H O O F D S T U K X X X VI I .
M A D A G A S K A R E N Z I J N B E W O N E R S .
Ten oosten van Afrika ligt het reuzen-eiland Madagaskar, met een oppervlakte
van 591,980 K.M.2 (d. i. meer dan het Duitsche Rijk, dat 540,504 K.M.2 beslaat) en
ongeveer vijf millioen inwonérs. Het is op drie na het grootste eiland der aarde,
en staat in oppervlakte alleen bij Nieuw-Guinea en Borneo ten achter. Een lange,
uitgestrekte keten van graniet- en gneis-gesteenten loopt door het eiland, waarbij
zieh in het westen, zuiden en zuidoosten zandsteen- en kalksteenlagen aansluiten,
welke aan den oostrand ontbreken. Daarbij vindt men er een menigte vulkanische
bazaltgesteenten, vooral aan den oostelijken en noordelijken kant.
Zooais Madagaskar geologisch met het nabijgelegen Afrika overeenkomt, is ook de
oppervlakte-vorm des lands ongeveer dezelfde als die van Afrika. Madagaskar is een
groot tafelland, met talrijke tafelbergen en domvormige vulkanen overdekt, en
daalt in een drietal trappen naar het oosten af, die in het zuidoosten in een steilen
rand van 800 meter hoogte eindigen.
De vvaterscheiding loopt dicht längs de oostkust en de hoofdrivieren van het eiland
stroomen derhalve naar het westen, tervvijl naar het oosten zieh enkel kustwateren
in den Oceaan uitstorten. Het uiterste zuiden van het eiland is nog slechts weinig
bekend en ook het noorden is niet voldoende onderzocht. Vooral in den laatsten tijd,
sedert de Fransche vlag op Madagaskar wappert, heeft men nadere kennis van dit
eiland verkregen, doch veel is er nog te onderzoeken overig. ■
Madagaskar ligt bijna geheel in de zuidelijke tropische gewesten. De zuidoost-
passaat, die hier bovenal heerscht, brengt den meesten regen in de oostelijke
streken aan. De plantengroei op Madagaskar neemt een tusschenrang in tusschen
die van Afrika en Oost-Indië en van Australie. Daar Madagaskar een oud eiland is,
dat in vroegen geologischen voortijd van Afrika werd gescheiden, hebben er zieh,
evenals in Australie, zelfstandige planten- en dierenvormen ontwikkeld, van welke
enkele reeds uitstierven.
Het eiland Madagaskar werd eerst in 1505 door den Portugees Antao Gonçalves
op St. Laurentius-dag ontdekt, en verkreeg daardoor aanvankelijk den naam
St. Laurentius-eiland. "Wel was het reeds door Marco Polo in de 13e eeuw genoemd,
doch aan de berichten van dezen Italiaan werd niet veel waàrde gehecht. Neder-
landers en Engelschen deden vruchteloos pogingen zieh op Madagaskar te vestigen,
en eerst den Franschen gelukte dit in 1642. Onder de hoede eener handelmaatschappij
en van de „Société d’Orient” werd er een volkplanting gesticht te St. Lukg^ De
Fransche volksplanters noemden het eiland Dauphiné.
De Fransche minister Colbert, die zoo ijverde voor de ontwikkeling van Frankrijk’s
handel, grondvestte in 1664 een nieuwe handelmaatschappij, waarop de rechten der
bovengenoemde overgingen, en die door Lodewijk XIV en de prinsen van den
bloede met hun kapitaal ondersteund werd. Generaal de Baume werd in 1665 als
gouverneur-generaal naar het nieuwe gebied gezonden, dat den naam Oost-Frankrijk
ontving. Doch de oorlog met de inboorlingen, die er uitbarstte, deed de kolonisten
Madagaskar weder ontruimen, en op het eiland Bourbon vonden zij een toevluchtsoord.
De pogingen, welke Frankrijk aanwendde om vasten voet op het eiland Madagaskar
te verkrijgen, hadden in de vorige eeuw geen blijvende gevolgen. Toch maakte
Frankrijk steeds aanspraak op het eiland, en in deze eeuw werden herhaaldelijk
nogmaals pogingen daartoe aangewend.
Engeland had er evenwel belang bij, de zelfstandigheid van Madagaskar te
bevorderen, en erkende den toenmaligen koning der Hova’s, Radama I, (1810—1828).
Tevens zond het zendelingen naar Madagaskar, die boekdrukkerijen oprichtten,
scholen stichtten, enz. Engelsche officieren brachten het leger van den koning in
orde, en dezen gelukte het daardoor den eenen stam na den anderen te onderwerpen,
tot hij eindelijk in 1822 ook de Fransche bezitting aantastte en verdreef. Voör de
Engelschen daarentegen werden alle havens geopend en zij kwamen feitëlijk in het
bezit van het eiland.
Toen evenwel de koning overleden was, en zijn gemalin Ranavalona hem
opvolgde, veranderde de verhouding. Zij haatte alle vreemdelingen, en ook de met
Engeland aangeknoopte handelsbetrekkingen werden afgebroken. Tegen de Christenen
en de zendelingen trok zij hevig te velde. De Franschen trachtten in 1829 te
* landen en gedeelten te bezetten, doch vruchteloos. In 1845 zonden de Franschen
en Engelschen gemeenschappelijk een expeditie naar Madagaskar, die evenwel
ongelukkig afliep, zoodat de troepen terugkeerden, zonder blijvende veroveringen.
Bloedige Christen-vervolgingen hadden er vervolgens plaats, en de vorsten heersehten
met gruwelijke wreedheid.
De toestand verbeterde, nadat de kroonprins Rakoto openlijk tot het christendom
overging in 1846. In 1853 verkregen de Engelsche zendelingen weer toegang tot het
land. Madagaskar werd vooral opengesteld, toen Radama I I in 1861 zijn moeder
opvolgde, en ontwikkeling en beschaving bevorderde bij zijn volk. Doch de bevoordeeling
van vreemdelingen en van vreemde gewoonten boven zijn volk kostte hem den
troon en het leven; hij viel door een samenzwering op 12 Mei 1863. Zijn weduwe
was opvolgster, doch het gezag kwam feitelijk in handen van den eersten minister.
Weer brak er een opstand uit in 1865 tegen de Franschen, terwijl met Engeland
een verdrag van vriendschap en handel werd gesloten.
Onder de koningin Ranavalona Majonka I I werd in 1869 de invoering van het
Christendom met kracht bevorderd, de heidensche afgodsbeelden werden vermeid,
en in 1877 werd de slavernij afgeschaft. Toen in 1882 de Franschen klachten inleverden
over de lasten, die zij op het eiland ondervonden, en daarin verbetering eischten,
zonden de Hova’s een gezantschap naar Europa, dat met verschillende staten handels-
verdragen sloot, maar met Frankrijk niet tot overeenstemming kwam. Daarop
rustte Frankrijk in 1883 een expeditie uit naar Madagaskar, doch de toenmalige
koningin Ranavalono Majonka I I I weigerde alle aanraking met Frankrijk, en maakte
aanspraak op het-geheele eiland. Hoewel de pogingen der Franschen, om in het
binnenland door te dringen, schipbreuk leden, sloten zij toch in 1885 een verdrag..
van protectie met de Madagassaren, waarbij dezen de vertegenwoordiging bij alle
buitenlandsche betrekkingen van Madagaskar aan Frankrijk toestonden, en een
Fransch resident-generaal werd in de hoofdstad Antananarivo gevestigd.
De:uitvoering van dit verdrag gaf weder aanleiding tot moeielijkheden in 1894, en
thans besloot Frankrijk krachtiger op te treden. Een Fransch leger onder generaal
Duchesne trok in 1895 Madagaskar van de westkust binnen, en de hoofdstad werd
in Sept. dezes jaars genomen. Nu was de koningin gedwongen zieh te onderwerpen,
en zij onderteekende het verdrag, waardoor Madagaskar als een Fransch protectoraat
werd verklaard. Bij verdrag van 5 Aug. 1890 had Engeland reeds het Fransche
protectoraat over Madagaskar erkend, doch eerst sedert 1895 werd het Fransche gezag
werkelijkheid. De koningin en haar familie werden in Maart 1897 naar het eiland
Réunion verbannen. De generaal Galieni is thans gouverneur-generaal van het eiland.
* *
De bevolking van Madagaskar, de Madagassaren, die zieh zelf Malagassen noemen,
wordt op 3,520,000 zielen geschat. Even groot als de verschillen in planten- en dieren-
leven, zijn ook die bij de bewoners van het eiland. Op het eerste gezicht zou men
meenen, dat de volken over de geheele aarde hier zijn samengestroomd, om zieh met
elkander te vermengen. Doch bij nadere beschouwing ontdekt men er vooral twee
stamelementen der bevolking, waarop alle vermengingen geënt schijnen te zijn. De
van elders toegestroomde bewoners hebben de twee grondtypen, nl. die der autoch-
AFRIKA. 29