De hutten -worden op eenvoudige wijze gebouwd. De man plaatst een paar
honderd latten in een kring in den grond, en de vrouw bindt deze boven samen
met de vezels van lianen. Vervolgens worden latten hier omheen längs de zijden
vastgebonden, en wordt er een dek van gras of riet over gemaakt. Van binnen
worden de ruimten tusschen de latten met een mengsel van koemest en aarde
bestreken. Nieuw gebouwde hutten gelijken aldus veel op een hoop hooi.
Het dorp bestaat uit een kring van hutten, rondom de veekraal gebouwd, en
ook dit is weder door een omheining of een doornenhaag omgeven. Hierdoor kan
het dorp krachtig versterkt worden, zoodat het inDemen met de wapenen den
inboorlingen hoogst moeielijk wordt.
Slechts een opening geeft toegang tot het dorp,_ „umusie” geheeten; aan den
rechterkant van den ingang woont de aristocratie van het dorp; hier krijgen ook
de gasten een verblijfplaats.
De hoogte der hutten is niet grooter, dan dat in het midden een man er rechtop
in kan staan: de middellijn bedraagt 4—5 meter. De hut van het opperhoofd heeft
aanzienlijker afmetingen, doch is voor T overige naar hetzelfde grondplan gebouwd.
De hutten der Bechuanen zijn cirkelvormig gebouwd en hebben een kegelvormig
dak, evenals dat met die der
zuidoost-Kaffers het geval is; zij
onderscheiden zieh hierdoor, dat
op den cylindervormigen wand
een kegelvormig dak rust, dat
met zorg uit riet is gevlochten
om een pijler of paal, midden
in de hut. Het dak daalt tot
dicht bij den grond, waar het
op palen rust; tusschen deze
en den wand blijft een beseha-
duwde gang.
Bij de noordelijke Kaffers
maakt de ronde, bijenkorfvormige
hut plaats voor een vierkante;
missebien is dit aan Arabischen
invloed te danken. Längs de kust
vangt die nieuwe bouwstijl in
het zuiden aan bij Inhambane;
in het binnenland gaat de ronde
vorm der hutten verder naar
den equator.
De grootte der ;ylorpen en
E E N KAFBERHTJIS VAN BÜIT EN.
steden is verschillend; gewoonlijk vindt men 500 a dOOO bewoners, ■ doch Dingaan s
hoofdstad Unkinginglone telde wel 5500 bewoners. Meestal vindt men in de dorpen
geheele families te zamen, en dit geeft aan het samenwonen een patriarchaal karakter.
Gelijk de vader het opperhoofd zijner kinderen iS, vormt ook de vaderlijke hu t het
middelpunt der dorpsgemeenschap, en het aanzien van den vader wordt bepaald
door het aantal der hutten, die zieh om de zij'ne groepeeren.
* *.1 *■
Het inwendige der Kafferhutten is even eenvoudig als het uiterlijke. Vlak bij den
ingang ligt de stookplaats, die, evenals bijna alles, wat de Kaffers maken, cirkelvormig
is, door een rand van klei omgeven, om de verspreiding der asch te beletten. De
rook moet maar ontsnappen, waar hij dit het best k a n ; van een schoorsteen is in de
h u t geen sprake. Daardoor is de binnenwand der hut met een laag roet bedekt, wat
zeker to t conserveering van de houten deelen zijn nut heeft. In sommige streken
van ons vaderland, vooral aan de oostelijke grenzen van Drente, Overijsel en Gelderland,
zag men voor een kwart eeuw nog vele boerenhuizen, die ook geen schoorsteen hadden,
en waar de rook vrij door het geheele huis trok. Hierdoor werd al het ongeverfde
houtwerk met een geelachtig roetlaagje overdekt, dat voor het hout zeer goed was.
De vloer der hutten wordt gemaakt van goed geknede klei, liefst die van denesten
van termieten of witte mieren, welke gestampt wordt en in gedroogden toestand een
harde massa vormt. De vrouwen dragen zeer veel zorg voor den vloer en wrijven
hem niet zelden dagelijks met platte steenen, zoodat hij zelfs glimmend wordt. Op
den vloer staan de ruwe aarden potten en manden, waarin de Kaffer zijn bier
bewaart, in het rond.
In de gewone Kafferhutten wordt niet altijd gestookt. De vaste kralen hebben
dikwijls afzonderlijke kookhuizen, hutten, uitsluitend gebouwd met het doel, daarte koken.
Ledikanten en zitgelegenheden vindt men niet in de hut. De Kaffer zit op den
vloer, en voor de jongens en ongetrouwde mannen is de vloer der hut het eenige
bed, waarvan zij gebruik maken, tenzij zij den nacht in de open lucht doorbrengen,
in welk geval de aardbodem hun rustplaats vormt. De krijgslieden slapen gedurende
hun tochten altijd op den grond.
Wanneef de jongen tot den rang van man verheven wordt, veroorlooft hij zieh
de dubbele weelde van een bed en een peluw. Het eerste wordt van grasstengels
gemaakt, het laatste van hout.
Nevensstaande afbeelding geeft in flg. 3 een voorstelling van het bed der Kaffers,
zooals dit bij de meeste stammen voorkomt. Het is vervaardigd van grasstenaels.
die ongeveer een meter
lang zijn en zoo dik als
gewone penneschachten.
Deze worden naast elkander
"gelegd en door dubbele
touwen tot een soort
mat aan elkander Verbünden.
Wanneer de slaper des
morgens wakker wordt,
rolt hij zijn bed op, bindt
het met een riem in elkander
en hangt het aldus
op aan den wand der hut
of aan een der palen, die
het dak steunen.
In plaats van een eigën-
lijk küssen gebruikt de
Kaffer een blok hout of
een soort van kruk, waarop
B ED VAN DEN K A F F E B MET TOEBEHOOBEN.
hij het hoofd kan laten
1 en 2 HOOFDKTTSSENS, 3 H E T B ED , G ED E E L T E L IJK OPGEROLD.
rüsten. De vormen van
deze verschillen eenigszins, maar allé zijn in hoofdzaak op dezelfde wijze ingericht.
Fig. 1 en 2 geeft in bovenstaande afbeelding daarvan een voorstelling.
* * *
De zeden en gewoonten der oostelijke Kaffers komen veel met elkander overeen,
zoodat men ook hieruit een zekere verwantschap kan afleiden. Dat er evenwel
verschillen tusschen bestaan, is voornamelijk een gevolg van de verschiffende
historische ontwikkeling, die deze stammen in den laatsten tijd hebben doorleefd.
Bij de Kaffers bestünden oorspronkelijk patriarchale staats-inrichtingen en grooten-
deels vindt men deze bij hen nog. Het opperhoofd was aanvanlcelijk slechts het
hoofd der familie. Bij de Bechuanen bouwen de zonen de hutten nog naast en om
die van den vader en de ärmeren sluiten zieh bij de rijkeren als hun kinderen
aan. De afzonderlijke stammen zijn in werkelijkheid niets anders dan ver vertakte
familiën, welker lpden een groote aanhankelijkheid ten opzichte van elkander bezitten,
en hun genealogieën in hooge eer houden. In Natal laten deze zieh tot 10 à 12
geslachten nagaan.
Ook de zorgvuldige inachtneming der rangverhoudingen onder de afzonderlijke
hoofden en stammen, alsmede de achting voor aanzienlijke verwanten, hangen met
de oorspronkelijk patriarchale inrichting der maatschappij ten nauwste samen. Door