is een half verengelschte kolonie, maar de Afrikaners spreken er steeds hun oude taal.
De heerschappij van liet Nederlandsch in Zuid-Afrika is gered door de vestiging
der onafhankelijke Boerenrepublieken. Bij de trekkende Boeren bleef het Nederlandsch
bewaard, zij het ook achteruitgegaan door gemis van voldoend onderwijs en door
het zwervend leven. De vijandschap tegen Engeland gaf aan de Hollandsche taal een
bijzondere beteekenis. In de Republieken had het Nederlandsch • vasten grond,
werd het de officieele taal, en dit feit gaf aan de stamgenooten der Boeren in de
Kaapkolonie een prikkel en tevens de kracht, om ook onder het Engelsch bestuur
hun oude taal te handhaven.
Er dreigde echter een taalgevaar van den anderen kant. Het Nederlandsch was bij
de Boeren sterk achteruitgegaan, gedeeltelijk tot een Afrikaansch dialect veranderd.
Dat dialect sprak ieder in het dagelijksch leven en bij gemis van voldoend onderwijs
werd het ook geschreven.
Het stond echter te voorzien, dat het Afrikaansch dialect zieh wegens ontstentenis
van litteratuur niet tegen het Engelsch zou kunnen handhaven. Gelukkig begreep
men dat in de Republieken. Hier beoefende men het Nederlandsch, en werd dit als
officieele. taal aangenomen. Door verbetering van onderwijs, door uitgave van
Nederlandsche bladen als Volksstem, Expres, werd hier de Nederlandsche taal
verbreid. .
Door deze omstandigheden vermeerderde de invloed der aangekomen Nederlanders
in de Republieken zeer; zij waren eigenlijk de eenigen, die goed Nederlandsch konden
schrijven. Dit baarde reactie. In de eerste plaats was er een minderheid in de Republieken
en een grööte meerderheid in de Kaapkolonie, die de'¡invoering van het
Engelsch in geheel Zuid-Afrika wenschelijk achtte. Doch deze laatsten, aangevoerd
door J. H. Villiers, hoofdrechter aan de Kaap, verkregen weinig invloed.
Een andere partij stond op, die zieh tot ideaal stelde, de Zuid-Afrikaansche spreektaal
tot schrijftaal van Zuid-Afrika tg verheffen. Ydor dien tijd was deze spreektaal
slechts een enkeie maal op schrifit gebracht, meer voor de aardigheid dan als ernst.
Thans werd er gewerkt, om een litteratuur te scheppen in het Afrikaansch. Door
eenige geschriften werd een Afrikaansche taalbeweging voorbereid, die, van. de Kaap
uitgegaan, gedeeltelijk een politieke beweging werd tegen den Nederlandschen invloed
in de Transvaal. Dit was in den tijd, dat dr. Burgers president der Zuid-Afrikaansche
Republiek was.
„Geen Hollans, Duits, of Frans,
Geen Engels, of Javaans,
Geen Kaffers of Boesmans,
Al goi jij almal in die skaal
Ver ons kan sulle nooit ophaal
Die wäre Afrikaanse Taal” .
zoo klonk het uit den mond dier patriotten.
De Afrikaansche taalbeweging verkreeg al meer en meer invloed. De Bijbel in de
Staten-overzetting was nog altijd het mächtige bolwerk van de Nederlandsche taal
bij de kerksche Boeren, die elken dag hieruit voorlazen in hun gezin. Daarom werd
e r op gewerkt, den Bijbel in het Afrikaansch over te zetten. Dit plan stuitte af op
financieele bezwaren.
Op een vergadering, 14 Aug. 1875, concentreerde zieh de partij door de stichting
van „Die Genootskap van regte Afrikaners,” die in hetzelfde jaar een Volkslied en
andere geschriften in die taal verspreidde. Dit Volkslied, ook in Europa bekend,
vangt aldus aan:
Een ider nasie het sijn Land;
Ons woon op Afrikaanse strand.
Ver ons is daar geen beter grond
Op al die wije wereldrond.
Trots is ons om die naam te dra
Van kinders van Suid-Afrika.
Een ider nasie het sijn Taal:
Ons praat van Kaap tot in Transvaal
W a t almal maklik kon verstaan;
W a t gaat die ander tale ons aan?
Ons praat, so’s Pa en Oupapa,
Die Landstaal van Suid-Afrika.”
Dit Genootschap was niet van de Transvaal uitgegaan, maar van de Kapenaars, die
hiermede het Nederlandsch en den Nederlandschen invloed wilden onderdrukken.
Het mag niet ontkend worden, dat er met ijver gewerkt werd voor dat doel. Zelts
Engelschgezinden konden hiermede vrede hebben. Er werd een betrekkelijk rijke
litteratuur in het Afrikaansch binnen körten tijd uitgegeven, proza en poëzie, die
o-oed voor het doel geschikt was. Toen de Transvaal door Engeland geannexeerd was,
werd het nationale gevoel der Boeren in de Afrikaansche liederen opgewekt. Ook
met de Bijbelvertaling in het Afrikaansch werd aangevangen en m 1893 verscheen
het eerste deel er van : „Di eerste Boek van Mosis” door S. J. du Toit. .
De ' overwinning is echter niet behaald. Het Nederlandsch heeft zieh als officieele
taal gehandhaafd in de Republieken; het Genootschap heeft zijn besten tijd gehad.
Nederlandsche ambtenaren, Nederlandsche onderwijzers in de Transvaal versterkten
den bond met Nederland. De Staatspresident Paul Kruger spreekt goed Nederlandsch,
en vele Boeren doen dit eveneens. Ook in den Vrijstaat wordt aan het Nederlandsch
een hetere toekomst verzekerd. I n het Kaapsch Parlement is het sedert 1882 töegestaan,
in de Nederlandsche taal te spreken ; ook aan landskantoren, gerechtshoven, enz. mag
men die taal gebruiken.. Het Taalfonds der Nederlandsch-Zuid-Afrikaansche Ver-
eeniging, in 1897 opgericht door- de bemoeiingen van prof. G. B. Spruyt, werkt rnede,
om de Nederlandsche taal te steunen in haar strijd tegen het Afrikaansch en Engelsch.
Möge het Nederlandsch door vereenvoudiging gemakkelijker gemaakt worden voor
onze Afrikaansche broeders!