tot Stanley-pool. Ten zuideti- van de Kongo woont het aanzienlijke volk der Bakongo’s,
stroomopwaarts to t Leopoldville. ; 1 _
Deze stammen hebben een gemeenschappelijke taal, namelijk de Fiöte-taal. Tot
deze taalfamilie behooren de stammen der B o v ili’ s, Buyombe s, lìciìaiaibo. s, Bokongo s,
Basundi’s, Musseröngo’s of Muschikongo’s. De zuivere Fiote-taal wordt gesproken
door de Bavili’s en Bakamba’s; de Muschikongo's spreken het meest afwijkende
dialect, dat reeds vele ■woorden van de Bateke-taal u it het binnenland bezit. 1)
Deze volken gebruiken, evenals de vorige groep, houten messen, vorken, enz. bij
het eten, welke zij zelf vervaardigen. De bewerking dezer artikelen vormt een
levendigen tak van industrie. Mànnen en vrouwen rooken tabak u it aarden pijpen;
de tabak verbouwen zij zelf.
De Weeding bestaat óok bier nog ’ u it ingevoerde stoffen ; zoowel mannen als
vrouwen leggen een sterken zin voor opschik aan den, dag. De hutten zijn meest
vierhoekig gebouwd ; hun wanden worden u it de vezels van den Raphia-palm
vervaardigd. Landbouw en veeteelt worden er godroveri: de landbouw wordt
meest uitgeoefend door.de onvrije'vrouwen; de vrije vrouwen werken alleen, als zij
daar lust in hebben.
Er bestaat bij deze volken een levendig marktverkeer. De dagelijksche markten
worden in den regel gehouden aan de karavanenwegen ; hier worden levensmiddelen aan
de vOOrbijtrekkendé dragers-karavanen verkocht. Voor ’toverige hebben de markten
om de 8 dagen plaats. Opmerkelijk is het, dat de week bij hen slechts vier dagen telt.
De maand te lt zeven weken,-en het ja a r loopt af met het intreden van den regentijd.
De Bakongo’s bezitten een eigenaardig schrift, dat op hiëroglyphèn gelijkt en
o. a. op enkele fetisch-beelden gevonden werd.
Het huwelijk is oök hier een koop ; de koopprijs wordt geregeld naar de arbeids-
waarde der vrouw. Het huwelijksleven komt er overeen met hetgeen wij van de
vorige gröep zeiden. Polygamie bestaat hier evèneens.
Ook de religieuse meeningen en treurgebruiken dragen hetzelfde ka,rakter als die
der vorige groep. Als de gestórvene een opperhoofd is, wordt het lijk een geheel
jaar lang in zijn hu t gerookt en vervolgens in een aantal matten gewikkeld, waar-
door het geheel op een boi van ongeveer een metér middellijn gelijkt.
De bevolking bij Stanley-poól vormt een - bonté staalkaart van allerlei stammen
en groepen, die door het vruchtbare landschap en door de bevaarbafe Vivier hier
zijn samengehracht. Hoewel van verschillende ethnographische afkomst, komen zij
in zeden en gebruiken veel met elkander overeen. Men vindt hier de Ba y anzi’s of
BabangVs, welke volgens hun overlevertagen voor ongeveer een eeuw hun tegen-
woordige woonplaats aan de Kassai zouden hebben ingenomen. Zij bezitten een
weinig innemend uiterlijk, zijn van gemiddelde lengte en hebben een krachtigen
lichaamsbouw. De tatoueering geschiedt in een van den eenen slaap tot den anderen
loopende 'dubbele lijn, een palmblad nabootsend. Over het voorhoofd hebben zij een
rij parallelle lijnen. Ook de borsten der vrouwen zijn getatoueerd. De liayanzi’s
zijn een krijgshistige stam en vörmen bekwame handelaren.
Ten noorden der Kongo wonen hier de Bateke’s, wier woonplaats zieh tot de
Alima, een rechter bijstroom van de Kongo, uitbreidt. Zij schijnen van het noorden
naar hier te zijn verhuisd. Tatoueering is bij ■ hen juist zòo als bij de Bayanzi’s.
De Wabundi’s worden geacht de oorspronkelijke bewoners van de gewesten ten
oosten van Leopoldville te zijn. De Babuma’s wonen aan de oevers der Beneden-
Kassai; zij zijn bekwame hand,elaars en goede pottenbakkers. Verdër wonen hier
nog de Batende’s, Babali’s, B a n fum u ’s en de Bizi-Batondu’s, wier gebied zieh
oostelijk van Bolobo tot Lukulela en tot de Inkisi uitstrekt. De zeden en gebruiken
van deze volken komen met die van bovengenoemde overeen.
1) Een dictionnaire enz. voor de Kongo-taal vervaardigde de zendeling Bentley: Dictionary and
Grammar of the Congo—Language, as spoken a t San Salvador. London, 1887. Een Kakongo-dictionnaire
en een Kakongo-grammatica werden reeds door Jean Joseph Descourvieres, Fransch Jezuieten-zendeling,
samengesteld. . ■ . ' . .
■Voor de kennis der talen van de dieper in h e t land wonende volken wijzen wij op Dr. A Sims,
Vocabulary of the Kiteke, as spoken by the Bateke, (London, 1886), en Dr. A. Sims, Vocabulary of
Kibangi, as spoken by the Babangi (Bavansij of the Upper Congo, London, 1886.