heden, maar voortdurend verkregen zij kinderen bij vrouwen der oorspronkeliike
Neger-bevolking.
Hierdoor vindt men bij de Kanuri’s allerlei nuaneeeringen in huidkleur, gestalte
en gelaatstrekken. Zoo kan men in het algemeen zeggen, dat bij de. groep der
•Magomi s de kenteekenen van den noordelijken (Arabisch-Lybischen) oorsprong over
t geheel verloren zijn gegaan, al vertoonen enkele individuen daarvan nog sporen.
physieke kenmerken der Tubu’s, bovenal der Teda’s, zijn in vermenging verloren
gegaan. Er ontstond een nieuw geslacht, waarbij enkele individuen nog oorspronkelijke
kenmerken vertoonen, doch
waarbij het geheel de herinne-
ring aan het oude ras heeft
uitgewischt, zonder reeds een
ander algemeen karakter te
hebben aangenomen. In physiek
opzicht zijn de Kanuri’s door de
vermenging achteruit. gegaan.
Zij zijn een leelijk slag van menschen
geworden, grijs-zwart of
roodachtig-zwart van kleur, weinig
evenredig van vormen en
met niets van de elastische en
energieke bewegingen der Tubu’s-
of Kanembu’s. Vooral de vrouwen
hebben het meest door die
vermenging geleden,. hetgeen
duidelijk in het oog valt, als
men hen vergelijkt met de be-
vallige vor'men der zuivere Tubu’s
en Kanembu’s.'
Het gelukte den Kanuri’s
slechts to t op zekeren graad, de
oorspronkelijke bewoners te ver-
dringen o f met zieh te assimi-
leeren. Waar de inboorlingen
weerstand wisten. te bieden aan
den vermengiügs-invloed, wer-
den“zij wel onderworpen en ont-
stonden er Kanuri-kolonien in
hun midden, maar bleven toch
de oude physionomieen, zeden en
gewoonten bewaard. Zoo vindt
men o. a. in het zuidoosten. van
Bornu de Makari’s of Kotoko’s,
die een tamelijk compacte be-
volking vormen; de Manga’s in
het noordwesten van. Bornu, die
zieh steeds als een bijzonderen
k a h e m b v ’s , m a n e n y k o ü w . staiu gehandhaafd hebben, en
onderscheidene stammen meer.
Vooral op de grenzen van het land waren de omstandigheden het günstigst, om die
oorspronkelijke vormen het zuiverst te bewaren. Ook vindt men in het noorden van
Bornu nog zuivere Tibbu’s,: nl. de Kai’s, verder de Tura’s, uit Tibesti, en verstrooid over
het land de Kanembu-stammen, vroegere bewoners van Kanem, waar zij nog de hoofd-
bevolking uitmaken, de Kawä’s en Ngoma’s, die als Tibbu-stammen beschouwd moeten
worden, en de Ngazir’s in het zuidwesten, een met Negers vermengd Volk. De Negers
komen overal in het land voor, doch zijn in de overige bevolking als ’t wäre geabsorbeerd.
Evenals in den geheelen midden- en oostelijken Sudan ontbreken ook in Bornu de
Arabieren niet. Hiermede willen wij niet zeggen, dat er werkelijk uit Arabie
afkomstige bewoners zijn: in Noord-Afrika toch is het moeielijk, tusschen Berbers,
en Arabieren de juiste onderscheiding te maken. De Arabische elementen schijnen
hier voor het grootste gedeelte uit het oosten te zijn binnengetrokken en staan met
de Arabieren en den oostelijken Sudan nog in betrekking. Waar dezen m grooter
aantal bij elkander gevestigd bleven, hebben, zij de lichte huidkleur en de gelaatstrekken
hunner voorouders nog bewaard, hoewel zij voor ’t overige veel met de inboorlingen
overeenkomen. Deze Arabieren zijn hier sedert lang gevestigd en nog altijd stroomen
Arabieren hierheen als kooplieden, krijgslieden, enz. Hoe verder van Bornu naar het
oosten des.te talrijker zijn de Arabische elementen, zoodat men de alkomst uit het
oosten’ als zeker kan aannemen. Hierdoor vormen zij in Bagirmi reeds een aanzienlijker
deel der bevolking dan in Bornu, hoewel de volksdichtheid naar het oosten snel
B U F F E L JA C H T D E B SCHOA'S.
afneemt. In Wadai zijn waarschijnlijk de voorvaderen van den tegenwoordig talrijken
stam der Tundschur’s van Arabische afkomst; ook de tegenwoordige heerscher in
Wadai behoort hiertoe. Arabische zeden en taal, de Islam, de gebruiken en kleeding
der Mohammedanen zijn in Wadai zuiverder bewaard en meer algemeen dan in de
westelijke rijken. Ook in Dar-For zijn de Arabieren het gebiedende ras.
$ $ $
Tot de oudste Arabische elementen behooren de ScKoa’s in Bornu; zij streven er
naar, het bloed zoo onvermengd mogelijk te bewaren. Vroeger moeten zij talrijker
geweest zijn dan tegenwoordig; Nachtigal Schat hun aantal in Bornu op 100,000.
De Schoa’s zijn bekend wegens hun krijgszuehtigen aard ,en daar zij uitstekende
ruiters zijn, maken zij het grootste gedeelte der cavalerie uit. Zij spreken de Arabische