stammen Tan dezelfde afkomst rerstaan. Dit neemt niet weg, dat de tot de Zulu’s
gerekende stammen alle als leden der groote Kafferfamilie beschouwd moeten worden.
Omstreeks het ja a r 1783 of een weinig later sehonk een der minder in aanzien
staande rrouwen Tan Senzangakona, het hoofd Tan een kleinen stam, die aan de
UmTolosi-riTier woonde, het leTen aan een zoon, die in de toekomst zijn stam tot
roem zon rerheffen en boTen al zijn landgenooten zou uitmunten. Dit was Chaka
of Tsjaka, de Treeselijke TeroTeraar onder de Zulu’s in lateren tijd. Bij zijn geboorte
Getrouwd man. Oud Baadslid. Ongetrouwd meisje. Oade vrouw.
Kleine jongen.. Ongetrouwde man of jongen. Jonge vrouw en kind.
was de stam der Zulu’s, waartoe bij behöorde, een klejne, onbeteekenende rolken-
familie, zonder inTloed, die zelfs niet eens zelfstandig was, doch schatting moest
betalen aan de Abatetwa’s. De eenige roem, welken deze Zulu’s zieh hadden rerwor-
ven, was, dat zij handelaren waren en als zoodanig beteekenis hadden roor Oost-Afrika.
De jonge koningszoon Chaka groeide Voorspoedig op en werd een der mooiste en
flinkst gebouwde jongelingen Tan zijn stam. In handigheid en rlugheid, in al die
liehaamsoefeningen, waarin de jeugd van zijn stam behagen schepte, was hij ongeeren-
CHAKA. DINGISWAYO. 177
aard, zooals de OTerlereringen der inboorlingen Termeiden. Want in dien tijd hadden
de Blanken nog geen Terkeer met de kuststammen, uitgeZonderd de Kosa’s,' en de
kennis Tan Chaka’s Troeger leven is alleen aan hen te danken. Eerst Tan 1824 tot
aan zijn dood kwam Chaka in aanraking met Europeanen, en dezen beschreTen allen
Chaka, die toen koning was, als een mooi gebouwden Kaffer, zes Toet lang, den besten
Toetganger Tan den stam en in zijn handelen een Terwonderlijke aethdteit openbarend.
Reeds als jongeling wekte Chaka de ijverzucht Tan zijn rader op en was hij genood-
zaakt Toor de Teiligheid Tan zijn leTen te Tluchten. Hij zoeht een schuilplaats bij
Dingiswayo, het hoofd der Abatetwa’s, aan wie zijn Tader schatplichtig was.
Dingiswayo had een zonderlingen levensloop gehad. In zijn jonge dagen was hij
rerdacht Tan Terraderlijke plannen tegen zijn Tader Jobe gesmeed te hebben, en
toen scherprechters werden afgezönden, om hem te dooden, werd hij door een zijner
zusters gered. Hij rluchtte Tan stam tot stam en was Terscheidene jaren uit het
oog rerlören, zoodat men rtleende, dat hij oTerleden was. In werkelijkheid eTenwel
had hij na lang zwerven de grenzen der toenmalige Kaapkolönie bereikt, waar in dien
tijd (+ 1799) militaire expedities naar de grenzen gezonden waren. Hier leerde
Dingiswayo de Europeesehe k’rijgskunst eenigszins kennen, die zoo sterk afstak bij
■de wijze Tan oorlogvoeren'der inboorlingen. De legers der laatsten waren in werkelijkheid
ongedisciplineerde wolkshoopen, en de rluchtende koningszoon zag wel in,
dat ef öp dit gebied Tee! te Terbeteren was bij zijn Tolk.
ASSAGAÄIPUNTEN.
De bovenste en middelste zijn werp-assagaaien, de onderste is een stoot-assagaai. Deze wordt
gewoonlijk ook als mes- gebruikt, en de inboorling scheert zieh hiermede h e t hoofd.
In dien tusschentijd was zijn Tader gestorven en het Tolk, meenende, dat de oudste
koningszoon OTerleden was, erkende den daarop Tolgenden zoon als hun hoofd. Toen
de rluchteling dit Ternam, zond hij bericht Tan zijn leTen en besloot hij terug te keeren
to t zijn Tolk. Op een paard gezeten, trok hij naar zijn stam, en de Abatetwa’s, die
nooit een paard hadden gezien, waren Terwonderd orer de rreemde rerschijning.
Er werd niet getwijfeld aan zijn identiteit, en hij kreeg weldra de macht in handen.
Dingiswayo r.oerde nu bij zijn v o lk de reranderingen in het oorlogroeren in, die
hij doör zijn aanraking met Europeanen gedeeltelijk had leeren kennen. Hij deelde
zijn Tolk in regimenten in en benoemde officieren Tan Terschillenden rang. Toen
hij deze herrormingen tot stand had gebracht, maakte hij oorlog met zijn naburen,
om het deugdelijke Tan deze yerbeteringen te beproeTen. Hij stelde zieh echter
met de OTerwinning tevreden.
Onder zulk een hoofd nu had Chaka bescherming gezöcht, en dit Terklaart
eenigszins .de geschiedenis Tan zijn later rolk. Chaka werd soldaat in een der
regimenten Tan Dingiswayo en door zijn bekwaamheid wist hij weldra tot aanToerder
op te klimmen. Toen de Zulu-koning Senzangakona overleden was, werd Chaka
door Dingiswayo in zijn plaats gesteld. Dingiswayo, als leenheer, had hiertegen geen
bezwaar; hij rekende op de vriendschap Tan zijn beschermeling Chaka, en zoolang
Dingiswayo leefde, werkten zij eendraehtig samen. Doch eindelijk werd in een
schermutseling met een naburigen stam het opperhoofd der Abatetwa’s gerangen
genomen en te r dood gebracht. Het leger deed nu, wat legers gewoonlijk in dergelijke
A FR IEA . * 12