Verder wordt met bezorgdheid door de Boeren aangezien, dat de Britten in de
Kaapkolonie meer en meer het Jandbezit in handen trachten te krijgen, waardoor
de Engelsche bevolking zal toenemen en het nationale volk wordt gedrukt. Ook
heeft het de aandacht meer en meer getrokken, dat er langen tijd beter gezorgd
werd voor het schoolonderwijs aan kinderen van kleurlingen dan van Blanken, in
de buitenwijken. Naast deze komen nog verschillende andere vraagpunten aan de
orde, doch wij mögen hierbij niet langer stilstaan.
II. Natal.
Deze Kolonie ligt tussehen 27° 20’ en 31° 5' Z.Br. aan de oostkust. Het land
stijgt met een drietal terrassen van de kustvlakte naar het centrale hoogland van
Zuid-Afrika en vormt daardoor een schilderachtige afwisseling van terreinen. Langs
de kust heeft het land onder den invloed der zee en door de geringe zuidelijke breedte
een gelijkmatig subtropisch klimaat, met een temperatuur van pl.m. 24° C. in Januari
en 14,4° C. in Ju li; in het binnenland is de zomer meer heet, de winter zelfs koud.
De regen valt meest in het warme jaargetijde, als de oostenwinden overheerschend
zijn en de vochtige zeelucht op de kustterrassen doen opstijgen, hetgeen tot regen-
vorming aanleiding geeft.
De kustvlakte heeft alle tropische cultures: suikerriet, rijst, koffie, thee, indigo,
tabak, katoen, ananassen, oranje-appelen, bananen, enz. Het eerste stijgende terras, Van
500<g|1200 meter hoog, is een rijk grasgebied, waar groote kudden voortreifelijke
runderen grazen, doch waar ook mais, haver, gerst en aardappelen voortreffelijk groeien.
Het tweede terras, van 1500—2300 M. hoog, vormt een dicht met wouden begroeid
heuvelland, met eveneens goede weiden, en gaat in het eigenlijke bergland over.
Dwars over deze terrassen dalen de korte rivieren met schuimenden loop en talrijke
watervallen en schietstroomen naar zee af.
Natal telt (1891) 543,913 bewoners, waaronder 37,390 Blanken (Boeren, Engelschen
en Duitschers) en 33,480 Indische koeli’s, die als arbeiders op de plantages en to t
verrichting van huiselijke bezigheden zijn ingevoerd. De hoofdbevolking wordt
gevormd door de Zulu-Kaffers, ongeveer 473,000 in aantal, die meest van veeteelt
leven en eenigen landbouw verrichten.
De godsdienst in de Kolonie is vrij. Een achttal zendeling-genootschappen arbeiden
er tot verbreiding van het Christendom onder de Kaffers; drie Engelsche, twee
Duitsehe, een Zweedsch, een Noorsch en een Amerikaansch. Op 65 stations hebben
74 zendelingen ongeveer 13,500 Christenen vereenigd en in 68 scholen 3,631 kinderen.
Veeteelt is in het binneniand van groot belang : runderen, paarden, geiten, schapen
en varkens. De industrie- staat nog op lagen trap. De invoer- en uitvoerhandel. is
in de laatste jaren sterk achteruit gegaan, mede doordien de Transvaal en de
Vrijstaat längs andere wegen den invoer betrokken.
Aan - het- hoofd van het Bestuur staat -de Gouverneur, de vertegenwoordiger ‘van
de Britsche Kroon. De Gouverneur benoemt zijn Ministers en moet de wetten der
Kolonie goedkeuren, vöör zij kracht van wet bekomen.
De Wetgevende Macht in Natal wordt gevormd door een Wetgevenden Raad,
(Legislative Council) en een Wetgevende Vergadering (Legislative Assembly).
De Wetgevende Raad wordt benoemd door den Gouverneur, die daarvoor advies
vraagt aan zijn Ministers. De leden van de Wetgevende Vergadering worden gekozen
door kiezers. Het kiesreeht is aan census gebonden; ieder, die aan onroerend
vermögen £ 50 bezit, of aan inkomsten £ 96 per jaar, mits drie jaar aehtereen in
de Kolonie gewoond hebbende, is kiezer.
Natal is als republiek opgericht door de Boeren, die in den Grooten Trek de-
Kaapkolonie ontvlucht waren. Zij hadden hier grondbezit gekocht van Dingaan, den
Kafferkoning, die heerschappij voerde over dit gebied. De verraderlijke aanval van
Dingaan was het sein tot een oorlog, die de Boeren overwinnaars van het land
maakte. Doch het Britsche gezag achtervolgde ook hier de Boeren en na een hevigen
strijd moesten zij zieh onderwerpen (1843). In dien tijd bevonden zieh ongeveer
6,000 Europeanen in Natal, van welke een gedeelte weder verder trok, om in de
Transvaal vrij te zijn van het Britsche gezag. Natal werd in 1843 dus een Britsche
Kolonie en kwam in 1845 bij de Kaapkolonie, waarmede het tot 1856 vereenigd
bleef. In Juli 1856 werd Natal toch een afzonderlijke Britsche Kolonie, met eigen
Bestuur, en een zelfstandige grondwet, (charter of Constitution). De laatst gewijzigde
grondwet dagteekent van 1893.
De ligging gaf Natal groote beteekenis als doorvoerland voor de Boeren-republieken.
Hier was de eerste spoorweg tot nabij de grens aangelegd, en de haven Port Natal was
in zekeren zin de haven
voor het binnenland. De
aanleg der spoorwegen
van de Kaapkolonie naar
het noorden en van de
Delagoa-baai naar de
Transvaal, hebben de
handelsbeteekenis van
Natal veel verminderd.
De Britsche bevolking
van Natal is in hoofdzaak
van Engelsche afkomst.
Toch vindt men ook in
het binnenland nog Hollandsehe
komelingen der Boeren,
die ook onder het Britsch
bestuur achterbleven.
Door dezen wordt nog
het Nederlandsch ineere
gehouden; de heer Mul-
ler vond op zijn reizen
in dit land in een school-
lokaaltje zelfs nog oud-
Hollandsche werken over
rechtsgeleerdheid, o. a.
van Hugo de Groot.
„Zelfs hier in Natal,”
zegt de heer Müller in
1890, „evenals in den
Vrijstaat, Transvaal en
de Kaapkolonie, geldt
nog het Romeinsch-Hol-
landsche recht.” In het
noorden der Kolonie
wonen Engelseh-spre-
kende Boeren en Afri-
kaanders door elkander;
in het zuiden vindt men typen van zttlu’s tjit natal.
de laatsten bijna niet.
III. Het Britsch Proteetoraat.
elementen, na-
Het land tusschen de Molopo-rivier en de Botlele-rivier staat onder proteetoraat
van Groot-Britannie. Hieronder verstaat men, dat alle Blanken, welke hier gevestigd
zijn, onder de jurisdictie staan van Magistraten, aangesteld door den Hoogen Commissaris,
en dat de betrekking tot de inboorlingen-stammen onderling door dezelfde
autoriteit geregeld wordt. Deze laat echter het beheer over het eigen volk meestal
aan de hoofden der inboorlingen over.
Het Proteetoraat is grootendeels een arm, waterloos land. Regen valt er weinig,
doch de bodem schijnt nogal grondwater te bezitten. Op de kaarten wordt dit land