VERDEELING VAN ARBEID. FAMILIELEVEN.
buiten slapen de bedienden en hieromheen is de veranda. De kleine witte stimmen
op den plattegrond geven de plaatsen aan, waar de palen staan. PP ”
link« ?01'Snede dooi het midden van het huis wordt hierbii gegeven •
inks ziet men den mgang door de buitenste omheining en verder ziet men de
iruui mmttee mi“ hnelt mm”iddddeenn Tisse tddeh Tsla applaats van dheeutr ooppepneirnhgoeonfd. De kleine, cirkelvormige
heeft W de Bechuanen niet die groote oppervlakte als
bij de andere Kaffers. Zij wordt evenwel in het midden der plaats gevonden en s
door een omheimng ingesloten. F geyonaen en is
Bp vveedzame natuur der Bechanen openbaart zieh in hun geheele levenswiize
er k le in p °tw LZ1Jn Z1Jt ™eestal defensief en krijgsroem verwerven zij niet. Welkomen
er kleine twisten met de naburen voor en veediefstal is bij hen niet zeldzaam rnaar
de twist leidt zelden to t bloedvergieten. ¿eiazaam, maar
In de verdeeling van den arbeid vindt men dezelfde gewoonten als bii de Zulu’s
Den mannen betaamt het, oorlog te veeren, op de ja ch tfe gaan en h t vee te hoeden i
PA B L EM EN T D E B BECHUANEN.
Zi?i de .huizen> verrichten den veldarbeid en bereiden het voedsel.
J houden ,?ich echter met zoo streng aan deze verdeeling als de Zulu’s De iacht
O o lfh e e f /d e f *“* ZeMzamer’ 2'J ra0ete“ zich t ok heeft de mvoenng van vuurwapenen en het gebrui“k« vSa ni pa karledienn waialnd dbee paiaTcehnt!
ziin de Re v,n karakter gegeven dan vroeger. Goede ruiters en goede schutters
J .. Bechuanen echter met, evenmin als de andere Zuid-Afrikaansche Bantu’s
aHaassuuttoo’ssJ zi|iTeh? vv1aann1 pa°aPrdrenh t vgoaoar™zieen He nE ueer°nP eeacnhertei inc avdael lleereier. vBerokvreengaeln ,h edbibee nz iedhe «e°efend heeft. In het echte Bechuanenland worden de paarden
nog als een kostbare bezitting beschouwd. paaruen
b e ^ a L SeH ^ t \ 3 d nbrfore f eVe-v beras* °P.,den Patriarchalen band, die in de familie
Üan i l L noofd der familie oefent zijn macht m t over alle leden, de familien
™ S ?ente staan onder een man van hooger aanzien, „Monemotse” genaamd
en al dezen staan weer onder het opperhoofd van den stam, die zijn macht algem“ en
kan doen gelden Het opperhoofd is evenwel niet geheel vrii in zhn handTen
pmdat de mvloed der lagere hoofden steeds van heteekenis is. Bij de Bechuanen
STAATSINRICHTING. PARLEMENT.
toch heeft het staatsbestuur meer een democratisch karakter dan bij de oostelijke
Kaffers; men vindt er niet het militaire
stelsel, dat den Zülu-staat
kenmerkt. In de raadsvergaderingen
der Batlapins, die echter alleen voor
zaken van algemeen belang bijeenge-
roepen worden, is de koning, ondanks
zijn aanzien, toch in hooge mate
aan de critiek der ondergeschikte
hoofden onderworpen. Het bijeengekomen
parlement heet Picho. Zulk
een Picho levert een sehilderach-
tigen, doch wilden aanblik op. De
1 £>• 1* j i , , r TOO Y EB -D O B BE L ST E EN EN . krijgsheden gaan in hun vollen oorlogsdos
in een kring zitten, in welks midden de koning
geplaatst is. De verschillende sprekers wenden zieh achter-
eenvolgens tot de vergadering en spreken met de meeste vrij-
moedigheid, niemand sparend. De koning zelf opent meestal
het parlement met een körte toespraak, laat vervolgens ieder het
woord voeren, en beantwoordt daarna de op hem gerichte aan-
vallen, eerst kalm, daarna al opgewondener, met speer en
Schild zwaaiende, zoodat hij in een toestand van halve krank-
zinnigheid schijnt te verkeeren. Toch geschiedt alles werkelijk
met de grootste orde, zooals Moffat in zijn beschrijving van
deze bijeenkomsten verhaalt.
Bij de Basuto’s is het staatsbestuur in het algemeen aldus
ingericht, dat evenals iedere stam ook elke afzonderlijke provincie
en elke stad onder een hoofd met twee of drie raden staat. Die
hoofden wijzen den onderdanen het land te r bebouwing aan,
beschermen hen, geven kosteloos rechtspraak, doch ontvangen
van de onderdanen een deel van den oogst en persoonlijke dienst-
verrichtingen. Ieder is hier echter vrij, zijn heschermheer te
verlaten en een anderen te kiezen.
Voor de behandeling der belangrijkste regeeringszaken dient de
raadplaats, de Kliotla,' waar het opperhoofd dagelijks eenigen tijd
vertoeft, om de vragen eh de klachten zijner onderdanen te vernemen.
Hier brandt een groot gedeelte van den dag en den nacht
een klein vuur, waaromheen steeds eenigen uit het gevolg van
het opperhoofd geschaard zijn, om bij belangrijke berichten of
bij de komst van vreemdelingen bij de hand te zijn. De koning
verschijnt in het laatste geval meest zelf, om vreemdelingen te
begroeten, geschenken te ontvangen en hun melk aan te bieden.
Bij de Bechuanen bestaat polygamie, doch niet zoo sterk als
bij de Kosa’s. Zelfs de hoofden hebben niet vele vrouwen;
alleen Moshesh, het Basuto-hoofd, had er ongeveer 90, waaruit
de invloed van de Oost-Kaffers schijnt te blijken. De West-
Bechuanen willen niet erkennen, dat zij de vrouwen koopen: zij
krijgen hen in ruil voor geschenken, doch bij de Basuto’s bestaat
koop der vrouwen in vorm en in werkelijkheid. Bij de West-
Bechuanen staan de vrouwen ook hooger in aanzien, en hoewel
zij ook hier zwaren arbeid moeten verrichten, gelden bij hen
persoonlijke toeneiging en liefde toch sterker dan bij de Oost-
Kaffers. Een voornaamste vröuw wordt ook bij de Bechuanen
erkend, en bij de hoofden is de keuze der hoogste vrouw een
belangrijke zaak, die eerst na veel onderhandelingen tot stand komt.
Het huwelijk wordt dan met feestgelagen ingewijd.
Het bijgeloof speelt in het leven der Bechuanen een groote
rol, evenals bij de Zulu’s. Naast de hoofden hebben doctoren ZAKDOEK VAN V EDEKEN.