Victoria-lieden. Dezen zijn e c h te r-met oorspronkelijk van het eiland Fernando Po
afkomstig. Zij zijn afstammelingen van het volle der Bubé’s, die oorspronkelijk in
het gebied der Gabun woonden, vanwaar zij door de Mpongwe’s verdreven zijn.
Na de ontdekking van Fernando Po door de Portugeezen kwamen zij op dit eiland,
waar zij hoofdzakelijk in de bossehen van het hoogere binnenland verblijf houden.
De Bubé’s in de binnenlanden leven nog in oorspronkelijken toestand. Kleederen
dragen zij n ie t; zij besmeren zieh de huid met palmolie, bij feestelijke gelegenheden
met een laag van palmolie, waarmede een zeker kruid is vermengd. De mannen
dragen groote, platte hoeden van vlechtwerk, die met apenvel bekleed zijn en voor-
namelijk gebruikt worden, om hen tegen de boomslangen te heschermen. Deze
hoeden worden met pennen van apenbeenderen om het hoofd bevestigd ; het haar
wordt ingesmeerd met vet en met roode oker gekleurd. De vrouwen' evenwel
dragen zulke hoèden niet. Om den bovenarm is een stuk hout gebonden, waarin
bij den man een mes, bij de vrouw een pijp steekt.
De zendelingen hebben zieh in het bijzonder op de bekeering der Bube’s toege-
legd, doch met weinig vrucht. Hoewel de Bubé’s zachtmoedig van karakter en
vlijtig van aard zijn, hebben zij geen lust, om zieh naar de Europeesche gewoonten
te voegen. Vrij leven zij in hun kleine wouddorpen, welker bestaan aan de längs
de kust varenden enkel en alleen verraden wordt door de rookwolken, die daaruit
omhoog kronkelen. Zij komen alleen in de stad of in de factorijen der Blanken,
om er de producten van hun* land, dezelfde als in geheel West-Afrika, te verhandelen.
De Bubé’s bezitten vele goede eigenschappen. Zij willen geen slaven zijn en
evenmin slaven houden ; met lust bebouwen zij zelf hun akkers, om in hun onder-
houd te voorzien. Als uitspanning schieten zij gaarne op- eekhorens en âpen. Zij
hebben geweren ingevoerd; voor ’t overige bestaan hun wapens uit een speèr, nooit
u it een knods.
Burton scbrijft hun een uitstekenden aanleg toe, om talen te leeren. Door hun
eerlijkheid zijn zij zeer geacht bij de vreemdelingen, die met hen in àanraking
komen ; van hun kant vertrouwen zij echter niemand, zegt Burton. Miésehien is
d it het gevolg van een bittere ervaring.
De Bubé behandelt de vrouw goed, maar als hij haar op ontrouw betrapt, brengt
hij een lange reeks van straffen in praktijk.
Hiertoe behoort het afhakken der hand van de schuldige.
Niet allen oordeelen even günstig over de Bubé’s. Men moet die oordeelvellingen
echter altijd onder voorbehoud aanvaarden. Vooral de zendelingen, die zieh bepaal-
delijk ten doel hebben gesteld, hen tot het Christendom-te bekeeren, zijn dikwijls
eenzijdig en onrechtvaardig in hun oordeel, als zij hij hun arbeid op nationalen
tegenstand stuiten.
De fig. op de voorgaande bladzijde stelt een huwëlijksplechtigheid der Bubé’s voor,
waarbij, zooals blijkt, nog eenige kleeding gedragen wordt. De bruidegom in het
midden is te herkennen aan den breedgeranden hoed.
LITTERATUUR OVER BE FAN’S EN ANDERE NABURIGE VOLKEN.
R. F. B u r to n . A day amongst the Fan’s. Anthropol. Review I, London, 1863.
Du Ch a il i.u . Explorations in equatorial Africa (le reis). Londen 1 8 6 1 .
M a r q u i s de C om p iè g n e . l’Afrique équatoriale, Parijs 1875.
O. L e n z . Skizzen aus West-Afrika. Berlijn 1878.
P. S a v o r g n a n d e b r a z a . Lettres. In het Bulletin de la Société de Géogr. 1 8 7 7 .
F l e u r i o t de L a n g l e . Croisières à la côte d’Afrique 1 8 6 8 .
R e in h o l d B u ch h o lz . Reisen in West-Afrika 1882.
H O O F D S T U K XXV.
D E S U D A N V O L K E N.
A l g eme e n e o p m e r k i n g e n .
Sudan (van het Arabische assud I zwart, volledig Beled-es-Sudan m land der
zwarten), is een naam, die gegeven wordt aan e e n reeks van hooglanden, ten zuiden
van de Sahara, tusschen den Atlantischen Oceaan en de Nijl. De grens naar de Sahara
is slechts in het algemeen op grond van het klimaat en van de plantenwereld aan
te wijzen. Een drietal groote stroomen doorsnijden het land, de Niger, de Benue
en de Sjari, terwijl in het oosten de Nijl den Sudan hegrenst.
De Sudan is een gehied met veel afwisseling m natuurhjke gesteldheict en
voortbrengselen. Over groote uitgestrektheden is het land met grassen overdekt;
längs de Sahara als overgangsgebied enkel met spaarzame grasbundeis, doch in
Sennaar en Senegambie met onafzienbare velden van hooge grassen, waar de dünne
halzen der giraffen slechts even boven uitsteken. In Kordofan is het gras zoo dicht
gegroeid, dat men een onmetelijk korenveld voor zieh meent te zien. Baobabs,
acacia’s en andere tropische boomsoorten worden naar het zuiden talnjker. ’ °°r
hen die de Sahara zijn doorgetrokken, sehijnt de Sudan het land van overvloed;
de contrasten openbaren zieh eveneens in de geschiedenis, die een drang van de
Sahara naar het zuiden aanwijst. De Sudan is het land van de echt Afrikaansche
Produkten en levert het grootste gedeelte der waren, die als echt Afrikaansche op de
Europeesche markten voorkomen, als ivoor, struisvogels, stofgoud, enz. Ook het
zout dat in talrijke kommen des lands voorkomt en in Afrika van onschatbare waarde
is vormt een hron van welvaart voor den Sudan; daarenboven bestaat er een
overvloedige teelt van dadels. Deze bronnen van hestaan maken met de veeteelt den
Sudan tot een rijk land, to t het aantrekkings-centrum voor vreemde volken, die op
d.e ethnographie een eigenaardigen invloed hebbeh uitgeoefend.
De Sudan laat zieh in een oostelijk, een centraal en een westehjk gedeelte sphtsen,
welke deelen zieh in hoofdtrekken bij de stroomgebieden der drie groote wateren:
Nijl, Tsad-meer en Niger aansluiten. Wij zullen de grenzen dezer gedeelten met
nauwkeurig bepalen, doch spreken slechts in het algemeen.
De West-Sudan is door zijn ligging in economische beteekems b ev o rre ch t boven
andere gedeelten van Afrika, door de dichtere nabijheid bij het veel leverend en
veel vragend Europa. In 8 dagen zal men weldra, volgens Fransche plannen, van
Pariis Tumbuktu kunnen bereiken. Daarenboven dringt West-Sudan in den Atlantischen
Oceaan naar het westen vooruit, Zuid-Amerika naderend, en door de Golt
van Guinea over een grooter lengte gemakkelijk van de kust te bereiken. Hier
was het dan ook, dat in vroegere eeuwen de slavenhandel, en m onze eeuw de
warenhandel in verband met Europeesche kolonisatie de grootste ontwikkehng
verkregen. De West-Sudan en de kust van Opper-Gumea zijn sedert vele eeuwen
het middelpunt van een levendig verkeer geweest, en daardoor stond de bevolkmg
veel aan vreemde invloeden bloot 1).
De bevolking van den Sudan kan, als gevolg van de geschiedenis, m inboorlingen
en van elders binnengedrongenen onderscheiden worden. Daar de geschiedenis van
1) Zie Dr. Paul Constantin Meyer, Erforsohungsgeschichte des West-Sudans und seiner Nachbar-
gebiete, (Ergänzungsheft 122 v. Peterm. Mitt., 1897, pag. 5)..