H O O F D S T U K X X X I I I .
STAATKUNDIGE TOESTAND VAN NOORD-WEST-AFRIKA.
Het noordwestelijke gedeelte van Afrika, ten noorden van de Sahara en van den
Atlantischen Oceaan tot Egypte, droeg oudtijds veelal den naam Berbarije of Barbarije.
De naam is ontstaan aan' het volk der Berbers (zie pag. 398), doch toen het land
sedert 1574 onder de Türken was gekomen, zeeroof er' op groote sehaal werd uitge-
oefend, en allerlei gruwelen werden gepleegd, gaf dit aanleiding, om wegens naams-
overeenkomst Barbarije te beschouwen als een aanduiding van den aldaar heerschenden
onbeschaafden toestand. Evenwel verstond men onder dien'naam niet een staatkundig
geheel, doch een viertal staten, nl. Marokko, Algiers, Tunis en Tripolis, de
Barbarijsche staten.
De naam Barbarije wekte gedurende eenige eeuwen in Europa de gedachte op
aan allerlei wreedheden en barbaarschheid. De opperhoofden, die er zieh weder-
reehtelijk van het gezag meester hadden gemaakt en door geenerlei band met Europa
verbonden waren, vierden hun roofzueht en bloeddorst den vrijen teugel aan de
kusten der Middellahdsche Zee. Te allen tijde maakten hun gewapende schepen
jacht op Europeesche koopvaarders; zelfs stapten de roovers hier en daar. aan land,
om een gewenschten buit te veroveren en de Christen en als slaven weg te voeren,
vooral met hoop op een goeden losprijs. Schoone vrouwen behoorden to t de meest
begeerde handelsartikelen. Gevangenen uit geringen stand moesteü door zwaren arbeid
in hun onderhoud voorzien, en het oogenblik geduldig afwachten, waarop zij door de
macht der Christelijke liefdadigheid uit hun eilende werden bevrijd. Er ontstonden
namelijk in Europa vereenigingen, die gelden verzamelden, teneinde jaarlijks een
zeker aantal Christenslaven los te koopen. De Maltezer ridders en de oorlogs-
vloten der zeevarende natien, ook Nederlanders, werkten daartoe mede en trachtten
de veiligheid op de Middellandsche Zee te handhaven, maar te vergeefs. Sommige
staten sloten overeenkomsten met de roofsteden, zoodat zij door schatplichtigheid
van deze de onschendbaarheid hunner vlag kochten.
Eerst in deze eeuw konden de handeldrijvende mogendheden de zeerooverij der
Barbarijsche volken beperken, doch geheel geeindigd is zij nog niet, zooals voor
enkele jaren zelfs met een Nederlandsch schip bleek. Frankrijk heeft er een einde aan
gemaakt in Algiers, en op dit oogenblik is alleen Marokko het meest te vreezen.
Wij zullen deze staten achtereenvolgens kortelijk de revue doen passeeren.
Marokko.-
De westelijkste der staten van Noord-Afrika is Marokko, door de Arabieren
Maghreb el Aksa, d. i. het uiterste westen genoemd. De grenzen van het gebied
zijn naar het zuiden niet volledig vastgesteld, doch men rekent, dat het een opper-
vlakte van 812,300 K. M2. beslaat, waarvan 439,240 K. M2. oppervlakte werkelijk
onder het beheer van den Sultan Staat. De ligging van den Staat aan twee druk
bevaren zeeen en aan de Straat van Gibraltar, met een kustlengte van + 1750
kilometer (425 aan de Middellandsche Zee, 60 aan de Str. v. Gibraltar en 1200 ä
1300 K. M. aan den Atl. Oceaan) is zeer günstig voor handel en verkeer. Dit
voordeel wordt echter gedeeltelijk opgeheven door de ongunstige gesteldheid der
kust, die aan de Middellandsche Zee steil en onbeschermd en aan den Atlantischen
dalketels, is het klimaat drukkend heet, afwisselend door hevige regens afgekoeld
At)aS ^ het d^ e woestijnLimaat, afgfwisseM
o , r n l ’ l r Mar0r ° tot de Berbers (zie pag. 398) als Amazirghen
Schelluhs en Kabylen onderscheiden, totaal ongeveer 3,7 millioen, verder uit A ra b ie n
verwant z r 7 ± W3 5 eJ d f 1 1 1 verwant zijn (± 3,5 millioen te zamen), aSlsmeide l ui t“ J odenW (+M 200 ■,000 )d, edlireX teiiTdeenns
beidVT n r gmgeni m ^^vroeger eeuwen hier een toevluchtsoord vemden of er in de oud-
heid kolomseerden. De Negers, welke men in het land vindt, zijn meestal slaven
Spanjaardem S6n ^ “ °g ^ 3-d™ e“ d^ E n io p i rm T f a n / meelt
De buitenianäsche h a n tle lls Roofdzakelijk in handen van Engeland en Frankriik
godsdielist “ ; 18 Arablsch (zie Pag- 397), terwijl de Islam de heerschend¿
I B Bet land uitstekend voor den landbouw geschikt is, Staat deze toch op een
H Ü ! M onde[drokking van het volk, de afpersingen door de ambtenaren en
de tijdehjk uitgevaardigde verbodsbepalingen betreffende den uitvoer van tarwe «erst
mais enz hielden de ontwikkeling van den landbouw tegen. Intusschen M S
worden dat men er uitstekend op de hoogte is van
u itm u n ín d ! dS °U<le M°°ren- Zuid^ chten - n allerfei s o o ^ S e n "
De veeteelt Staat eveneens op lagen trap, hoewel het land aan alle natuurliike
vooi waarden daarvoor voldoet. Men schat den veerijkdom op 500,000 paarden en
even zooveel kameelen, 4 millioen muilezels en ezels, 5 4 6 millioen runderen
40 millioen schapen 1 0 - 1 2 millioen geiten. Wol, ossen (als slachtvee) hTden en
paarden vormen de belangrijkste produkten van uitvoer.
Daar het zoeken naar mineralen verboden is, wordt de miinbouw enkel eedreven
ilnidtursitreie Clevrertta nvko6ohrjwkee rpVe°nl kevna n Voaonr spdr6onn kAeltiljaksel oTpOv°artatli ngij,z edr ockho igTat ath ineire t^ voo ruBite-
W e ri,b rlk .ttn „ „ pens
er leven en dood, hij is zoowel het hoofd van den Staat als van den godsdienst
Op den Sultan volgen m rang de Groot-vizier en verder de bijna almachtigf ministers
van buitenlandsche zaken, oorlog en financien. In ’t geheel heefit de Sultan 6 ministers
In a v. Va? Zljn onkerroepelijken wil. De vertegenwoordigers der vreemdé
heeetftt. DDee KKoorraannU lise nbheI ft eeJn ig1e eTrtknegn7de’ ^wetb o°e°kk; hdeet Sguelttuaing ezniJisn v"aenrt eCghenriwstoenoerdni geenr
eeifaZshehaammmmaa, wordt ddooZr Tden ^Sul“tan beednaoaenm d!s en deze beDneo eomptp ewrsetdee rr ekcahdtei’rs, iKn addei
^ önafhankelijke stammen hebben echter gedeeltelijk door den
TTof b?.noemde’ Sedeeltelijk door henzelf gekozen Scheiks als hoofden.
Het blijven bestaan van een dergelijken Staat in de nabijheid van Europa moet bii
den eersten aanbhk verwondenng wekken. Evenwel vindt dit feit zijn verklaring in
®unf tlp kggmg des lands, waardoor de naijver der groote mogendheden aan ieder
vooral K K ä S H H belr ttef ' J ° Cb °ntSt0nden er kerhaaldelijk conflicten^
conflict was nog dat van 1893 m e ^ S p a n j e tV r o o r ^ r a s ä a a .f a is a r