen,
en Japanders (dat een gröve mifllag van
hehi is) gedbod.
Hy zegt ook, dät die Landvoogd eerft
met die van Hoetbemori, daar na met
die van Liflibatta, oorloogde, en dat hy,
en Kimelaha Sabadin, ait dorp vero-
vferden; dbg dat Cäpitein Hitoe den Ki»
pati LifilBatta brägt, om met den Land-
vbbgd vreede te maken. De Landvoogd
lag toen met de Amboineien ,eri met den
Kimelaha, over den prys der Nagelen in
gefchil 3 fy eyfehten honderd, en hy
bobd maar zeftig Ryksdaaldfers j zy lieten
’f vbbr tägtig Ryxdkelders s dog hy wil»
de dat riict'gevfch-, waar dp dfen oorlog
begbn.
Ondertuflchen wfetd hier over na Ba-
ja f i a , en aari den Konitij* van Tema te,
'geiehrfcven, waar op yt jaar d i r aan v a n
der H a g e n tyding b ra g t , waar dp meh
;xveerby een'quarrt, en 1t wegens den
-£rys der Nageleh dp f o feyxdaefders
vöor een Bahara efens Kreide dog op
dat de^Land-voogd ’ ’er 3. Ryxdaelders
aan Siripinang-geld V o o r de foldaaten af-
N S C H E
hotidcn zou, zo wierd het op 67. Ryx-
daelders gebragt.
Het Jaar daar aan quam een Terna-
taanlche Geiant dies- Lahdvoogds hulp te»
gen de Spaanjaards , die opTidore ge-
komen waren, verzoeken.
Ondertuflchen quam den Opperland-
Voogd Lawrms Ryl (Reaal) met den Zeevoogd
van der Hagen, met 8 Schepen,
die ook na Temate ontboden waren j en
die van de Amboinefen 7. Ryxdaaldere
yan een Bahara nagelen minder verzog-
fen, om fpys voor de foldaaten te koo-
pen,dat alle dé Orangkaja’ntoeftonden,
zo dat de Bahara, geduerendc dien bor-
lög, op So . Ryxdaalders bleef ,mits dat het
i na dien oorlog, weer tot «7. Ryxdael-
ders ryzen zou; dat alles aan weerzvden
bcfchreven wietd.-
Hier op trok de Hute Reaal na Ternate,
om, dien vdrft te helpen. En.dus
; hl'eef de prys der nagelennüyaft , eti tiüi-
gefehil, hodwelde HertOgrvatt JSo-
noa naderhand dit vetbond weer brak.
, In de z j. Alkitlä toont hy , hoe de
Landvoogd daat op met een Vloot in zee
liép, omvan iéaKimelaha rdden van de-
Zc V erbonds-brenk te vorderen j die zey-
de, daar af niet te weten 5 dog dé zaak
wierd door tuflehenkomen van Kapitein
Hitoe bygélegt, waar op de Landvoogd
inet zyn vloot na Loehoe keerdecn zc-
deit bleef alles in rüft ; Ontrent welke
tyd ook de Kttnelaha Hidajat verfcheen.
_ In zyn 24. Alkitlä Ipreekt hy' inéf
groóte lof van Hidajan hoedanighéderuen
dathymet groóteftatie,alseendögroot-
Ire Princen , ien met een Vloot in Am-
n verfcheen, dat hy een dapper en
zeer Regtveerdig Richter, en een man
was, die m lengte zyns gelyken in Ternate
, nog in Ambon , en die Boften,
afe een vrouw, had j daar byvoegende -
dat hy een groot iveraar voor den Moor-
lehen GodiHienftwas.
Sabadin ondertuflchen ziek geworden, en
geftorven zynde ,: zo quam hy in ziin
•■ pmts te volgen.
Daar na quam de; Opperlandvooed I
Pteter Scboon (Jan Pieter Jen Cöen9) met
00t Xpor Loehoe'ten anker,.ver-
trékkende m Bandk, om ¿et die ingeze-
tenen te oorlogpn , alwaar Cäpitein Hi-
toe met hem ging,en eénigén tyd tever-
geefs met hen handelde : dé Heer Coen
had daar in *t eerft eenige tegénftribbe-
j dog beloofdé iooó Ryxdaaldera
aan den genen, die hunne veftine eerft
beklom.
Capiteih Pigelnaö dit aan, de Landvoogd
Höulfnan deedhemin ’t beginvan
de nacht te land zetten, en de Holländers
wierden mééfters van de ftad Lon-
thoir, en dus raakte deze ooflog ten
einde. Waar op de Opper findvoogt
Coen,
Z A A
Cfl«/¿en Cäpitein H ito e 9w t e x van daar vertrökken
3 hoewcl ’t nog 40 Orang Ka-
ja’s ’t leven kk>ftte¿ ’t geen oörzaak was*,
dat overgeblevene Bandaneefencfia Ceiiun,*
Goram, en naMacaflar, om hulp
zonden , van waar de Coning Vari Ma-
cailär een V lo o t na Ceram zond, om de
Bandaneefen 5 die daar nog wartín, rtä
Macaflar te voeren,
In zyn Z f . Alkitfa verhaalt h y , hoe d é
Opperlaadvcfogd Coen veel Bandaneefen
mede na Jakatra gevoert hebbende^ M i"
btrdjigoena derwaardsging, eh hunne ver^
loffing van daar na Banda beWerkte. *
{?■ H y verhaalt verder, hoe M ih irdjigöetoit
na Mazulipatam, een reize deed, gierende
op Ceylon , Poedecheri, Nagapat-=-
nam, Paliacatta, enz. aan, dog'dat hy,
Weer te Bantam gekomen zijnde, ftiérfy
van waar hy gebalfemd na Ambon
övergevoerd wierd ¿met een b r ie f, dat dé
Heer Coen ’t verioek van M ib ird jig ö e n d
toegeftaan¿ en dat men maar een Geiant
te lenden had, om ’t verder werkftéllig té
maken. Defen brief bragt Zavardjäii aan
Cäpitein Hitoe ju ill alshy in de Laha was ¿
beug zijnde, om over den aanflag der Engelien
en Japanders tegen dé Hollanders,
en ’t Kafteel, te raadllaagen j waar op de
Landvoogdtoonde, watgevaaifde terug-
komiLdérBandanefen gevenkoni S .
H y Ipreekt verder van de bégraaffems
van M ib ird jig o e n a .^f-ván v afehéid é werken,
rioor H id a ja t verricht'3 vari deoor-
logen önder de K im e la b d ’sL o 'e h o e , en L t -
iia to .j daar op ge v o lg t, totdat de Koning
van* Temate eindelijk belaftte vrede met
de Hollanders té makén 3 die de nagel-flui-
kers älom , daar zy konden ,j verdreven :
höewel de Kimelaha, en de Orang Kaja's^
die aanhielden , waar uit weer een nieü-
wen oorlog iproot j dog ’t oogwit der
Chriftenen was niet anders, dan om den
MótÉíamtocdaanfchen Godsdienft uit tel
roejen, gelijk de Mooren zo mede met
den Godsdienft der Chriftenen Zogten te
handelem, •
H y VerKaaít vérder ’t iftheríien van W a y
door den K im e la h a , en Yaf-fetten van beide
de K im e la h a s door den Cäpitein L a o e t^
A a l t die onder de Landvoogd Lucas-
foon na de X od a ’s , Bangay, Tamboek©,
enB oe ton , vekrok ,< en aaar ftierf.
In zijn 16 . Alkitfä fpreekthy van den
Cäpitein H ito e H a la e n tn , die hy zegt ,
dat door een vrouw Vérgeven wiérd, waar
op K a k ia li Cap'itein H ito e onder denHeer
G jfe ls wierd. Meri maakte toen ook ee-
' nige Veranderin^, ftellendé P e r d a n a B a -
roefa tot Noeflatapi, P e r d a n a M o e lo e ta n
tot Totohatoe , en P e r d a n ä K e l i j a tot
Tanihitoemefíen, en dit wai-én de T ite ls ,
die men aan de vier. í*érdana’s ,• Cäpitein
H ito e daar ingefloteh, toen nog gaf.
I H y Ipreekt vérder vaft Kakialis menig-
K Ë NA
vuldige^en liftige, dog ongeltikkige b^-
driegetyen, van den Landvoogd G y ftli
vertrek, en van de komft van üënHeéf
C o e n 'y van den oorlog vandenÄiw«/«^ en
de Ämbomefe Dorpen tot Loehoe toe met
dqHollandcrs: van de komft van den S a d a -
bay S im o n van t e r n a t e , om vrede te maleen,
dat niet geluktè door K a k ia li's ongehoor-
fafeiiheid, diefe allen oprilyde, dat weer
een nieuwen òórlog g a f, waar in fig egter
F a n th ito em e J e n en O r a n g K a ja B o e la n niet
mengden.
K a k ia li w i t s d gevangen, eenige O r a n g
K a ja 's quamen van ’t gebergte a f , in hope
, dat hy in 7. maanden weer los zou
rakeri, F a n ih ito em e je n ging na Batavia,,
met tyding , dathy wel haaft fort los ge»
laten worden, ’t w e lk ègter niet fo lg en de
¿ zo vlugtten vcafcheidene dorpen
weer na ’t gebergté , én den porlog met
K im e h a U , en d’Amboiñeáéri , ging weer
op nieuw aan 5 dog K im e la h a L o eh o e vertrok
na Ternate, en L e lia to v c r v in g hem ,J
veryolgende den oorlog.
Ondertuflchen quam de Opperland- 1
voogd van D ie m e n z e lf met een Vloot!
van Batavia. K a k ia li wierd in vryheit
geftelt 3 hoewel die aan de Makaflären-
weer nagelen verkogt had.
O o k .quam Koning H h a m z a in Ambon ,
d i t K im e la h a L o eh o e , op een fchip fettend
e , L e lia to d e e d vertrekken na Batavia 3
én K a k ia li voör fig öritbood, dogdie fey-
de ziek té zijh 3 hoewel alles eindelijk be*
vredigt wierd.
Daaropvérhaalt hÿ verder ’t levén van
M a d j i r a , varí de komft der Makafläaren
in Amboina , en ipreekt van hunne oor-
logen met öns daar zeer breed:
Daeropvölgdewel een vreede mef d e -
nigen, dog die van Wawani hielden het
tegen de Hollanders nog al u y t , door dé
Makafläaren geftadig onderfteunt zijnde.
Die van C e y t , en eenige andere Dorp
en , als ook L a n ih ito em e je n , quamen tot
ons over , en K a k ia li wierd door een Span-
jaart vermoordjwaar op Wawani door van.
D iem e n aangétaft, en alles ver ftroid is ,
terwijl velen de vlugt na Makaflär namen.
Ondertuflchen verovetden de Hollanders
Capaha-,; eri P a t iw a n i ft ie r f , waar na
eindelijk alle de Orangkaja’s van Amboin
a , en K im ila h a de vreede verzogten j
d o g de Mooren wilden eerft verlof ’e t
toe van dèh Koning van Ternate hebbenj
dat welvo lgde , dog de onvoorzigtigheit’
vàn een Luitenant, die eenige ©rar^1
kaja’s in de pagar vaft zettedé, verbroddé
het werk weder^ Ondertuflchen kregeri
de Holländers Capaha weer in ,* vérftroi-
den de Inlanders ,- zo dat zy. in ’t bofch
jammerlijk moeften fterverfeen voor al de'
Priefter, S a v a r d ja li, e n S a r fa r F a b a k ia n ,
die eindélyk, alzo niemand hen wilde inne-
men,na Geram en Kelàrig met eenParahoe
B j «ver