92 VERBREIDING DER BLANKEN IN ZUID-AFRIKA.
meestal dieper het land in, om daar goede weiden te zoeken en zieh op _de veeteelt
toe te leggen.
Het was een ruw en wild leven, die onbekende landen als pioniers hinnen te
trekken, maar het had zijn eigenaardige bekoorlijkheden. Daar in het binnenland
ontwikkelde zieh de zin voor vrijheid en zelfstandigheid, later een der kenmerken
van het volk, waardoor het een roemrijke plaats op het wereldtooneel veroverde.
Daar werden de Boeren die stoere en krachtige gestalten, welke onvervaard het hoofd
boden aan gevaren, die leerden te heerschen over de oorspronkelijke bewoners des
lands, die geen vrees kenden, ook niet bij de meest dreigende gevaren van wilde
dieren of vijandelijke stammen.
Y E B B B B ID IN G B E B BLANKEN OVEK ZUID -A FR IK A .
Het kaartje wij s t aan, hoe ver de Blanke bevolking zieh in de aangegeven jaren had verbreid.
Hier woonden echter niet nitslnitend Blanken; ook inboorlingen werden er nog naast de Blanken
gevonden. Doch buiten de aangewezen grenzen hadden zieh zoo goed als geen Blanken gevestigd.
In de binnenlanden van Afrika ontwikkelde zieh een tak van den Hollandschen
stam, die, u it denzelfden boom ontsproten, voortleefde en groeide in geheel andere
richting dan de moederstam; een volk, dat, zieh geheel sehikkende naar de natuur
en de omstandigheden des lands, als een zelfstandig volk der Zuid-Afrikaners in de
geschiedenis genoemd wordt. De voortrekkers der 17e en 18® eeuw hebben het
trekken door de omstandigheden geleerd, en sedert zit die eigenschap in het bloed
des volks. De afkeer van het stadsleven met de beperkingen en de tallooze kwel-
lingen, waaraan eenvoudige mensehen blootstaan, als zij in aanraking komen met
personen van scherper verstand, werd spoedig een karaktertrek van den veeboer, en
sterker openbaarde zieh die met elk volgend geslacht. De Rinderen en kleinkinderen
DE KAAPKOLONIE EEN BRITSCHE BEZITTING; 93
van Hollandsche tuinieren, Duitsche en Hugenootsche ambachtslui keerden door den
drang der omstandigheden terug tot de gewoonten en denkbeeiden van halve
nomaden, en werden trekboeren, zooals het in de taal des lands heet. De rijkdom
aan wild gedierte deed hen naar het jachtgeweer grijpen en velen hunner werden
bedreven in de jacht, die zij met een waren hartstocht beoefenden, waardoor zij met
juistheid leerden treffen. In de geschiedenis van het zieh ontwikkelende volk der
Boeren liggen de kiemen besloten van de eigenschappen, die het volk in onzen tijd
beroemd maakten.
Het voortdringen der Blanken, het in bezit nemen der beste weiden en der
schoonste landstrekeri, dit alles was mede aanleiding tot den strijd tusschen beide
rassen in deze gewesten. Wij wezen hierop reeds bij de beschrijving der Hottentotten.
Het was een krachtig ras, dat een zwakker verdrong. Ook in dien strijd
ligt mede de verklaring voor de eigenaardige ontwikkeling van het karakter der
Boeren. Zij beschouwden zichzelf als de hooger staanden, de inboorlingen als een
ras van lager orde, dat als slaven dienst kon doen, en dat moest gehoorzamen. In
den geest der Boeren ontstond een patriarchaal beginsel, min of meer overeenkomstig
het voorbeeld van de aartsvaders van Israel, die zij uit den Bijbel, het boek, dat zij
overal medenamen, leerden kennen.
* *
De geschiedenis der kolonie is algemeen bekend, en wij herinneren hier slechts
aan de hoofdfeiten, die te r verklaring van tegenwoordige toestanden dienen.
De Oost-Indische Compagnie ging te gronde, en in 1798 werden haar bezittingen
overgenomen door den Nederlandschen Staat. Doch feitelijk was in 1795 de Kaap-
kolonie reeds in bezit genomen door Engeland. Er was veel tegenstand bij de
Holländers; de Boeren in het binnenland waren nog gehecht aan Oranje, aan wien
hun vaderen den eed van trouw hadden gezworen, doch men gaf eindelijk toe, toen
schoone beloften in ’t vooruitzicht stelden, dat de grieven, die tegen het bestuur
bestonden, zouden worden opgeheven. Verscheidene beloften werden echter nooit
vervuld; de beloofde vrijheid werd al meer en meer een beperking van rechten en
vrijheden; de vrije handel, den Kapenaars beloofd, werd spoedig opgeheven; de
aanzienlijke ambten kwamen in handen van personen, die de taal der bewoners niet
verstonden. En toen de eed van getrouwheid aan den Koning van Engeland van alle
burgers geeischt werd, weigerden enkelen beslist, terwijl anderen niet versehenen,
toen, zij werden opgeroepen.
Het was geen rassenhaat, die zieh hier u itte ; dit bleek u it de huwelijken tusschen
Holländers en Engelschen, welke zieh hier gevestigd hadden; maar het was
politieke ontevredenheid tegenover Britannie, die toen reeds wortel schoot, door de
onpraktische handelingen der autoriteiten toenam, en van tijd tot tijd in een hevigen
strijd uitbarstte. Dit gronddenkbeeld beheerscht en verklaart de geschiedenis der Blanke
kolonisten van Zuid-Afrika in deze eeuw.
De hoop der Boeren, de Hollandsche vlag weder aan de Kaap te zien wapperen,
werd niet vervuld. In Augustus 181-4 werd de Kolonie voor goed een Britsche
bezitting. Al was men in de Kaapstad niet zoo sterk tegen dezen overgang, de vrije
Boeren in het binnenland werden spoedig opgeschrikt door de Britsche maatregelen.
Het was de onverständige Negerliefde, die er de Engelschen dikwijls toe bracht, de
Boeren in hun vrijheden en eer aan te tasten en een verbittering onder hen te
wekken, die hen naar de wapenen deed grijpen. De feiten, die hierop betrekking
hebben, vindt men uitvoerig vermeld bij Theal, 1. c .; wij zullen er hier niet over
uitweiden.
Gaan wij enkel de verbreiding van het Blanke ras verder na. De Britsche regeering
was weldra de meening toegedaan, dat de Blanke bevolking der Kaapkolonie moest
vermeerderd worden met menschen van Britsche nationaliteit. In 1819 bevonden
zieh in de Kaapkolonie nog slechts 42,000 Blanken, en het Parlement gaf ¿£50,000,
om de emigratie naar de Kaapkolonie te steunen. Zoo vestigden van Maart 1820 to t
Mei 1822 ongeveer 5000 geboren Britten zieh in de Kaapkolonie, die hoofdzakelijk
tusschen de Bosjesman- en Vischrivieren, den Zuurberg en de zee geplaatst werden,
een land, bekoorlijk voor het oog, met zijn vele riviertjes en hier en daar met