430 ENGELAND’S INVLOED. EGYPTISCHE FINANCIËN. STAATSINRICHTING.
alle in zijn bezit zijnde aandeelen in de Suez-kanaal-maatschappij (176,602 stuks)
over aan de Engelsche regeering voor een bedrag van 4 mill. pond sterling. Hierdoor
werd Engeland, na al zijn tegenwerkingen bij de graving van het kanaal, ineens
de grootste aandeelhouder en maakte tevens goede zaken, daar de waarde dezer
aandeelen sedert ongeveer vervijfvoudigd is.
De onrust, welke vervolgens in Egypte ontstond door den opstand van Arabi Pacha,
en de opstand van den Mahdi in den Egyptischen Sudan, waren oorzaak, dat Egypte
hulp zocht bij Engeland. Toen in Frankrijk de minister Freycinet in 1882 een voorstel
aan de Fransche kamers deed, om de veiligheid van het Suez-kanaal door militaire
macht te verzekeren, en dit (29 Juli 1882) werd afgestemd, had Engeland vrij spei.
Den 21sten Aug. trok een Britsch leger van 25,000 man Egypte binnen, om den
opstand te bedwingen, en den lödeo Sept. was het reeds Kairo binnengerukt. Onder
Engelschen invloed werd een nieuw ministerie gevormd, en eindelijk werd het geheele
bestuur des lands onder Britsche leiding gesteld.
De Egyptische financiën waren van 1879—1883 onder het toezicht gesteld van twee
algemeene contrôleurs, door Frankrijk en Engeland te benoemen, ten einde hierdoor
vertrouwen te geven in Europa. Toen na den opstand in 1882 alleen Engeland
tusschenbeide kwam en den Khedive in zijn gezag Jiersteld'e, besloot deze, de dubbele
contrôle op de Egyptische financiën op te heffen, en sedert wordt alleen een Engelsche
contrôleur benoemd. Deze Britsche contrôleur heeft het recht, in den Egyptischen
ministerraad zitting te nerneri, en öefent dus grooten invloed uit op het bestuur.
De ontwikkeling vari den Engelschen staatkundigen en financiëelen invloed in Egypte
is het resultaat; geweest der scherp toeziende Engelsche politiek, welke bevorderd
werd door de politiek van andere natiën en door de gebeurtenissen in Egypte zelf.
Na deze beknopte mededeeling uit de geschiedenis van Egypte, die de Engelsche
macht in hoofdtrekken verklaart, moeten wij de toestanden in het land kortelijk
beschrijven.
Egypte is een autonome tributstaat der Hooge Porte. De jaarlijksche schatting
bedraagt 665,041 pond (Egyptisch) per jaar; in 1890 is deze schatting nog voor
60 jaar gegarandeerd. Daarenboven moet Egypte aan de heilige steden Mekka en
Medina jaarlijks 20,000 Ardeb (— 39,600 HL.) koren leveren.
De oppermacht in Egypte is sedert 1841 erfelijk in de dynastie, door Mehemed
Ali gesticht, en volgens de ferman van 1866 naar de Salische wet op de erfopvolging.
Het opperhoofd draagt den titel van Khedive (volledig: Khedive van Egypte, souverein
van’ Nubië, Sudan, Kordofan en Dar-Fur) met het predicaat „hoogheid.” De tegen-
woordige Khedive is Abbas ii Hilmi,
De macht van den Khedive is zoo goed als onbeperkt. Eyenwel werd 1 Mei 1883
een organieke wet afgekondigd, waarbij de Khedive vertegenwoordigende lichamen
instelde: A. Een „Conseil législatif”, bestaande uit 14 door den Khedive benoemde
leden en 16 gekozen leden. Aan dezen Raad worden weteontwerpen voorgelegd,
doch hij heeft slechts een raadgevende stem. B. Een Assemblée générale, gevormd
door de ministers, de „conseil législatif” en 14 gekozen notabelen. Deze Raad heeft
bij voorstellen van nieuwe belastingen een beslissende stem. De ministerraad met
den Khedive vormen de hoogste wetgevende macht.
De staatsreligie in Egypte is de Islam, welke evenwel sedert de vestiging een
groote verdraagzaamheid tegenover andere gödsdiensten openbaart. Het hoogste
geestelijk opperhoofd der Mohammedanen is de Sheik u l Islam, door den Khedive
aangewezen. De hoofdzetel voor de Islamietische geleerdheid is de moskee en universiteit
E l Azhar 1) in Kairo. Over den godsdienst der Kopten spraken wij reeds (zie pag. 425).
De "Wakuf-scholen, die door Mohammedaansche W ak u fs of kerkengoederen worden
1) Deze belangrijke hoogeachöol werd in 975 n. Chr. opgericht en was eeuwen lang een der
beroemdste Arabische universiteiteu. In ha ar tegenwoordige inrichting gelijkt zy wel eenigszins op
ha ar Enropeesche znsters. De Studie omvat er : Arabische grammatica, terminologie der Sunna,
Orthoepie . van den Koran, exegese van den Koran, dogmatiek, rhetoriek, poëtiea, logica, canoniek en
burgerlijk recht. Aan de hoogeschool „Dar el olum” wordt de moderne wetenschap geleerd: algebra,
meetkunde, physica, Chemie, mechanica, géographie en geschiedenis.
ONDERWIJS. GRONDBEZIT. LANDBOUW. 431
opgericht, verschaffen lager onderwijs en meer uitgebreid onderwijs aan de Mohammedaansche
jongens. In de aanzienlijke kringen wordt ook voor het onderwijs aan
meisjes zorg gedragen; dat dit bij het lagere volk niet het geval is, zagen wij.
* * *
In Egypte is de landbouw de hoofdbron van bestaan; 60°/o der bevolking moet
uitsluitend van den landbouw leven. Daarom is het van belang, iets naders omtrent
het grondbezit te vermelden. Men vindt in Egypte de volgende categorieen van
grond bezit:
1. Kroondomeinen 12°/o van den bebouwden bodem). Deze bezittingen zijn
verkregen door Mohammed Ali, toen hij de door den Mamelukken-o'pstand (1811)
vrijgeworden goederen aan zieh trok. In 1878 is dit bezit aan den Staat overgegaan;
bedoelde domeinen dienen tot hypotheek der leening van 1870. De meeste dezer
gronden worden verpacht.
2. Staatsdomeinen (+ 6% van den bebouwden bodem), meestal ■ eveneens xontstaan
onder Mohammed Ali. Zij dienen tot hypotheek der staatsleening. van 1878.
Meestal worden zij verpacht.
3. Tiendlanderijeh (+ 15°/0) meest als groot grondbezit aanwezig. Dit vormt het
eigenlijke vrije grondbezit, waarvan enkel de tiende der opbrengst, „uschr”
moet yoldaan worden aan den Staat. Dit bezit is sedert Mohammed Ali
ontstaan door schenkingen aan verdienstelijke familien, later door verkoop van
staatsdomeinen.
4. Kroonländerijen. ( ± 57°/o), meestal als zeer klein grondbezit aanwezig, ontstond
reeds bij de Arabische invallen. De verplichting to t vroonarbeid is sedert 1891
afgeschaft; toch moeten van deze landerijen, die overigens zoo goed als vrij zijn,
nog opbrengsten yoldaan worden.
5. Wakufgoederen (10°/0) zijn bezittingen der Mohammedaansche kerk. Zij worden
meest verpacht.
* $
De’, bewerking van den grond is nog ze,er primitief en sedert de oudste tijden
weinig veranderd; ook de landbouw-werktuigen zijn nog dezelfde. Sedert Ismael
Pacha heeft men er wel naar gestreefd, landbouwmachines in te voeren, doch het
was niet in het belang der groote grondbezitters, dit te bevorderen, en daardoor
bleven zij meestal achterwege. Alleen op de groote bezittingen gebruikt men thans
machines, meest Engelsche. Ook de bemesting en heL-onderhoud van den grond is
een belangrijke vraag, aangezien door een onwetenschappelijke behandeling de bodem
al meer en meer wordt uitgeput. Het eenige middel to t herstel der vruchtbaarheid
van den bodem is de irrigatie met Nijlwater, maar de werking hiervan wordt
gewoorilijk overschat. Verder gebruikt men er duivenmest, slib uit de kanalen en de
aarde van oude steden. Er bestaan in Egypte duizenden van dergelijke heuvels,
Egyptische terpen zouden wij ze kunnen noemen, die wijzen op het bestaan van
zoovele steden, welker namen zelfs niet meer bekend zijn, en die afgegraven worden
als de terpen in Friesland en Groningen, om den’ grond te verbeteren.
De irrigatie van den bodem met het Nijlwater is sedert de oudheid bekend, en
daarvan hangt de vruchtbaarheid des lands mede af. De overstrooming der rivier
alleen, als zij niet kunstmatig geleid en geregeld werd, zou op verre na niet zoo
nuttig zijn, als zij thans is. Daarom zijn reeds sedert de oudste tijden hulpmiddelen
aangewend, om te voorkomen, dat het Nijlwater in zee stroomt, zonder het slib op
de overstroomde landen te hebben achtergelaten. Hiervoor is een stelsel van bassins
en kanalen aangelegd, om het slibrijke Nijlwater bij overstrooming op te sparen en
over de omliggende landerijen te verbreiden. Bij den hoogsten rivierstand, als het
Nijlwater het meeste slib bevat, ongeveer de eerste helft van Augustus, begint men
die bassins te vullen en in October worden zij geledigd. Door de kanalen maakt
men het land minder afhankelijk van de hoogte der overstrooming en besproeiing
bij zomerlandbouw mogelijk.