ning omringd, veelal bestaande u it naast elkander geplaatste palen, en in houtarnie
gewesten door een wal ■van los op elkander gelegde steenen of ook wel van zoden.
Als de kraal met zorg gebouwd wordt, bestaat de omheining u it twee rijen,
ongeveer 50 cM. van elkander geplaatste en in den grond geslagen palen. Deze
worden boven längs elkander gebogen, zoodat zij elkander overkruisen. Tengevolge
hiervan Staat de omheining op een breede basis en is zij derhalve zeer stevig,
terwijl de overkruiste en uitstekende boveneinden der palen een z.g. „Spaanschen
1 B I J L OK HOUT T E HARKEN, 2, 3 en 4 S T R I JD B I JL E N D E R BECHUANEN.
ru ite r” vormen. Wanneer een vijand tracht, de omheining te beklimmen, kan hij
door de lansen, die men van binnen naar hem werpt, getroffen worden, en wanneer
het hem gelukt, er bovenop te komen, wordt hij door de seherpe punten der palen
in zijn bewegingen belemmerd. De omheining der veekraal is ongeveer 2 ä 21li M. hoog.
De ingang tot deze omheinde ruimte is juist groot genoeg, om er een koe door te
laten, en des nachts wordt die toegang, vooralin onrustige tijden, zorgvuldig afgesloten.
Tegenover den ingang is binnen de omheining een kleine, insgelijks cirkelvormige
ruimte afgesloten; dit is de plaats, waar de groote kalveren worden opgeborgen.
Naast deze vindt men nog een kleine opening in de omheining, welke als toegang
dient voor het opperhoofd, dat aldus zonder omweg binnen de „isibaja” kan komen.
De hutten worden in een kring om de veekraal gebouwd. De man heeft voor
zichzelf en voor elk zijner vrouwen en volwassen onderhoorigen een eigen hut. Nabij
den ingang zijn de hutten der dienstbaren en daar tegenover is de hut van het
opperhoofd. Het aantal hutten, dat. tot een kraal behoort, bedraagt ongeveer 10 14.
ledere stam heeft gewoonlijk een menigte kralen en dikwijls gebeurt het, dat
E EN KAFFERKRAAL.
verschallende naburige kralen bewoond worden door leden van een familie. Wanneer
namehjk de zoon van een opperhoofd genoeg macht verkregen heeft, om onderscheidene
vrouwen en een kudde vee te bezitten, is de kraal zijns vaders niet groot genoeg
om voor elk zijner vrouwen een afzonderlijke hu t te bouwen, waarop zij recht heeft.
Dan zoekt de zoon in de nabijheid een geschikte piek uit, om een nieuwe kraal te
bouwen, en mj verhuist daarheen met zijn familie. Soms staan die kralen zoo dicht
bij elkander, dat zij door een omheinde gang met elkander verbonden zijn.