taal spreken en in rechtspraak en gewoonten nog veel Hollandsch hebben. In aantal
hebben zij de minderheid. Men te lt er ongeveer 82,000 Blanken en 140,000 kleur-
lingen, die over het land verstrooid wonen, doch meest in de oostelijke deelen. Hiervon
maken de Korana’s (zie pag. 60 en 79), Barolong’s en Basuto’s het grootste gedeelte
uit. Meest wonen dezen in afzonderlijke locaties, doch afzonderlijke personen vindt
men in de steden en dorpen. In de steden mögen zij niet op de verhoogde voet-
paden en trottoirs, die zelden geplaveid zijn, loopen. Hieraan wordt echter met
streng de hand gehouden. Stipt gehandhaafd wordt echter de bepaling te Bloem-
fontein, dat geen Kaffer des avonds na 9 u u r hij den weg gevonden mag worden,
zonder vrijpas -van zijn haas. Vöör de Boeren zieh hier vestigden, zwierven er
Bosjesmannen, Korana’s en Bechuanen rond, die den hodem in bezit namen, waar
zij verblijf hielden en mächtig genoeg waren, om dien te behouden. Toen de Boeren
zieh hier nederzetten, was het land grootendeels onbewoond, zoodat de inbezitnemmg
gemakkelijk ging. I
De Repuhliek, afgesloten -van de zee en zonder bevaarbare nvieren, is daardoor
niet voor de ontwikkeling van een aanzienlijk handelsverkeer. aangewezen. De hoofd-
hron van hestaan is de veeteelt. In 1890 vond men er 248,800 paarden, 19,782
muildieren, 276,000 transport-ossen en 619,000 andere ossen, 703,300 Kaapsche
schapen en 5,916.000 merino-schapen, 627,000 angora-geiten, 230,500 andere gelten,
34,700 varkens, 1,460 struisvogels. De produkten der veeteelt zijn hoofdzaak voor
den handel. Melk geven de koeien in Zuid-Afrika weinig; hij de Bechuanen m den
Vrijstaat is melk een hoofdvoedsel. De tarwehouw in de zuidoostelijke gedeelten des
lands is zeer toegenomen.
De hodem levert als kosthaarste delfstof diamanten; de beste diamant-gewesten
in Griqualand-West zijn echter na de ontdekking spoedig aan Engeland gekomen.
De nijverheid Staat er nog op lagen trap, zoodat de artikelen van Industrie meest
moeten worden ingevoerd. Het onderwijs is een zaak van staatszorg; een permanent
fonds is voor dat doel aangewezen. De burgers van den Staat hehooren meest tot
de Nederd.. Gereformeerde Kerk, die door den Staat met hijdragen gesteund wordt.
II. De Zuid-Afrikaansehe Republiek of Transvaal.
De Zuid-Afrikaansche Repuhliek omvat het land, dat, van het zuiden af gerekend,
over de Vaal-rivier ligt. Toen de Boeren na den Grooten Trek ook m Natal en den
Vrijstaat door het Engelsch gezag achtervolgd werden, trokken velen hunner nog
verder het binnenland in en richtten hier de Zuid-Afrikaansche Repuhliek op. In
1852 werd de onafhankelijkheid der Boeren over de Vaalnvier door Engeland erkend,
en na eenigen tijd van verdeeldheid, een gevolg van den zelfstandigheidszin der
Boeren, kwamen zij in 1857 to t een eenheid en werd de Grondwet der Repuhliek
vastgesteld. Nog een körten tijd, van April 1877 tot Augustus 1881 kwam de
Republiek weder onder Engeland, doch de Boeren wisten daarna hun zelfstandigheid
met roem te herwinnen. Die onafhankelijkheids-oorlog vormt een der schoonste
hladzijden uit de geschiedenis der Boeren; het is een heldendrama, afgespeeld m den
nieuwen tijd. .., . . *
Na den vrijheidsoorlog hleef Engeland in den eersten tijd de suzereiniteit over de
Zuid-Afrikaansche Republiek behouden, doch deze werd opgeheven bij de conventie
van 27 Fehruari 1884, te Londen. Door deze conventie en de supplementaire
conventie van 1888 werden de grenzen der Repuhliek met Engeland vastgesteld
(voor den Vrijstaat reeds in 1869). ,
Bij de conventie van 1884 hleef Zwadland, in het oosten aan drie zijden door de
Repuhliek ingesloten, nog als onaf hankelijk gehied aan de Zwazi s, eens een oorlogzuc
ti<mn Kafferstam, overgelaten. Engeland was bevnend met de Zwazi s, die de Engelschen
hhstonden in den Zulu-oorlog, doch de Boeren uit Transvaal bezaten hier vele weiderechten
en het recht, om een spoorweg door hun land näar zee aan te leggen.
hleef er een duhhelzinnige toestand hestaan, waarhij Bntsche en Transvaalsche
invloeden op Zwaziland werden uitgeoefend. Na vele onderhandelingen werden de
Engelsche rechten aan de Z u id -A frik a a n sch e Repuhliek overgedaan m 1894, en in 1895,
toen generaal Joubert in Zwaziland verscheen en hij proclamatie van den btaats-
President de regeering door de Repuhliek werd aanvaard, was er geen tegenstand
meer. Sedert behoort Zwaziland, met 1,000 Blanken en pl.m. 40,000 inboorlingen,
tot de Zuid-Afrikaaansche Republiek.
* * *
De Zuid-Afrikaansche Repuhliek ligt tusschen 22.° en 28° Z.Br., dps in de subtropische
luchtstreek. Zij is afgescheiden van de zee door een kuststreek, die aan
S . J . P . K RO G ER, PR E S ID EN T D E R TRANSVAALSCHE R E PU B L IEK .
Engeland en Portugal behoort, en ligt dus geheel op het hoogland. In het oostelijk
gedeelte strekt zij zieh nog over het randgebergte u it; een deel der afhelling van
het randgebergte behoort tot de Republiek.
Zoo vertoont het oosten der Republiek een rijke afwisseling van hoog en laag.
Doch overigens vormt de hoogvlakte in de Republiek een golvend heuvelland, door
.eenigß. lagere hergrijen. doorsneden.