omstandigheden doen: het verhief den meest -geliefden generaal tot lioofd. Dit- was
Chaka. Deze ging thans zwanger van grootsche plannen. Hij voerde een strenge
krijgsorganisatie in, verdeelde het volk in regimenten, en maakte aldus zijn volk
to t een krijgshaftige natie, gereed om veroverend op te treden. Hij verbeterde de
tucht in het leger en stelde in plaats van de lichte assagaai, die vroeger gebruikt werd,
een korte speer met een lange kling, waarmede men zoowel snijden als steken kan.
Met dit wapen in de hand, was de degelijk afgerichte Zulu-soldaat trotsch op zijn
roem en zijn versierselen. Een groot schild, van een zware. ossenhuid, vervaardigd,
werd door den krijgsman gebruikt
te r bescherming van zijn persoon.
In de wetenschap, dat lafhar-
tigheid en ongehoorzaamheid met
den dood gestraft werden, was
hij onverwinnelijk. Den Soldaten
was het huwelijk verboden, zon-
der toestemming van het boofd,
en deze toestemming werd alleen
gegeven na langen , en eervollen
dienst. De besnijdenis der mannen
werd onnoodig, nu men
andere bewijzen van mannelijk-
heid bezat. De regimenten werden
van elkander onderscheiden
door den vorm en de kleur der
Schilden, en een geest van wed-
ijver ontstond tusschen de verschiffende
kleuren, om elkander
in de eer der overwinning te
overtreffen.
~ "Wanneer een Zulu-leger den
vijand aanviel, was“ het in twee
afdeeiingen geschaard. Devoorste
was in den vorm van een halve
maan, waarvan de uiteinden de
hoornen , genoemd werden en
het midden de borst heette. De
achterhoede was de reserve. Zij
Was in een vierkant of parallelogram
geschaard^ en haar plaats
was achter de-borst, als de beste
positie, vanwaar een zwak punt
kon versterkt worden.
Met een -leger van veertig ä.
vijftig duizend man onder zulk
een strenge krijgstucht en zoo
goed georganiseerd, begon Chaka
aan zijn eerzuchtige plannen uit-
jonöe gewapende kaffee. voering te ge von. Hij begon een
reeks der vreeselijkste oorlogen,
welke ooit zijn gevoerd, en was
niet tevreden, vöor alle stammen tusschen de Delagoa-baai en de Umzimvubu-rivier
■aan zijn gezag waren onderworpen. Hij was niet tevreden met de zegepraal als
zoodanig; naar zijn meening was een vijand alleen dan overwonnen, wanneer hij
was uitgeroeid.
Daarom werd den Zulu-soldaten opgedragen, de v.olken, die zij ontmoetten op hun
weg, te vernietigen, de oude mannen en de kinderen van beide sexen te dooden en
alleen een klein aantal jongens en meisjes, die als dragers of anderszins gebruikt
konden worden, in het leven te sparen.
Zoo verdweeni de eene stam na den anderen van den aardbodem; geheele volken
werden weggeruimd door de Zulu-speren, andere werden-als gejaagd wild rusteloos
voortgedreven, Zonder een vaste verblijfplaats te kunnen vinden. Een wilde drijf jaeht
had plaats over de sohoone landstreken der oostelijke terrassen van Zuid-Afrika.
Het land der tegenwoordige kolonie Natal was vdör Chaka’s tijd een schoone,
dicht bewoonde streek, vöoral in de lagere' gedeelten. De bodem is . er vruchtbaar,
water is er in overvlo§d,' en bet klimaat is er juist zooals de kuststammen dit het
liefst wenschten. De rust, welke hier in dien tijd heerschte, werd verstoord" door de
volksstammen, die voor Chaka’s legers vluchtten en op hun beurt de inwoners
der streken, waar zij binnentrokken, aanvielen en verjoegen, voor zoover zij hen
niet doodden. Tot de Umzimvubu-rivier (pl.m, 32° Z.Br. in Pondoland) was de
geheele bevolking in beweging, slachtende of geslacht wordend.
Een bende vluchtelingen trok noordwaarts tot de Umgwali-rivier, en werd daar
aangevallen en verslagen door de vereenig.de macht der Tembu’s en Kosa’s, Die
bende ging uiteen, en een gedeelte dier krijgers vestigde zieh als leenplichtigen onder
de stammen tusschen de Kei- en Umtutu-rivier. Later deden andere vluchtelingen
u it het noorden hetzelfde. Deze ongelukkigen noemden zieh Fingo’s of zwervelingen.
Zoo waren in het begin van 1824 tusschen de Tugela- en de Umzimvubu-rivier niet
meer dan vijf- ä zesduizend ellendige verhongerde inboorlingen overgebleven, die
zieh in bosschen verborgen en waarvan sommigen menscheneters werden als het
eenige middel, om in het leven te kunnen blijven. 1}-,,
De verwoestingen van den oorlog en de volkenbeweging, die daaruit voortvloeide,
bleven echter niet tot de oostelijke terraslandedfebeperkt. Ook over de Drakensbergen
naar het hoogland trakken vluchtende stammen,V^ie als de deiningen van een in de
verte beroerde zee daar hun vernielingswerk v'olbrachten De landen van den; tegen-
woordigen Oranje-Vrijstaat en de Transvaal, toen goed bewoond door Bantu-volken,
werden het tooneel van oorlogen tusschen de vluchtende stammen en de inboorlingen,
en van gruwelijke slachtingen. Een bende, door een-,vrouw Ma-Ntatisi aangevoerd,
en daarnaar Mantatis genoemd, trok over de Vaal-Icivier naar het noorden, een
vreeselijke slacliting aanrichtend onder ai de volken, dieAzij op hun weg ontmoetten.
Men verhaalt, dat 28 verschillende stammen verdwenen, voor de Mantatis in hun
tocht gestuit werden. Het eerst werden zij overwonnen door Makaba, het opperhoofd
der Bangwaketsi’s, en later, in 1823, door een aantal Griquä-ruiters, waarop de bende
uiteenging. Een gedeelte, de Makololo’s, ging sedert noordwaarts, waar Livingstone
hen aan een bijstroom der Zambesi terugvond. Een ander gedeelte, onder Ma-Ntätisi
trok meer naar het zuiden en deed mede aan de verwoesting van het land längs
de Caledon-rivier, totdat ook deze laatste overblijfselen eindelijk mndergingen in den
strijd. Uit het verwoeste land kwamen duizenden vluchtelingen An de Kaapkolonie,
waar zij door het Gouvernement ingeschreven werden bij heri, die geen slaven hadden.
Deze geschiedenis, welke wij niet in bijzonderheden verder zullen vervolgen, leert
6ns duidelijk, dat er van een ethnographische scheiding der stammen in Oost-Afrika
geen sprake kan zijn. Als in een brandende zee de waterdroppelen, werden hier de
volken door elkander geworpen en verplaatst onder de beweging, die\Chaka’s oorlogen
aanbracht.
Over "zijn eigen volk regeerde Chaka met een wreedheid, waarvan men zieh geen,
denkbeeid kan vormen. Ieder, die hem mishaagde, moest dit met den d°od boeten.
Allen, die Chaka naderden, moesten dat ongewapendzen in kruipende houding doen,
W e e 'h e t regiment, dat overwonnen terugkeerde, of den officier, die Ohaka’s bevelen
niet volbracht. Er wordt verhaald, dat hij eenmaal 30,000 Soldaten uitzond in de
richting van Mozambique, waarvan er 20,000 omkwamen en 10,000 terugkeerden,
doch, helaas I niet als overwinnaars. Deze misdaad moest gestraft worden. Om de
Soldaten te treffen, liet hij in den tijd van zeven dagen driehonderd van hun
vrouwen te r dood hrengen. .
Aan geen zijner vrouwen kende Chaka den rang van echtgenoote toe, hoewel hij
op zijn verschillende woonplaatsen meer dan 1200 vrouwen bezat. Op deze wijze
wilde hij het bestaan van een wettigen opvolger en tevens naijver .eri afgunst onder
1) Zie: Theal, History of th e Boers in South-Africa, 1887.