De oorlog was bloedig; Engeland scheen den vijand niet te kennen en 22 Januari
1879 werd een Britsch legercorps ingesloten en totaal vernietigd. Een sterker strijd-
macht werd uitgezonden, waarbij de jeugdige keizerlijke prins van Frankrijk, Louis,
die in het Zululand werd overrompeld en doodgestoken.
De Zulu’s moesten evenwel na een hardnekkigen tegenstand buigen voor de Britsche
macht. Het Zululeger werd verslagen en verstrooide zieh her- en derwaarts. Cetywayo,
die zieh door een overhaaste vlueht trachtte te redden, werd eindelijk gevangen
genomen. In zijn gevangenschap gedroeg hij zieh werkelijk als een beschaafd vorst.
- ONGEHÜWDE M E IS JE S .
In Engeland, dat hij bezocht, werd hij goed ontvangen en maakte hij door zijn
waardige houding een günstigen indruk. Zelfs werd in 1883 aan Cetywayo verlof
gegeven, naar zijn volk terug te keeren. Engeland meende voorwaarden te hebben
getroffen, waardoor de onttroonde vorst niet meer gevaarlijk kon zijn.
Toch brak er na zijn terugkomst spoedig strijd uit tuSschen de aanhangers van
Cetywayo en die van een mede-opperhoofd Sibepu. Die strijd bleef zelfs voortduren,
toen Cetywayo in bet daaropvolgend ja a r overleed en Dinizulu hem opvolgde. Met
behulp van de Boeren der Zuid-Afrikaansche Republiek, die hiervoor eenig grondgebied
verwierven in het district Vrijheid, bracht Dinizulu zijn tegenstander tot onderwerping.
Töeh bleven de onrust en verwarring bij de Zulu’s nog voortbestaan. Om hieraan
een einde te maken, werd in 1887 het läatste overblijfsel van Zululand door Groot-
Britannie geannexeerd. Dinizulu, die zieh hiertegen verzette, werd in 1889 met nog
twee andere opperhoofden gevangen genomen en naar het eiland St. Helena gevoerd,
waar hij nog woont. Het kleine eiland in den oceaan, eens het verbanningsoord van
den grooten Franschen Keizer, is thans de verblijfplaats van den laatsten onttroonden
vorst der Zulu’s, in wier land de laatste keizerlijke prins van Frankrijk als banneling
zijn leven moest laten.
Zululand behoort thans aan
Engeland. De Gouverneur van
Natal is tevens Gouverneur van
Zululand. Het behoort echter niet
tot Natal; het is een Kolonie der
Britsche kroon.
De geschiedenis der Zulu’s hebben
wij in een tamelijk uitvoerig
overzieht gegeven, omdat daardoor
de verbreiding van vele volksstammen
in Zuid-Afrikagedurende
deze eeuw verklaard wordt, en
omdat zij van zoo gröote betee-
kenis is voor de verbreiding der
Blanken in deze gewesten. Wie
er meer van wenscht te weten,
verwijzen wij naar de werken van
Theal, die de bronnen zijn voor
onze kennis der historie van deze
volken.
Wij gaan thans over tot een
nadere beschrijving van de Kaffers,
van hun leven, zeden en gewoon-
ten, en vangen daarvoor bovenal
aan met het Zulu-volk.
De geschiedenis van het Zuluvolk,
welks politiek beginsel het
was, vreemde volken te amalga-
meeren, is niet zonder invloed
gebleven op hun uiterlijk voor-
komen en lichamelijke ontwikke-
ling. Evenals overal bij de dieren,
heeft ook hier de aanvoer van
nieuw bloed, de zoogenaamde
rassen-kruisirig, een günstigen
invloed gehad. Het Zulu-element
heeft echter steeds de overhand
behouden in het volk, dat uit die EEN J0NQE EAEJ?EE IS GEOOT OOSTmmvermenging
is voortgekomen.
De Zulu’s bezitten een betrekkelijk goede lichamelijke ontwikkeling. De gemiddelde
lengte overtreft die der Europeanen gewoonlijk niet, hoewel er individuen onder
hen voorkomen van een zeer groote gestalte. Als gemiddelde lengte van een dertiental
volwassen mannen vond Fritsch 171 cM., welk cijfer niet ver van de waarheid zal
zijn. Toch is het nog een weinig beneden het gemiddelde der Bantu’s, volgens de
metingen van Fritsch, wat hieruit verklaard moet worden, dat deze bij zijn onderzoek
toevallig een reeks van zeer lange Kosa’s had.
Niet zelden komen bij de Zulu’s physionomieen voor, welke met Europeesche
overeenkomen, hoewel er bij scherper onderzoek aanzienlijk verschil tusschen bestaat.