ook hier de Blanke bevolking. Het door Moselekatse verwoeste land was in een
treurigen toestand, toen de Boeren het aanvaardden. Er waren ongezonde, koorts-
verwekkende streken; gedeelten des lands, waar de tsetse. het houden van runderen
onmogelijk maakte. Doch met het droger leggen der gronden verdween de koorts
al meer en meer in de bewoonde streken, en met het uitroeien van het groote wild
werd ook de tsetse verdreven.
De inboorlingen in het noorden en westen van de tegenwoordige Transvaal waren
bij de komst der Boeren zoo goed als uitgeroeid door de hörden der Mantati’s, der
Matabelen e. a. Slechts eenige jammerlijk vervallen stammen woonden nog in de
moeielijk toegankelijke streken län g s. de Kalahari. Het grootste gedeelte des lands
ten zuiden van 22° Z.Br. was letterlijk outvolkt door de rooftochten van Moselekatse.
De komst der Blanken gaf den inboorlingen weder rust. De Boeren waren bezitters
van het land, en in de grensgewesten nam de inboorlingen-bevolking weder toe.
Volgens de oude gewoonte der kolonisten werd hun toegestaan, door hun eigen
kapiteins geregeerd te worden in alle zaken, die het heerschende ras niet betroffen.
Want de Boeren volgden steeds de politiek, dat de inboorlingen niet met de Blanken
gelijk gesteld mochten worden. Zij werden geen slaven, doch evenmin verkregen
zij politieke rechten. In die politiek ligt de kracht der Boeren tegenover de
naturellen. De inboorlingen werden tot een belasting in arbeid genoodzaakt en
äaardoor tot geregelden arbeid gedwongen, waartoe zij uit vrije beweging niet
kwamen.
Aldus namen de naturellen spoedig weder in aantal toe. De stammen werden
weder mächtig en verlangden in de grensgewesten niet zelden naar onafhankelijkheid,
vooral in tijden, dat onderlinge twisten het geregeld bestuur der Republiek ver-
zwakten. Er ontstonden dan niet zelden rustverstoringen, waarbij de Boeren moeite
hadden, om hun gezag te handhaven. Die toestanden werden door het Britsche
gezäg met vreugde aangezien, en de zendelingen briefden ze in versterkte kleuren
over. Hierin toch zou een reden gevonden kunnen worden, die een tusschenkomst
van Engeland scheen te wettigen.
Wij willen die geschiedenis niet beschrijven, doch enkel het resultaat vermelden,
dat de Republiek dit alles is te boven gekomen. Zij heeft haar gezag gehandhaafd,
haar aanzien verhoogd en bekleedt een eervolle plaats in de rij der Staten.
De bevolking der Republiek bestaat, volgens den Staats-almanak voor de Zuid-
Afrikaansche Republiek van 1897, uit 245,400 Blanken tegen 622,500 kleurlingen.
De laatsten wonen over de geheele Republiek verbreid, doch het meest in de noordelijke
gewesten, als Zoutpansberg en Waterberg. Alleen staande Kafferhutten, die
in Natal veelvuldig voorkomen, vindt men in Transvaal weinig; de inboorlingen
worden door de Boeren gedwongen, in hun kralen samen te wonen.
Het Britsche stelsel, om het individueele landbezit bij de naturellen aan te moedigen,
is in strijd met de beginselen der Boeren. De Boeren wenschen wel de Kaffers als
arbeiders op hun plaatsen, behandelen hen dan goed, maken bruikbare dienstbaren
van hen, doch willen hen niet hooger stellen. Daardöor kunnen de Boeren de
onrustige Kaffers het best onderworpen houden.
Volgens den census van 1890, die evenwel geenszins. nauwkeurig was, waren van
het totaal aantal Blanken in Transvaal in het land geboren, bijna 50 pCt., in de
Kaapkolonie geboren 24‘/« pCt., in den Vrijstaat 9 ‘/a pCt., en in andere landen pl.m.
12 pCt. Bij genoemde telling bevonden zieh in de Republiek 8,980 Britten, 1,943
Duitschers en 1,420 Nederlanders. Wij deelen deze cijfers mede, hoewel geenszins
absoluut betrouwbaar, om eenigszins een denkbeeid van het internationale leven in
dit land te geven.
Het meest is Johannesburg een stad van uitlanders, waar alle volken, natien en
rassen vertegenwoordigd zijn. De volgende cijfers stellen dit duidelijk in het licht.
Op 15 Juli 1896 is door het Gezondheids-Comite te Johannesburg een volkstelling
gehouden en geconstateerd, dat deze bevolking bestond uit 102,078 zielen, waarvan
50,907 Blanke personen. Het aantal Blanke mannen was 32,387 en dat der Blanke
vrouwen 1.8,520. Daarvan. waren geboren: in Afrika 24,500, in Europa 24,489, in
Australie 992, in Amerika 754, in Azie 143, op zee 29, te zämen 50,907; terwijl
van de 24,489 Europeanen waren geboren in:
Mannen. Vrouwen. Totaal.
Groot-Britannie en Ierland . . 11,947 4318 16,265
R u s la n d 2,899 436 3’335
Duitschland 1,576 686 2,262
N e d e r l a n d 575 244 819
E r a n k r i j k 226 176 402
Zweden en Noorwegen . . . . 256 55 311
I t a h e 180 26 206
Zwitserland . .100 39 139
andere landen van Europa. . . 602 148 750
Totaal in Europa . . . 18,361 6128 24,489
Uit deze cijfers blijkt, dat de Europeanen te Johannesburg voor bijna tweederden
. ,‘e tnno r?enigd,- Koninkrijk afkomstig zijn. Neemt men daarbij in aanmerking,
aho) Australiers, 754 Amenkanen en een gedeelte der 15,162 Kaap-kolonisten
®n personen uit Natal zieh uitsluitend of bij voorkeur van de Engelsche taal
bedienen, dan wordt het begrijpelijk, dat te Johannesburg het Engelsch meer dan eenige
andere taal wordt gehoord.
. 1 1 uejj 0bd’cl1 worat geieia door den President, die voor den tijd van
\ij jaren gekozen wordt. De bekwame staatsman S. J. Paul Kruger, een geboren
Poer, die deel uitmaakte van den Grooten Trek, heeft sedert de herstelling der
onal nankelijkheid dat ambt met grooten tak t en waardigheid bekleed. Een Uitvoerende
Kaad Staat den President bij. Voor militaire doeleinden wordt elke viif iaren een
Kommandant-Generaa] door de burgers gekozen.
De wetgevende macht berust bij twee kamers, elk u it 27 leden bestaande en voor
den tijd van 4 jaren gekozen. De eerste Volksraad is de belangrijkste van de twee.
De leden worden gekozen door burgers van Europeesche afkomst, in de Republiek
geboren ot genaturaliseerd na een langen proeftijd. De tweede Volksraad heeft
weinig macht; hij dient hoofdzakelijk als adviseerend lichaam in zaken betreffende
de mijnmdustne. Voor den tweeden Volksraad kunnen ook vreemdelingen kiezers
worden, na twee jaren in het land te hebben gewoond. Daardoor is het aantal
.kiezers hiervoor grooter.
De aanzienlijke toevloed van vreemdelingen in de Republiek, die door de goudmijnen
aangelokt werden, heeft verschillende politieke vraagpunten aan de orde gebracht.
He Boeren, die het land veroverd hebben op Moselekatse, die voor hun onafhankelijkheid
gestreden hebben tegen Engeland, beschouwen het gebied als het hunne, waar zij
het recht van regeering hebben. Met dit beginsel Staat het karakter van den eersten
Volksraad m verband.
Terwijl voor 1877 de voorwaarden, om kiezer te worden, zoo laag mogelijk gesteld
waren, werden die eischen 11a 1877 verhoogd, zoodat vreemdelingen geen kiezers
Kunnen worden zonder lange inwoning en zonder verder de getrouwheid aan de
gouvernementen, waaronder zij geboren zijn, a f te zweren.
Door die bepaling werden er perken gesteld aan den invloed der vreemdelingen
op de volksvertegenwoordiging en bleef deze echt nationaal. Doch de vreemdelingen,
namehjk de Engelschen, vooral te Johannesburg gevestigd, beweerden, dat zij tot
i eyi irianciee'ei1 bloei der Republiek het meest bijdroegen, en dus ook deel moesten
hebben aan het luesrecht Deze hoofdgrief, waarbij natuurlijk gedacht werd, om het
nationale gouvernement door een Engelschgezind te vervangen, konden de Boeren
niet opheflen. Een andere g n e f was het tegengaan der Engelsche taal op de scholen.
JNog andere vragen der Engelschgezinde partij, kwamen hierbij, en geen middelen
werden gespaard, om de oppositie tegen het nationale gouvernement te doen toenemen.
He mval van Jameson en de samenzwering te Johannesburg, die ontijdig voor het
Engelsche doel plaatsgrepen, stelden de geheime bedoelingen voor de wereld bloot
H g „ mg I an een ? root gedeelte der Engelsche pers en van het publiek boezemt
nog geen vertrouwen m zoodat de Republiek met de meeste omzichtigheid en kalmte
de Britsche politiek in het oog blijft houden. In den bekwamen en eerlijken Staats